Omschrijving:
De gemeenteraad keurt de rooilijn, ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg Safipad Noord goed in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag.
Motivering:
Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:
Op 17 januari 2025 diende gemeente Ranst, Gustaaf Peetersstraat 7 in 2520 Broechem, een omgevingsvergunningsaanvraag voor de percelen gelegen tussen Bistweg en Moorstraat in 2520 Broechem. De percelen zijn kadastraal gekend als: afdeling 3, sectie A, perceelnummers 81C, 76B, 159H, 3D en 77B. Het dossiernummer in het omgevingsloket is 2024159433.
Het project omvat de aanleg, wijziging, verplaatsing van de betrokken gemeentelijke trage weg ('Safipad').
Het openbaar onderzoek liep van 21 maart 2025 tot en met 19 april 2025. Er werden twee bezwaarschriften ingediend.
Projectvereniging Erfgoed Voorkempen liet op 16 april 2025 weten geen advies te verlenen.
Departement Landbouw en Visserij gaf op 29 april 2025 een voorwaardelijk gunstig advies.
Provincie Antwerpen Dienst Integraal Waterbeleid gaf op 23 mei 2025 een gunstig advies.
Juridisch kader:
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (“Decreet lokaal bestuur”)
En in het bijzonder volgende bepalingen:
Artikel 2, §2, lid 2 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenten de bevoegdheden uitoefenen die hen door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
Artikel 41, 9° en 11° van het Decreet lokaal bestuur bepalen dat de gemeenteraad bevoegd is voor beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt, alsook voor de daden van beschikking over onroerende goederen, behalve die vermeld in artikel 56, § 3, 8°, b).
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (“Gemeentewegendecreet”)
En in het bijzonder volgende bepalingen:
De artikels 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet omschrijven de doelstellingen van het decreet en de principes voor wijzigingen aan het wegennet.
Artikel 8 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Artikel 11 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat gemeenten de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vastleggen in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.
Artikel 12, §2, lid 1 van het Gemeentewegendecreet omschrijft de voorwaarden waaronder de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een verkaveling.
Artikel 13, §5 van het Gemeentewegendecreet bepaalt dat de gemeenteraad kan beslissen om grondstroken met betrekking tot dewelke de gemeente al dertig jaar bezitshandelingen stelt waaruit duidelijk haar wil blijkt om er eigenaar van te worden, zonder financiële vergoeding of toepassing van minder- en meerwaarden op te nemen in het openbaar domein.
Artikel 28 van het Gemeentewegendecreet bevat principes voor de vaststelling van minder- en meerwaarden die ontstaan bij de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, alsook de uitoefening van tegenspraak en de mogelijkheid voor de gemeenteraad om de betrokken principes uit te werken in een reglement of kader. Eveneens bepaalt het artikel dat de regeling rond minder- en meerwaarden geen afbreuk doet aan de mogelijkheid van opname in het openbaar domein van artikel 13, § 5 en van het opleggen van de last van kosteloze grondafstand uit artikel 75 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (“Omgevingsvergunningendecreet”)
En in het bijzonder volgende bepalingen:
De artikels 31 en 31/1 van het Omgevingsvergunningendecreet bevatten nadere bepalingen over de gemeenteraadsbeslissing in gevallen waarbij een omgevingsvergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing omvat van een gemeenteweg, en met betrekking tot de mogelijkheid, wijze en termijn om tegen dit besluit een georganiseerd administratief beroep in te stellen bij de Vlaamse Regering in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing.
Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet omschrijft de mogelijkheid voor de bevoegde overheid om aan een omgevingsvergunning lasten te verbinden, alsook de verplichting om de lasten die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, integraal op te nemen in de vergunning.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
En meerbepaald artikel 47, dat bepaalt dat de gemeenteraad bij een beslissing bedoeld in artikel 31 van het Omgevingsvergunningenbesluit daarbij kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek en dat de gemeente de beslissing uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting naargelang het geval ter beschikking stelt van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie of het bevoegde bestuur.
De gemeenteraadsbeslissing van 16 oktober 2023 ter goedkeuring van het reglement minder- en meerwaarden en het reglement waarborg bij bepaalde lasten in natura
En in het bijzonder de artikelen 1 en 2, die voornoemde reglementen bevatten, alsook de collegebesluiten die uitvoering geven aan artikel 3.
