Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Luc Redig Johan De Ryck Stefanie Gijsels Erik Fossez Erika Eeckhout Raf Serneels Leen Baeten Frans Marivoet Jan Dillen Guido Wittocx John Oliviers Joris Van Camp Zoe Helsen Annelies Creten An Willems Bart Goris Tine Muyshondt Hilde Goris Patrick Vandervaeren Lode Hofmans Roel Vermeesch Sonja De Pooter Christel Engelen Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2020 van het gedeelte OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - december 2020 zoals opgenomen in bijlage.
Art. 2:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - december 2020 zoals opgenomen in bijlage in zijn geheel goed.
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de bijdrage van € 220.007 als investeringstoelage en de bijdrage van € 630.912 als exploitatiebijdrage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2021.
Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Annelies Creten Patrick Vandervaeren Frans Marivoet Christel Engelen Leen Baeten Roel Vermeesch Lode Hofmans Joris Van Camp Erik Fossez An Willems John Oliviers Raf Serneels Sonja De Pooter Stefanie Gijsels Zoe Helsen Johan De Ryck Jan Dillen Guido Wittocx Luc Redig Fernand Bossaerts Tine Muyshondt Hilde Goris Bart Goris aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 4 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de toelage van 2.328.425 euro aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2021.
Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Jan Dillen An Willems Stefanie Gijsels Leen Baeten Erika Eeckhout Johan De Ryck Luc Redig Erik Fossez Annelies Creten Frans Marivoet Guido Wittocx Joris Van Camp Zoe Helsen Raf Serneels John Oliviers Roel Vermeesch Christel Engelen Patrick Vandervaeren Bart Goris Hilde Goris Tine Muyshondt Sonja De Pooter Lode Hofmans Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 9 Goedgekeurd
Art. 1
Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken.
Art. 2:
§1. De gemeenteraad keurt de nieuwe tariefstructuur voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en – vergoeding van het afvalwater, waarbij voor de huishoudelijke verbruikers het basistarief wordt bepaald met ingang van 1 januari 2021.
Dit tarief is vanaf 1 januari 2021, jaarlijks aan te passen aan het maximum zoals dit in de wetgeving is opgenomen of m.a.w. 1,4 keer het bovengemeentelijk tarief:
- Basistarief 1,3968 €/m³: (excl. 6% BTW )
- Comforttarief (gekoppeld aan basistarief) 2,7936 €/m³: (excl. 6% BTW )
- Vlak tarief 1,5826 €/m³ (excl. 6% BTW )
§2. De gemeenteraad stelt de tarieven over de individuele saneringsbijdrage en –vergoeding gelijk aan de som van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding en het corresponderende tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding.
Art. 3:
Deze verordening gaat van kracht op 1 januari 2021.
Art. 4:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Art. 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2/2020 van het Kerkbestuur Sint-Gummarus Emblem.
Art. 2:
Zowel het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek als het erkend representatief orgaan, nl. het Bisdom Antwerpen worden in kennis gesteld van de kennisname.
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 16 november 2020 goed.
Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Jan Dillen Patrick Vandervaeren Erika Eeckhout Raf Serneels Joris Van Camp John Oliviers Erik Fossez Christel Engelen Luc Redig Annelies Creten Leen Baeten An Willems Stefanie Gijsels Johan De Ryck Frans Marivoet Guido Wittocx Zoe Helsen Tine Muyshondt Lode Hofmans Sonja De Pooter Hilde Goris Bart Goris Roel Vermeesch Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad gaat akkoord met het aanstellen van de intergemeentelijke aanwijzend schatter van Igean tot aanwijzend schatter van de gemeente Ranst.
Art. 2:
De gemeenteraad neemt kennis van de samenwerkingsovereenkomst tussen Igean en de gemeente Ranst, Stabroek, Zwijndrecht en Boechout, inclusief de kostenraming en de verdeling van het saldo over alle deelnemende gemeenten en keurt deze goed.
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst in bijlage goed tussen de gemeente Ranst - de Vlaamse Milieumaatschappij en de Vlaamse Waterweg rond de aankoop van de vier percelen langs de Bollaakdijk te Ranst in functie van het project het hermeanderen van de kleine Netevallei waarbij onder de opschortende voorwaarde dat enerzijds de projectsubsidie Natte Natuur door de dienst Omgeving van de Vlaamse regering wordt toegekend en anderzijds dat de Vlaamse Milieumaatschappij de realisatie van het project binnen de voorgestelde termijnen realiseert zodat de gemeente de gronden die de Vlaamse Waterweg verwerft via het voorkooprecht overkoopt voor de realisatie van het project.
Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts An Willems Hilde Goris Zoe Helsen Jan Dillen Frans Marivoet John Oliviers Guido Wittocx Raf Serneels Bart Goris Johan De Ryck Erik Fossez Sonja De Pooter Joris Van Camp Annelies Creten Stefanie Gijsels Erika Eeckhout Leen Baeten Luc Redig Lode Hofmans Tine Muyshondt Fernand Bossaerts Roel Vermeesch Patrick Vandervaeren Christel Engelen aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
Er wordt vanaf 1 januari 2021 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Ranst.
Art. 2:
Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.
Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.
Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.
Art. 3:
De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.
Art. 4:
De belasting wordt vastgesteld op € 0,02 per exemplaar met een minimum van € 100 per verspreiding.
Art. 5:
De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:
- publicaties van publiekrechtelijke rechtspersonen
- publicaties van socio-culturele en sportverenigingen
- publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden
Art. 6:
De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever.
Indien de verantwoordelijke uitgever niet gekend is of indien de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting solidair in afnemende volgorde verschuldigd door de genieter wiens naam, logo of embleem het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product draagt, de opdrachtgever van de verdeler of de verdeler van het niet-geadresseerd drukwerk of gelijkgesteld product.
Indien de verantwoordelijke uitgever een natuurlijk persoon is met als adresgegevens de maatschappelijke zetel of vestigingszetel van een rechtspersoon, wordt de rechtspersoon geacht de verantwoordelijke uitgever te zijn”.
Art. 7:
De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen uiterlijk 14 dagen na de datum van de verspreiding van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag.
Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of daarmee gelijkgesteld product en vermeldt de oplage en de datum van de verspreiding.
Art. 8:
Bij gebrek van aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 100% van de verschuldigde belasting.
Art. 9:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10:
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.
Art. 11:
Dit reglement gaat in voege vanaf 1 januari 2021 en vervangt de beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 wordt vanaf 1 januari 2021 opgeheven.
Art. 12:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Wim Van der Schoot Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Sonja De Pooter Patrick Vandervaeren Johan De Ryck Raf Serneels Hilde Goris Bart Goris Tine Muyshondt Guido Wittocx Frans Marivoet Leen Baeten Lode Hofmans Annelies Creten Zoe Helsen Luc Redig Christel Engelen Erika Eeckhout An Willems Joris Van Camp Erik Fossez Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Jan Dillen John Oliviers Fernand Bossaerts Hilde Goris Christel Engelen Raf Serneels Erik Fossez Zoe Helsen Fernand Bossaerts Guido Wittocx Tine Muyshondt Annelies Creten Leen Baeten Erika Eeckhout Bart Goris Joris Van Camp Sonja De Pooter Stefanie Gijsels Jan Dillen Johan De Ryck Frans Marivoet Luc Redig John Oliviers Patrick Vandervaeren An Willems Roel Vermeesch Lode Hofmans aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1: Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.
Hoofdstuk I – het leegstandsregister
Art. 2:
De gemeente Ranst houdt het leegstandsregister bij van leegstaande woningen en gebouwen.
Art. 3: Begripsomschrijving van leegstand
Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane omgevingsvergunning, of aktename van een melding.
Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Art. 4:
Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
Art. 5:
In afwijking van artikel 3 en 4 wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 3 respectievelijk artikel 4.
Art. 6: Vaststelling van de leegstand
De leegstand van een woning of van een gebouw (het niet aanwenden in overeenstemming met de functie) wordt vastgesteld door een administratieve akte van leegstand en wordt onder meer beoordeeld aan de hand van minstens één van de volgende objectieve indicaties:
- geen inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning sinds méér dan een jaar
- geen opname in het register van tweede verblijven
- onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde, dichtgemaakte of verzegelde toegang.
