Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020 om 22:00.

 

Aanwezig:

John Oliviers - voorzitter

Johan De Ryck - burgemeester

Luc Redig, Leen Baeten, Jan Dillen en Annelies Creten - schepenen

Lode Hofmans, Tine Muyshondt, Sonja De Pooter, Frans Marivoet, Christel Engelen, Hilde Goris, Roel Vermeesch, Fernand Bossaerts, An Willems, Guido Wittocx, Erik Fossez, Christel Meeus, Erika Eeckhout, Zoe Helsen, Stefanie Gijsels, Joris Van Camp, Bart Goris, Patrick Vandervaeren en Raf Serneels - raadsleden

Wim Van der Schoot - algemeen directeur

 

De zitting wordt om 22 uur geopend.

Overzicht punten

Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020

 

1. Notulen en zittingsverslag vorige zitting - goedkeuring

 

Omschrijving:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 februari 2020 goed.

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde op 17 februari 2020.

 

Juridisch kader:

Artikel 277 §1 en 278§1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278.

De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

De notulen van de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.

Artikel 32 §1 en §2 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk gemeenteraadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

De zittingsverslagen van de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgemaakt in de vorm van een audio opname van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn

 

Bijlagen:

-          ontwerp van de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 februari 2020, opgemaakt door de algemeen directeur

-          audio-opname van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 februari 2020

 

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 februari 2020 goed.

Publicatiedatum: 19/05/2020
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020

 

2. Ere-blijken bij overlijden - aanpassing reglement - goedkeuring

 

Omschrijving:

De aanpassing en modernisering van het reglement ereblijken bij overlijden van een mandataris of personeelslid.

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 1998 houdende het reglement ere-blijken voor mandatarissen

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 januari 2020 met het voorstel tot aanpassing van het reglement ere-blijken voor mandatarissen om dit voor te leggen aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn

 

Juridisch kader:

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan

 

Adviezen:

Het advies van het managementteam van 17 januari 2020

 

Bijkomende motivering:

Het reglement is omwille van de maatschappelijke tendensen verouderd. Het voorstel is om het reglement te vereenvoudigen en te moderniseren door enkel bij het overlijden van een personeelslid van de gemeente, het OCMW, de politiezone of de brandweerzone (inclusief vrijwilligers) en een mandataris een krans of bloemen te voorzien voor een bedrag van 250 euro of dit bedrag te storten aan een goed doel zoals beschreven op het overlijdensbericht, naast het hangen van de vlaggen halfstok aan de officiële gebouwen vanaf het moment van berichtgeving tot aan de begrafenis of crematie. Bij gepensioneerde personeelsleden van de gemeente, het OCMW, de politiezone of de brandweerzone (inclusief vrijwilligers) en ex-mandatarissen zal een rouwkaart vanuit het gemeentebestuur verstuurd worden bij berichtgeving aan de gemeente.

 

Het raadslid Christel Meeus (CD&V/WIJ) verwijst naar de tussenkomst op de gemeenteraad met haar verbazing over de behandeling van dit punt op deze agenda. In aanloop naar de vorige gemeenteraad heeft het bestuur wel de wijsheid aan de dag gelegd om dit thema in deze crisistijd niet te behandelen omdat het inderdaad geen beleidsprioriteit kan zijn op dit moment. Vandaar haar verbazing dat dit punt nu toch op de agenda wordt geplaatst. Nu de wereld in een wurggreep is van een pandemie en ontelbare mensen slachtoffer worden van deze ziekte met spijtig genoeg ook duizenden overlijdens in ons land vindt ons bestuur het gepast om juist nu deze wijzigingen door te voeren. Het aanpassen en het verminderen van het eerbetoon aan onze overledenen is volgens ons, op deze manier en op dit moment, een verkeerde beslissing. Het raadslid en de fractie CD&V/WIJ zijn wel bereid om hierover van gedachten te wisselen, maar niet in deze crisistijd en niet met de huidige beperkte mogelijkheden van communicatie. Op een serene en respectvolle manier hierover een gesprek voeren in de raad, wanneer we terug samen rond de tafel, zitten zou een verstandige beslissing zijn.

