Omschrijving:
De gemeenteraad keurt het reglement goed voor de belasting gevestigd op de tweede verblijven voor de periode 2026 - 2031.
Motivering:
Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:
De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2020-2025.
Juridisch kader:
Artikel 170, §4, lid 1 van de Gecoördineerde Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.
Artikel 41, lid 2, 2° en 14° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en voor het vaststellen van de gemeentebelastingen.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
De artikels 285, §1, 1°; 286, §1, 1°, 287, 288 en 330 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
De burgemeester publiceert via de webtoepassing een lijst met besluiten en maakt de besluiten aangaande reglementen van de gemeenteraad bekend binnen tien dagen nadat ze werden aangenomen en met vermelding van hun datum van aanname. De reglementen treden in werking op de vijfde dag na hun bekendmaking, tenzij anders bepaald. De bekendmaking en de datum van bekendmaking van de reglementen moet blijken uit de aantekening in een register. Op dezelfde dag als de bekendmaking op de webtoepassing van de besluiten van de gemeenteraad, brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan.
Bijkomende motivering:
Definanciëletoestandvandegemeentevereistdatdiversebelastingenwordengehevenwaarbijeen rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd. De gemeente is bevoegd om een belasting op tweede verblijven te heffen, conform de Vlaamse regelgeving. Deze belasting kadert binnen het lokaal woonbeleid:
Geziendeprijsstijgingenopdehuizenmarktvandelaatstejarenwildegemeentezoveelmogelijk bestaande woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats Bovendien bevordert dit de sociale cohesie in de gemeente.
Er zijn ooksteedskostenaanhetonderhoudenvernieuwingvanhetopenbaardomein. Tweede verblijven leveren geen aanvullende personenbelasting op voor de gemeente, hoewel zij wel gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen. Door deze belasting wordt het evenwicht hersteld in de bijdrage aan de lokale middelen.
Financiële gevolgen:
Omschrijving: | Inning belasting op tweede verblijven - periode 2026-2031 |
Actie: | nog te bepalen |
Ramingnummer: | nog te bepalen |
Inkomst: | nog te bepalen |
Visumnummer: | niet van toepassing |
Besluit met eenparigheid van stemmen:
Art.1: Voorwerp
Erwordtvanaf1januari2026envooreentermijneindigendop31december2031een jaarlijkse belasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Art.2: Definities
§1. Als tweede verblijf wordt beschouwd:
Elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
§2. Wordt niet als tweede verblijf beschouwd:
- Gebouwen uitsluitend bestemd voor beroepsactiviteiten, die onderworpen zijn aan de belasting op bedrijfsruimten;
- Tenten, woonaanhangwagens en verplaatsbare caravans, tenzij deze ten minste zes maanden op eenzelfde locatie blijven staan voor bewoning;
- Leegstaande woongelegenheden waarvoor overtuigend bewijs wordt geleverd dat ze in het voorgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf zijn aangewend;
- Woongelegenheden die op de gewestelijke inventaris zijn opgenomen als ongeschikt en/of onbewoonbaar.
§3. De aangifteplichtige is degene die het tweede verblijf kan betrekken op 1 januari van het belastingjaar, hetzij als eigenaar, huurder of andere hoedanigheid. Bij vruchtgebruik, erfpacht of opstal is de aangifteplicht de verantwoordelijkheid van respectievelijk de vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder. In geval van mede-eigendom is elke mede-eigenaar aangifteplichtig voor zijn aandeel.
§4. Onder een beveiligde zending wordt verstaan:
- een aangetekend schrijven;
- een elektronisch aangetekende zending;
- een afgifte tegen ontvangstbewijs.
Art.3: Aangifteplicht
De aangifteplichtige dient een aangifteformulier in bij het gemeentebestuur bij het verwerven van een tweede verblijf of bij het eerste gebruik van een woongelegenheid als tweede verblijf zoals beschreven in art. 2 van dit reglement. De administratie stelt het formulier digitaal ter beschikking op de gemeentelijke website of biedt dit op verzoek van de aangifteplichtige aan op papier Uiterlijk twee maanden na ontvangst moet dit formulier ingevuld en ondertekend terugbezorgd worden. Op basis hiervan wordt het pand ingeschreven in het register van tweede verblijven.
Art.4: Indicaties van een tweede verblijf
Een woongelegenheid wordt beschouwd als tweede verblijf zoals bedoeld in art. 2 §1 en §2 van dit reglement wanneer één of meerdere van de volgende elementen aanwezig zijn:
- geen inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister;
- de woning is afgewerkt;
- de woning is (deels) bemeubeld;
- de woning is aangesloten op nutsvoorzieningen;
- de woning beschikt over sanitaire voorzieningen;
- de woning is uitgerust om te eten en slapen;
- er is verbruik van gas en/of elektriciteit vastgesteld.
Art. 5: Ambtshalve opname
Bij gebrek aan tijdige of correcte aangifte wordt het pand ambtshalve opgenomen in het register van tweede verblijven, op basis van de gegevens waarover de administratie beschikt. De opname wordt per beveiligde zending betekend aan de aangifteplichtige, met opgave van de motieven en bewijsstukken.
Art. 6: Betwistingen
§1. De aangifteplichtige kan binnen 30 dagen na betekening beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen via beveiligde zending. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en bevat:
- identiteit en adres van de indiener;
- de betrokken woning;
- bewijsstukken en een overzicht daarvan;
- motivering van het bezwaar. Alle middelen van gemeen recht zijn toegestaan, met uitzondering van de eed.
§2. De administratie onderzoekt in opdracht van het college de ontvankelijkheid. Het beroep is niet ontvankelijk indien:
- het te laat of niet conform werd ingediend;
- het niet uitgaat van een geldige aangifteplichtige;
- het niet ondertekend is.
§3. Bij ontvankelijkheid onderzoekt de administratie in opdracht van het college de gegrondheid van het bezwaar op basis van stukken en/of een feitenonderzoek. Bij weigering van toegang tot het pand wordt het bezwaar als ongegrond beschouwd.
§4. Het college doet uitspraak binnen 90 dagen na ontvangst van het bezwaar en bezorgt zijn beslissing per beveiligde zending.
§5. Bij een gegrond beroep of bij het uitblijven van een tijdige beslissing, vervalt de eerdere ambtshalve opname definitief.
Art. 7: Belastingsplichtige
De belasting is ondeelbaar en geldt voor het volledige kalenderjaar. Ze is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
De belasting blijft ook van toepassing wanneer het tweede verblijf:
- verhuurd wordt of
- tijdelijk niet wordt gebruikt of
- de eigenaar elders is ingeschreven
Bij vruchtgebruik, erfpacht of opstal is de belasting verschuldigd door de respectieve gerechtigden. De eigenaar blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling.
Art. 8: Belastingsbedrag
Hetjaarlijksebelastingbedrag wordtvastgesteldop€1.000pertweedeverblijf.
Art.9: Invordering en bezwaarprocedure
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 10: Vrijstellingen
Het college van burgemeester en schepenen kan, op gemotiveerde aanvraag en met bijhorende bewijsstukken, een vrijstelling toekennen in onder meer volgende situaties:
- structurele renovatiewerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd;
- recente eigendomsoverdracht waarbij het pand nog niet bewoond wordt.
Art.11: Slotbepalingen
§1. De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.
§2. Het belastingreglement op tweede verblijven goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2019 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2026.
§3. Dit reglement valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.