- de woning of het gebouw wordt langdurig aangeboden als ‘te huur’ of ‘te koop’
- het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen of een dermate laag gebruik ervan dat gebruik uitgesloten is
- belangrijke glasbreuk, of ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk -niet afsluitbaar buitenschrijnwerk
- zware waterinfiltraties via dak of gevels
- ernstige inpandige vernieling of gedeeltelijke sloping
- uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus
- langdurig neergelaten rolluiken
- storende omgevingsaanleg (afwezigheid of ondeugdelijk onderhoud van tuin of omgeving)
- melding van langdurige leegstand door politie
- de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992
Art. 7:
De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door de omgevingsambtenaar, de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde bevoegde ambtenaren of in intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Art. 8: Kennisgeving van het voornemen te inventariseren
De dienst omgeving stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van een leegstaand gebouw of een leegstaande woning in het leegstandsregister. Bij gebrek aan officiële woonplaats kan de beveiligde zending gebeuren aan de verblijfplaats van de zakelijk gerechtigde, en bij gebrek daaraan aan het te inventariseren pand.
De kennisgeving omvat kopie van de administratieve akte.
Art. 9: Betwisting
Tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister kan beroep worden aangetekend bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 9. Dit beroep wordt per beveiligde zending betekend.
Het beroep wordt gedagtekend en omvat minstens volgende gegevens:
Het beroepschrift is onontvankelijk indien het te laat is ingediend, of met miskenning van de voorschriften van dit artikel, of door een derde die niet de zakelijke gerechtigde of zijn gevolmachtigde is, of indien het niet is ondertekend. Wordt de onontvankelijkheid vastgesteld, dan deelt de inventarisbeheerder dit mee aan de indiener met vermelding dat de beroepsprocedure is beëindigd.
Het beroepschrift is ongegrond, onder meer wanneer de toegang tot een pand, in het kader van een feitenonderzoek, geweigerd of verhinderd wordt.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De inventarisbeheerder betekent de beslissing aan de indiener ervan per beveiligde zending zoals omschreven in artikel 9.
Art. 10: Opname in het register
Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of de betwisting onontvankelijk of ongegrond is, neemt de inventarisbeheerder het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte van leegstand.
Het leegstandsregister bevat volgende vermeldingen:
Art. 11: Schrapping uit het leegstandregister
Een pand wordt geschrapt uit het leegstandsregister op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan de inventarisbeheerder.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 3, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De inventarisbeheerder schrapt het gebouw met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 4. De inventarisbeheerder schrapt de woning met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.
Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister.
Art. 12: meldingen
Bij elke overdracht van een zakelijk recht op een in het leegstandregister opgenomen goed moet de zakelijk gerechtigde uiterlijk één maand nà het verlijden van de notariële akte de overdracht schriftelijk melden aan de inventarisbeheerder. Hij moet minimaal vermelden: de datum van de overdracht, de naam en het adres van de nieuwe verkrijger(s) en de naam en de standplaats van de instrumenterende notaris en de coördinaten van het betrokken onroerend goed.
De zakelijk gerechtigde van een in het leegstandregister opgenomen goed is verplicht om elke kandidaat-koper vooraf te informeren over de opname in het leegstandsregister van de woning en/of gebouw dat hij wil verkopen.
Hoofdstuk II - Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen
Art. 13:
§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.
§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Art. 14:
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
Art. 15:
De belasting bedraagt € 1.000 voor een volledig gebouw of woongelegenheid.
De belasting bedraagt € 100 voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in
artikel 10bis van de Vlaamse Wooncode.
Indien het belastbaar goed een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdubbeld.
Indien het belastbaar goed een derde of meer opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdrievoudigd.
Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt voor de bepaling van de belasting herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Art. 16:
§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de gemeente. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.
§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 19.
§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;
2° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingsjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht.
3° de belastingplichtige wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie rederlijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.
§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning;
6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.
Art.17:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 18:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 19:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 20:
Dit reglement gaat in op 1 januari 2021 en vervangt het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 rond de leegstaande woningen wordt opgeheven vanaf 1 januari 2021.
Art. 21:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit reglement is opgeheven bij besluit van de gemeenteraad van 17 april 2023 vanaf 17 april 2023.
Art. 1:
Het besluit van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar en voor papier en karton wordt ingetrokken.
Art. 2:
Met ingang van 1 mei 2021 legt de gemeenteraad volgende retributie vast voor de inzameling en verwerking van huisvuil en gft via het diftarsysteem en het gebruik van een papiercontainer:
| 40 l | 120 l | 240 l | 1.100 l |
gebruiksrecht (€/maand) | 0,25 | 0,90 | 1,50 | 7,20 |
lediging (€/lediging) | 0,12 | 0,30 | 0,60 | 3,00 |
verwerking huisvuil (€/kg) | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
verwerking gft (€/kg) | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
| 120 l | 240 l | 1000 l |
gebruiksrecht papiercontainer (€/maand) | 0,25 | 0,35 | 3 |
De aanrekening van het gebruiksrecht gebeurt maandelijks. Bij een wisseling van volume in de loop van de maand, zal het maandelijkse bedrag voor het initiële volume aangerekend worden tot het einde van die maand. De volgende maand zal het maandbedrag van het nieuwe volume aangerekend worden.