Bijkomende motivering:
In het kader van de aanleg van een veilige fietsverbinding Lier - Oelegem wordt het fietspad Safipad Noord verder aangelegd. De aanvraag gaat over de aanleg van het Safi-pad Fietspad, gelegen tussen Bistweg en Moorstraat.
Het project heeft volgende doeleinden:
- Aanleggen van een belevingsfietsverbinding
- De fietsverbinding tussen Broechem en Oelegem verbeteren
- Het overbruggen van een waterloop
Tijdens het openbaar onderzoek werden twee bezwaarschriften ingediend. Deze handelen samengevat over:
- Op minder dan 200 meter én parallel van de geplande rooilijn, loopt reeds een rustige straat (Moorstraat) die al jaar en dag door fietsers wordt gebruikt om richting Oelegem te rijden. Deze extra verharding in landschappelijk waardevol agrarisch gebied heeft dan ook geen meerwaarde en is onnodig.
- Het betekent integendeel het verlies van natuur en beplanting.
- Het gaat bovendien om een heel kort stukje aangezien het Safipad niet verder over het golfterrein zal lopen.
De decretale doelstelling van artikel 3 van het gemeentewegendecreet verplicht de gemeenten de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren. Dit omvat onder meer de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. De aanleg van een veilige fietsverbinding Lier - Oelegem kadert in de te verwezenlijken beleidsdoelstelling 'Voetgangers en fietsers hebben voorrang binnen een evenwichtig mobiliteitsnetwerk' en ligt bovendien op het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF).
Door de uitbouw van de fietsverbinding wordt er ook gewerkt aan de Modal Shift zoals vooropgesteld door de Vlaamse Regering en de Vervoerregio. Een aparte en voldoende brede aanleg zorgt voor een vlotte en veilige fietsverbinding.
Omwille van de aanwezigheid van het VEN-gebied 'Bos van Ranst' in de oorspronkelijke spoorwegbedding, moet de fietsverbinding uitwijken naar de Moorstraat. Daarbij wordt wel het eerste gedeelte van de Moorstraat - waar het zicht het minst goed is door de bochten en de aanwezigheid van bebouwing - vermeden. Door de aansluiting in de bestaande bocht van de Moorstraat is er uitzicht over beide richtingen van de straat en veroorzaakt deze inrichting het minste risico op gevaarlijke situaties. Het bezwaar hierover wordt niet weerhouden; de nieuwe ligging heeft wel degelijk voordelen ten opzichte van het gebruik van de bestaande Moorstraat.
Het tracé houdt geen extra versnippering van de landbouwgrond in. Momenteel loopt er langs het voorgestelde tracé immers al een verharding (ter hoogte van de voormalige spoorwegbedding). De rooilijn wordt enkel verbreed om het nodige comfort te kunnen voorzien voor de fietsers. De bijkomende inname is beperkt. Het bezwaar hierover wordt niet weerhouden.
De doelstellingen van artikel 3 van het gemeentewegendecreet betreffen het verbeteren en vrijwaren van de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Dit meer bepaald door de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
De principes van artikel 4 van het gemeentedecreet vereisen dat wijzigingen van het wegennet gebeuren in het algemeen belang. Zij nemen de verkeersveiligheid en ontsluiting van aangrenzende percelen in acht en gebeuren zo nodig in gemeente-grensoverschrijdend perspectief. Zij houden rekening met de actuele functie van de gemeenteweg én de behoeften van de toekomstige generaties en gebeuren op basis van gelijktijdige afweging van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten.
De aanvraag voldoet hieraan. De werken kaderen in het algemeen belang.
Bijlagen:
- Rooilijnplan: 5012570106_RL_00.pdf
- Bezwaarschriften met betrekking tot de aanleg, wijziging en verplaatsing van de betrokken gemeenteweg
- Binnengekomen adviezen
Besluit met eenparigheid van stemmen:
Art. 1:
De gemeenteraad keurt het nieuwe, bij dit besluit gevoegde rooilijnplan goed, alsook de daarmee beoogde aanleg, wijziging en/of verplaatsing van volgende gemeenteweg: Safipad Noord.
Art. 2:
De gemeenteraad keurt de ligging, breedte en uitrusting van voormelde gemeenteweg goed en beslist om bovenvermelde gemeenteweg na verwerving op te nemen in het openbaar domein.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.