Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019 om 21:30.

 

Aanwezig:

John Oliviers - voorzitter

Johan De Ryck - burgemeester

Luc Redig, Leen Baeten, Jan Dillen en Annelies Creten - schepenen

Lode Hofmans, Tine Muyshondt, Sonja De Pooter, Frans Marivoet, Christel Engelen, Hilde Goris, Roel Vermeesch, Fernand Bossaerts, An Willems, Guido Wittocx, Erik Fossez, Christel Meeus, Erika Eeckhout, Zoe Helsen, Stefanie Gijsels, Joris Van Camp, Bart Goris, Patrick Vandervaeren en Raf Serneels - gemeenteraadsleden

Wim Van der Schoot - algemeen directeur

schepen Annelies Creten verlaat de vergadering vanaf punt 21.

schepen Annelies Creten vervoegt de vergadering vanaf punt 22.

schepen Jan Dillen verlaat de vergadering vanaf punt 33.

schepen Jan Dillen vervoegt de vergadering vanaf punt 34.

gemeenteraadslid Sonja De Pooter verlaat de vergadering vanaf punt 34.

gemeenteraadslid Sonja De Pooter vervoegt de vergadering vanaf punt 35.

gemeenteraadslid Sonja De Pooter verlaat de vergadering vanaf punt 44.

gemeenteraadslid Sonja De Pooter vervoegt de vergadering vanaf punt 45.

 

De zitting wordt om  geopend.

Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

1. Agenda gemeenteraad - aanpassing - niet-goedkeuring

 

Omschrijving:

Het voorstel van het gemeenteraadslid Christel Meeus (CD&V/WIJ) om de agendapunten punt 11 en 12 te verdagen wegens het ontbreken van het advies van de syndicale organisatie van het BOC. De gemeenteraad keurt de aanpassing van de agenda van de gemeenteraad niet goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De voorzitter van de gemeenteraad heeft de agenda van de gemeenteraad vastgesteld

Het voorstel van het gemeenteraadslid Christel Meeus (CD&V/WIJ) om de agendapunten punt 11 en 12 (respectievelijk 12 en 13) van het arbeidstijdenregelement en de personeelsformatie te verdagen wegens het ontbreken van het advies van de syndicale organisatie van het BOC

 

Juridisch kader:

Artikel 19 en 20 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

De voorzitter is verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van het college van burgemeester en schepenen.

Behalve in spoedeisende gevallen en behalve in geval van toepassing van artikel 6, § 1, wordt de oproeping ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd.

De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de raadsleden gesteld vanaf de verzending van de agenda. Als een raadslid daarom verzoekt, wordt een dossier elektronisch ter beschikking gesteld.

Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de oproeping van de raadsleden wordt verzonden en de wijze waarop het dossier dat op de agenda betrekking heeft, ter beschikking wordt gesteld. Het huishoudelijk reglement kan ook de gezamenlijke oproeping van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn regelen.

De algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden verstrekken aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen over stukken die in het dossier voorkomen. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop die inlichtingen worden verstrekt.

 

Bijkomende motivering:

Het BOC is op vraag van de syndicale organisaties pas op 9 december 2019 bijeengekomen terwijl de oorspronkelijke datum voorzien was op 6 december. Bij de agenda van de gemeenteraad is duidelijk gemeld dat het BOC pas op 9 december kon samenkomen voor een advies over beide aangelegenheden. Dit advies is op maandag 9 december 2019 integraal overgemaakt. De gemeenteraadsleden waren op 6 december - 11 dagen voor de gemeenteraad - op de hoogte van het dossier, inclusief de ontwerp-beslissing met bijlagen. Enkel het (niet-bindend) advies werd pas overgemaakt een uur na het afsluiten van de vergadering op 9 december 2019. Inclusief de dag zelf is dit 8 kalenderdag op voorhand. Zowel de personeelformatie als het arbeidstijdenreglement vinden ingang kunnen geen uitstel dulden vandaar het voorstel om beide punten te behandelen.

 

Besluit met:

5 stemmen voor: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

18 tegen: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Hilde Goris (Open VLD) en Bart Goris (Open VLD)

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van de agenda van de gemeenteraad niet goed.

 

Art. 2:

Het advies van het BOC met het protocol van akkoord van de syndicale organisaties wordt aan het dossier van het arbeidstijdenreglement en aan de personeelsformatie toegevoegd bij twee derde meerderheid conform artikel 23 van het decreet lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

2. Jaarrekening 2018 - goedkeuring gouverneur - aktename

 

Omschrijving:

De gemeenteraad neemt akte van het besluit van mevrouw de gouverneur, C. Berx op 14 oktober 2019 met de goedkeuring van de jaarrekening 2018 van de gemeente Ranst.

 

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

3. Meerjarenplan 2020 - 2025 - deel gemeente - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeente keurt het gedeelte van de gemeente in het meerjarenplan 2020 - 2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Er werd een voorontwerp gemaakt van het meerjarenplan 2020-2025 door de algemeen directeur en de financieel directeur, in overleg met het managementteam en het college van burgemeester en schepenen.
 

Juridisch kader:

Artikel 41  3° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Het vaststellen van de beleidsrapporten is de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Titel IV van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Deze titel beschrijft de procedure voor de vaststelling van het meerjarenplan.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en de beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Dit besluit geeft een overzicht van de diverse beleids- en beheersrapporten die moeten worden opgemaakt en een aantal regels waaraan de boekhouding van de gemeente moet voldoen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018, en latere wijzigingen, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

In dit besluit worden de concrete schema's en rekeningstelsels vastgelegd.

 

Bijlagen:

Ranst - Meerjarenplan 2020 - 2025

Ranst - Meerjarenplan 2020 - 2025 - documentatie

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

5 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

5 onthoudingen: Sonja De Pooter (Open VLD), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Bart Goris (Open VLD) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

De gemeenteraad besluit in uitvoering van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen in de strategische nota de prioritaire actieplannen op te nemen waarbij naar rapportering toe alle actieplannen als prioritair worden beschouwd.

 

Art. 2:

De gemeenteraad besluit in uitvoering van artikel 4 van het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen de samenstelling van de beleidsdomeinen zoals opgenomen in punt 4.4 van de documentatie goed te keuren.

 

Art. 3:

De gemeenteraad keurt het gemeentelijk deel van het meerjarenplan 2020 - 2025 in bijlage goed.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Omgevingsanalyse.pdf Download
Omgevingsanalyse - bijlage 6 - rapport bevolkingsbevraging.pdf Download
Beleidsnota 2020-2025.pdf Download
meerjarenplan 2020 - 2025 documentatie.pdf Download
meerjarenplan 2020 - 2025.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

4. Meerjarenplan 2020 - 2025 - integraal - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het integrale meerjarenplan van gemeente en OCMW 2020 - 2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde het gemeentelijk deel van het meerjarenplan 2020 - 2025 goed in zitting van 16 december 2019.

De raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW keurde het gedeelte van het OCMW van het meerjarenplan 2020 - 2025 goed in zitting van 16 december 2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 41  3° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Het vaststellen van de beleidsrapporten is de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Titel IV van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Deze titel beschrijft de procedure voor de vaststelling van het meerjarenplan.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en de beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Dit besluit geeft een overzicht van de diverse beleids- en beheersrapporten die moeten worden opgemaakt en een aantal regels waaraan de boekhouding van de gemeente moet voldoen.

Ministerieel besluit van 26 juni 2018, en latere wijzigingen, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

In dit besluit worden de concrete schema's en rekeningstelsels vastgelegd.

 

Bijlagen:

Ranst - Meerjarenplan 2020 - 2025

Ranst - Meerjarenplan 2020 - 2025 - documentatie

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

5 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

5 onthoudingen: Sonja De Pooter (Open VLD), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Bart Goris (Open VLD) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2019 van het gedeelte OCMW van het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals opgenomen in bijlage.

 

Art. 2:

De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals opgenomen in bijlage in zijn geheel goed.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links meerjarenplan 2020 - 2025 documentatie.pdf Download
meerjarenplan 2020 - 2025.pdf Download
Beleidsnota 2020-2025.pdf Download
Omgevingsanalyse.pdf Download
Omgevingsanalyse - bijlage 6 - rapport bevolkingsbevraging.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

5. Gemeentelijke dotatie - politiezone Zara 2020 - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de toelage van 2.328.425 euro aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2020

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeente Ranst maakt deel uit van de politiezone Zara.

Het besluit van de politieraad met de goedkeuring van de begroting 2020.

Jaarlijks dient de gemeente een dotatie te betalen aan de politie.

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 met de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Juridisch kader:

Artikel 40 en 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus

In de meergemeentezones wordt de begroting van het lokaal politiekorps goedgekeurd door de politieraad, overeenkomstig de door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, vastgestelde minimale begrotingsnormen.

De begroting van de politiezone komt ten laste van de verschillende gemeenten van de zone en van de federale Staat.

Elke gemeenteraad van de zone stemt de dotatie die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend en die aan de politiezone wordt gestort.

De dotatie wordt in de uitgaven van elke gemeentebegroting ingeschreven.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Dotatie politiezone

Actie:

Bijdragen in de kosten van de politiezone ZARA om haar doelstellingen optimaal te realiseren

Ramingnummer:

RA 000552

Uitgave:

€ 2.328.425

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de toelage van € 2.328.425 aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

6. Gemeentelijke dotatie - Brandweerzone Rand 2020 - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de bijdrage van 581.467 euro als exploitatiebijlage en 213.987 euro als investeringstoelage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 13 november 2019 organiseerde Brandweer Zone Rand een toelichtingsvergadering voor gemeenteraadsleden

De zoneraad keurde in zitting van 29 november 2019 de begroting 2020 goed

Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone

 

Juridisch kader:

Artikel 68 van de wet op de civiele veiligheid van 15 mei 2007

De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting. Zij wordt ten minste in twaalfden uitbetaald.

De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden.

De omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 de overeenkomst goed tussen de prezone Rand en de gemeenten inzake de financiele verdeelsleutel en de daaraan verbonden modaliteiten.

In deze overeenkomst werd bepaald dat de dotatie per gemeente wordt vastgesteld op basis van volgende criteria:

-          75 % inwonersaantal

-          25 % kadastraal inkomen

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Dotatie hulpverleningszone Rand

Actie:

Jaarlijkse exploitatie- en investeringsbijdrage aan de brandweerzone Rand

Ramingnummer:

RA000555 en RA000553

Uitgave:

Investeringstoelage: € 213.987

Exploitatietoelage: € 581.467

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

Begroting 2020 van Brandweer Zone Rand

Motivatienota bij de begroting 2020 van Brandweer Zone Rand

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de bijdrage van € 213.987 als investeringstoelage en de bijdrage van € 581.467 als exploitatiebijdrage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

7. Notulen en zittingsverslag vorige zitting - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 november 2019 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad vergaderde op 18 november 2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 277 §1 en 278§1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278.

De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad worden, na goedkeuring, ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit.

Artikel 32 §1 en §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk

De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk gemeenteraadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.

De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad worden opgemaakt in de vorm van een audio opname van de openbare zitting van de gemeenteraad

 

Bijlagen:

-          ontwerp van de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 18 november 2019, opgemaakt door de algemeen directeur

-          audio-opname van de zitting van de gemeenteraad van 18 november 2019

 

Besluit met:

24 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

1 onthouding: Lode Hofmans (Onafhankelijk)

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 november 2019 goed.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Notulen gemeenteraad 18 november.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

8. Gemeentelijk politiereglement Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het algemeen politiereglement goed. Dit besluit en het reglement werd aangepast door het besluit van de gemeenteraad van 19 april 2021 en 28 juni 2021.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 21 maart 2005 met de goedkeuring van het politiereglement houdende beteugeling van overlast.

Het besluit van de gemeenteraad van 17 oktober 2005 met de goedkeuring van het politiereglement op de voorkoming en bestrijding van geluidshinder.

Het besluit van de gemeenteraad van 20 maart 2006 met de goedkeuring van het politiereglement op de drankgelegenheden, danspartijen, muziekuitvoeringen, variété- en toneelvoorstellingen

Het besluit van de gemeenteraad van 19 mei 2008 met de goedkeuring van het politiereglement inzake het bevestigen van affiches op de gemeentelijke plakpalen te Ranst

De gemeenten moeten, ten behoeve van de inwoners, waken over de openbare orde m.n. de openbare rust, de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, de openbare overlast en de zindelijkheid op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

Het college van burgemeester en schepenen heeft daarom besloten tot de opmaak van een gemeentelijk politiereglement. Dit komt de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid voor de burger ten goede. De overtredingen op bepalingen van het politiereglement kunnen worden gestraft met gemeentelijke administratieve sancties.

