Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 23 juni 2025
2. Organisatiebeheersing 2024 en 2025-2031 - kennisneming rapporten en goedkeuring kader - goedkeuring |
Omschrijving:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing en het klachtenoverzicht 2024, en keurt het kader organisatiebeheersing 2025-2031 goed.
Motivering:
Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Ranst keurden op 18 maart 2019 het huidige kader voor organisatiebeheersing goed. In dat kader wordt met name verwezen naar het eindrapport zelfevaluatie bestuurskracht (2016).
Ook uit het integratietraject gemeente-OCMW (2018-2019) werden best practices en aandachtspunten gedeeld en geselecteerd voor opname in het kader van organisatiebeheersing. Een andere belangrijke bron van verbeterpunten voor de organisatiebeheersing was tot slot ook het remediëringsplan uit de forensische audit van Audit Vlaanderen (2019).
Van het eerste tot het vorige, vijfde rapporteringsjaar, is er ingezet op 27 maatregelen om de organisatie dichter bij elkaar te brengen (integratie OCMW-gemeente), te professionaliseren (BBC), digitaliseren (met een extra boost van de pandemie), uit te breiden (veel nieuw talent). Bovendien werd organisatiebeheersing verankerd als onderdeel van het takenpakket van de functie interne en juridische zaken.
In 2023 voerde Audit Vlaanderen een thema-audit gezinszorg uit bij OCMW Ranst, waarbij ook de aanpak van organisatiebeheersing door het lokaal bestuur onder de loep werd genomen. Op 19 februari 2024 namen de raden kennis van de eindrapporten.
Uit deze audit kwamen twee aanbevelingen voort over de aanpak van organisatiebeheersing in Ranst, namelijk het vastleggen van een adequaat kader en het organiseren van een zelfevaluatie:
- Het kader voor organisatiebeheersing is “adequaat” als het minstens bepaalt welk model de organisatie zal hanteren om aan organisatiebeheersing te werken, hoe en met welke frequentie de organisatie stil wil staan bij haar werking (zelfevaluatie, externe doorlichting…), en hoe de algemeen directeur rapporteert aan de politieke organen.
- Een volledige, organisatiebrede zelfevaluatie moet bovendien de belangrijkste risico’s identificeren die het bereiken van de doelstellingen van de organisatie in de weg kunnen staan.
In 2024 werd met het MAT en de stafdiensten een zelfevaluatie uitgevoerd, die nu als input dient voor een vernieuwd kader.
Tegelijk werd gewerkt aan het rapport organisatiebeheersing van 2024, dat ten laatste 30 juni 2025 moet voorgelegd worden aan de raden.
En tot slot werkten de dienst communicatie en de transitiemanager zoals elk jaar hun overzicht klachten 2024 af.
Voorgesteld aan de raad wordt om:
- kennis te nemen van het rapport organisatiebeheersing 2024;
- kennis te nemen van het klachtenoverzicht 2024;
- het voorstel voor het kader organisatiebeheersing 2025-2031 goed te keuren.
Juridisch kader:
Artikel 78, lid 2, 8° van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219.
Artikel 217 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.
Art 218, lid 1 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.
Artikel 219 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Artikel 303, §3 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de raden over de ingediende klachten.
Bijlagen:
- Kader organisatiebeheersing 2025-2030
- Rapport organisatiebeheersing 2024
- Overzicht klachten 2024
Besluit:
Art 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het rapport organisatiebeheersing 2024.
Art 2:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het klachtenoverzicht 2024.
Art. 3:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het kader organisatiebeheersing 2025-2031 goed.