Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020 om 21:00.

 

Aanwezig:

John Oliviers - voorzitter

Johan De Ryck - burgemeester

Luc Redig, Leen Baeten, Jan Dillen en Annelies Creten - schepenen

Lode Hofmans, Tine Muyshondt, Frans Marivoet, Christel Engelen, Roel Vermeesch, Fernand Bossaerts, An Willems, Guido Wittocx, Erik Fossez, Erika Eeckhout, Zoe Helsen, Stefanie Gijsels, Joris Van Camp, Patrick Vandervaeren, Raf Serneels, Sonja De Pooter, Hilde Goris en Bart Goris - gemeenteraadsleden

Wim Van der Schoot - algemeen directeur

Verontschuldigd:

Christel Meeus - gemeenteraadslid

schepen Jan Dillen verlaat de vergadering vanaf punt 14.

schepen Jan Dillen vervoegt de vergadering vanaf punt 16.

 

De zitting wordt om  geopend.

Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

1. Jaarrekening 2019 - goedkeuring gouverneur - aktename

 

Omschrijving:

Akteneming van het besluit van mevrouw de gouverneur, C. Berx op 28 okober 2020 met de goedkeuring van de jaarrekening 2019 van de gemeente Ranst.

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

2. Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van  het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Er werd een voorontwerp gemaakt van aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de algemeen directeur en de financieel directeur, in overleg met het managementteam en het college van burgemeester en schepenen.

De raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW keurde het gedeelte van het OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - december 2020 goed in zitting van 21 december 2020.
 

Juridisch kader:

Artikel 41  3° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Het vaststellen van de beleidsrapporten is de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Titel IV van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Deze titel beschrijft de procedure voor de vaststelling van het meerjarenplan.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en de beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Dit besluit geeft een overzicht van de diverse beleids- en beheersrapporten die moeten worden opgemaakt en een aantal regels waaraan de boekhouding van de gemeente moet voldoen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018, en latere wijzigingen, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

In dit besluit worden de concrete schema's en rekeningstelsels vastgelegd.

 

Bijlagen:

Ranst - Aanpassing meerjarenplan 2020-2025 - december 2020

Ranst - Aanpassing meerjarenplan 2020-2025 - documentatie - december 2020

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

9 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang), Sonja De Pooter (Onafhankelijk), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

 

Art. 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2020 van het gedeelte OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - december 2020 zoals opgenomen in bijlage.

 

Art. 2:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - december 2020 zoals opgenomen in bijlage in zijn geheel goed.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links meerjarenplan 2021.pdf Download
documentatie 2021.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

3. Gemeentelijke dotatie - Brandweerzone Rand 2021 - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de bijdrage van € 220.007  als investeringstoelage en de bijdrage van € 630.912 als exploitatiebijdrage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2021.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 9 november 2020 organiseerde Brandweer Zone Rand een toelichtingsvergadering voor gemeenteraadsleden

De zoneraad keurde in zitting van 27 november 2020  de begroting 2021 goed

Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone

 

Juridisch kader:

Artikel 68 van de wet op de civiele veiligheid van 15 mei 2007

De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting. Zij wordt ten minste in twaalfden uitbetaald.

De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden.

De omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 de overeenkomst goed tussen de prezone Rand en de gemeenten inzake de financiele verdeelsleutel en de daaraan verbonden modaliteiten.

In deze overeenkomst werd bepaald dat de dotatie per gemeente wordt vastgesteld op basis van volgende criteria:

-          75 % inwonersaantal

-          25 % kadastraal inkomen

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Dotatie hulpverleningszone Rand

Actie:

Jaarlijkse exploitatie- en investeringsbijdrage aan de brandweerzone Rand

Ramingnummer:

RA000555 en RA000553

Uitgave:

Investeringstoelage: € 220.007

Exploitatietoelage: € 630.912

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

Begroting 2021 van Brandweer Zone Rand

Motivatienota bij de begroting 2021 van Brandweer Zone Rand

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de bijdrage van € 220.007  als investeringstoelage en de bijdrage van € 630.912 als exploitatiebijdrage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2021.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

4. Gemeentelijke dotatie 2021 politiezone Zara - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de toelage van 2.328.425 euro aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2021

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeente Ranst maakt deel uit van de politiezone Zara.

Jaarlijks dient de gemeente een dotatie te betalen aan de politie.

De gemeenteraad keurde in de zitting van vandaag het budget 2021 goed.

 

Juridisch kader:

Artikel 40 en 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus

In de meergemeentezones wordt de begroting van het lokaal politiekorps goedgekeurd door de politieraad, overeenkomstig de door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, vastgestelde minimale begrotingsnormen.

De begroting van de politiezone komt ten laste van de verschillende gemeenten van de zone en van de federale Staat.

Elke gemeenteraad van de zone stemt de dotatie die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend en die aan de politiezone wordt gestort.

De dotatie wordt in de uitgaven van elke gemeentebegroting ingeschreven.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Dotatie politiezone

Actie:

Bijdragen in de kosten van de politiezone ZARA om haar doelstellingen optimaal te realiseren

Ramingnummer:

2021000552

Uitgave:

€ 2.328.425

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

20 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang), Raf Serneels (N-VA) en Sonja De Pooter (Onafhankelijk)

4 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de toelage van 2.328.425  euro aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2021.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

5. Gemeentelijke saneringsbijdrage - vaststelling

 

Omschrijving:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken.

De gemeenteraad keurt de nieuwe tariefstructuur voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding van het afvalwater, waarbij voor de huishoudelijke verbruikers het basistarief wordt bepaald op 1,00 €/m3, het comforttarief op 2,00 €/m3 en voor de niet-huishoudelijke verbruikers het vlak tarief op 1,3440 €/m3 met ingang van 1 januari 2021.

Dit tarief is vanaf 1 januari 2021, jaarlijks aan te passen aan het maximum zoals dit in de wetgeving is opgenomen of m.a.w. 1,4 keer het bovengemeentelijk tarief.

De gemeenteraad stelt de tarieven over de individuele saneringsbijdrage en –vergoeding gelijk aan de som van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding en het corresponderende tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2009 houdende de overeenkomst tussen gemeente Ranst en Antwerpse Waterwerken (AWW), waarbij het gemeentelijk rioolbeheer en meer bepaald de activiteit watersanering werd toevertrouwd aan AWW.

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2009 houdende de vaststelling van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding met ingang van 1 Januari 2010 vastgelegd op €0,4/m³ water.

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2015 met de vaststelling van de nieuwe tariefstructuur voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding van het afvalwater:

-          Basistarief 0,2 €/m³

-          Comforttarief (gekoppeld aan basistarief) 0,4 €/m³

-          Vlak tarief 0,4 €/m³

De tarieven m.b.t. de individuele saneringsbijdrage en –vergoeding worden gelijk gesteld aan de som van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding en het corresponderende tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding. 

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

De richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maartregelen betreffende het waterbeleid, de Europese kaderrichtlijn Water;

De richtlijn 91/271/EEG van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater

Het decreet van 24 mei 2020 betreffende water bestemd voor menselijke aard

 

Bijkomende motivering:

Op basis van bovenstaande worden volgende nieuwe tarieven voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding voorgesteld vanaf 1 januari 2021, jaarlijks aan te passen aan het maximum zoals dit in de wetgeving is opgenomen, dit is 1,4 keer het bovengemeentelijk tarief. Vanaf 1 januari 2021 bedraagt dit dus 1,3968 €/m³ excl. 6% BTW (geïndexeerd tarief) voor het basistarief, 2,7936 €/m³ excl. 6% BTW (geïndexeerd tarief) voor het comforttarief en 1,5826 €/m³ excl. 6% BTW (geïndexeerd tarief) voor het vlaktarief.

Voor de eigen waterwinners worden de tarieven voor de gemeentelijke saneringsvergoeding gelijk gesteld aan het overeenkomstige tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage.

Het college van burgemeester en schepenen adviseert om de principes van de vernieuwde tariefstructuur en de voorgestelde bedragen voor het basistarief en het comforttarief (voor huishoudelijke verbruikers) en vlak tarief (voor de niet-huishoudelijke verbruikers), voor het bepalen van de saneringsbijdrage en –vergoeding van het afvalwater goed te keuren. Enkel hierdoor kunnen de nodige garanties bekomen worden dat er voldoende financiële middelen zijn voor een efficiënt en doelgericht rioolbeheer. Hierdoor zal het uiteraard de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s vanaf 1 januari 2021 afgeschaft worden.

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

9 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang), Sonja De Pooter (Onafhankelijk), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

 

Art. 1

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken.

 

Art. 2:

§1. De gemeenteraad keurt de nieuwe tariefstructuur voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding van het afvalwater, waarbij voor de huishoudelijke verbruikers het basistarief wordt bepaald met ingang van 1 januari 2021.

Dit tarief is vanaf 1 januari 2021, jaarlijks aan te passen aan het maximum zoals dit in de wetgeving is opgenomen of m.a.w. 1,4 keer het bovengemeentelijk tarief:

-          Basistarief 1,3968 €/m³: (excl. 6% BTW )

-          Comforttarief (gekoppeld aan basistarief) 2,7936 €/m³: (excl. 6% BTW )

-          Vlak tarief 1,5826 €/m³ (excl. 6% BTW )

§2. De gemeenteraad stelt de tarieven over de individuele saneringsbijdrage en –vergoeding gelijk aan de som van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding en het corresponderende tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding.

 

Art. 3:

Deze verordening gaat van kracht op 1 januari 2021.

