Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het retributiereglement voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ met diftar voor de periode 2020-2025 goed

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van Ranst van 19 september 2013 met de uitbreiding van de beheersoverdracht aan Igean voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ waarbij gebruik gemaakt wordt van containers met chips en de aangeboden hoeveelheden worden gewogen

Het besluit van de gemeenteraad van 19 september 2013 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor de inzameling en verwerking van GFT+-afval via diftar

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met het retributiereglement voor de huis-aan-huis inzameling van grofvuil op afroep

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

De Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen

Artikel 10 en 26 van het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011 bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.

De gemeenten heeft de opdracht  om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

Dit Uitvoeringsplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties.

Artikel 5.1.1 en 5.1.4. van het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA, bevat o.a. voorschriften voor de selectieve inzameling van afvalstoffen.

De gemeenten moeten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moet worden betaald. Het bedrag en de voorwaarden van de bijdrage in de kosten berekent van het beheer van huishoudelijk afval moet rekening houden met de minima en maxima, opgenomen in bijlage 5.1.4 van het reglement. Deze minima en maxima tarieven zoals vermeld in bijlage 5.1.4 van het VLAREMA worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.

 

Bijkomende motivering:

De gemeente Ranst organiseert sinds vele jaren een selectieve huis-aan-huisinzameling van GFT+ via het principe “de vervuiler betaalt” door middel van het systeem diftar met weging. Het zwaartepunt van de retributie situeert zich op de aangeboden hoeveelheid wat een correcte uitvoering inhoudt van het principe ‘de vervuiler betaalt.

Voor de selectieve huis-aan-huisinzameling van gft wordt sinds 2014 gewerkt met containers waarbij een diftarsysteem met weging wordt toegepast.

Diftar met weging, zoals toegepast wordt voor het gft en een aantal fracties op het recyclagepark, geeft op een correcte wijze uitvoering aan het principe ‘de vervuiler betaalt’ vermits het zwaartepunt van de retributie ligt op de aangeboden hoeveelheid afval.

Dankzij de invoering van diftar werd in Ranst een sterke reductie van de hoeveelheid te verwerken gft bekomen. Inwoners worden aangespoord om hun  afval te voorkomen, zelf te verwerken, selectief aan te bieden en het tuinafval naar het recyclagepark te brengen.

De retributie voor gft bestaat uit drie parameters:

1)      maandelijks gebruiksrecht van de containers: volgens het volume van de container

Het gebruiksrecht zorgt ervoor dat elk aansluitpunt dat gebruikt maakt van een container met chip, bijdraagt in een deel van de vaste kosten van de dienstverlening.

2)      ledigingskost per aanbieding: volgens het volume van de container

De ledigingskost zorgt ervoor dat de inwoners de container niet elke keer aanbieden als er nauwelijks afval in zit, maar toch regelmatig genoeg om de kwaliteit van het afval te waarborgen en geurhinder te voorkomen.

3)      verwerkingskost per kg : volgens de aangeboden hoeveelheid,

De verwerkingskost per kg gft zorgt ervoor dat de inwoners op een bewuste manier omgaan met hun afval.

De 3 parameters zijn niet gerelateerd aan de kosten voor de gemeente maar door een goede onderlinge verhouding, beïnvloeden ze het sorteergedrag van de inwoners.

De retributies, vastgelegd in 2013 zijn echter steeds ongewijzigd gebleven.

Omwille van gewijzigde contracten, indexaanpassingen, de mobiliteitsproblematiek, enz. zijn  de kosten voor de dienstverlening voor de gft-inzameling de afgelopen jaren gestegen.

Op vraag van een aantal gemeenten startte IGEAN een adviesgroep om de huidige retributies te evalueren. Tijdens de bijeenkomsten op30 september en 3 oktober .2019 van deze adviesgroep, bestaande uit schepenen van leefmilieu, omgevingsambtenaren en financieel directeurs, werd besloten dat een aanpassing van de retributies noodzakelijk is om de kosten voor de gemeenten onder controle te houden.

IGEAN heeft samen met de adviesgroep een voorstel uitgewerkt voor nieuwe uniforme voorkeurstarieven.

Een jaarlijkse bijsturing van de retributies is aangewezen om de algemene kostenstijging te volgen en de verhouding inkomsten/kosten in balans te houden.

Overzicht van de huidige retributies en het nieuwe voorstel:

 

huidige retributie

nieuwe retributie

gebruiksrecht 40 l (€/maand)

€ 0,25

€ 0,25

gebruiksrecht 120 l (€/maand)

€ 0,67

€ 0,9

gebruiksrecht 1100 l (€/maand)

€ 6

€ 7,2

lediging 40 l (€/lediging)

€ 0,1

€ 0,12

lediging 120 l (€/lediging)

€ 0,25

€ 0,3

lediging 1100 l (€/lediging)

€ 2,5

€ 3

verwerking gft (€/kg)

€ 0,085

€ 0,1

 

Argumentatie van het nieuwe voorstel:

1)      Behoud van de 3 parameters gebruiksrecht – lediging – gewicht

2)      Behoud van het financiële ‘gewicht’ van de parameters ten opzichte van elkaar;

3)      Evenredige stijging van de parameters van gebruiksrecht en lediging.

