Omschrijving:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement voor inspraak en participatie goed.

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het OCMW probeert een zo open mogelijk beleid te voeren. Informatie en inspraak spelen hierbij een zeer belangrijke rol! Dit gebeurt door de inwoners in te lichten via de diverse gemeentelijke informatiekanalen.

Maar er is ook het inspraakbeleid waarmee het OCMW zijn inwoners de mogelijkheid geeft hun stem te laten meeklinken in de besluitvorming. Het bestuur van de gemeente en het OCMW van Ranst wil in de periode 2019-2024 inzetten op inspraak en participatie van bij de start van het besluitvormingsproces. Door deze aanpak willen we betere keuzes maken en een groter draagvlak creëren bij onze inwoners. Samen met de inwoners van Ranst wenst het OCMW nadenken over de richting die het OCMW van Ranst moet uitgaan, op weg naar 2030. De inbreng van de bevolking is voor het bestuur een belangrijke leidraad. Het bestuur laat zich hiervoor bijstaan door een professioneel bureau, om kwaliteitsvolle bevragingen te organiseren.

Het decreet lokaal bestuur heeft meer vrijheid gegeven aan de lokale besturen om geëngageerde burgers te kunnen betrekken bij de lokale beleidsvoering via burgerparticipatie.

 

Juridisch kader:

Artikel 304 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten.

Overeenkomstig artikel 28 van de Grondwet, heeft iedereen het recht verzoekschriften in te dienen bij de organen van de gemeente en bij de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn..

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen.

De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.

De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1, 2 en 4, voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en zijn organen.

Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2019

Dit reglement beschrijft de informatie ten aanzien van de gemeenteraadsleden en het publiek en de mogelijkheid om verzoekschriften in te dienen.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 maart 2019 met de goedkeuring van het reglement klachtenbehandeling

 

Bijkomende motivering:

Het recente Decreet lokaal bestuur maakt verschillende vormen van participatie mogelijk. Het bestuur wenst deze kans aan te grijpen om de werking van de bestaande raden te actualiseren. Daarbij wil het bestuur nogmaals benadrukken dat de permanente inzet van de huidige participanten sterk wordt geapprecieerd en dat de nieuwe organisatie ervoor moet zorgen dat nog meer mensen worden betrokken bij de werking van onze gemeente.

Via het inspraakbeleid wil het OCMW zijn inwoners de mogelijkheid geven hun stem te laten meeklinken in de besluitvorming. Het bestuur van de gemeente en het OCMW van Ranst wil in de periode 2019-2024 inzetten op inspraak en participatie van bij de start van het besluitvormingsproces.

 

Bijlagen:

Beleidsvisie rond participatie en inspraak

 

Besluit met:

23 stemmen voor:John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

1 onthouding:Sonja De Pooter (Open VLD)

 

Art. 1: Algemene bepaling

Dit reglement geeft, in toepassing van artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en participatie vanwege de burgers en doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening.

Deze regeling is niet beperkend bedoeld. Naast de inspraakvormen die in dit reglement uitdrukkelijk worden genoemd, zal het bestuur steeds ook nog op andere manieren zijn belanghebbenden kunnen informeren, consulteren en betrekken.

 

Art. 2: Verzoekschriften

§ 1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van het openbaar centrum voor welzijn in te dienen.

Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.

De organen van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat als overheid optreedt.

§ 2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van het OCMW gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

§ 3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de het OCMW behoort, zijn onontvankelijk. Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van de gemeente behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van de gemeente. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.

§ 4. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;

3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;

4° het taalgebruik ervan beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

§ 5. Is het een verzoekschrift voor de raad van maatschappelijk welzijn, dan plaatst de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

§ 6. De raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het vast bureau verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

§ 7. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het OCMW op uitnodiging van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

§ 8. Het betrokken orgaan van het OCMW verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

Art. 3: meldingen en klachten

Via het meldpunt kan eenieder meldingen of suggesties doen, vragen stellen of klachten indienen met betrekking tot de dienstverlening. De behandeling gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het ‘klachtenreglement’.

 

Art. 4: Inspraakvergaderingen, bewonersvergaderingen en enquêtes

Het vast bureau als uitvoerend orgaan kan zowel over algemene thema’s als over specifieke dossiers inspraakvergaderingen, bewonersbevragingen, enquêtes en dergelijke organiseren.

De praktische organisatie gebeurt in functie van een maximaal bereik van de betrokken doelgroep(en). Zij worden goed gecommuniceerd. Hun praktische modaliteiten (vorm, plaats, tijdstip, termijn, ...) zijn voldoende laagdrempelig en burgervriendelijk.

 

Art. 5: Bewonerspanel

§1. De raad voor maatschappelijk welzijn richt een bewonerspanel in. Dit bewonerspanel wordt gevormd door bewoners die zich via de volksbevraging hebben opgegeven om geraadpleegd te worden rond door hen opgegeven thema’s. Via nieuwe oproepen kunnen ook andere bewoners zich opgeven om deel uit te maken van het panel. Het vast bureau staat in voor de recrutering van het bewonerspanel.

§2. Het doel van het bewonerspanel is reglematige basis de mening te leren kennen over belangrijke zaken die te maken hebben met wonen en leven in Ranst en zodanig input te geven voor het te voeren beleid van het OCMW.