 

Art. 4:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

6. Kerkbestuur Sint-Gummarus - budgetwijziging 2/2020 - kennisname

 

Omschrijving:

De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2/2020 van het Kerkbestuur Sint-Gummarus Emblem

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad  keurde op 16 september 2019 het meerjarenplan 2020-2025 van het kerkbestuur Sint-Gummarus Emblem goed

 

Juridisch kader:

Het decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en latere wijzigingen en in het bijzonder art. 45-50

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 over het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en latere wijzigingen

De omzendbrief BB 2007/01 van Vlaams Minister van Binnenlands Beleid, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering over de boekhouding van de besturen van de eredienst

De omzendbrief 2008/06 van 18 juli 2008 van Vlaams Minister van Binnenlands Beleid, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering over de recente wetswijzigingen van de boekhouding van de besturen van de eredienst

 

Adviezen:

Het gunstig advies van 25 november 2020 van de Bisschop van Antwerpen, Monseigneur Johan Bonny

 

Besluit:

Art. 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2/2020 van het Kerkbestuur Sint-Gummarus Emblem.

 

Art. 2:

Zowel het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek als het erkend representatief orgaan, nl. het Bisdom Antwerpen worden in kennis gesteld van de kennisname.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

7. Notulen en zittingsverslag vorige zitting - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 16 november 2020 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad vergaderde op 16 november 2020.

 

Juridisch kader:

Artikel 277 §1 en 278§1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278.

De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.

Artikel 32 §1 en §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk

De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk gemeenteraadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad worden opgemaakt in de vorm van een audio opname van de openbare zitting van de gemeenteraad

 

Bijlagen:

-          ontwerp van de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 16 november 2020, opgemaakt door de algemeen directeur

-          audio-opname van de zitting van de gemeenteraad van 16 november 2020

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 16 november 2020 goed.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

8. Samenwerkingsovereenkomst voor de inzet van een intergemeentelijk aanwijzend schatter kadastraal inkomen met Igean - Boechout - Stabroek - Ranst - Zwijndrecht - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad gaat akkoord met het aanstellen van de intergemeentelijke aanwijzend schatter van Igean tot aanwijzend schatter van de gemeente Ranst en keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen Igean en de gemeente Ranst, Stabroek, Zwijndrecht en Boechout, inclusief de kostenraming en de verdeling van het saldo over alle deelnemende gemeenten goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 28 juni 2019 heeft IGEAN een bevraging uitgestuurd naar het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten met de vraag of er interesse is voor deelname aan het project. Daaropvolgend organiseerde IGEAN op 15 oktober 2019 een infomoment over het project voor de betrokken schepenen en gemeentelijke ambtenaren.

Op 23 januari 2020 richtte IGEAN een brief aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten met de vraag om een collegebesluit te nemen over de deelname aan het project. Op basis van de antwoorden van de colleges van burgemeester en schepenen stelt IGEAN vast dat de gemeenten Boechout, Ranst, Stabroek en Zwijndrecht interesse hebben om deel te nemen aan het project.

De aanwijzend schatter zal zijn werktijd gelijk verdelen over de vier deelnemende gemeenten en zal zijn werkplek hebben bij de deelnemende gemeente.

 

Juridisch kader:

Artikel 2, 40, 5° en 56, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenten  bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de vergadering van de gemeenteraad voor.

De gemeenteraad is bevoegd voor de goedkeuring van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten

 

Bijkomende motivering:

De laatste perequatie van de kadastrale inkomens (KI) door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (Kadaster) van de FOD Financiën dateert van 1975. Bijgevolg hebben veel woningen in de regio nog een relatief laag kadastraal inkomen. Het kadastraal inkomen komt overeen met het jaarlijks netto-huurinkomen voor het onroerend goed in 1975.

Het KI kan in een beperkt aantal gevallen worden gewijzigd. Dat kan onder meer wanneer het onroerend goed fysieke wijzigingen heeft ondergaan of wanneer er bij de bepaling van het KI flagrante, duidelijk aantoonbare fouten zijn begaan. In het geval van het verbouwen van een bestaande woning wordt het kadastraal inkomen gewijzigd en moet de eigenaar het Kadaster zelf op de hoogte brengen.

Aangezien het Kadaster sinds 1975 geen systematisch actualisatie van de KI’s meer heeft ondernomen, en omdat (een deel van) de bevolking niet bekend is met de aangifteplicht, zijn er veel woningen waarvan de KI’s sinds 1975 niet meer zijn gewijzigd.

Een actualisatie van de KIs zal het KI van sommige woningen doen stijgen. Aangezien het KI de basis vormt voor het berekenen van de onroerende voorheffing en dus ook voor de gemeentelijke opcentiemen, zorgt een actualisatie van de KI’s voor een verhoging van de gemeentelijke inkomsten. Op lange termijn biedt dit de mogelijkheid om de gemeentelijke opcentiemen te laten dalen.

Het opzet van IGEAN is om een intergemeentelijke aanwijzend schatter aan te werven voor de deelnemende gemeenten. De aanwijzend schatter zal verantwoordelijk zijn voor het ondertekenen van de periodieke lijsten van geschatte en herschatte kadastrale inkomens. Deze rol kan uitgebreid worden waardoor de aanwijzend schatter het werk van de schatter van het kadaster faciliteert en fungeert als contactpersoon tussen kadaster en gemeente.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Bijdrage Igean personeels- en werkingskosten aanwijzend schatter

Actie:

Deelnemen aan bovenlokale samenwerkingsverbanden

Ramingnummer:

RA 001410

Uitgave:

€ 82.500 (inclusief btw)

Visumnummer:

in aanvraag

 

Bijlagen:

-          ontwerp van overeenkomst

-          raming van de kosten

-          raming van de opbrengsten

 

Besluit met:

17 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

7 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Onafhankelijk), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

 

Art. 1:

De gemeenteraad gaat akkoord met het aanstellen van de intergemeentelijke aanwijzend schatter van Igean tot aanwijzend schatter van de gemeente Ranst.

 

Art. 2:

De gemeenteraad neemt kennis van de samenwerkingsovereenkomst tussen Igean en de gemeente Ranst, Stabroek, Zwijndrecht en Boechout, inclusief de kostenraming en de verdeling van het saldo over alle deelnemende gemeenten en keurt deze goed.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

9. Overeenkomst Ranst - VMM - De Vlaamse Waterweg - aankoop onroerend goed voor het hermeanderen van de Molenbeek-Bollaak - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst in bijlage goed tussen de gemeente Ranst - de Vlaamse Milieumaatschappij en de Vlaamse Waterweg rond de aankoop van de vier percelen langs de Bollaakdijk te Ranst in functie van het project het hermeanderen van de kleine Netevallei waarbij onder de opschortende voorwaarde dat enerzijds de projectsubsidie Natte Natuur door de dienst Omgeving van de Vlaamse regering wordt toegekend en anderzijds dat de Vlaamse Milieumaatschappij de realisatie van het project binnen de voorgestelde termijnen realiseert zodat de gemeente de gronden die de Vlaamse Waterweg verwerft via het voorkooprecht overkoopt voor de realisatie van het project.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Er is een aanbod van het recht van voorkoop 4 percelen gelegen langs de Bollaakdijk te Ranst

Het aanbod is € 160.000 voor een grondoppervlakte van 8.000 m2 met weekendverblijf, vijver, weilanden en bosperceel gelegen tussen Bollaakdijk en Kleine Nete op grondgebied van gemeente Ranst

De vraag van provincie via Bram Abrams om samen met de Vlaamse Waterweg het recht op voorkoop uit te oefenen waarbij de Vlaamse Waterweg de percelen gaat aankopen en de gemeente ter financiering van de aankoop de subsidies voor het hermeanderen van het gebied gaat aanvragen

De Vlaamse Waterweg kan dit dossier verwerven via Recht van Voorkoop. Voor DVW past dit RVV niet binnen hun korte of lange-termijn projecten langs de Kleine Nete.

Voor lokale overheden is het mogelijk om met een deadline van 20 november 2020 om percelen te verwerven via de subsidiemogelijkheid voor lokale hefboomprojecten ‘Natte Natuur’ in kader van gebiedsontwikkeling.

De subsidie bedraagt maximaal 250.000 € en dit voor maximaal 75 % van de in aanmerking komende uitgaven van de projectbegroting, en na aftrek van andere ontvangen subsidies van de projectbegroting. Uitgaven die in aanmerking komen voor de berekening van de subsidie zijn uitgaven voor investeringen voor aankoop van gronden, materiaal en plantgoed en uitgaven voor werken/uitvoering op het terrein en projectcoördinatie ter realisatie van de natte natuur.

De Vlaamse Waterweg verwerft het perceel via recht van voorkoop

De gemeente Ranst vraagt voor dit perceel subsidies ‘Natte Natuur’ aan € 160.000 euro.

De coördinator van het hefboomproject (bekkensecretariaat Netebekken) staat in voor het uitschrijven van het aanvraagdossier Natte Natuur en bezorgt dit op 18 november 2020 aan de gemeente Ranst.

De gemeente Ranst dient op 20 november 2020 het ondertekende dossier in bij Departement Omgeving.

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 november 2020 met de kennisname van het schrijven van Bram Abrams, de arrondissementscommissaris van de provincie Antwerpen van 18 november 2020 rond de aankoop van 4 percelen aan de Bollaakdijk in Ranst via het recht op voorkooprecht uitgeoefend door de Vlaamse Waterweg waarbij ter financiering van de aankoop de gemeente Ranst een subsidiedossier 'Natte natuur' indient bij de dienst Omgeving uiterlijk op 20 november 2020 en het besluit om een subsidiedossier in te dienen bij het departement Omgeving voor 'Natte Natuur' voor het hermeanderen van de kleine Netevallei. 