Onze fractie betreurt deze gang van zaken ten zeerste en zal daarom op dit moment en op deze manier niet deelnemen aan deze discussie.

 

Bijlagen:

Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 1998 houden het reglement van het ere-blijken voor mandatarissen

 

 

Besluit met:

22 stemmen voor:John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

2 tegen:Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Art. 1:

§1. Bij het overlijden van een personeelslid van de gemeente, het OCMW, de politiezone of de brandweerzone in het korps van Ranst (inclusief vrijwilligers) en een mandataris van de gemeente of het OCMW (BCSD) wordt een krans of bloemen vanwege gemeente en OCMW voorzien voor een bedrag van 250 euro of het bedrag wordt gestort aan een goed doel zoals vermeld op het overlijdensbericht. De vlaggen aan de officiële gebouwen worden halfstok gehangen vanaf het moment van berichtgeving tot aan de begrafenis of crematie

§2. Dit ere-blijken, met uitzondering voor het hangen van de vlaggen halfstok aan de officiële gebouwen - geldt ook bij het overlijden van de echtgenoot, echtgenote, partner, levensgezel, levensgezellin of kinderen die op hetzelfde adres als het personeelslid of mandataris gedomicilieerd zijn.

 

Art. 2:

Bij het overlijden van gepensioneerde personeelsleden van de gemeente, het OCMW, de politiezone of de brandweerzone (inclusief vrijwilligers) en ex-mandatarissen zal een rouwkaart vanuit het gemeentebestuur verstuurd worden bij berichtgeving aan het OCMW.

Publicatiedatum: 19/05/2020
Overzicht punten

Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020

 

3. Vernieuwen verwarming Hof Terwagne - lastvoorwaarden en gunningswijze - goedkeuring

 

Omschrijving:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de latvoorwaarden goed voor het vernieuwen van de verwarming in de wooneenheden van Hof Terwagne.

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Project “Vernieuwen verwarming in wooneenheden Hof Terwagne

 

Juridisch kader:

Artikel 78, 10° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten

Artikel 1 en 2 van het besluit van de raad voor maatscahppelijk welzijn van 16 december 2019 houdende de vaststellingen van het begrip ‘dagelijks bestuur’

De uitgaven met een waarde tot 75.000 euro excl. btw van het exploitatiebudget behoren tot het “dagelijks bestuur”.

De uitgaven van het investeringsbudget met een waarde tot en met 50.000 euro excl. btw behoren tot het “dagelijks bestuur”

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Vervanging keukens, verwarming, zonnepanelen en het isoleren van het dak in Hof Terwagne

Actie:

Inrichten en oprichten van gebouwen

Ramingnummer:

RA000151

Bedrag:

raming € 168.089,50 (inclusief btw)

Visumnummer:

nvt

 

Bijlagen:

Het ontwerp van lastenboek van 20 april 2020

 

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het lastenboek van 20 april 2020 goed voor de realisatie van ‘Vernieuwen verwarming in wooneenheden Hof Terwagne’ met als raming € 168.089,50 incl. btw 6 % via openbare procedure

 

Art. 2:

Het project wordt gegund via openbare procedure

Publicatiedatum: 19/05/2020
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020

 

4. Kaderreglement gezinszorg - goedkeuring

 

Omschrijving:

Goedkeuring kaderreglement thuiszorg

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg (sedert januari 2020 officieel kortweg 'Dienst voor gezinszorg') bestaat uit verzorgenden en poetsers. De poetsers werken uitsluitend mee in gezinnen waar ook gezinszorg komt. Dit ter ondersteuning van de verzorgenden (zij kunnen dan meer verzorgende taken doen door vermindering van de poetstaken) en om bij ziekte toch nog beperkte hulp te kunnen geven.