Het protocolakkoord afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over de gemengde inbreuken van 6 november 2019

Het protocolakkoord afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over het stilstaan en parkeren van 6 november 2019

De gemeente kan tevens een personeelslid van een samenwerkingsverband opgericht volgens het decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking aanwijzen die belast is met het opleggen van de administratieve geldboetes, verder sanctionerend ambtenaar genoemd. De procureur des Konings heeft hierin advies uitgebracht. Hilde Boydens en Lobke Goormans voldoen aan de gestelde voorwaarden om sanctionerend ambtenaar te zijn en zijn het best geplaatst om deze functie verder uit te oefenen.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikel 119, 119bis, 133, 134 en 135§2 van de De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988

De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de GAS

Het KB van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties

De uitvoeringsbesluiten van de GAS-wet

De Ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014, waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de GAS, ter vervanging van de omzendbrief OOP30bis

De Omzendbrief N. COL 1/2006 – versie 30.01.2014 herzien op 2.07.2014 betreffende de GAS, houdende de opmerkingen en richtlijnen inzake de nieuwe GAS-wet van het College van Procureurs-Generaals bij de Hoven van Beroep

 

Bijkomende motivering:

Het systeem van de gemeentelijke administratieve sancties biedt de gemeenten de mogelijkheid om sneller en efficiënter op te treden tegen de "kleine criminaliteit" en openbare overlast op hun grondgebied. Bovendien biedt het systeem van de administratieve sancties de mogelijkheid om het gevoel van straffeloosheid bij de bevolking, de politiediensten, bij de dader en bij het slachtoffer van de overtreding tegen te gaan.

In het gemeentelijk politiereglement staan duidelijke regels waarmee men paal en perk wil stellen aan allerlei gedragingen die openbare overlast veroorzaken: nalatigheden, verloedering, bevuiling, lawaai... Als je één van de regels uit GAS overtreedt, riskeer je een administratieve geldboete. Die kan oplopen tot 350 euro. Daarnaast zijn er nog andere administratieve sancties mogelijk zoals de schorsing of intrekking van een door de gemeente afgegeven toestemming of vergunning of de sluiting van een inrichting.

De politie en hiervoor speciaal aangestelde personen stellen de overtredingen vast. Enkele ambtenaren van de provincie, die daartoe werden aangeduid door de gemeenteraad, leggen de administratieve boete op. De tussenkomst van het parket of van de politierechtbank is dus niet meer nodig. Schorsing of intrekking van een toelating of vergunning afgeleverd door het gemeentebestuur, evenals een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

Pas na het indienen van de verweermiddelen of het verstrijken van de termijn van vijftien dagen kan de ambtenaar een beslissing nemen. Tegen de beslissing van de ambtenaar is hoger beroep mogelijk. Dit beroep wordt aangetekend bij de politierechtbank.

In een aantal gevallen kan een inbreuk naast de geldboete ook aanleiding geven tot het verhalen van kosten gemaakt door de gemeente. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het opruimen van een sluikstort. Dit gebeurt op basis van het retributiereglement voor de uitvoering van werken.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Het innen van GAS-boetes

Actie:

Het innen van GAS-boetes

Ramingnummer:

RA000025

Inkomst:

€ 5.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

het gemeentelijk politiereglement Ranst

Het protocolakkoord afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over de gemengde inbreuken van 6 november 2019

Het protocolakkoord afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over het stilstaan en parkeren van 6 november 2019

 

Besluit met:

17 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

8 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst) en Bart Goris (Open VLD)

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt met ingang vanaf 1 januari 2020 het gemeentelijk politiereglement Ranst zoals in bijlage voor de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties goed.

 

Art. 2:

De protocolakkoorden in bijlage afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over de gemengde inbreuken en over het stilstaan en parkeren worden bekrachtigd. Deze protocolakkoorden vervangen alle eventuele voorgaande protocolakkoorden.

 

Art. 3:

Hilde Boydens en Lobke Goormans, juristen bij IGEAN milieu & veiligheid, worden aangesteld als sanctionerend ambtenaar overeenkomstig artikel 6 §3 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en het KB van 21 december 2013 over de aanstelling van de sanctionerend ambtenaar.

 

Art. 4:

§1 Het politiereglement met de protocolakkoorden worden bekendgemaakt overeenkomstig de artikel 288 van het decreet lokaal bestuur en overeenkomstig artikel 15 van de Wet van 24 juni 2013.

§2 De protocolakkoorden en het politiereglement worden door het college van burgemeester en schepenen bekendgemaakt op de website van de gemeente.

§3 Een afschrift van dit reglement wordt verzonden aan:

-          Parket van de procureur des Konings te Antwerpen

-          Politierechtbank te Antwerpen, griffie

-          Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, griffie

-          IGEAN milieu & veiligheid

 

Art. 5:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere praktische uitvoering van dit besluit.

 

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 19 april 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf 1 mei 2021.

 

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Gemeentelijk politiereglement Ranst.pdf Download
getekend protocol gemengde inbreuken.pdf Download
getekend protocol stilstaan en parkeren.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

9. Water-link - agenda en mandaat algemene vergadering 19 december 2019 - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad mandateert de gemeentelijke vertegenwoordiger op de algemene vergadering van opdrachthoudende vereniging water-link van 19 december 2019 om alle agendapunten goed te keuren

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeente Ranst neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging water-link.

De gemeenteraad duidde op 18 februari 2019 Jan Dillen, schepen als vertegenwoordiger en John Oliviers, voorzitter gemeenteraad als plaatsvervanger aan.

Uitnodiging van 18 september 2019 voor de buitengewone algemene vergadering van Water-link op 19 december 2019 in de vergaderzaal water-kracht, 5de verdieping Mechelsesteenweg 66 te 2018

Antwerpen met volgende agenda en bijlagen:

1)      Uittreding van de gemeente-deelgenoot Kontich voor wat betreft rioleringsactiviteiten:

akteming en goedkeuring onder opschortende voorwaarde

2)      Statutenwijziging

3)      Jaarlijkse rapportering ingezette uitzendkrachten in het licht van het decreet Interimarbeid Lokaal Bestuur

Het besluit van de gemeenteraad van 21 oktober 2019 met de goedkeuring van de agenda van de buitengewone algemene vergadering en het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van Water-Link op 19 december 2019.

Uitnodiging van 21 november 2019 voor de algemene vergadering van water-link op 19 december 2019 in de vergaderzaal water-kracht, 5de verdieping Mechelsesteenweg 66 te 2018 Antwerpen met volgende agenda en bijlagen:

4)      Uittreding van de gemeente-deelgenoot Kontich voor wat betreft rioleringsactiviteiten: akteming en goedkeuring onder opschortende voorwaarde

5)      Statutenwijziging

6)      Jaarlijkse rapportering ingezette uitzendkrachten in het licht van het decreet Interimarbeid Lokaal Bestuur

7)      Begroting 2020

8)      Evaluatierapport (inclusief meerjarenplan 2019-2024) cfr. artikel 459 DLB

 

Juridisch kader:

Artikel 41 en 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient herhaald te worden voor elke algemene vergadering

 

Bijkomende motivering:

Voor de algemene vergadering moet de agenda worden goedgekeurd en het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger worden vastgelegd. Door een aangepaste agenda en aangepaste documenten dient opnieuw de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Water-Link op 19 december 2019, inclusief het mandaat van de vertegenwoordiger vastgesteld te worden.