De indiening van het subsidiedossier in te dienen bij het departement Omgeving voor 'Natte Natuur' voor het hermeanderen van de kleine Netevallei in het kader van de afbakening van het afstroomgebied van de Molenbeek-Bollaak  als speerpuntgebied binnen het bekkenspecifiek deel Netebekken 2016 – 2021

Deze actie is belangrijk zowel naar het behalen van de goede toestand voor de Molenbeek-Bollaak tegen 2027 als het realiseren van waterberging en natte natuur zoals bepaald in de doelstellingen Blue Deal en de uitvoering van de actie 4B_E_0347 Hermeanderen van de Molenbeek-Bollaak tussen de Molternetebrug en Emblembrug (SBZ Zomerklokje-Steenbeemden) en herstel natuurlijke waterbergingscapaciteit langs de waterloop net afwaarts monding Tappelbeek (SBZ Kartelbladbeemd)

 

Juridisch kader:

Artikel 2, 40, 5° en 56, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenten  bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de vergadering van de gemeenteraad voor.

De gemeenteraad is bevoegd voor de goedkeuring van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten

 

Bijkomende motivering:

Coördinatieopdracht gouverneur Berx en strategisch project Kleine Nete:

In de vallei van de Kleine Nete zijn verschillende actoren aan het werk om deze uitdagingen aan te gaan. Om de samenhang tussen de verschillende initiatieven te versterken en om belangrijke knelpunten aan te pakken werd gouverneur Cathy Berx in 2012 aangesteld als procesbegeleider in de vallei van de Kleine Nete. Daaropvolgend werd in april 2018 gestart met het Strategische project “Veerkracht in de vallei van de Kleine Nete, van coördinatie naar coproductie”, een project dat wordt gecoördineerd door het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete en dat 3 jaar loopt. Een vervolgprojectaanvraag ‘Meer veerkracht in de vallei van de Kleine Nete’ werd ingediend. (https://dekleinenete.be/projecten/opvolgingscommissie/)

Visietekst ‘Vallei van de Kleine Nete tussen Albertkanaal en Lier’:

Deze visietekst werd goedgekeurd op de colleges van de gemeenten Lier, Ranst, Nijlen en Zandhoven en door alle partners goedgekeurd op de opvolgingscommissie Kleine Nete van 12/03/2019:

Tussen het Albertkanaal en Lier vormen de Kleine Nete, het Netekanaal en de Molenbeek-Bollaak samen een effectief overstromingsgevoelig valleigebied van 6 km lang en 1 km breed. In dit valleigebied ontwikkelde zich in de loop der jaren een sterk gefragmenteerd recreatielandschap met kunstmatige vijvers en weekendverblijven met ophogingen en aanplantingen allerhande... Nochtans heeft dit gebied hoofdzakelijk een groene (natuurgebied) en blauwe bestemming (zone voor openbaar nut – overstromingsgebied).

De visie voor het gebied steunt op drie pijlers:

-          Ruimte voor water

-          Ruimte voor natuur

-          Ruimte voor recreatie

Ruimte voor water:

In het gebied tussen Molternetebrug en Emblem-brug, ingesloten tussen Kleine Nete en Netekanaal, wordt gestreefd naar een hermeandering van de Molenbeek-Bollaak met de benutting van het gebied als zone voor openbaar nut – overstromingsgebied, conform de gewestplanbestemming. Om deze bestemming te realiseren, zal het oorspronkelijke maaiveld hersteld worden, onder andere door het dempen van de vijvers en het verwijderen van de aanwezige zonevreemde constructies en materialen (oa steenpuin). Er wordt een actief onthardingsbeleid gevoerd binnen dit gebied.

Ruimte voor natuur:

In de vallei van de Kleine Nete is er een prachtige mix aan natuurclusters. Kenmerkend is een vallei vol graslanden, ruigtes, vijvers en bossen. Ook laagveenmoerassen - ideaal voor moerasvogels - komen er voor. Ook een groot aantal habitattypische soorten (vissen, amfibieën, libellen, sprinkhanen, … ) zijn kenmerkend zijn voor de vallei.  Een groot deel van het projectgebied is gelegen in deelgebied 11 ‘Vallei Kleine Nete van Lier tot Vierseldijk’ van het habitatrichtlijngebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en hei” (BE2100026).

S-IHD besluit vermeldt volgende doelstellingen voor deelgebied 1Het 1:

-          Een natte natuurkern (> 300 ha) in de Benedenloop van de Kleine Nete (Dg 11) met aanwezigheid van een mozaïek aan biotopen zoals elzenbroekbossen (> 66%), schorren, traag stromende en stilstaande wateren, natte schraalgraslanden, ruigtes, rietmoerassen, … als leefgebied voor Fint, Kleine modderkruiper, Rivierdonderpad, Bittervoorn, Drijvende waterweegbree, Blauwborst, IJsvogel, Porseleinhoen, …

-          Bereiken van de goede ecologische toestand in functie van HT 3260 (ondiepe beken en rivieren met goede structuur en watervegetaties) in de Kleine Nete , de Bollaak, de Kleine Beek, de Tappelbeek en de Krekelbeek in deelgebied 11.

-          De benedenloop van de Kleine Nete (deelgebied 11 en het uiterste westen van deelgebied 10) is onderhevig aan het getij en is bijgevolg belangrijk voor de ontwikkeling van estuariene natuur. Fint is hier een belangrijke aandachtsoort. Het S_IHD-besluit voorziet het vergroten en kwaliteitsverbetering van het paaihabitat (zoetwatergetijdegebied) en uitbreiding van het aantal paaiende finten.

Stroomgebiedbeheerplan voor de Schelde – bekkenspecifieke deel Netebekken

Het afstroomgebied van de Molenbeek-Bollaak werd aangeduid als speerpuntgebied binnen het bekkenspecifiek deel Netebekken 2016 – 2021 (https://www.integraalwaterbeleid.be/nl/bekkens/netebekken/planning-2016-2021/). Dit beleid wordt gecontinueerd via het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan 2022-2027 (https://sgbp.integraalwaterbeleid.be/bekkens/netebekken/). Deze actie is belangrijk zowel naar het behalen van de goede toestand voor de Molenbeek-Bollaak tegen 2027 als het realiseren van waterberging en natte natuur (cfr doelstellingen Blue Deal - https://www.zuhaldemir.be/sites/parlement.n-va.be/files/generated/files/news-attachment/blue_deal_clean_0.pdf)

Uitvoering van de actie 4B_E_0347: Hermeanderen van de Molenbeek-Bollaak tussen de Molternetebrug en Emblembrug (SBZ Zomerklokje-Steenbeemden) en herstel natuurlijke waterbergingscapaciteit langs de waterloop net afwaarts monding Tappelbeek (SBZ Kartelbladbeemd) (https://www.vmm.be/bestanden/sgbp/Actiefiche_4B_E_0347.pdf)

 

Bijlagen:

-          Het dossier zoals voorgesteld door de provincie

-          Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Ranst - de Vlaamse Milieumaatschappij en de Vlaamse Waterweg rond de aankoop van de vier percelen langs de Bollaakdijk te Ranst in functie van het project het hermeanderen van de kleine Netevallei.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst in bijlage goed tussen de gemeente Ranst - de Vlaamse Milieumaatschappij en de Vlaamse Waterweg rond de aankoop van de vier percelen langs de Bollaakdijk te Ranst in functie van het project het hermeanderen van de kleine Netevallei waarbij onder de opschortende voorwaarde dat enerzijds de projectsubsidie Natte Natuur door de dienst Omgeving van de Vlaamse regering wordt toegekend en anderzijds dat de Vlaamse Milieumaatschappij de realisatie van het project binnen de voorgestelde termijnen realiseert zodat de gemeente de gronden die de Vlaamse Waterweg verwerft via het voorkooprecht overkoopt voor de realisatie van het project.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

10. Belastingreglement op de verspreiding van reclame - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2021-2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2020-2025

De opmerking van toezicht over het belastingsreglement rond de aangiftetermijn  .

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Door het heffen van deze belasting hoopt de gemeente de hoeveelheid reclamedrukwerk te verminderen.

Het belastingreglement voorziet in artikel 7 in een aangifteplicht van de belastbare elementen 2 dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangegeven van het reclamedrukwerk of vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of daarmee gelijkgestelde product. Tijdens het arrest van de Raad van State van 27 februari 2003 (nr. 116.531) waarbij de Raad oordeelde dat een belasting op de kosteloze verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk die de verplichting oplegt aan de belastingplichtige om minstens twee dagen op voorhand aan de gemeente aangifte te doen en hierbij een specimen toe te voegen van het te verspreiden reclameblad, de vrijheid van handel schendt.

Haar argumentatie werd o.a. gestaafd door haar stelling dat een voorafgaande aangifte verregaande

moeilijkheden meebrengt omdat het niet mogelijk is de aangifte te doen als de reclamebladen nog niet werden gedrukt en omdat, gezien de snelheid waardoor de handels- en reclamewereld wordt gekenmerkt, het aannemelijk is dat een professionele distributiedienst niet de ruimte heeft om te wachten met de verspreiding van een reclamedrukwerk tot bijvoorbeeld de aangifte is gebeurd. Vandaar het voorstel te voorzien in de aangifteplicht tijdens de periode van 14 dagen die volgen op de verspreiding.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Innen van belastingen op reclame

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000021

Inkomst:

€ 140.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

18 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Raf Serneels (N-VA), Sonja De Pooter (Onafhankelijk), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

6 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2021 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Ranst.