 

Juridisch kader:

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd. De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het  openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan

Artikel 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De voorzitter van het vast bureau (burgemeester) maakt de reglementen en de verordeningen van de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau, ... bekend via de webtoepassing van de gemeente:

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

De bekendmaking en de datum van bekendmaking van de reglementen en de verordeningen, vermeld in het eerste lid, moeten blijken uit de aantekening in een register, dat bijgehouden wordt op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Kaderreglement gezinszorg

Actie:

Aanbieden van gezinshulp

Ramingnummer:

RA000851

Bedrag:

€ 85.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijkomende motivering:

De dienst voor gezinszorg is een voorziening die als opdracht heeft persoonsverzorging en huishoudelijke hulp aan te bieden aan personen met een verminderd zelfvermogen alsook aanvullende thuiszorg.

De Dienst Gezinszorg biedt zorg aan die bestaat uit persoonsverzorging, huishoudelijke hulp en schoonmaakhulp alsook de daarmee verband houdende algemene psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Bij het opstellen van het takenpakket voor persoonsverzorging wordt rekening gehouden met het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg.

De thuiszorgdiensten stellen zich tot doel de zorgbehoevende zolang als mogelijk en wenselijk in de eigen omgeving te laten wonen door de persoonlijke autonomie en zelfverantwoordelijkheid van de gebruiker en zijn mantelzorgers te vrijwaren, te ondersteunen en te stimuleren.

Tot op heden werd de prijs van de aanvullende poetshulp met een plafond van € 6,30 per uur aangerekend, omdat dat ook de prijs is van een dienstencheque na fiscale aftrek.

Vanaf januari 2020 gaat de fiscale aftrekbaarheid van de dienstencheques naar beneden, waardoor het tarief van een dienstencheque stijgt naar € 7,20 per uur. Om geen financieel verschil te creëren tussen deze twee diensten, willen we deze prijsstijging ook bij de aanvullende thuiszorg toepassen.

 

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

§1. Het OCMW van Ranst biedt met de dienst voor gezinszorg hulp aan Ranstse gezinnen waarbij er een tijdelijke of blijvende zorgnood aanwezig blijkt. Deze zorgnood wordt telkens bepaald door de begeleidend maatschappelijk werker van de dienst voor gezinszorg. De maatschappelijk werker gaat hiervoor op huisbezoek bij de zorgbehoevende. Op die manier wordt de zorgnood ingeschaald en worden taken besproken.

§2. Bij de opmaak van de taakafspraken wordt er rekening gehouden met de mogelijkheden van zelfzorg en de beschikbaarheid en draagkracht van de mantelzorgers.

§3. De cliënt wordt gevraagd thuis te blijven gedurende de uren dat de verzorgende en/of poetshulp aanwezig is. Bij belet dient de cliënt de dienstverantwoordelijke uiterlijk te verwittigen de dag voordat de hulp ingepland staat voor 15 uur. Indien er laattijdig wordt verwittigd zonder ‘overmacht’ of andere geldige reden rekenen we de hulp aan bij de cliënt.

§4. De aanvraag tot de dienst voor gezinszorg wordt behandeld door de bevoegde maatschappelijk werker. Als de gebruiker een zorgnood heeft, beslist de maatschappelijk werker over de start van de hulpverlening en wordt een voorstel tot opstart gebracht op het bijzonder comité voor de sociale dienst

§5. Indien nodig worden de aanvragen tot hulp op een wachtlijst geplaatst. De hulpvragen worden chronologisch behandeld, maar met inachtname van volgende voorrangsregels:

-          Zorgzwaarte (score BEL-profiel)

-          Inhoud van het takenpakket (vb. koken, boodschappen en persoonshygiëne gaat bijvoorbeeld voor op strijken)

-          Beschikbaarheid mantelzorgers (ook wordt er gekeken naar de draagkracht van deze mantelzorgers).

 

Art. 2:

De bijdrage berekening gebeurt op basis van barema’s opgelegd door het Agentschap Zorg en Gezondheid:

Voor de berekening van de bijdrage wordt er rekening gehouden met het maandelijks gezinsinkomen en de onroerende goederen:

-          Gezin

Voor het gezinsinkomen worden alle inkomsten volledig in rekening gebracht van alle inwonende personen van dezelfde generatie als de hulpvrager.