 

Bijlagen:

Het schrijven van Water-link van 21 november 2019 voor de algemene vergadering van water-link op 19 december 2019 in de vergaderzaal water-kracht, 5de verdieping Mechelsesteenweg 66 te 2018 Antwerpen met de agenda en bijlagen

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het besluit van de gemeenteraad van 21 oktober 2019 met de goedkeuring van de agenda van de buitengewone algemene vergadering en het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van Water-Link op 19 december 2019 wordt ingetrokken.

 

Art. 2:

De gemeenteraad neemt kennis van de dagorde van de algemene vergadering van Water-link op 19 december 2019 in de vergaderzaal water-kracht, 5de verdieping Mechelsesteenweg 66 te 2018 Antwerpen met de agenda en daarbij horende documenten.

 

Art. 3:

§1. De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger op de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Water-link van 19 december 2019 om alle agendapunten goed te keuren of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de gemeentelijke vertegenwoordiger gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan water-link.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

10. Afsprakennota Land van Playsantiën - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de verdere samenwerking tussen de gemeente Ranst en de gemeenten van Malle, Zandhoven, Zoersel en Lille in het kader van het samenwerkingsverband ‘Land van Playsantiën’ voor de periode 2020-2025 goed inclusief de afsprakennota

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2003 met de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van het 'land van Playsantiën'

Het besluit van de gemeenteraad van 23 april 2007 met de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van het 'land van Playsantiën'

Het besluit van de gemeenteraad van 22 april 2013 met de goedkeuring van de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst van het 'land van Playsantiën'

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van het 'land van Playsantiën'

Het besluit van de gemeenteraad van 23 februari 2015 met de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van het 'land van Playsantiën'

 

Juridisch kader:

Artikel 40, 41, 4° en 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad heeft volheid van bevoegdheid.

De gemeenteraad is bevoegd voor het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen

Gemeenten kunnen verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen als die verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk niet belast worden met de verwezenlijking van welbepaalde taken van gemeentelijk belang.

 

Bijkomende motivering:

Het Land van Playsantiën vzw is een toeristisch samenwerkingsverband tussen de gemeenten Zandhoven, Lille, Malle, Ranst en Zoersel. De bedoeling van de vzw is om samen met Toerisme Provincie Antwerpen het toerisme en de recreatie in onze gemeenten te stimuleren. Door de krachten te bundelen, kunnen we het aanbod optimaliseren, onze middelen efficiënter inzetten en alle vrijwilligers beter ondersteunen.

In eerste instantie willen we dat men het als toerist bij ons naar je zin hebt. In het Land van Playsantiën en zeker in Ranst is iedereen koning, of toch minstens ‘koning te rijk’. De vele kastelen, boomgaarden en hoven laten je even wegdromen. In Ranst kan je makkelijk te voet of met de fiets van het ene hof naar het andere kasteel of naar het water. Onderweg geniet je van de prachtige boomgaarden, parken en landerijen en vul je je longen met gezonde buitenlucht!

Deze samenwerking wordt verdergezet en vernieuwd door de goedkeuring van de vernieuwde afsprakennota. Met deze afsprakennota willen de partijen hun wederzijds engagement uitdrukken ten opzichte van elkaar, zowel inhoudelijk als financieel. Het doel van de samenwerking is om aanvullend en versterkend te werken aan de activiteiten en werking op het lokale niveau.

Elke gemeente engageert zich om voor de volledige periode van 6 jaar (2020 tem 2025) deel uit te maken van de samenwerking, en is dus ook voor de volledige zes jaar lid van de vzw. Elke gemeente neemt deel in het bestuur van de vzw, door haar vertegenwoordigers. Elke gemeente verbindt zich ertoe medewerkers en/of vrijwilligers af te vaardigen voor de uitvoering van acties, vooropgesteld in het jaaractieplan van de vzw.

Een partij die uit de samenwerking wil stappen, moet ook uit de vzw stappen. Die partij geeft minstens 6 maanden vooraf per aangetekend schrijven zijn ontslag. Een partij die de samenwerking na 31 december 2025 niet wenst te verlengen geeft eveneens zijn ontslag uit de vzw uiterlijk op 30 juni 2025. Nieuwe partijen die willen toetreden tot de samenwerking, en de vzw Land van Playsantiën, stellen hun kandidatuur schriftelijk bij de voorzitter van de vzw. Deze kandidatuur zal voorwerp uitmaken van goedkeuring door de algemene vergadering van de vzw met 2/3 meerderheid.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Betalen van de jaarlijkse bijdrage aan Land van Playsantiën

Actie:

Deelnemen aan bovenlokale samenwerkingsverbanden

Ramingnummer:

RA000560

Uitgave:

€ 5.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

Afsprakennota van het 'land van Playsantiën'

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeenteraad keurt de verdere samenwerking tussen de gemeente Ranst en de gemeenten van Malle, Zandhoven, Zoersel en Lille in het kader van het samenwerkingsverband ‘Land van Playsantiën’ voor de periode 2020-2025 goed en nadien hernieuwbaar voor periodes van 6 jaar.

 

Art. 2:

De gemeenteraad keurt de afsprakennota in bijlage goed voor de samenwerking tussen de gemeente Ranst en de gemeenten van Malle, Zandhoven, Zoersel en Lille in de periode 2020-2025.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

11. Verlenging lidmaatschap IOED en opstart dossier erfgoedconvenant - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de verlenging van zijn lidmaatschap aan de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen goed evenals de aanpassing van de statuten van deze vereniging.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 14 december 2015 besloot de gemeenteraad tot oprichting van de projectvereniging Erfgoed Voorkempen

Op 18 februari 2019 werd Jan Dillen door de gemeenteraad aangeduid als effectief stemgerechtigd lid van de raad van bestuur van Erfgoed Voorkempen. Annelies Creten werd aangeduid als plaatsvervangend stemgerechtigd lid.

Met mail van 5 juni 2019 stelde Ines Van Limbergen, coördinator van Regionaal Landschap De Voorkempen de vraag of de gemeente Ranst haar deelname aan het IOED wil verderzetten en of de gemeente ook wil deelnemen aan het opstellen van een dossier met als doel een Vlaamse erkenning als cultureel-erfgoedconvenant.

Op 1 augustus 2019 besloot het college van burgemeester en schepenen om de vraag tot instap in een cultureel-erfgoedconvenant voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Juridisch kader:

Artikel 2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden.