 

Art. 2:

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.

Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

 

Art. 3:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van  reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

 

Art. 4: 

De belasting wordt vastgesteld op € 0,02  per exemplaar met een minimum van € 100 per verspreiding.

 

Art. 5:

De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:

-          publicaties van publiekrechtelijke rechtspersonen

-          publicaties van socio-culturele en sportverenigingen

-          publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden

 

Art. 6:

De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever.

Indien de verantwoordelijke uitgever niet gekend is of indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting solidair in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler van het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product.

Indien de verantwoordelijke uitgever een natuurlijk persoon is met als adresgegevens de maatschappelijke zetel of vestigingszetel van een rechtspersoon, wordt de rechtspersoon geacht de verantwoordelijke uitgever te zijn”.

 

Art. 7:

De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare  elementen uiterlijk 14 dagen na de datum van de verspreiding van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag.

Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of  daarmee gelijkgesteld product en vermeldt de oplage en de datum van de verspreiding.

 

Art. 8:

Bij gebrek van aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of  onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig  artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 100% van de verschuldigde belasting.

 

Art. 9:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10:

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.

 

Art. 11:

Dit reglement gaat in voege vanaf 1 januari 2021 en vervangt de beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2021 opgeheven.

 

Art. 12:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

11. Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het aangepaste belastingreglement goed met betrekking tot leegstaande gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2021-2025. Dit reglement is aangepast via het reglement van 17 april 2023 door de gemeenteraad.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van het belastingreglement op de leegstand

Het schrijven van het agentschap binnenlands bestuur van 7 september 2020 met een aantal opmerkingen op het belastingreglement.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §6, is de gemeente verplicht een leegstandsregister bij te houden van leegstaande woningen en van leegstaande gebouwen. De gemeente dient daarom een reglement op te stellen met de indicaties voor de vaststelling van de leegstand. De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door het college van burgemeester en schepenen. Het reglement is volledig gebaseerd op de Vlaamse regelgeving. Het eerste reglement voor de vaststelling van de leegstand werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 18 oktober 2010.

Ook wordt de gemeente volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §7, gemachtigd om een heffing op te leggen op de woningen en gebouwen die opgenomen worden in dit leegstandsregister.

Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. Gezien de prijsstijgingen op de huizenmarkt van de laatste jaren wil de gemeente zoveel mogelijk woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats.

Woningen die lang leeg staan zorgen vaak ook voor hinder en overlast in de buurt.

De opmerking van het agentschap binnenlands bestuur werden ingevoerd in het belastingsreglement.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de belasting op leegstand

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000023

Inkomst:

€ 50.000 / jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang), Raf Serneels (N-VA), Sonja De Pooter (Onafhankelijk), Hilde Goris (Goesting!) en Bart Goris (Goesting!)

2 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk) en Roel Vermeesch (Onafhankelijk)

 

Art. 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

 

Hoofdstuk I – het leegstandsregister

 

Art. 2:

De gemeente Ranst houdt het leegstandsregister bij van leegstaande woningen en gebouwen.

 

Art. 3: Begripsomschrijving van leegstand

Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane omgevingsvergunning, of aktename van een melding.

 

Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Art. 4:

Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

Art. 5:

In afwijking van artikel 3 en 4 wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 3 respectievelijk artikel 4.

 

Art. 6: Vaststelling van de leegstand

De leegstand van een woning of van een gebouw (het niet aanwenden in overeenstemming met de functie) wordt vastgesteld door een administratieve akte van leegstand en wordt onder meer beoordeeld aan de hand van minstens één van de volgende objectieve indicaties:

-          geen inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning sinds méér dan een jaar

-          geen opname in het register van tweede verblijven

-          onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde, dichtgemaakte of verzegelde toegang.

-          de woning of het gebouw wordt langdurig aangeboden als ‘te huur’ of ‘te koop’

-          het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen of een dermate laag gebruik ervan dat gebruik uitgesloten is

-          belangrijke glasbreuk, of ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk -niet afsluitbaar buitenschrijnwerk

-          zware waterinfiltraties via dak of gevels

-          ernstige inpandige vernieling of gedeeltelijke sloping

-          uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus

-          langdurig neergelaten rolluiken

-          storende omgevingsaanleg (afwezigheid of ondeugdelijk onderhoud van tuin of omgeving)

-          melding van langdurige leegstand door politie

-          de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992

 

Art. 7:

De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door de omgevingsambtenaar, de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde bevoegde ambtenaren of in intergemeentelijk samenwerkingsverband.

 

Art. 8: Kennisgeving van het voornemen te inventariseren

De dienst omgeving stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van een leegstaand gebouw of een leegstaande woning in het leegstandsregister. Bij gebrek aan officiële woonplaats kan de beveiligde zending gebeuren aan de verblijfplaats van de zakelijk gerechtigde, en bij gebrek daaraan aan het te inventariseren pand.

De kennisgeving omvat kopie van de administratieve akte.

 

Art. 9: Betwisting

Tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister kan beroep worden aangetekend bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 9. Dit beroep wordt per beveiligde zending betekend.

Het beroep wordt gedagtekend en omvat minstens volgende gegevens:

  1. Identiteit, adres en eventueel hoedanigheid en volmacht van de indiener
  2. Aanwijzing van de administratieve akte en/of van het pand waarop het beroepschrift betrekking heeft
  3. Een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten tot opname of dat voldaan is aan de vereisten tot schrapping, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. De bewijsstukken zijn vergezeld van een genummerde inventaris.

Het beroepschrift is onontvankelijk indien het te laat is ingediend, of met miskenning van de voorschriften van dit artikel, of door een derde die niet de zakelijke gerechtigde of zijn gevolmachtigde is, of indien het niet is ondertekend. Wordt de onontvankelijkheid vastgesteld, dan deelt de inventarisbeheerder dit mee aan de indiener met vermelding dat de beroepsprocedure is beëindigd.

Het beroepschrift is ongegrond, onder meer wanneer de toegang tot een pand, in het kader van een feitenonderzoek, geweigerd of verhinderd wordt.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De inventarisbeheerder betekent de beslissing aan de indiener ervan per beveiligde zending zoals omschreven in artikel 9.

 

Art. 10: Opname in het register

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of de betwisting onontvankelijk of ongegrond is, neemt de inventarisbeheerder het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte van leegstand.

Het leegstandsregister bevat volgende vermeldingen:

  1. Het adres en de kadastrale gegevens van het leegstaande pand
  2. De identiteit en het laatst gekende adres van de zakelijk gerechtigde
  3. De datum van de administratieve akte vermeld in artikel 7
  4. De indicaties die geleid hebben tot opname op het leegstandsregister
  5. De feiten die aanleiding geven tot vrijstelling van de heffing, bepaald in Hoofdstuk II, met vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling
  6. Eventueel de datum van indiening van een betwisting zoals voorzien in artikel 10, en de datum en aard van de beslissing inzake die betwisting

 

Art. 11: Schrapping uit het leegstandregister

Een pand wordt geschrapt uit het leegstandsregister op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan de inventarisbeheerder.

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 3, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De inventarisbeheerder schrapt het gebouw met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.

Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 4. De inventarisbeheerder schrapt de woning met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.

Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister.

 

Art. 12: meldingen

Bij elke overdracht van een zakelijk recht op een in het leegstandregister opgenomen goed moet de zakelijk gerechtigde uiterlijk één maand nà het verlijden van de notariële akte de overdracht schriftelijk melden aan de inventarisbeheerder. Hij moet minimaal vermelden: de datum van de overdracht, de naam en het adres van de nieuwe verkrijger(s) en de naam en de standplaats van de instrumenterende notaris en de coördinaten van het betrokken onroerend goed.

De zakelijk gerechtigde van een in het leegstandregister opgenomen goed is verplicht om elke kandidaat-koper vooraf te informeren over de opname in het leegstandsregister van de woning en/of gebouw dat hij wil verkopen.

 

Hoofdstuk II - Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen

 

Art. 13:

§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Art. 14:

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

 

Art. 15:

De belasting bedraagt € 1.000 voor een volledig gebouw of woongelegenheid.

De belasting bedraagt € 100 voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in

artikel 10bis van de Vlaamse Wooncode.

Indien het belastbaar goed een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdubbeld.

Indien het belastbaar goed een derde of meer opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdrievoudigd.

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt voor de bepaling van de belasting herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Art. 16:

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de gemeente. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.

§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 19.

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

2° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingsjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht.

3° de belastingplichtige wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie rederlijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.

5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning;

6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

 

Art.17:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 18:

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 19:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet. 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Art. 20:

Dit reglement gaat in op 1 januari 2021 en vervangt het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 rond de leegstaande woningen wordt opgeheven vanaf 1 januari 2021.

 

Art. 21:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit reglement is opgeheven bij besluit van de gemeenteraad van 17 april 2023 vanaf 17 april 2023.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

12. Retributiereglement voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar, voor papier en karton, voor P+MD en grofvuil - goedkeuring

 

Omschrijving:

Retributiereglement diftar huisvuil, gft, P&K en grof vuil + verkoop van pmd-zakken. Dit reglement is opgeheven en vervangen bij besluit van de gemeenteraad van 15 februari 2021.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

Dit Uitvoeringsplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties.

Tegen 2022 wil Vlaanderen de totale hoeveelheid restafval sterk verminderen.

Via het Uitvoeringsplan worden restafvaldoelstellingen op maat van elke gemeente vastgelegd.