Art. 3:
De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van een aansluitpunt:
- de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister,
- de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening,
- iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die beroep doet op de dienstverlening,
- verenigingen, gemeenschapshuizen, openbare en semi-openbare instellingen, enz. die beroep doen op de dienstverlening,
Art. 4:
§1. Voorschotbedrag
De retributie wordt betaald met voorschotten. In opdracht van de gemeente wordt er een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd.
Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt beroep doet op de selectieve inzameling van huisvuil of gft, wordt het daarmee samenhangend bedrag van de retributies van het voorschot afgehouden.
§2. Drempelbedrag
Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Dit voorschot kan afwijken van het initiële voorschot en wordt berekend op het geraamde gebruik van de dienstverlening voor het volgende jaar. Het geraamde verbruik is gebaseerd op reële verbruik van het aansluitpunt van de afgelopen periode die minstens uit 3 maanden bestaat.
§3. Minimum bedrag
Als het voorschot onder het minimum bedrag daalt, zal er geen dienstverlening meer zijn totdat er opnieuw een voldoende voorschot betaald werd.
§4. De voorschot-, drempel- en minimumbedragen zijn:
huisvuil | 40 l | 120 l | 240 l | 1.100 l |
voorschotbedrag (€) | 30 | 50 | 80 | 350 |
drempelbedrag (€) | 6 | 8 | 12 | 80 |
minimumbedrag (€) | 1,5 | 3 | 5 | 25 |
gft | 40 l | 120 l | 240 l | 1.100 l |
voorschotbedrag (€) | 20 | 20 | - | 250 |
drempelbedrag (€) | 6 | 8 | - | 80 |
minimumbedrag (€) | 1,5 | 3 | - | 25 |
papier & karton | 120 l | 240 l | 1000 l |
voorschotbedrag (€) | 3 | 4,2 | 36 |
drempelbedrag (€) | 1,5 | 2 | 8 |
minimumbedrag (€) | 0 | 0 | 4 |
Als een aansluitpunt gebruik maakt van meerdere huisvuil- en/of gft- en/of papiercontainers, worden de voorschot-, drempel- en minimumbedragen samengeteld.
Art. 5: Tarief omruiling container
De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume na 30 kalenderdagen na de inhuizing van een nieuw aansluitpunt, bedraagt € 15.
Art. 6: Tarief plaatsen slot
De retributie voor het leveren en plaatsen van een kantelslot bedraagt € 20. De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume en voor het leveren en plaatsen van een kantelslot worden van het voorschot afgehouden onmiddellijk na de uitvoering van deze opdracht.
Art. 7: Eindafrekening
Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.
Art. 8:
§1. Als extra stimulans een container te nemen voor gft, kunnen gezinnen welke momenteel geen gft container hebben, deze gratis bestellen tussen 1 januari en 30 april 2021 met gratis levering (normaal is de plaatsingskost € 15) om zo huisvuil en gft gescheiden te kunnen aanbieden
§2. Levering van containers bij niet-particulieren zoals scholen, verenigingen, tweede verblijven, gemeentelijke diensten, ... is mogelijk. Deze aanvragen worden in een aparte lijst doorgegeven aan IGEAN. De gemeentelijke diensten en -scholen krijgen geen aanrekening.
§3. De huisvuilzakken kunnen niet meer gebruikt worden vanaf de invoering van het diftarsysteem. Voor de invoering van het systeem kunnen burgers huisvuilzakken per stuk kopen via gemeentelijke diensten (onthaal en bib). Hebben inwoners nog zakken over kunnen zij deze tot en met 30 juni 2021 binnen brengen bij de gemeente. Het bedrag waarop de inwoner recht heeft na het binnen brengen van de zakken wordt toegevoegd aan het voorschot op de diftarrekening van de bewoner.