De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied

Artikel 40, 41, 4°, 389 en 401 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad heeft volheid van bevoegdheid.

De gemeenteraad is bevoegd voor het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen

Met het oog op de gemeenschappelijke behartiging van doelstellingen van gemeentelijk belang kunnen twee of meer gemeenten, onder de voorwaarden, vermeld in deze titel, samenwerkingsverbanden tot stand brengen met of zonder rechtspersoonlijkheid, met of zonder beheersoverdracht.

De gemeenteraad of een gemeenteraadscommissie waakt over de afstemming van het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op het gemeentelijk beleid

De projectvereniging wordt opgericht voor een periode van ten hoogste zes jaar op grond van gemeenteraadsbeslissingen die daarover genomen zijn binnen een tijdsbestek van twee maanden.

Tijdens de duur die is vastgesteld bij de oprichting van een projectvereniging, is geen uittreding mogelijk.

De projectvereniging kan opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan zes jaar, overeenkomstig de beslissingen die de deelnemende gemeenten ten gunste van de verlenging hebben genomen voor het verstrijken van de termijn. Bij gebrek aan instemming van alle betrokken gemeenten of bij het uitblijven van een of meer beslissingen wordt de projectvereniging ontbonden. De statuten bepalen de wijze van vereffening.

Projectverenigingen kunnen niet worden opgericht in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd.

In afwijking van het tweede lid kan een samengevoegde gemeente waarin dezelfde activiteit van gemeentelijk belang als vermeld in artikel 389 aan verschillende projectverenigingen is toevertrouwd, beslissen om die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan een daarvan, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de andere deelnemende gemeenten daarmee instemt. De gemeente die uittreedt, vergoedt de schade die haar uittreding berokkent aan de projectvereniging en aan de andere vennoten.

 

Bijkomende motivering:

In de mail van de coördinator van het Regionaal Landschap worden de pakketten voorgesteld. Het eerste betreft de verderzetting van de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoed Dienst (IOED). Sinds 1 januari 2016 is het gemeentebestuur Ranst lid van de IOED Erfgoed Voorkempen. Deze samenwerking loopt voor 4 jaar dus de vraag naar een eventuele verlenging dringt zich op. In de voorbije vier jaar hebben de cultuurdienst en de dienst Omgeving de samenwerking als zeer nuttig ervaren. Zo kan de dienst Omgeving (maar ook de eigenaars van deze gebouwen) terecht bij het IOED voor advies bij werken aan niet-beschemd waardevol erfgoed. De IOED Voorkempen is niet alleen een aanspreekpunt voor onroerend erfgoed, maar ook een belangrijke partner voor de uitvoering van projecten. Door verschillende projecten uit te voeren wordt onderzoek gedaan en wordt gewerkt aan de ontsluiting en openstelling van het onroerend erfgoed. Zo helpt het IOED de gemeente momenteel bij de opmaak van een inventaris waardevol funerair erfgoed (conform verplichting in Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004). Zij ondersteunen ook het OMD-programma, deden een project waarbij de bunkers langs de Antitankgracht in de kijker werden geplaatst, werkten het project 'Oorlogsveteranen' uit, ...

Het jaarlijks te betalen lidgeld zal niet gewijzigd worden. Voor de opmaak van een dossier ter verlenging van de erkenning wordt voor de bestaande leden geen extra bijdrage gevraagd.

Pakket 2 gaat over een aanvraag van erkenning als cultureel erfgoedconvenant.

Voor de projectvereniging Erfgoed Voorkempen betreft het hier een doorstart want in 2014-2015 bereidde dit samenwerkingsverband (toen nog zonder Ranst) al een aanvraag tot erkenning voor. Deze werd uiteindelijk niet ingediend omdat de toenmalige minister 2 maand voor de geplande indiening besliste dat er geen nieuwe aanvragen meer mochten ingediend worden. Recent kwam het bericht dat er opnieuw een mogelijkheid tot erkenning komt en vermits het dossier grotendeels afgewerkt klaar ligt, zullen een aantal gemeenten van het samenwerkingsverband Erfgoed Voorkempen het dossier sowieso indienen. Uiteraard zou het ideaal zijn moest het nieuwe verband zoveel mogelijk overlappen met de bestaande samenwerking rond onroerend erfgoed. Aanvullend op de bestaande projectvereniging Erfgoed Voorkempen die zich momenteel noodgedwongen enkel mag richten op onroerend erfgoed, zou een afsluiting van een cultureel-erfgoedconvenant het ook mogelijk maken om initiatieven te ontplooien op het vlak van roerend (objecten, museumstukken, collecties van heemkundige kringen, ...) en immaterieel (dansen, verhalen, tradities, ...) erfgoed. Als de gemeente Ranst in dit verhaal wil instappen vraagt men een eenmalige kost van € 2.000 als bijdrage in de opmaak van de erkenningsaanvraag. Hiervoor wordt een erfgoedanalyse van de gemeente Ranst gemaakt en wordt dit gedeelte ingeschreven in het reeds voorbereide dossier. Hierbij wordt ook werk gemaakt van de organisatie van overleg, workshops en inspraak rond de invulling van het dossier om zo een draagvlak te creëren en het dossier inhoudelijk serieus te onderbouwen. De aanvraag moet ingediend worden tegen 1 april 2020. Tegen 1 januari 2021 zou deze werking dan van start kunnen gaan mits erkenning door de Vlaamse Overheid.

Aan de erkenning is een geldelijke subsidie verbonden van om en bij de € 200.000. Van de deelnemende gemeenten zal een jaarlijkse eigen bijdrage gevraagd worden van ca. € 0,2 per inwoner. Voor Ranst zou dit neerkomen op een jaarlijks bedrag ca. € 3.800. Het Regionaal Landschap de Voorkempen dat het aanvraagdossier voor de oprichting van een cultureel erfgoedconvenant zal indienen, vraagt van de gemeente Ranst om akkoord te gaan met een aanpassing van de statuten van de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen om extra gemeenten toe te laten om ook deel te nemen aan de erfgoedconvenant in oprichting.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Lidgeld IOED

Actie:

Subsidiëren van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen

Ramingnummer:

RA001052 / RA001053

Uitgave:

€ 1.241 / € 3.800

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Bijlagen:

Statuten van de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het gemeentebestuur Ranst verlengt zijn lidmaatschap van de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen (Intergemeentelijke Onroerend Erfgoed Dienst ) voor een periode van 6 jaar te beginnen vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 2:

Het gemeentebestuur van Ranst verleent zijn goedkeuring aan de toetreding van de nieuwe leden Brasschaat, Schoten, Zandhoven, Brecht en Malle tot de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen in functie van de oprichting van een erfgoedcel.