Door het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, worden inwoners aangezet afvalstoffen die niet worden voorkomen of hergebruikt, maximaal te sorteren aan de bron.

Dankzij de invoering van diftar werd in verschillende gemeenten in de IGEAN-regio een sterke reductie van de hoeveelheid te verwerken huisvuil bekomen. Inwoners worden aangespoord om hun afval te voorkomen en selectief aan te bieden.

Het papier en karton wordt maandelijks in bulk opgehaald d.w.z. dat het samengebonden met natuurtouw of in een kartonnen doos kan aangeboden worden.

Voor de selectieve huis-aan-huisinzameling van gft wordt in Ranst sinds 1 juni 2014 gewerkt met containers waarbij een diftarsysteem met weging wordt toegepast.

De gemeenteraad heeft in zitting van 16 september 2013 de retributies goedgekeurd voor de gft-inzameling met diftar. De aanpassing van deze retributies werd in zitting van 18 november 2019 door de gemeenteraad goedgekeurd.

Dankzij de invoering van diftar werd in Ranst een sterke reductie van de hoeveelheid te verwerken gft bekomen. Inwoners worden aangespoord om hun afval te voorkomen, zelf te verwerken, selectief aan te bieden en het tuinafval naar het recyclagepark te brengen.

De gemeente Ranst organiseert de selectieve inzameling van huisvuil in zakken. Diftar met weging, zoals toegepast wordt voor het gft en een aantal fracties op het recyclagepark, geeft op een correcte wijze uitvoering aan het principe ‘de vervuiler betaalt’ vermits het zwaartepunt van de retributie ligt op de aangeboden hoeveelheid afval.

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 17 september 2020 principieel beslist om voor de inzameling van huisvuil ook gebruik te maken van containers met een chip waarbij de aangeboden hoeveelheid wordt gewogen. Voor het papier en karton hebben inwoners de keuze tussen de huidige aanbiedingswijze in bulk of een papiercontainer van 120 of 240 liter.

De gemeenteraadscommissie

De toelichting van het retributiereglement op de gemeenteraadscommissie omgeving op 5 oktober 2020.

Het besluit van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar en voor papier en karton.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is

De gemeente Ranst is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan.

Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.

Het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA, bevat o.a. voorschriften voor de selectieve inzameling van afvalstoffen.

Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

Artikel 10 van het Materialendecreet bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.

Artikel 5.1.1 van het VLAREMA bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moeten worden betaald.

Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA legt de minima en maxima tarieven vast voor de inzameling van een aantal afvalstoffen. Die tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.

 

Bijkomende motivering:

Het wegen van het afval zorgt voor een eerlijke toepassing van het principe “de vervuiler betaalt.

Door het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, worden inwoners aangezet afvalstoffen die niet worden voorkomen of hergebruikt, maximaal te sorteren aan de bron. Alle resultaten in cijfers in de gemeenten die werken volgens dit principe tonen aan dat 'diftar werkt'. Inwoners worden aangespoord om hun afval te voorkomen en selectief aan te bieden.

Door de invoering van de containers voor huisvuil valt een groot stuk administratie weg door de dienst omgeving en de dienst financiën omdat er geen huisvuilzakken meer verdeeld worden naar onze handelaars. Ook is er geen stockage meer nodig van de paletten met huisvuilzakken.

Een goede verhouding tussen de tarieven voor de verschillende fracties zoals het gft, pmd, huisvuil en grofvuil is noodzakelijk om een correcte sortering te stimuleren.

De retributie voor huisvuil en gft omvat drie parameters:

1)      maandelijks gebruiksrecht van de containers: volgens het volume van de container

Het gebruiksrecht zorgt ervoor dat elk aansluitpunt, dat gebruikt maakt van een container met chip, bijdraagt in een deel van de vaste kosten van de dienstverlening.

2)      ledigingskost per aanbieding: volgens het volume van de container

De ledigingskost zorgt ervoor dat de inwoners de container niet elke keer aanbieden als er nauwelijks afval in zit, maar toch regelmatig genoeg om de kwaliteit van het afval te waarborgen en geurhinder te voorkomen.

3)      verwerkingskost per kg : volgens de aangeboden hoeveelheid,

De verwerkingskost per kg huisvuil en per kg gft zorgt ervoor dat de inwoners op een bewuste manier omgaan met hun afval.

Voor de papiercontainers wordt enkel een gebruiksrecht aangerekend.

De 3 parameters zijn niet gerelateerd aan de kosten voor de gemeente, maar het is de bedoeling dat de retributies voor het huisvuil de totale kosten voor inzameling, verwerking en organisatie dekken. Voor gft wordt een gedeeltelijke dekking van de kosten vooropgesteld. Door een goede onderlinge verhouding sturen de retributies tevens het sorteergedrag van de inwoners.

Een jaarlijkse bijsturing van de retributies is aangewezen om de algemene kostenstijging te volgen en de verhouding inkomsten/kosten in balans te houden.

De voorkeurstarieven en de jaarlijkse aanpassing aan de gezondheidsindex werden goedgekeurd door het adviescomité milieu op 16 oktober 2019 en de raad van bestuur van IGEAN op 23 oktober 2019.

Het is de bedoeling in alle gemeenten van het samenwerkingsgebied van IGEAN milieu & veiligheid eenzelfde retributie- en diftarsysteem toe te passen.

Hierdoor worden de tarieven door de inwoners als eerlijker ervaren en kan afvaltoerisme vermeden worden.

De retributies verder zullen geïnd worden via het voorschottensysteem waarvan de gebruikte dienstverlening zal afgehouden worden.

De voorschotten moeten worden betaald op een rekening van de gemeente.

Door een administratieve vergetelheid werd de retributie voor het ophalen aan huis van grofvuil en de retributie voor de verkoop van pmd-zakken niet opgenomen in het besluit dat is goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 oktober 2020. Dit besluit omvat alle recipiënten die kunnen aangeboden worden voor huis-aan-huis ophaling via het intergemeentelijk samenwerkingsverband van Igean.

 

Financiële gevolgen:

Omschrijving:

Afvalbeheer

Actie:

Organiseren van afvalbeheer van individuele burgers - aankoop containers

Ramingnummer:

RA001192

Uitgave:

€ 237.000 incl. BTW voor de levering en verdeling van containers

huisvuil

€ 65.000 incl. BTW voor de levering en verdeling van containers P&K

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het besluit van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar en voor papier en karton wordt ingetrokken.

 

Art. 2:

Met ingang van 1 mei 2021 legt de gemeenteraad volgende retributie vast voor de inzameling en verwerking van huisvuil en gft via het diftarsysteem en het gebruik van een papiercontainer:

 

40 l

120 l

240 l

1.100 l

gebruiksrecht (€/maand)

0,25

0,90

1,50

7,20

lediging (€/lediging)

0,12

0,30

0,60

3,00

verwerking huisvuil (€/kg)

0,25

0,25

0,25

0,25

verwerking gft (€/kg)

0,10

0,10

0,10

0,10

 

 

120 l

240 l

1000 l

gebruiksrecht papiercontainer (€/maand)

0,25

0,35

3

 

De aanrekening van het gebruiksrecht gebeurt maandelijks. Bij een wisseling van volume in de loop van de maand, zal het maandelijkse bedrag voor het initiële volume aangerekend worden tot het einde van die maand. De volgende maand zal het maandbedrag van het nieuwe volume aangerekend worden.

 

Art. 3:

De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van een aansluitpunt:

-                      de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister,

-                      de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening,

-                      iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent  en die beroep doet op de dienstverlening,

-                      verenigingen, gemeenschapshuizen, openbare en semi-openbare instellingen, enz. die beroep doen op de dienstverlening,

 

Art. 4:

§1. Voorschotbedrag

De retributie wordt betaald met voorschotten. In opdracht van de gemeente wordt er een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd.

Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt beroep doet op de selectieve inzameling van huisvuil of gft, wordt het daarmee samenhangend bedrag van de retributies van het voorschot afgehouden.

§2. Drempelbedrag

Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Dit voorschot kan afwijken van het initiële voorschot en wordt berekend op het geraamde gebruik van de dienstverlening voor het volgende jaar. Het geraamde verbruik is gebaseerd op reële verbruik van het aansluitpunt van de afgelopen periode die minstens uit 3 maanden bestaat.

§3. Minimum bedrag

Als het voorschot onder het minimum bedrag daalt, zal er geen dienstverlening meer zijn totdat er opnieuw een voldoende voorschot betaald werd.

§4. De voorschot-, drempel- en minimumbedragen zijn:

 

huisvuil

40 l

120 l

240 l

1.100 l

voorschotbedrag (€)

30

50

80

350

drempelbedrag (€)

6

8

12

80

minimumbedrag (€)

1,5

3

5

25

 

gft

40 l

120 l

240 l

1.100 l

voorschotbedrag (€)

20

20

-

250

drempelbedrag (€)

6

8

-

80

minimumbedrag (€)

1,5

3

-

25

 

papier & karton

120 l

240 l

1000 l

voorschotbedrag (€)

3

4,2

36

drempelbedrag (€)

1,5

2

8

minimumbedrag (€)

0

0

4

 

Als een aansluitpunt gebruik maakt van meerdere huisvuil- en/of gft- en/of papiercontainers, worden de voorschot-, drempel- en minimumbedragen samengeteld.

 

Art. 5: Tarief omruiling container

De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume na 30 kalenderdagen na de inhuizing van een nieuw aansluitpunt, bedraagt € 15.

 

Art. 6: Tarief plaatsen slot

De retributie voor het leveren en plaatsen van een kantelslot bedraagt € 20. De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume en voor het leveren en plaatsen van een kantelslot worden van het voorschot afgehouden onmiddellijk na de uitvoering van deze opdracht.