§4. Indien het aansluitpunt uitzonderlijk extra huisvuil heeft dat niet in de container past dan kan de bewoner maximaal 3 aanvragen per jaar indienen om maximaal 4 extra zakken bovenop de container aan te bieden conform de retributie zoals vastgelegd is in artikel 2. De aanvraag kan tot 2 werkdagen voor de ophaling aangevraagd worden via het gratis nummer 0800 1 46 46.
Art. 9: P+MD-ophaling
§1. Het is verplicht de officiële P+MD-zakken te gebruiken. P+MD dat in andere dan deze recipiënten wordt aangeboden, wordt niet opgehaald.
Het afval moet worden aangeboden in een degelijk gesloten P+MD-zak. Deze dient de dag van de ophaling voor 6 uur of ten vroegste de avond voordien na 19 uur te worden neergezet op een goed bereikbare plaats zonder evenwel een hindernis te vormen voor het verkeer. In ieder geval mag een P+MD-zak niet langer dan 24 uur aan de straatkant staan.
Het niet-reglementair aanbieden van afvalstoffen staat gelijk aan sluikstorten.
§2. De gemeenteraad stelt de retributie vast op € 2,50 voor een rol van 20 P+MD-zakken van 60 liter
§3. De P+MD zakken worden verkocht via de gemeentelijke diensten en via handelaars die dit willen aanbieden aan hun klanten. Deze handelaars kunnen de P+MD-zakken ophalen op de gemeentelijke magazijnen.
Art. 10: Huis-aan-huis inzameling van grofvuil op afroep
§1. Tot 1 week voor de ophaaldatum (vermeld op de ophaalkalender) kan er via het aanvraagformulier gemeld worden wat er dient opgehaald te worden. De formulieren zijn te verkrijgen via de gemeentelijke website of e-loket. Ook via de dienst omgeving kunnen deze aangevraagd worden en opnieuw bezorgd tijdens de openingsuren of via omgeving@ranst.be.
§2. De retributie wordt vastgesteld op € 0,20/kg en een forfait per ophaalbeurt van € 25 .
§3. De aanvrager van deze dienstverlening dient de retributie te betalen door middel van overschrijving na ontvangst van de factuur.
Art. 11:
De retributies, vermeld in artikel 2, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op twee decimalen.
Art. 12:
Bij niet-minnelijke regeling zal de inning bij burgerlijke rechtsvordering gebeuren.
Art. 13:
Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2019 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor de inzameling en verwerking van gft met diftar en het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2019 met de goedkeuring van de retributies voor het verkoop van de huisvuilzakken worden opgeheven en vervangen door het bovenstaande reglement vanaf 1 mei 2021 tot en met 31 december 2025.
Art. 14:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit reglement is opgeheven en vervangen bij besluit van de gemeenteraad van 15 februari 2021.
Art. 1:
De gemeenteraad keurt het lastenboek groenonderhoud 2021-2022-2023-2024 met een totale raming van € 361.763,22 btw inclusief 21% voor 4 jaar goed via openbare procedure
Art. 2:
Het project wordt gegund via openbare procedure.
Art. 1:
Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2021 opgeheven en vervangen door onderstaande bepalingen.
Art. 2
De gemeenteraad keurt het reglement subsidie voor de jeugd goed als volgt. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2021 en geldt tot 31 december 2025.
TITEL 1: Werkingssubsidie voor de jeugdverenigingen
Art. 1: algemeen
§1. Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de betoelaging van de erkende Ranstse jeugdverenigingen op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het budget volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.
§2. Het bedrag dat verdeeld wordt onder de jeugdhuizen, wordt bekomen door het begrote subsidiebedrag te delen door het aantal aanvaarde aanvragen en vervolgens het quotiënt te vermenigvuldigen met het aantal jeugdhuizen dat een aanvaarde subsidieaanvraag indiende. Het resterende bedrag wordt verdeeld onder de jeugdbewegingen.
Art. 2: definities
In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis:
- Lid van een jeugdvereniging:
Iemand wordt als lid van een jeugdvereniging beschouwd, wanneer hij opgenomen is in de verzekeringspolis van de vereniging en in de ledenlijst van de vereniging
- Jeugdvereniging:
De overkoepelende benaming voor jeugdbewegingen en jeugdhuizen.
- Jeugdbeweging:
Alle groeperingen die een aanbod aanreiken georganiseerd door en voor kinderen en jongeren.
- Jeugdhuis:
Locatie of organisatie die een ontmoetings-, experimenteer- of ontspanningsruimte aanbiedt voor jongeren.