Voor de poetsdienst geldt het principe: wanneer er ook personen van een andere generatie in dezelfde woning verblijven en er gemeenschappelijk leven, wordt 1/3de van de inkomsten in aanmerking genomen.

-          Maandelijks inkomen

Onder maandelijks inkomen wordt het volgende verstaan:

         Beroepsinkomen:

          Loontrekkenden

Het gemiddelde netto inkomen over de laatste drie maanden, vermeerderd of verminderd met de terug- of bijbetalingen van de personenbelasting. Hiervan moet het laatst gekende bedrag, gedeeld door twaalf, in aanmerking worden genomen en bij het gemiddeld maandinkomen worden gevoegd of ervan worden afgetrokken.

          Zelfstandigen

Het netto inkomen, bekomen door het bruto belastbaar inkomen (vermeld op het aanslagbiljet van de personenbelasting) te verminderen met de onroerende voorheffing, bedrijfsvoorheffing, voorafbetalingen en bijbetalingen en te vermeerderen met de terugbetalingen.

          Indien de financiële situatie van de gebruiker een sterke wijziging ondergaat (werkloosheid, faillissement, scheiding,...) moet de bijdrage aangepast worden aan de veranderde situatie. In dergelijke gevallen wordt rekening gehouden met de financiële middelen van dat ogenblik.

         Sociale uitkeringen

Alle vervangingsinkomens en sociale tegemoetkomingen dienen in rekening te worden gebracht, zonder enige uitzondering; ziekte-, invaliditeits- en werkloosheidsuitkeringen (dagbedrag X 26), rust- en overlevingspensioen en renten, oorlogspensioen en inkomsten van frontstrepen, inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, tegemoetkomingen voor mindervaliden, zoals de tegemoetkoming hulp aan bejaarden, plus alle mogelijke bestaande en toekomstige inkomsten van de laatst gekende maand.

         Andere inkomsten

Alle inkomsten worden meegerekend, zoals bijvoorbeeld een ongevallenvergoeding van de verzekering, uitkering voor beroepsziekten, renten van levensverzekeringen, lijfrenten,...

Onderhoudsgelden worden voor de ontvangende partij opgeteld bij het inkomen. Voor de betalende partij worden die niet als inkomen beschouwd en moet het afgetrokken worden van het netto maandinkomen.

         Vrijstellingen:

Volgende uitkeringen worden niet als inkomen beschouwd:

          wettelijke gezinsbijslag ten behoeve van de kinderen

          toelage voor het bijhouden van pleegkinderen

          uitkering van de zorgverzekering

          premies en toelagen voor thuiszorg/mantelzorg, toegekend door de lokale en/of provinciale overheden, ziekenfondsen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

-          Onroerende goederen

Inkomsten uit onroerende goederen worden als volgt aangerekend:

         Het Kadastraal Inkomen van de eigen gezinswoning, die men zelf bewoond, wordt vrijgesteld.

         Indien de eigen woning gedeeltelijk verhuurd wordt, dan wordt voor het gedeelte van de verhuring (bijv. 1/3) het Kadastraal Inkomen wel in aanmerking genomen.

         Voor andere bebouwde en onbebouwde onroerende goederen geldt: het niet-geïndexeerd Kadastraal Inkomen vermenigvuldigd met de factor drie. Dit resultaat wordt gedeeld door twaalf.

         Afstanden (verkoop of schenking) van onroerende goederen worden gedurende 10 jaren in aanmerking genomen .

De taxatie gebeurt dus procentueel en het resultaat wordt gedeeld door 12 (maanden).

Als het gaat om een afstand van een goed in vruchtgebruik dan wordt de waarde geraamd op 40 % van de waarde in volle eigendom.

Indien de eigen woning verkocht werd om een (voor ouderen) aangepaste woning te kopen of te huren, dan wordt deze verkoopwaarde vrijgesteld. Hierbij kan het gaan om een bejaardenwoning, een serviceflat, een klein flatje in het centrum, een kangoeroewoning, ...