 

Art. 7: Eindafrekening

Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.

 

Art. 8:

§1. Als extra stimulans een container te nemen voor gft, kunnen gezinnen welke momenteel geen gft container hebben, deze gratis bestellen tussen 1 januari en 30 april 2021 met gratis levering (normaal is de plaatsingskost € 15) om zo huisvuil en gft gescheiden te kunnen aanbieden

§2. Levering van containers bij niet-particulieren zoals scholen, verenigingen, tweede verblijven, gemeentelijke diensten, ... is mogelijk. Deze aanvragen worden in een aparte lijst doorgegeven aan IGEAN. De gemeentelijke diensten en -scholen krijgen geen aanrekening.

§3. De huisvuilzakken kunnen niet meer gebruikt worden vanaf de invoering van het diftarsysteem. Voor de invoering van het systeem kunnen burgers huisvuilzakken per stuk kopen via gemeentelijke diensten (onthaal en bib). Hebben inwoners nog zakken over kunnen zij deze tot en met 30 juni 2021 binnen brengen bij de gemeente. Het bedrag waarop de inwoner recht heeft na het binnen brengen van de zakken wordt toegevoegd aan het voorschot op de diftarrekening van de bewoner.

§4. Indien het aansluitpunt uitzonderlijk extra huisvuil heeft dat niet in de container past dan kan de bewoner maximaal 3 aanvragen per jaar indienen om maximaal 4 extra zakken bovenop de container aan te bieden conform de retributie zoals vastgelegd is in artikel 2. De aanvraag kan tot 2 werkdagen voor de ophaling aangevraagd worden via het gratis nummer 0800 1 46 46.

 

Art. 9: P+MD-ophaling

§1. Het is verplicht de officiële P+MD-zakken te gebruiken. P+MD dat in andere dan deze recipiënten wordt aangeboden, wordt niet opgehaald.

Het afval moet worden aangeboden in een degelijk gesloten P+MD-zak. Deze dient de dag van de ophaling voor 6 uur of ten vroegste de avond voordien na 19 uur te worden neergezet op een goed bereikbare plaats zonder evenwel een hindernis te vormen voor het verkeer. In ieder geval mag een P+MD-zak niet langer dan 24 uur aan de straatkant staan.

Het niet-reglementair aanbieden van afvalstoffen staat gelijk aan sluikstorten.

§2. De gemeenteraad stelt de retributie vast op € 2,50 voor een rol van 20 P+MD-zakken van 60 liter

§3. De P+MD zakken worden verkocht via de gemeentelijke diensten en via handelaars die dit willen aanbieden aan hun klanten. Deze handelaars kunnen de P+MD-zakken ophalen op de gemeentelijke magazijnen.

 

Art. 10: Huis-aan-huis inzameling van grofvuil op afroep

§1. Tot 1 week voor de ophaaldatum (vermeld op de ophaalkalender) kan er via het aanvraagformulier gemeld worden wat er dient opgehaald te worden. De formulieren zijn te verkrijgen via de gemeentelijke website of e-loket. Ook via de dienst omgeving kunnen deze aangevraagd worden en opnieuw bezorgd tijdens de openingsuren of via omgeving@ranst.be.

§2. De retributie wordt vastgesteld op € 0,20/kg en een forfait per ophaalbeurt van € 25 .

§3. De aanvrager van deze dienstverlening dient de retributie te betalen door middel van overschrijving na ontvangst van de factuur.

 

Art. 11:

De retributies, vermeld in artikel 2, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op twee decimalen.

 

Art. 12:

Bij niet-minnelijke regeling zal de inning bij burgerlijke rechtsvordering gebeuren.

 

Art. 13:

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2019 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor de inzameling en verwerking van gft met diftar en het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2019 met de goedkeuring van de retributies voor het verkoop van de huisvuilzakken worden opgeheven en vervangen door het bovenstaande reglement vanaf 1 mei 2021 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 14:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit reglement is opgeheven en vervangen bij besluit van de gemeenteraad van 15 februari 2021.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

13. Groenonderhoud 2021-2022-2023-2024 - lastvoorwaarden en gunningswijze - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het lastenboek goed voor het groenonderhoud 2021-2022-2023-2024.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, Feiten en context:

Project groenonderhoud 2021-2022-2023-2024 met perceel 1: “groenonderhoud  : algemeen”, perceel 2: “scheren hagen verschillende plaatsen en groenonderhoud GC Den Boomgaard en sporthal Het Loo” en perceel 3: "groenonderhoud: maaien speelplein Van Halmaelelaan”:

 

Juridisch kader:

Artikel 41, 10° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten

Artikel 1 en 2 van het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 houdende de vaststellingen van het begrip ‘dagelijks bestuur’

De uitgaven met een waarde tot 75.000 euro excl. btw van het exploitatiebudget behoren tot het “dagelijks bestuur”.

De uitgaven van het investeringsbudget met een waarde tot en met 50.000 euro excl. btw behoren tot het “dagelijks bestuur”

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen.

 

Financieel gevolgen:

Omschrijving:

Onderhoud wegbeplanting verschillende gemeentelijke wegen en zomerbebloeming

Actie:

Realiseren van een bermbeheer, bosbeheer en landschapsbeheer

Ramingnummer:

RA001273

Uitgave:

€ 361.763,22

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Bijlagen:

lastenboek groenonderhoud 2021-2022-2023-2024.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeenteraad keurt het lastenboek groenonderhoud 2021-2022-2023-2024 met een totale raming van € 361.763,22 btw inclusief 21% voor 4 jaar goed via openbare procedure

 

Art. 2:

Het project wordt gegund via openbare procedure.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

14. Subsidiereglement voor de jeugd - aanpassing - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het aangepaste subsidiereglement jeugd goed

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 16 december 2019 keurde de gemeenteraad het subsidiereglement jeugdverenigingen goed. Daarin werden verschillende subsidies voor de jeugd samengevoegd tot 1 reglement. In titel 1: werkingssubsidies voor jeugdverenigingen drongen zich een aantal wijzigingen op.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.

Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Adviezen:

In de vergadering van 28 november 2020 gaf de themaraad jeugd een positief advies over het voorstel van aanpassing van het subsidiereglement jeugd en in het bijzonder de aanpassingen onder titel 1 werkingssubsidie voor de jeugdverenigingen.

 

Bijkomende motivering:

Om het puntensysteem zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de noden van de verenigingen stelt de jeugddienst voor om volgende aanpassingen door te voeren.

Volgende aanpassingen zijn van toepassing op artikel 3, subsidiëring jeugdbewegingen:

-          Het aantal punten in het jaar dat men vorming volgt wordt teruggebracht naar 3. Voorheen werden er 2 extra punten, bovenop de 2 punten voor begeleider zonder attest, voor uitgedeeld. Hierdoor kreeg een begeleider in het jaar dat hij vorming volgt eenzelfde aantal punten als een begeleider die reeds zijn attest heeft behaald.

-          Tot op heden krijgt een begeleider met een begeleidersattest 4 punten, hier is geen onderscheid welk attest dit is. De jeugddienst stelt voor om 4 punten toe te kennen aan begeleiders met een attest animator en 5 punten aan begeleiders met een attest hoofdanimator of instructeur.

-          Bijkomend wil de jeugddienst 2 punten toekennen voor begeleiders met een geldig EHBO-attest.

-          Voor begeleiders die een vorming volgden die niet leidt tot een brevet worden geen punten meer voorzien in de werkingssubsidie. De kosten hiervan kunnen wel gesubsidieerd worden via de bepalingen onder het hoofdstuk vorming.

-          3 punten voor het inschakelen van een deskundige buitenstaander worden geschrapt. Hier werd door de verengingen geen gebruik van gemaakt.

-          Acties om drempelverlagend te werken worden gestimuleerd. Deze willen we aanmoedigen door 3 punten toe te kennen per actie in plaats van 2.

 

Volgende aanpassingen zijn van toepassing op artikel 4, subsidiëring jeugdhuizen:

-          Bijkomende punten toekennen aan vaste vrijwilligers en leden van tapgroepen. 1 punt per vrijwilliger.

-          Het aantal punten in het jaar dat men vorming volgt wordt teruggebracht naar 3. Voorheen werden er 2 extra punten, bovenop de 2 punten voor begeleider zonder attest, voor uitgedeeld. Hierdoor kreeg een begeleider in het jaar dat hij vorming volgt eenzelfde aantal punten als een begeleider die reeds zijn attest heeft behaald. Verder wordt er voor de jeugdhuizen geen onderscheid gemaakt tussen attest animator, hoofdanimator of instructeur. Dit omdat de begeleidende rol in een jeugdhuis minder van toepassing is dan in een jeugdbeweging.

-          Het toekennen van punten voor openingsuren zal worden berekend op basis van de openingsuren in een standaard week in plaats van het aantal openingsdagen op jaarbasis.

-          Ook hier worden acties om drempelverlagend te werken gestimuleerd. Deze willen we aanmoedigen door 3 punten toe te kennen per actie in plaats van 2.

 

Bijlage:

Verslag jeugdraad

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderstaande bepalingen.

 

Art. 2

De gemeenteraad keurt het reglement subsidie voor de jeugd goed als volgt. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021 en geldt tot 31 december 2025.