Art. 3: subsidiëring jeugdbewegingen
De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.
De punten worden toegekend per werkjaar van 1 september tot en met 31 augustus aan de hand van de volgende normen:
Basissubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen):
Ledenaantal |
|
Per lid | 1 punt |
Begeleiding |
|
Per begeleider zonder attest begeleider | 2 punten |
Per begeleider in het jaar dat hij vorming volgde die leidt tot een attest begeleider | 3 punten |
Per begeleider met attest animator | 4 punten |
Per begeleider met een attest hoofdanimator of instructeur | 5 punten |
Per begeleider met een geldig EHBO-attest | 2 punten extra |
Aanvullende subsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen)
op basis van het aantal actieve weken per jaar: per werkjaar worden de weken opgeteld waarin een activiteit binnen de jeugdbeweging wordt georganiseerd.
Per actieve week | 5 punten |
Uitgave van een (digitaal) ledenblad (inclusief kampboekje) Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum. | 10 punten |
Per actie om de drempel voor kansengroepen te verlagen | 3 punten |
Kamp: per deelnemend lid per kampdag Enkel voor zomerkampen met een minimum duurtijd van 4 dagen en een maximum van 15 aaneensluitende dagen (voor- en nawacht op kamp zijn inbegrepen) | 1 punt
|
Art. 4: subsidiëring jeugdhuizen
De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.
Subsidie voor begeleiding ( =1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):
per vaste vrijwilliger/ lid van een tapgroep | 1 punt |
per lid van de raad van bestuur (geen attest - max. 15 personen) | 2 punten |
per lid van de Raad van Bestuur in het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een attest | 3 punten |
per lid van de raad van bestuur met attest begeleider | 4 punten |
Aanvullende subsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):
Per openingsuur op weekbasis | 1 punt |
Per activiteit van sociaal-culturele aard | 10 punten |
Per fuif in eigen organisatie | 5 punten |
Per deskundige buitenstaander (vb workshopbegeleider) per niet-commerciële activiteit waarbij hij betrokken is | 3 punten |
Uitgave van een (digitaal) ledenblad Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum. | 10 punten |
Per actie om de drempel voor kansengroepen te verlagen | 3 punten |
TITEL 2: Subsidiereglement voor de vorming van de jeugd
Art. 5: definitie
§1. Vormingssubsidie wordt verleend aan jongeren die een vorming jeugdwerk volgen.
Deze subsidie kan wordt toegekend aan wie een vorming volgt die zich richt op het begeleiden van kinderen en jongeren en als dusdanig erkend is door de Vlaamse Gemeenschap als kadervorming. Vorming die georganiseerd wordt door een provinciebestuur is eveneens subsidieerbaar.
§2. Jongeren van 15 tot en met 25 jaar kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie indien zij als begeleider betrokken zijn bij een Ranstse erkende jeugdvereniging of bij een jeugdwerking ingericht door het gemeentebestuur. Indien niet woonachtig in de gemeente mag er geen aanvraag tot terugbetaling zijn gedaan in de eigen gemeente.
Art. 6: vormingssubsidie
De vormingssubsidie bedraagt maximum 75% van het betaalde vormingsgeld.
De minimumkost voor een vorming om in aanmerking te komen voor een vormingssubsidie is € 25 met een plafond van € 125.
Wanneer de beschikbare kredieten ontoereikend zijn wordt het percentage (75%) verminderd voor alle begunstigden van het betrokken jaar, zodat ze evenredig verdeeld worden.
Art. 7: aanvraagprocedure
§1. De aanvragen tot het bekomen van de subsidie dienen ten laatste op 1 maart van het jaar volgend op het jaar dat de vorming is gevolgd, overgemaakt te worden aan de jeugddienst door middel van een kopie van het attest of van een bewijs van de inrichters van de gevolgde vorming. Hierop is eveneens het bedrag van het betaalde vormingsgeld vermeld, evenals de plaats en data, waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het onderwerp van de vorming.
§2. Alle gevolgde vormingen van één jaar worden verzameld en na 1 maart van het jaar volgend op het vormingsjaar uitbetaald.
TITEL 3: Klimaatsubsidie voor jeugdverenigingen
Art. 8: definitie
De klimaatsubsidie is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende Ranstse jeugdverenigingen voor de door hen genomen klimaatmaatregelen.