 

Art. 3:

De gemeenteraad keurt de wijziging van de statuten van de projectvereniging zoals in de bijlage goed.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Statuten projectvereniging erfgoed voorkempen wijziging.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

12. Personeelsformatie - aanpassing formatie - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de aangepaste personeelsformatie en het aangepaste organnogram goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 26 april 2010 met de goedkeuring van de personeelsformatie van het gemeentepersoneel zoals gewijzigd op de gemeenteraad van 18 februari 2012, 23 juni 2014, 16 maart 2015, 19 december 2016, 23 april 2018 en 24 juni 2019.

Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

De personeelsformatie bevat de opsomming van het aantal en de soorten betrekkingen die nodig zijn voor de permanente personeelsbehoefte.

 

Juridisch kader:

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast.

Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

 

Adviezen:

Protocol van akkoord met de syndicale organisaties tijdens het bijzonder comité van 9 december 2019 over de voorgestelde wijzigingen aan de personeelsformatie.

 

Bijkomende motivering:

In het decreet lokaal bestuur is de verplichting tot personeelsformatie niet meer opgenomen, enkel de opmaak van een organnogram. Het organnogram duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden. De gemeente of het OCMW kan facultatief een personeelsformatie voorzien. Het voorstel is dat de gemeenteraad de formatie vaststelt als een kader waarin het college van burgemeester en schepenen kan overgaan tot aanwervingen. Het kader omvat enkel het aantal (aantal VTE) en de soorten betrekking (op niveau). Ten opzichte van de vorige formatie is het aantal ongewijzigd gebleven maar er is meer flexibiliteit voorzien om de aantallen en de niveau's intern te verschuiven tussen de afdelingen en de diensten.

 

Bijlagen:

-          aangepast organogram

-          protocol van de syndicale organisaties van 9 december 2019

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

3 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt het aangepaste organnogram goed zoals in bijlage.

 

Art. 2:

§1. De gemeenteraad stelt de personeelsformatie, exclusief de decretale graden voor de gemeente als volgt vast:

 

Niveau:

VTE

A4a-A4b

3

A1a-A3a

2

B4-B5

3

B1-B3

17,5

C1-C3

32,5

D4

6

D1-D3 en E1-E3

43

Totaal

107

 

§2. Het aantal VTE's wordt definieert als effectief tewerkgestelde personeelsleden, exclusief de diverse verlofstelsels zoals ziekteverlof, loopbaanonderbrekingen, ...

§3. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen personeel aan te werven binnen dit kader en conform artikel 186 §1 en §2 van het decreet lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Personeelsformatie.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

13. Arbeidstijdenreglement - wijziging - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het nieuwe arbeidstijdenreglement voor het personeel van het gemeentebestuur en OCMW Ranst zoals bijgevoegd in bijlagen goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2003 waarin de nieuwe arbeidstijden goedgekeurd werden.

De dienst HRM heeft in kader van de integratie OCMW - gemeente een nieuw arbeidstijdenreglement uitgewerkt.

Het MAT van 22 maart 2018 waarbij de dienst HRM de nieuwe arbeidstijden heeft voorgesteld.

Het protocol van de syndicale organisaties opgesteld op 9 december en ondertekend door de verschillende syndicale organisaties die aanwezig waren op het overleg.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

De Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden

van haar personeel

Het Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot

regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een arbeidsreglement op voor het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel. Voor het opstellen en wijzigen van het arbeidsreglement gelden eveneens de onderhandelings- en overlegprocedures, zoals bepaald in het syndicaal statuut.

 

Adviezen:

Het onderhandelings- en overlegcomite gaat akkoord met voorgestelde arbeidstijdenreglement.

 

Bijkomende motivering:

Naar aanleiding van de integratie OCMW/Gemeente, is er opgemerkt dat de arbeidstijden tussen OCMW en gemeente verschillend zijn waardoor het noodzakelijk is om deze aan te passen. De  visie rond de arbeidstijden werd ook herbekeken mits het werken van nu niet meer te vergelijken is met hoe het "vroeger" ging. De maatschappij verandert, de mens verandert en daardoor ook de invulling van ‘werk’. De veranderende aard van het werk vraagt om een nieuwe aanpak: aanpassingen van de werkomstandigheden, de werkorganisatie, stijl van leidinggeven,… . De visie is om meer te focussen op het resultaat van het werk en dit op een efficiënte manier. De personeelsleden meer inspraak te geven op de organisatie van hun werktijd en werkplaats. Dit door middel van werkplannen in functie van het werk rekening houden met de noden van de dienstverlening en met de vereisten die nodig zijn voor een goede werking van de dienst. Om aan deze noden te voldoen, heeft de dienst HRM de arbeidstijden aangepast en het flexwerken (zeer flexibele arbeidstijden) verder uitgewerkt. Binnen het flexwerken wordt er ook de ruimte voorzien voor occasioneel telewerk.

 

Bijlagen:

-          protocol van akkoord van syndicaal overleg

-          arbeidstijdenreglement

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

3 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Art. 1:

De gemeenteraad keurt het nieuwe arbeidstijdenreglement voor het personeel van het gemeentebestuur en OCMW Ranst zoals bijgevoegd in bijlagen goed.

 

Art. 2:

Het nieuwe arbeidstijdenreglement gaat invoegen vanaf 1 januari 2020 en zal door de dienst HRM kenbaar gemaakt worden aan alle personeelsleden.

 

Art 3:

Artikel 7 tem 12 en bijlagen 1 van het arbeidsreglement zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2013 wordt geschrapt en vervangen door het nieuw arbeidstijdenreglement in afwachting van een aangepast arbeidsreglement.

 

Art. 4:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Arbeidstijdenreglement.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

14. Dagelijks personeelsbeheer - vaststelling

 

Omschrijving:

De gemeenteraad stelt het begrip dagelijks personeelsbeheer vast

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 houdende de vaststelling van het dagelijks personeelsbeheer

 

Juridisch kader:

Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen. Ze staat ook in voor de vaststelling van het dagelijks bestuur

Artikel 170 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden.

De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen, aan het vast bureau en aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Bijkomende motivering:

Omdat de algemeen directeur, die instaat voor de algemene leiding van de diensten, hoofd van het personeel is en bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. De gemeenteraad dient binnen het kader van de rechtspositieregeling vast te stellen van wat onder het begrip verstaan wordt. In dit kader wordt de gemeenteraad verzocht het begrip vast te stellen.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1

Onder dagelijks personeelsbeheer wordt verstaan:

§1. Individueel personeelsbeheer: verloven e.d.