 

TITEL 1: Werkingssubsidie voor de jeugdverenigingen

 

Art. 1: algemeen

§1. Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de betoelaging van de erkende Ranstse jeugdverenigingen op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het budget volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

§2. Het bedrag dat verdeeld wordt onder de jeugdhuizen, wordt bekomen door het begrote subsidiebedrag te delen door het aantal aanvaarde aanvragen en vervolgens het quotiënt te vermenigvuldigen met het aantal jeugdhuizen dat een aanvaarde subsidieaanvraag indiende. Het resterende bedrag wordt verdeeld onder de jeugdbewegingen.

 

Art. 2: definities

In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis:

-          Lid van een jeugdvereniging:

Iemand wordt als lid van een jeugdvereniging beschouwd, wanneer hij opgenomen is in de verzekeringspolis van de vereniging en in de ledenlijst van de vereniging

-          Jeugdvereniging:
De overkoepelende benaming voor jeugdbewegingen en jeugdhuizen.

-          Jeugdbeweging:
Alle groeperingen die een aanbod aanreiken georganiseerd door en voor kinderen en  jongeren.

-          Jeugdhuis:
Locatie of organisatie die een ontmoetings-,  experimenteer- of ontspanningsruimte aanbiedt voor jongeren.

 

Art. 3: subsidiëring jeugdbewegingen

De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.

De punten worden toegekend per werkjaar van 1 september tot en met 31 augustus aan de hand van de volgende normen:

Basissubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen):

Ledenaantal

 

Per lid

1 punt

Begeleiding

 

Per begeleider zonder attest begeleider

2 punten

Per begeleider in het jaar dat hij vorming volgde die leidt tot een attest begeleider

3 punten

Per begeleider met attest animator

4 punten

Per begeleider met een attest hoofdanimator of instructeur

5 punten

Per begeleider met een geldig EHBO-attest

2 punten extra

 

Aanvullende subsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen)

op basis van het aantal actieve weken per jaar: per werkjaar worden de weken opgeteld waarin een activiteit binnen de jeugdbeweging wordt georganiseerd.

 

Per actieve week

5 punten

Uitgave van een (digitaal) ledenblad (inclusief kampboekje)

Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.

10 punten

Per actie om de drempel voor kansengroepen te verlagen

3 punten

Kamp: per deelnemend lid per kampdag

Enkel voor zomerkampen met een minimum duurtijd van 4 dagen en een maximum van 15 aaneensluitende dagen (voor- en nawacht op kamp zijn inbegrepen)

1 punt

 

 

Art. 4: subsidiëring jeugdhuizen

De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.

Subsidie voor begeleiding ( =1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):

per vaste vrijwilliger/ lid van een tapgroep

1 punt

per lid van de raad van bestuur (geen attest - max. 15 personen)

2 punten

per lid van de Raad van Bestuur in het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een attest

3 punten

per lid van de raad van bestuur met attest begeleider

4 punten

 

Aanvullende subsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):

Per openingsuur op weekbasis

1 punt

Per activiteit van sociaal-culturele aard

10 punten

Per fuif in eigen organisatie

5 punten

Per deskundige buitenstaander (vb workshopbegeleider) per niet-commerciële activiteit waarbij hij betrokken is

3 punten

Uitgave van een (digitaal) ledenblad

Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.

10 punten

Per actie om de drempel voor kansengroepen te verlagen

3 punten

 

TITEL 2: Subsidiereglement voor de vorming van de jeugd

 

Art. 5: definitie

§1. Vormingssubsidie wordt verleend aan jongeren die een vorming jeugdwerk volgen.

Deze subsidie kan wordt toegekend aan wie een vorming volgt die zich richt op het begeleiden van kinderen en jongeren en als dusdanig erkend is door de Vlaamse Gemeenschap als kadervorming. Vorming die georganiseerd wordt door een provinciebestuur is eveneens subsidieerbaar.

§2. Jongeren van 15 tot en met 25 jaar kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie indien zij als begeleider betrokken zijn bij een Ranstse erkende jeugdvereniging of bij een jeugdwerking ingericht door het gemeentebestuur. Indien niet woonachtig in de gemeente mag er geen aanvraag tot terugbetaling zijn gedaan in de eigen gemeente.

 

Art. 6: vormingssubsidie

De vormingssubsidie bedraagt maximum 75% van het betaalde vormingsgeld.

De minimumkost voor een vorming om in aanmerking te komen voor een vormingssubsidie is € 25  met een plafond van € 125.

Wanneer de beschikbare kredieten ontoereikend zijn wordt het percentage (75%) verminderd voor alle begunstigden van het betrokken jaar, zodat ze evenredig verdeeld worden.

 

Art. 7: aanvraagprocedure

§1. De aanvragen tot het bekomen van de subsidie dienen ten laatste op 1 maart van het jaar volgend op het jaar dat de vorming is gevolgd, overgemaakt te worden aan de jeugddienst door middel van een kopie van het attest of van een bewijs van de inrichters van de gevolgde vorming. Hierop is eveneens het bedrag van het betaalde vormingsgeld vermeld, evenals de plaats en data, waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het onderwerp van de vorming.

§2. Alle gevolgde vormingen van één jaar worden verzameld en na 1 maart van het jaar volgend op het vormingsjaar uitbetaald.

 

TITEL 3: Klimaatsubsidie voor jeugdverenigingen

 

Art. 8: definitie

De klimaatsubsidie is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende Ranstse jeugdverenigingen voor de door hen genomen klimaatmaatregelen.

 

Art. 9: klimaatsubsidie

§1. De subsidie wordt bepaald door het totale begrote bedrag te delen door het totaal aantal erkende jeugdverenigingen die in het voorgaande jaar het ondertekende klimaatcharter zoals overeengekomen uitgevoerd hebben.

Dit klimaatcharter bevat innoverende klimaatacties en wordt jaarlijks geëvalueerd door de jeugdverenigingen in overleg met de gemeentelijke milieu- en jeugddiensten.

§2. Als overgangsmaatregel worden de klimaatsubsidies in 2020 gelijkmatig verdeeld over de jeugdverenigingen die in 2020 het charter ondertekenden.

 

Art. 10:

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de uitbetaling van de klimaatsubsidies aan de Ranstse erkende jeugdverenigingen. Dit binnen de perken van het budget.

 

TITEL 4: Kampvervoer

 

Art. 11: definities

Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:

-          de vereniging: elke vereniging van Ranst die erkend is conform de bepalingen van het reglement ter erkenningen van verenigingen met een jeugdwerking, inclusief jeugdverenigingen

-          vervoerssubsidie: een gemeentelijke subsidie om onkosten van vervoer van materiaal, die verband houden met de organisatie van het kamp, te vergoeden;

 

Art. 12: vervoersubsidies

§1. Binnen de perken van het jaarlijks in het gemeentelijk exploitatiebudget voorziene krediet, hebben de verenigingen die een kamp organiseren, recht op vervoerssubsidies.

§2. Het jaarlijks in het gemeentelijke exploitatiebudget voorziene budget wordt pro rata over het aantal erkende aanvragen voor vervoerssubsidies verdeeld.

§3. De kampplaats moet gelegen zijn binnen een geografische cirkel met Ranst als middelpunt en met een maximum straal van 450 kilometer.

§4. Het kamp moet een minimum duurtijd van vier dagen hebben.

 

Art. 13: aanvraag procedure

§1. Een erkende jeugdvereniging of vereniging met jeugdwerking kan slechts één aanvraag indienen per kamp met een maximum van 2 per kalenderjaar.

§2. De aanvraag moet uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan het kamp van het lopende kalenderjaar worden ingediend bij de jeugddienst.

§3. Bij de aanvraag van een subsidie voor kampvervoer dienen de volgende gegevens gevoegd te worden:

-          tijdstip van het kamp

-          plaats van het kamp

-          duur van het kamp

-          offerte van het vervoer

§4. Minimaal één maand voorafgaand aan het kamp beslist het college van burgemeester en schepenen over de toekenning van de subsidie aan de hand van de offerte voor een rechtsgeldige aanvraag.

§5. Op expliciete vraag kan het college van burgemeester en schepenen na de goedkeuring van de aanvraag 50% van de subsidie uitkeren als voorschot.

§6. Het saldo wordt uitbetaald na voorlegging van de facturen van het vervoer. De uitgekeerde tussenkomst kan nooit groter zijn dan de werkelijk betaalde vervoerskosten.

 

Art. 14:

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen om controle uit te oefenen op de aanvragen voor vervoersubsidie, waarvoor een subsidie toegekend is.

Het verstrekken van onvolledige of onjuiste gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering door het gemeentebestuur van het geheel of een deel van de toegekende subsidie, of door uitsluiting van verdere subsidiëring.

 

Art. 3:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

15. Reglement voor de erkenning van verenigingen in Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement voor de erkenning van verenigingen in Ranst goed

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het reglement voor de erkenning van verenigingen in Ranst.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

Aan het besluit van 16 december 2019 wordt een passage toegevoegd die de erkenning van politieke verenigingen regelt op een manier dat er daarvoor niet telkens een aantal documenten moeten ingediend worden.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeente Ranst erkent met ingang van 1 januari 2021 en volgens de modaliteiten van dit reglement verenigingen als 'erkende vereniging van Ranst'.

 

Art. 2: definitie

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

-          vereniging: een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, feitelijk of in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst- of handelsoogmerk;

-          maatschappelijke zetel: het adres waarop de rechtspersoon zijn zetel heeft of waar de feitelijke vereniging het merendeel van haar activiteiten uitvoert

-          specifieke subsidies: subsidies die enkel betrekking hebben op de verenigingen zoals daarvoor gemeld.

Een vereniging kan maar in één categorie worden ingedeeld en eventueel de daarbij behorende subsidies aanvragen.

