Omschrijving:

Het college van burgemeester en schepenen stelt aanpassingen voor aan de vrijstellingen met betrekking tot het belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen en het belastingsreglement op verwaarloosde woningen

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2020 met de goedkeuring van het belastingreglement op de leegstand

Het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021 met de goedkeuring van het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 56, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Het college van burgemeester en schepenen staat in voor de voorbereiding van de gemeenteraad

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

Volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §6, is de gemeente verplicht een leegstandsregister bij te houden van leegstaande woningen en van leegstaande gebouwen. De gemeente dient daarom een reglement op te stellen met de indicaties voor de vaststelling van de leegstand. De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door het college van burgemeester en schepenen. Het reglement is volledig gebaseerd op de Vlaamse regelgeving. Het eerste reglement voor de vaststelling van de leegstand werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 18 oktober 2010.

Ook wordt de gemeente volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §7, gemachtigd om een heffing op te leggen op de woningen en gebouwen die opgenomen worden in dit leegstandsregister.

Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. Gezien de prijsstijgingen op de huizenmarkt van de laatste jaren wil de gemeente zoveel mogelijk woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats.

Woningen die lang leeg staan zorgen vaak ook voor hinder en overlast in de buurt.

De gemeenteraad heeft eveneens in het kader van het tegengaan van verwaarlozing van het patrimonium tegen gaan een reglement goedgekeurd door verwaarloosde panden te inventariseren en de eigenaars te belasten als zij geen stappen ondernemen om het pand op te knappen. Vanuit het woonbeleid wil de gemeente het aanbod van woningen en gebouwen verhogen met het oog op de betaalbaarheid hiervan. De strijd tegen de verwaarloosde woningen en/of gebouwen zal meer effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een inventarislijst ook daadwerkelijk belast wordt.

Beide reglementen kennen vrijstellingen:

Het reglement op de leegstand kent een vrijstelling wanneer het gebouw:

  1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan 
  2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld
  3. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging
  4. onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod
  5. gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning; 
  6. het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. 

Het reglement op de verwaarloosde woningen kent identieke vrijstellingen aangevuld met de vrijstelling

  1. indien het gebouw of de woning gesloopt wordt blijkens een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor sloopwerkzaamheden. Het slopen van het gebouw of de woning moet binnen een termijn van 1 jaar uitgevoerd zijn

Het voorstel is om de vrijstellingen te harmoniseren waarbij de vrijstelling zowel voor het reglement op de leegstand als op de verwaarlozing bij een omgevingsvergunning voor renovatie afgesplitst wordt van een omgevingsvergunning voor sloopwerkzaamheden:

-          gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning. Deze vrijstelling geldt maximaal voor 3 belastbare termijnen.

-          indien het gebouw of de woning gesloopt wordt blijkens een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt maximaal voor 1 belastbare termijn.

In het verleden werd voor het belastingreglement op de leegstand een vrijstelling voorzien voor gebouwen die krachtens een decreet beschermd zijn als monument of opgenomen op een ontwerp van lijst tot bescherming als monument. Omwille van de steeds strengere normen inzake energiedoelstellingen vooraleer men een woning op de huurmarkt kan brengen, is de kans reëel dat monumenten en beschermde dorpsgezichten meer en meer op het leegstandsregister komen te staan. Om de eigenaars van deze panden de kans en de tijd te geven om de panden opnieuw te activeren via eventueel een herbestemming. Het voorstel is om deze vrijstelling - net zoals bij sloopwerken - te beperken tot 1 belastbare termijn.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de belasting op leegstand

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000023 en RA001398

Inkomst:

€50.000 en €1.000 per jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

 

Enig artikel:

Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de gemeenteraad om de vrijstellingen voor het belastingsreglement op de leegstand en het belastingsreglement op de verwaarloosde woningen en gebouwen te harmoniseren waarbij volgende vrijstellingen voor gebouwen/woningen worden vastgesteld:

  1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan 
  2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld
  3. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging
  4. onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod
  5. gerenoveerd wordt door middel van een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning. Deze vrijstelling geldt maximaal voor 3 belastbare termijnen. Deze vrijstelling is niet cumuleerbaar met andere vrijstellingen.
  6. indien het gebouw of de woning gesloopt wordt door middel van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt maximaal voor 1 belastbare termijn. Deze vrijstelling is niet cumuleerbaar met andere vrijstellingen.
  7. door een decreet beschermd is als monument, of opgenomen op een ontwerp van lijst tot bescherming als monument. Deze vrijstelling geldt maximaal voor 3 belastbare termijnen. Deze vrijstelling is niet cummuleerbaar. Deze vrijstelling is niet cumuleerbaar met andere vrijstellingen.
  8. het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.