Art. 9: klimaatsubsidie
§1. De subsidie wordt bepaald door het totale begrote bedrag te delen door het totaal aantal erkende jeugdverenigingen die in het voorgaande jaar het ondertekende klimaatcharter zoals overeengekomen uitgevoerd hebben.
Dit klimaatcharter bevat innoverende klimaatacties en wordt jaarlijks geëvalueerd door de jeugdverenigingen in overleg met de gemeentelijke milieu- en jeugddiensten.
§2. Als overgangsmaatregel worden de klimaatsubsidies in 2020 gelijkmatig verdeeld over de jeugdverenigingen die in 2020 het charter ondertekenden.
Art. 10:
Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de uitbetaling van de klimaatsubsidies aan de Ranstse erkende jeugdverenigingen. Dit binnen de perken van het budget.
TITEL 4: Kampvervoer
Art. 11: definities
Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:
- de vereniging: elke vereniging van Ranst die erkend is conform de bepalingen van het reglement ter erkenningen van verenigingen met een jeugdwerking, inclusief jeugdverenigingen
- vervoerssubsidie: een gemeentelijke subsidie om onkosten van vervoer van materiaal, die verband houden met de organisatie van het kamp, te vergoeden;
Art. 12: vervoersubsidies
§1. Binnen de perken van het jaarlijks in het gemeentelijk exploitatiebudget voorziene krediet, hebben de verenigingen die een kamp organiseren, recht op vervoerssubsidies.
§2. Het jaarlijks in het gemeentelijke exploitatiebudget voorziene budget wordt pro rata over het aantal erkende aanvragen voor vervoerssubsidies verdeeld.
§3. De kampplaats moet gelegen zijn binnen een geografische cirkel met Ranst als middelpunt en met een maximum straal van 450 kilometer.
§4. Het kamp moet een minimum duurtijd van vier dagen hebben.
Art. 13: aanvraag procedure
§1. Een erkende jeugdvereniging of vereniging met jeugdwerking kan slechts één aanvraag indienen per kamp met een maximum van 2 per kalenderjaar.
§2. De aanvraag moet uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan het kamp van het lopende kalenderjaar worden ingediend bij de jeugddienst.
§3. Bij de aanvraag van een subsidie voor kampvervoer dienen de volgende gegevens gevoegd te worden:
- tijdstip van het kamp
- plaats van het kamp
- duur van het kamp
- offerte van het vervoer
§4. Minimaal één maand voorafgaand aan het kamp beslist het college van burgemeester en schepenen over de toekenning van de subsidie aan de hand van de offerte voor een rechtsgeldige aanvraag.
§5. Op expliciete vraag kan het college van burgemeester en schepenen na de goedkeuring van de aanvraag 50% van de subsidie uitkeren als voorschot.
§6. Het saldo wordt uitbetaald na voorlegging van de facturen van het vervoer. De uitgekeerde tussenkomst kan nooit groter zijn dan de werkelijk betaalde vervoerskosten.
Art. 14:
Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen om controle uit te oefenen op de aanvragen voor vervoersubsidie, waarvoor een subsidie toegekend is.
Het verstrekken van onvolledige of onjuiste gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering door het gemeentebestuur van het geheel of een deel van de toegekende subsidie, of door uitsluiting van verdere subsidiëring.
Art. 3:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1:
De gemeente Ranst erkent met ingang van 1 januari 2021 en volgens de modaliteiten van dit reglement verenigingen als 'erkende vereniging van Ranst'.
Art. 2: definitie
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- vereniging: een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, feitelijk of in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst- of handelsoogmerk;
- maatschappelijke zetel: het adres waarop de rechtspersoon zijn zetel heeft of waar de feitelijke vereniging het merendeel van haar activiteiten uitvoert
- specifieke subsidies: subsidies die enkel betrekking hebben op de verenigingen zoals daarvoor gemeld.
Een vereniging kan maar in één categorie worden ingedeeld en eventueel de daarbij behorende subsidies aanvragen.