Ook het Kadastraal Inkomen van de verlaten gezinswoning, na verhuis naar een aangepaste woning, wordt vrijgesteld voor zoverre de huurprijs van de aangepaste woning hoger ligt dan deze van de verlaten gezinswoning. In het andere geval wordt het verschil van de huurprijs bij het maandelijks inkomen geteld.

-          Codering

De bijdrageschaal is opgebouwd in functie van het aantal personen ten laste. Zo geldt code 1 enkel voor een alleenstaande en alleenwonende. Als er twee of meer personen een huishouden vormen, moet op zijn minst code 2 (gezinscode) worden toegepast.

De code vertegenwoordigt met andere woorden het aantal personen in het gezin (code 2 voor 2 personen in het gezin, code 3 voor 3 personen,...)

Er komt een extra code bij als iemand beantwoordt aan één van volgende omschrijvingen:

         vanaf de zesde maand zwangerschap mag het ongeboren kind meetellen als persoon ten laste, daar het psychisch, medisch en financieel reeds een grote invloed heeft op het gezin

         kinderen, geplaatst in een instelling of op internaat, indien de ouders instaan voor de financiële vergoeding van het verblijf

         de personen met een invaliditeitspercentage of een arbeidsongeschiktheid van minstens 65 %.

-          Kortingstarief:

Wanneer de hulpvrager een BEL-profielscore heeft hoger dan 35, kunnen onderstaande kortingen worden toegekend per uur:

         € 0,65 wanneer de Bel +35 is

         € 0,25 wanneer de Bel +35 is en de hulp langer dan 1 jaar loopt

         € 0,35 per uur korting wanneer de hulp meer dan 60 uren per maand bedraagt

-          Afwijking van het barema

Indien deze regeling om de één of andere reden een te hoge of te lage bijdrage tot gevolg heeft, kan er een vermindering of vermeerdering van de bijdrage aan het bijzonder comité voor de sociale dienst gevraagd worden. Medische en farmaceutische kosten worden niet meer in rekening gebracht, gezien het huidig principe van maximumfactuur. De remgelden zijn momenteel wettelijk voor iedereen geplafonneerd.

Indien één van de partners in een woonzorgcentrum verblijft, dan wordt als basis de helft van het totale gezinsinkomen genomen. Als tariefcode geldt dan code 1.

Voor de berekeningswijze vertrekt men steeds vanuit de wettelijke toestand van de gebruiker. Indien de feitelijke toestand hiervan verschilt, kan in uitzonderlijke gevallen de bijdrage van de gebruiker aangepast worden aan zijn specifieke situatie.

 

Art. 2: Barema poetsdienst

Zowel voor de gezinszorg als voor de aanvullende poetshulp wordt het tarief van de gezinszorg toegekend. Voor cliënten die voor de aanvullende poetshulp meer zouden betalen dan de prijs van een dienstencheque na fiscale aftrek wordt het tarief teruggebracht naar de prijs van een dienstencheque na fiscale aftrek. Dit om geen onderscheid te creëren voor poetshulp met dienstencheques en aanvullende poetshulp vanuit de gezinszorg.

 

Art. 3:

Dit reglement gaat in voege vanaf 1 mei 2020.

 

Art. 4:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 19/05/2020
Overzicht punten

Zitting van Raad voor maatschappelijk welzijn van maandag 20 april 2020

 

5. Covid-19 ondersteuning door OCMW - interpellatie CD&V/WIJ

 

Omschrijving:

Het raadslid Christel Meeus (CD&V/WIJ) vraagt naar welke ondersteuning het OCMW biedt naar de ouderen in het kader van het isolement tijdens de Covid-19 maatregelen. Het antwoordt van de schepen van welzijn, Leen Baeten (N-VA)

Publicatiedatum: 19/05/2020
Punt bijlagen/links GR20200420 - Covid-19 ondersteuning - interpellatie CD&V/WIJ.pdf Download