-          Beslissing over de individuele verlofaanvragen, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in de rechtspositieregeling

-          Beslissing over verlof voor opdracht

-          Beslissing over specifieke stelsels van loopbaanonderbreking en andere tijdelijke loopbaanonderbrekingen en thematische verloven

-          Beslissing over aanvraag zorgkrediet

-          Beslissing over dienstvrijstellingen

-          Beslissing over het aantal vakantiedagen ( bv. bij indiensttreding )

-          Toelating tot overdracht van vakantiedagen naar het volgende kalenderjaar

-          Vastlegging van één of meerdere collectieve vakantiedagen

-          Organisatie van de ziektecontrole, uitgeoefend door het geneeskundig controleorgaan dat is aangeduid door het bestuur

-          Beslissing over de niet-erkenning van een afwezigheid als ziekteverlof

-          Bepaling van het jaarlijkse ziektekrediet

-          Beslissing over het deeltijds opnieuw opnemen van de functie door het statutaire personeelslid, na een afwezigheid wegens ziekte of ongeval van gemeente recht.

§2. Individueel personeelsbeheer: salaris e.d.

-          De vaststelling van het individuele jaarsalaris van het personeelslid, met inbegrip van de overname van anciënniteit en de beslissing over het aantal jaren relevante beroepservaring in de privésector, in het onderwijs of als zelfstandige, weliswaar binnen de grenzen inzake meerekenbaarheid van anciënniteit die het college in de RPR gesteld hebben.

-          Beslissing over het doorschuiven in de functionele loopbaan

-          Vaststelling van de toelage voor het waarnemen van een hogere functie ( statutair personeelslid ) en van de salarisschaal verbonden aan de hogere functie

-          Goedkeuring van aanvragen van personeelsleden voor toelagen en vergoedingen

§3. Individueel personeelsbeheer: vorming e.d.

-          Voorbereiden van het vormingsrecht en de vormingsplicht op basis van de vastgestelde vormingsbehoeften. Goedkeuring van de wijze van verplaatsing, goedkeuring van de gemaakte kosten en toekenning van een dienstvrijstelling

§4. Individueel personeelsbeheer: prestaties e.d.

-          Inzet van personeel op een andere standplaats, binnen de bestaande arbeidsovereenkomst Opdracht tot permanentieplicht

-          Goedkeuring van het uurrooster van personeelsleden

-          Het verlenen van toestemming om het werk te hervatten na een periode van ongerechtvaardigde afwezigheid

-          Interne organisatie van de opvolging, feedback en evaluatie

-          Het nemen van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop het personeelslid functioneert

-          Aanwijzen van de evaluatoren

§5. Individueel personeelsbeheer: opvolging, feedback en evaluatie van het personeelslid en de organisatie ervan ( overeenkomstig de RPR ) ( met uitzondering van de decretale graden ), zoals

-          Individuele opvolging van de opvolging, feedback en evaluatie

-          Beslissen over het gevolg van de evaluatie ( met uitzondering van het ontslag wegens beroepsongeschiktheid )

-          Formuleren van een gemotiveerd voorstel tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid op basis van het evaluatieverslag van de tussentijdse evaluatie

-          Doorgeven aan de beroepsinstantie van een beroep tegen de evaluatie met een ongunstig evaluatieresultaat, ingediend door het personeelslid

-          Beslissen over de bevestiging of de aanpassing van de evaluatie en van het evaluatieresultaat na gemotiveerd advies van de beroepsinstantie

-          In het kader van het evaluatiesysteem van het onderwijzend personeel: eerste evaluator van de schooldirecteurs en tweede evaluator voor de wervingsambten

§6. Collectief personeelsbeheer

-          Vastleggen van vakantieperiodes binnen de bepalingen van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling

-          Het toestaan van een uitzondering op de algemene regeling inzake dienstverzekering

-          Het opstellen van dienstnota’s

-          Het opstellen van aanvraagformulieren voor allerlei aanvragen ( zoals vorming, toelagen, ... ) Interne communicatie over personeelsaangelegenheden

§7. Verhoudingen met de vakorganisaties

-          Het voor kennisneming viseren van de berichten van de vakorganisaties die in de lokalen van de diensten van het personeel waarvan zij de beroepsbelangen behartigen worden aangeplakt ( Koninklijk Besluit tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel )

-          Aanduiding van de plaatsen waar berichten kunnen worden aangeplakt

-          In samenspraak met de voorzitter het bepalen bij onderlinge overeenkomst met de betrokken representatieve vakorganisaties van de plaats, dagen en uren van de vergaderingen die zij beleggen in de lokalen van de administratie

§8 Deontologie

-          Controle op de naleving van de deontologische code van personeelsleden

§9. Andere

-          Vaststelling van de functiebeschrijving, met uitzondering van de functiebeschrijving van de Algemeen Directeur, de Adjunct-Financieel Directeur en de Financieel Directeur

-          Formuleren van een voorstel voor waarneming van een hogere functie

-          Toestemming dienstreizen en beslissing over het meest verantwoorde vervoermiddel

-          Controle op de naleving van het arbeidsreglement en van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel

-          de toekenning van opdrachthouderschap, budgethouderschap of mandaat

 

Art. 2:

De beslissingen van het dagelijks personeelsbeheer worden maandelijks ter kennisgeving voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bevoegdheden van dagelijks personeelsbeheer waarover geen interpretatie of beleidsmarge bestaat, verder door de algemeen directeur gedelegeerd worden aan een lid van het managementteam. De wijze waarop deze delegatie inzake dagelijks personeelsbeheer verder gespecificeerd wordt, wordt opgenomen in de afsprakennota die de algemeen directeur namens het managementteam aan het college van burgemeester en schepenen voorlegt.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

15. Begrip dagelijks bestuur en vaststelling van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van de visumverplichting - vaststelling

 

Omschrijving:

De gemeenteraad stelt het begrip dagelijks bestuur vast

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Op 16 december 2013 keurde de gemeenteraad het begrip dagelijks bestuur goed en stelde vast welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van de visumverplichting.
 

Juridisch kader:

Art. 41 8° van het decreet lokaal bestuur

het vaststellen van wat onder het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet worden verstaan is een bevoegdheid van de gemeenteraad

Art. 266 van het decreet lokaal bestuur

De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.

De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.

Art. 99 van het Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen

De volgende categorieën van verrichtingen kunnen niet worden uitgesloten van de visumverplichting:

1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;

4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro;

5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro;

6° de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan tienduizend euro.

Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur aangenomen voor de toepassing van het eerste lid.

In afwijking van het eerste lid, 3°, kunnen de aanstellingen van één jaar of meer in de volgende gevallen wel uitgesloten worden van de visumverplichting:

1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen, vermeld in punt 1°, voor maximaal vier jaar, in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de voormelde wet, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk) en Roel Vermeesch (Onafhankelijk)

 

Art. 1:

De uitgaven met een waarde tot 75.000 euro excl. btw van het exploitatiebudget behoren tot het “dagelijks bestuur”.