4)      Geen stijging van de parameter ‘gebruiksrecht 40 l’ om het effect van de tariefaanpassing ‘haalbaar’ te houden voor alleenstaanden/kleinere gezinnen

5)      Een beperkte stijging van de parameter voor gewicht, ermee rekening houdend dat deze financieel een grotere impact heeft op de afvalfactuur van de inwoner.

 

Het initiële bedrag wordt als voorschot gevraagd op de eerste betalingsuitnodiging. Als een aansluitpunt meerdere containers heeft, worden de bedragen opgeteld. Zodra het reëel verbruik van het aansluitpunt gekend is, wordt gewerkt volgens het principe van de slimme factuur en zijn de initiële bedragen niet meer van toepassing. De huidige bedragen liggen vrij hoog en worden daarom verlaagd. Hierdoor zullen inwoners sneller hun volgende betalingsuitnodiging ontvangen waardoor ze meteen ook een zicht hebben op hun ‘verbruik’ en hun afvalgedrag kunnen bijsturen.

De hoogte van het drempelbedrag bepaalt wanneer een nieuwe betalingsuitnodiging wordt verstuurd aan het aansluitpunt. Bij de huidige bedragen hebben de meeste aansluitpunten nog meer dan voldoende voorschot dus worden de bedragen voor de grotere containers naar beneden bijgesteld.

De minimumbedragen blijven ongewijzigd. Indien het voorschot onder dit bedrag zakt, is er geen dienstverlening meer mogelijk tot het voorschot terug wordt aangevuld.

Het is de bedoeling om in alle gemeenten van het samenwerkingsgebied van IGEAN eenzelfde retributie- en diftarsysteem toe te passen.

Hierdoor worden de tarieven door de inwoners als eerlijker ervaren en kan afvaltoerisme vermeden worden.

De retributies verder zullen geïnd worden met het voorschottensysteem waarvan de gebruikte dienstverlening zal afgehouden worden.

De voorschotten worden betaald op een rekening van de gemeente.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inkomsten van selectieve inzameling van GFT+ in de periode 2020-2025

Actie:

Later te bepalen

Ramingnummer:

Later te bepalen

Inkomst

€ 130.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: retributie

§1. De gemeenteraad legt volgende retributie vast voor de inzameling en verweking van GFT+:

 

40 l

120 l

1100l

gebruiksrecht (€/maand)

€ 0,25

€ 0,9

€ 7,2

lediging (€/lediging)

€ 0,12

€ 0,3

€ 3

verwerking gft (€/kg)

€ 0,1

€ 0,1

€ 0,1

§2. De aanrekening van het gebruiksrecht gebeurt maandelijks.  Bij een wisseling van volume in de loop van de maand, zal het maandelijkse bedrag voor het initiële volume aangerekend worden tot het einde van die maand.

De volgende maand zal het maandbedrag van het nieuwe volume aangerekend worden.

§3. De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume na de opstart van diftar met weging of na 30 kalenderdagen na de inhuizing van een nieuw aansluitpunt, bedraagt 15 euro.

§4. De retributie voor het leveren en plaatsen van een kantelslot bedraagt 20 euro.

§5. De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume en voor het leveren en plaatsen van een kantelslot worden van het voorschot afgehouden onmiddellijk na de uitvoering van deze opdracht.

 

Art. 2:

De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van een aansluitpunt:

-          de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister

-          de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening

-          iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent  en die beroep doet op de dienstverlening

-          verenigingen, gemeenschapshuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen, enz. die beroep doet op de dienstverlening

 

Art. 3: voorschotten

§1. De retributie wordt betaald met voorschotten. Er wordt een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd. Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt beroep doet op de selectieve inzameling en verwerking van GFT+, wordt het daarmee samenhangend bedrag van de retributies van het voorschot afgehouden.

§2. Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Dit voorschot kan afwijken van het initiële voorschot en wordt berekend op het geraamde gebruik van de dienstverlening voor het volgende jaar. Het geraamde verbruik is gebaseerd op reële verbruik van het aansluitpunt van de afgelopen periode die minstens uit 3 maanden bestaat.

§3. Als het voorschot onder het minimum bedrag daalt, zal er geen dienstverlening meer zijn totdat er opnieuw een voldoende voorschot betaald werd.

§4. Als een aansluitpunt gebruik maakt van meerdere gft-containers, worden de voorschot-, drempel- en minimumbedragen samengeteld.

§5. Voorschot, drempel en minimumbedragen zijn:

 

40 l

120 l

1100l

Voorschotbedrag

€ 20

€ 20

€ 250

Drempelbedrag

€ 6

€ 8

€ 80

Minimumbedrag

€ 1,5

€ 3

€ 25

 

Art. 5: Eindafrekening

Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.

 

Art. 6: indexering:

De retributies, vermeld in artikel 1, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op vier decimalen.

 

Art. 7:

Het besluit van de gemeenteraad van 19 september 2013 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor de inzameling en verwerking van GFT+-afval via diftar en het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met het retributiereglement voor de huis-aan-huis inzameling van grofvuil op afroep wordt ingetrokken en vervangen door het bovenstaande reglement vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.