Art. 3:
Erkende verenigingen van Ranst komen in aanmerking voor:
- subsidiëring mits voldaan wordt aan de betreffende reglementen met uitzondering van politieke partijen, vakbonden en buurtverenigingen
- de huur van het gemeentelijk domein De Moervelden
- een voordeeltarief bij de huur van gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur
- de huur van de refters en speelplaatsen van de gemeentelijke scholen
- gebruik van de provinciale uitleendienst in Malle
Art. 4: voorwaarden
Om voor erkenning in aanmerking te komen dient de vereniging aan te tonen dat zij voldoet aan de volgende voorwaarden:
- de maatschappelijke zetel bevindt zich op grondgebied van Ranst
- een open vereniging zijn, m.a.w. iedereen kan lid worden van de vereniging op voorwaarde dat hij/ zij de waarden en normen, de reglementen en de doelstellingen van de vereniging eerbiedigt
- een autonoom bestuur hebben met minstens 3 verschillende functiehouders, bv. voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester, secretaris
- over minstens 10 leden beschikken
- een aparte rekening hebben op naam van de vereniging
- gedurende minstens 1 jaar een actieve werking kunnen aantonen en minstens 1 maal per jaar activiteiten organiseren.
Art. 5: categorieën
Verenigingen kunnen ingedeeld worden in een van de volgende categorieën:
- Armoedevereniging
Een vereniging die als voornaamste doelstelling heeft het sensibiliseren rond armoede, hulp bieden voor mensen in armoede of mensen in armoede aan het woord laten.
- Buurtvereniging:
Een vereniging met als primaire doelstellingen het bevorderen van verbondenheid tussen buurtbewoners en van het algemeen welzijn en de woonkwaliteit van een buurt.
- Jeugdvereniging: een vereniging met als primaire focus jongeren.
- Natuur- en milieuvereniging:
Een vereniging die de bevolking en bepaalde doelgroepen laat kennismaken met de natuur, milieu, energie of duurzame ontwikkeling, wiens activiteiten de bevolking of doelgroepen inzicht doen krijgen in complexe milieuproblemen en in de aanwezige fauna of die ijvert voor een duurzame en gezonde leefomgeving met respect voor duurzaam energiebeheer, duurzame bouwmaterialen en dergelijke
- Vereniging voor ontwikkelingssamenwerking:
Een vereniging die zich engageert om gelijke kansen in Noord en Zuid te bevorderen en zorgt voor initiatieven en ideeën om solidariteit te versterken.
- Politieke vereniging: zie artikel 11
- Seniorenvereniging: een vereniging met als primaire focus medioren of senioren.
- Socio-culturele vereniging: een vereniging met als primaire doelstelling kunstbeoefening of sociaal-cultureel werk, cultuurspreidende en toeristische verenigingen, themaverenigingen en hobbyclubs, erfgoedverenigingen.
- Sportvereniging: een vereniging met als primaire doelstelling de beoefening van sport, de activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke en/of de geestelijke inspanning centraal staat.
Art. 6: aanvraagprocedure
§1. De vereniging vraagt de erkenning aan bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat beschikbaar is op www.ranst.be of bij de bevoegde diensten. In voorbereiding van de erkenning kan de administratie bijkomende documenten opvragen die nuttig zijn om te oordelen of de vereniging aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.
§2. Het college van burgemeester en schepenen legt de aanvraag ter advies voor aan de bevoegde gemeentelijke raad en beslist over de erkenning. Indien aan 1 van de bovenvermelde voorwaarden niet wordt voldaan, dan kan de bevoegde gemeentelijke raad in een gemotiveerd advies voorstellen om af te wijken van de criteria. Na dit advies beslist het college van burgemeester en schepenen over het al dan niet erkennen van een vereniging.
§3. Het college van burgemeester en schepenen brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing, met een motivatie en maakt de erkende vereniging bekend via de gemeentelijke website.
Art. 7: duur van de erkenning
De erkenning als Ranstse vereniging geldt principieel zolang de vereniging voldoet aan het vigerende erkenningsreglement. De vereniging brengt het gemeentebestuur zelf op de hoogte van zodra er zich een wijziging voordoet die een impact heeft op de erkenningsvoorwaarden.
Art.10: intrekking
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de intrekking van de erkenning van de
vereniging na advies van de bevoegde gemeentelijke raad en brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing met een motivatie.
Art.11: Politieke verenigingen
Politieke partijen die minstens 1 verkozene hebben in de gemeenteraad worden automatisch erkend vanaf de installatievergadering van de gemeenteraad waarin zij verkozen werden en dit voor de periode dat hun fractie vertegenwoordigd is in de gemeenteraad. Zij komen niet in aanmerking voor een subsidie.
Art. 12:
§1. Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2021 voor onbepaalde duur.
§2. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 over de erkenning van verenigingen wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020 en vervangen door bovenstaand reglement.
Art. 13:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het
decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.