Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2020-2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde op 18 november 2013 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2014-2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Door het heffen van deze belasting hoopt de gemeente de hoeveelheid reclamedrukwerk te verminderen.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Innen van belastingen op reclame

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000021

Inkomst:

€ 140.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Ranst.

 

Art. 2:

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.

Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

 

Art. 3:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van  reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

 

Art. 4: 

De belasting wordt vastgesteld op € 0,02  per exemplaar met een minimum van € 100 per verspreiding.

 

Art. 5:

De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:

-          publicaties van publiekrechtelijke rechtspersonen

-          publicaties van socio-culturele en sportverenigingen

-          publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden

 

Art. 6:

De belasting is verschuldigd door de uitgever of de verspreider of, indien die niet gekend zijn, door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.

 

Art. 7:

De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare  elementen twee dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangevangen van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag.

Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of  daarmee gelijkgesteld product en vermeldt de oplage en de datum van de verspreiding.

 

Art. 8:

Bij gebrek van aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of  onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig  artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 100% van de verschuldigde belasting.

 

Art. 9:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10:

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.

 

Art. 11:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.