Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het retributiereglement voor de aanvoer van bepaalde recipiënten op het containerpark goed voor de periode 2020-2025

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 waarmee aan Igean beheersoverdracht werd gedaan voor de exploitatie van het containerpark en het invoeren van diftar met weging.

Het besluit van de gemeenteraad van 18 april 2016 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de recipiënten op het containerpark

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikel 26 van het Materialendecreet van 23 december 2011 dat aan de gemeenten de opdracht geeft om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

Artikel 10 van het Materialendecreet van 23 december 2011  dat bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.

Artikel 5.1.1 van het VLAREMA van 17 februari 2012 dat bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moet worden betaald.

Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA van 17 februari 2012 dat de minima en maxima tarieven vastlegt voor de inzameling van een aantal afvalstoffen op het recyclagepark.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de retributies via Igean op de aanvoer van afvalstoffen in de periode 2020-2025

Actie:

Organiseren van het afvalbeheer voor de individuele burgers

Raming:

RA001191

Inkomst:

niet van toepassing - verrekening via bijdrage in de werkingskosten van Igean

Visum:

niet van toepassing

 

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse retributies worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

De exploitatie van containerparken is geclusterd binnen de opdrachthoudende verenigingen Igean milieu en veiligheid en intergemeentelijke toegang is mogelijk indien de exploitatie volledig uniform is. De tarieven blijven uniform en onveranderd ten opzichte van het verleden.

 

Besluit met:

19 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

5 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

1 onthouding: Hilde Goris (Open VLD)

 

Art. 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de aanvoer van volgende afvalstoffen op het containerpark:

1)      Grofvuil

2)      Gemengd bouw- en sloopafval

3)      Zuiver steenpuin

4)      Kalkplaten en cellenbeton

5)      Grond

 

Art. 2:

Het bedrag van de retributie dat is verschuldigd door elk gezin / toegelaten gebruiker die gebruik maakt van het containerpark voor de aanvoer van de in artikel 1 genoemde afvalstoffen, wordt als volgt vastgesteld:

Recipiënt

Prijs

Grofvuil

€ 0,20 per kg

Gemengd bouw- en sloopafval

€ 0,20 per kg

Zuiver steenpuin

€ 0,03 per kg

Kalkplaten en cellenbeton

€ 0,03 per kg

Grond

€ 0,03 per kg

 

Elk gezin van maximum 3 personen krijgt een vrijstelling van 50 kg per jaar voor de betalende fracties (de eerste 50 kg van de betalende fracties zijn gratis) en 10 kg extra per bijkomend gezinslid per jaar. De vrijstelling geldt niet voor grofvuil en voor andere ‘toegelaten gebruikers’.

Vrijstellingen kunnen niet opgebouwd worden. Op het einde van het jaar vervalt de resterende vrijstelling. Ze kunnen dus niet overgedragen worden naar een volgend jaar. Een gezin bestaat uit alle personen die in het bevolkingsregister aan elkaar gekoppeld zijn via het ‘gezinshoofd/referentiepersoon’.

 

Art. 3:

Het bedrag van de retributie voor de recipiënten die op het containerpark van Ranst worden verkocht wordt als volgt vastgesteld:

 

 

Recipiënt

Prijs

Compostvat (incl. beluchtingsstok)

€ 35

Compostvat - beluchtingsstok

€ 5

Compostbak

€ 60

Compostbak - aanbouwmodule

€ 50

Compostbak - afdakje

€ 20

Zak compost (40 liter)

€ 3

 

Art. 4:

De gemeentelijke diensten, diensten van andere lokale openbare instellingen en erkende verenigingen die handelen in het algemeen en gemeentelijk belang waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van de gemeente en die een lokaal in eigendom of in beheer bezitten kunnen vrijgesteld worden van de in artikel 2 en 3 vermelde retributies. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over deze vrijstelling.

 

Art. 5:

De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met bancontact of kredietkaart.

Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het containerpark geweigerd worden.

 

Art. 6:

De gezinnen, toegelaten gebruikers, gemeentelijke diensten die niet beschikken over een elektronische identiteitskaart dienen zich te registreren op het containerpark en verwerven maximaal twee toegangskaarten per gezin of adres in geval van toegelaten gebruiker om het containerpark te betreden. Voor elke toegangskaart wordt een waarborg gevraagd van € 5  met uitzondering van een defect van de toegangskaart dat niet te wijten is aan het verlies of misbruik door de gebruiker op voorwaarde dat de defecte kaart overhandigd wordt aan het containerpark.

De gemeentelijke diensten gevestigd op het grondgebied van de gemeente Ranst en personen die geen Belgische identiteitskaart hebben wegens geen Belgische nationaliteit worden vrijgesteld van de waarborg.

 

Art. 7:

Het besluit van de gemeenteraad van 18 april 2016 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de recipiënten op het containerpark wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020 en vervangen door dit reglement voor de periode vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.