 

Art. 3:

Erkende verenigingen van Ranst komen in aanmerking voor:

-          subsidiëring mits voldaan wordt aan de betreffende reglementen met uitzondering van politieke partijen, vakbonden en buurtverenigingen

-          de huur van het gemeentelijk domein De Moervelden

-          een voordeeltarief bij de huur van gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur

-          de huur van de refters en speelplaatsen van de gemeentelijke scholen

-          gebruik van de provinciale uitleendienst in Malle

 

Art. 4: voorwaarden

Om voor erkenning in aanmerking te komen dient de vereniging aan te tonen dat zij voldoet aan de volgende voorwaarden:

-          de maatschappelijke zetel bevindt zich op grondgebied van Ranst

-          een open vereniging zijn, m.a.w. iedereen kan lid worden van de vereniging op voorwaarde dat hij/ zij de waarden en normen, de reglementen en de doelstellingen van de vereniging eerbiedigt

-          een autonoom bestuur hebben met minstens 3 verschillende functiehouders, bv. voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester, secretaris

-          over minstens 10 leden beschikken

-          een aparte rekening hebben op naam van de vereniging

-          gedurende minstens 1 jaar een actieve werking kunnen aantonen en minstens 1 maal per jaar activiteiten organiseren.

 

Art. 5: categorieën

Verenigingen kunnen ingedeeld worden in een van de volgende categorieën:

-          Armoedevereniging
Een vereniging die als voornaamste doelstelling heeft het sensibiliseren rond armoede, hulp bieden voor mensen in armoede of mensen in armoede aan het woord laten.

-          Buurtvereniging:
Een vereniging met als primaire doelstellingen het bevorderen van verbondenheid tussen buurtbewoners en van het algemeen welzijn en de woonkwaliteit van een buurt.

-          Jeugdvereniging:  een vereniging met als primaire focus jongeren.

-          Natuur- en milieuvereniging:

Een vereniging die de bevolking en bepaalde doelgroepen laat kennismaken met de natuur, milieu, energie of duurzame ontwikkeling, wiens activiteiten de bevolking of doelgroepen inzicht doen krijgen in complexe milieuproblemen en in de aanwezige fauna of die ijvert voor een duurzame en gezonde leefomgeving met respect voor duurzaam energiebeheer, duurzame bouwmaterialen en dergelijke

-          Vereniging voor ontwikkelingssamenwerking:

Een vereniging die zich engageert om gelijke kansen in Noord en Zuid te bevorderen en zorgt voor initiatieven en ideeën om solidariteit te versterken.

-          Politieke vereniging: zie artikel 11

-          Seniorenvereniging: een vereniging met als primaire focus medioren of senioren.

-          Socio-culturele vereniging: een vereniging met als primaire doelstelling kunstbeoefening of sociaal-cultureel werk, cultuurspreidende en toeristische verenigingen, themaverenigingen en hobbyclubs, erfgoedverenigingen.

-          Sportvereniging: een vereniging met als primaire doelstelling de beoefening van sport, de activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke en/of de geestelijke inspanning centraal staat.

 

Art. 6: aanvraagprocedure

§1. De vereniging vraagt de erkenning aan bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat beschikbaar is op www.ranst.be of bij de bevoegde diensten. In voorbereiding van de erkenning kan de administratie bijkomende documenten opvragen die nuttig zijn om te oordelen of de vereniging aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.

§2. Het college van burgemeester en schepenen legt de aanvraag ter advies voor aan de bevoegde gemeentelijke raad en beslist over de erkenning. Indien aan 1 van de bovenvermelde voorwaarden niet wordt voldaan, dan kan de bevoegde gemeentelijke raad in een gemotiveerd advies voorstellen om af te wijken van de criteria. Na dit advies beslist het college van burgemeester en schepenen over het al dan niet erkennen van een vereniging.

§3. Het college van burgemeester en schepenen brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing, met een motivatie en maakt de erkende vereniging bekend via de gemeentelijke website.

 

Art. 7: duur van de erkenning

De erkenning als Ranstse vereniging geldt principieel zolang de vereniging voldoet aan het vigerende erkenningsreglement. De vereniging brengt het gemeentebestuur zelf op de hoogte van zodra er zich een wijziging voordoet die een impact heeft op de erkenningsvoorwaarden.

 

Art.10: intrekking

Het college van burgemeester en schepenen beslist over de intrekking van de erkenning van de

vereniging na advies van de bevoegde gemeentelijke raad en brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing met een motivatie.

 

Art.11: Politieke verenigingen

Politieke partijen die minstens 1 verkozene hebben in de gemeenteraad worden automatisch erkend vanaf de installatievergadering van de gemeenteraad waarin zij verkozen werden en dit voor de periode dat hun fractie vertegenwoordigd is in de gemeenteraad. Zij komen niet in aanmerking voor een subsidie.

 

Art. 12:

§1. Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2021 voor onbepaalde duur.

§2. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 over de erkenning van verenigingen wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020 en vervangen door bovenstaand reglement.

 

Art. 13:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het

decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2021
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

16. Tijdelijke extra opvang asielzoekers - interpellatie Vlaams Belang

 

Omschrijving:

De interpellatie van het gemeenteraadslid Christel Engelen (Vlaams Belang) over de tijdelijke opvang van asielzoekers in het asielcentrum en het antwoord van de burgemeester, Johan De Ryck (N-VA) dat de containers noodzakelijk zijn om de bewoners van het opvangcentrum te kunnen afzonderen wanneer er zich een besmetting voordoet enerzijds en anderzijds om een betere spreiding te kunnen garanderen in het kader van de covid 19 maatregelen.

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Interpellatie extra tijdelijke opvang asielcentrum - Vlaams Belang.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

17. Organisatie sociale huisvestingsmaatschappijen - interpellatie CD&V/WIJ

 

Omschrijving:

De interpellatie van het gemeenteraadslid Tine Muyshondt (CD&V/WIJ) over de reorganisatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen en het antwoord van de burgemeester Johan De Ryck (N-VA)

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Organisatie sociale huisvestingsmaatschappijen.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

18. Bewonersvergadering Abelebaan - interpellatie CD&V/WIJ

 

Omschrijving:

De vraag van het gemeenteraadslid, Fernand Bossaerts (CD&V/WIJ) over de bewonersvergadering voor de Abelebaan met het aantal inschrijvingen, op welke locatie die vergadering is doorgegaan, hoeveel mensen waren ingeschreven en hoeveel waren er aanwezig op deze vergadering en hoe de plannen rond de Abelebaan verder zullen verlopen en op welke manier de gemeenteraad eventueel betrokken zal worden in dit dossier. De schepen van omgeving Luc Redig (Groen) antwoordt dat er door technische problemen de opnames waren verstoord maar dat er een volledig neergeschreven verslag is doorgeschreven een week na de vergadering. Voor de eerste 3 vragen verwijst de schepen naar dat verslag dat ook gepubliceerd is op het intranet. Aangaande vraag 4 zal er met een proefopstelling gewerkt worden. De bedoeling blijft om een veilige oost-west fietsverbinding te maken, als alternatief voor de ‘fietspaden’ langs de N116.

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Bewonersvergadering Abelebaan - interpellatie CD&VWIJ.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

19. Knip Maas en Moor - interpellatie CD&V/WIJ

 

Omschrijving:

De interpellatie van het gemeenteraadslid Fernand Bossaerts (CD&V/WIJ) rond het beslissingsproces van de knip van Maas en Moor en het antwoord van schepen Luc Redig (Groen).

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Knip Maas en Moor - interpellatie CD&VWIJ.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

20. Kanaalzone Oelegem - standpunt bestuur - interpellatie Lode Hofmans (onafhankelijk)

 

Omschrijving:

De vraag van het gemeenteraadslid Lode Hofmans (onafhankelijk) naar het standpunt van het bestuur over de Kanaalzone in Oelegem en het antwoord van de schepen van omgeving, Luc Redig (Groen). De knip van Maas en Moor is besproken in de commissie mobiliteit en openbare werken (CMOW) van 15 oktober 2019. Het verslag hiervan is op 17 oktober 2019 in het college geweest en bevestigd. Deze werking werd in het verleden m.b.t. het aanbrengen van wegmarkeringen, plaatsen van paaltjes, … altijd gehanteerd. In de Gemeenteraadscommissie van 22 juni 2020 werd de knip ook aangehaald en besproken bij het bespreken van de omleiding van het zwaar verkeer in Broechem. Er waren rond dit punt geen opmerkingen.

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Interpellatie L.Hofmans - Kanaalzone.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 21 december 2020

 

 

21. Toekomstvisie politiekazerne en administratief centrum - interpellatie Roel Vermeesch (onafhankelijk)

 

Omschrijving:

De vraag van Roel Vermeesch (onafhankelijk) over de toekomstvisie van het bestuur over de politiekazerne en administratieve diensten. De burgemeester Johan De Ryck ,(N-VA) antwoordt dat dit gemeentebestuur de invulling anders ziet waarbij alle gemeentelijke diensten moeten samengebracht worden op één plaats namelijk de Van den Nestlaan. Dat is de toekomstvisie van dit bestuur en daar zullen wij verder aan werken. Vermits de personeelsleden van de technische dienst en van de dienst omgeving eind januari verhuizen naar de Van den Nestlaan komt 1/3 van het huidige gemeentehuis leeg te staan en werd er besloten om deze vrije ruimte te verhuren aan de politie die al jaren vragende partij is voor meer en comfortabele ruimte.

 

Publicatiedatum: 20/01/2021
Punt bijlagen/links Interpellatie R. Vermeesch - toekomstvisie administratief centrum en politiekazerne.pdf Download