 

Art. 2:

De uitgaven van het investeringsbudget met een waarde tot en met 50.000 euro excl. btw behoren tot het “dagelijks bestuur”.

 

Art. 3:

Wijzigingen tijdens de uitvoeringsfase aan de gegunde opdrachten die niet onder de bepalingen van artikels 1 en 2 vallen en voor zover die wijzigingen niet tot bijkomende uitgaven leiden van meer dan 10% van het oorspronkelijk gunningsbedrag behoren tot het “dagelijks bestuur”. 

 

Art. 4:

De financieel directeur dient minimaal een voorafgaand visum te geven op alle voorgenomen verbintenissen met een budgettaire en financiële impact die het bestuur wenst aan te gaan met uitzondering van:

-          de verbintenissen van bepaalde duur waarvan het bedrag niet hoger is dan 30.000 euro excl. btw,  uitgezonderd investeringssubsidies;
Om te bepalen of een verrichting uitgesloten is van voorafgaande visumverplichting wordt rekening gehouden met de volledige looptijd van de voorgenomen verbintenis.

-          de verbintenissen voor onbepaalde duur waarvan het jaarlijkse bedrag niet hoger is dan 25.000 euro;

-          de investeringssubsidies waarvan het bedrag niet hoger is dan tienduizend euro;

-          aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar.
Contracten van onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar.
Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.
Bij vervangingscontracten zonder specifieke duurtijd bv. voor de duur van de afwezigheid wegens ziekte, wordt een visum gevraagd.

-          aanstellingen in het kader van artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

-          uitgaven met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie, in het bijzonder het toekennen van een leefloon of een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie.

 

Art. 5:

De beslissing  goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 over het begrip dagelijks bestuur en vaststelling van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van de visumverplichting  wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020.

Dit reglement is  geldig vanaf 1 januari 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

16. Straat '"Vogelzangstraat'' - principiële vaststelling - goedkeuring

 

Omschrijving:

Om administratieve redenen beslist de gemeenteraad om de naam van Krekelstraat te wijzigen in Vogelzangstraat.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Mevrouw Nathalie Flour, Krekelstraat 10 te 2520 Ranst meldt problemen bij de postbedeling.

Het huis is gelegen op grondgebied Ranst maar de weg er naartoe (Vogelzangstraat 29) ligt op grondgebied Nijlen. Omdat de toegangsweg niet in Ranst ligt krijgt zij ook geen post op dat adres (vb: gemeente, federale overheid, bank, …) wat uiteraard problematisch is. De brievenbus waarop ze wel post krijgt is Vogelzangstraat 29 te 2560 Nijlen. Daar kan ze zich daar niet laten domiciliëren omdat het huis daar niet staat.

 

Juridisch kader:

Het decreet van de cultuurraad van de Nederlandstalige Gemeenschap van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen

De bepaling van voorwaarden en procedure om een straatnaam te geven

 

Bijkomende motivering:

Het gaat hier om een speciale toestand. Het gaat om een woning op grondgebied Ranst maar enkel bereikbaar langs een weg die op grondgebied Nijlen ligt. De dienst bevolking en omgeving hebben hierover contact gehad met de gemeente Nijlen en het rijksregister.

Het rijksregister heeft aangeraden (en dat zou Nijlen ook nog wel zien zitten) om de straatnaam Vogelzangstraat ook aan onze gemeente te koppelen. In praktijk komt het er dus op neer dat de straatnaam Krekelstraat gewijzigd wordt. Als het bestuur daar mee akkoord kan gaan, dan kunnen we aan Nijlen informeren om te zien welk huisnummer dan logisch zou zijn en de straatcode laten aanmaken bij het rijksregister. Nijlen is eventueel ook bereid om bordjes te plaatsen met de straatnaam en huisnummer .Na goedkeuring van de wijziging kan een overleg ingepland worden met de post om hen de nieuwe situatie uit te leggen

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeenteraad verleent zijn principieel akkoord om de Krekelstraat te wijzigen in Vogelzangstraat.

 

Art. 2:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het instellen van het openbaar onderzoek en het inwinnen van de adviezen voorgeschreven bij voormeld besluit.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

17. Aankoop onroerend goed Schoolstraat 11 te Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad besluit de akte tijdelijke verkoop aankoop belofte, voor het onroerend goed Schoolstraat 11 te Ranst, sectie B, deel van nummer 296/F, met een oppervlakte van ongeveer 990m² goed te keuren en het pand aan te kopen tegen de kostprijs van 300.000 €, exclusief kosten.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De mogelijkheid doet zich voor om in Ranst een deel van het onroerend goed Schoolstraat 11- kadastrale gegevens: sectie B 1ste afdeling - deel van nummer 296/F - oppervlakte volgens het kadaster  1.100 m²,  te verwerven. Dit perceel grenst aan het gemeentelijk patrimonium waarop de gemeentelijke basisschool De Knipoog is gevestigd.

De gemeente wenst de loodsen 2 en 3 en de tuin aan te kopen met een oppervlakte volgens het schattingsverslag van om en bij de 990 m². De verkoop kan  plaatsvinden tegen de prijs van

300.000 €. Dit bedrag overschrijdt de waarde als vastgesteld in het schattingsverslag niet. Het schattingsverslag is opgemaakt door een landmeter-expert en is niet ouder dan twee jaar.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de akte tijdelijke verkoop - aankoop belofte goed te keuren. De authentieke akte van aankoop zal uiterlijk op 31 januari worden verleden.

 

Juridisch kader:

Artikel 41, 11° en 279, §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor de daden van beschikking over onroerende goederen behalve bepaalde uitzonderingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten

Het bestuur heeft een geldig en recent schattingsverslag nodig voor de objectieve waardebepaling van de onroerende goederen. Het schattingsverslag is geldig als het is opgesteld door een landmeter-expert als vermeld in artikel 296 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. Het schattingsverslag is recent als het niet ouder is dan twee jaar. De geschatte prijs (of de schattingsprijs) is de minimum- of maximumprijs voor de onroerende transactie tenzij het bestuur kan motiveren waarom daarvan wordt afgeweken.

Het besluit van de voorzitter van 3 januari 2019 waarbij de voorzitter het besluit tot ondertekening van de notariële aktes delegeert aan de burgemeester

Artikel 101 van het bodemdecreet van 27 oktober 2006

Aktes voor de overdracht van gronden vermelden de inhoud van het bodemattest.

Voor het sluiten van een overeenkomst over de overdracht van gronden moet de overdrager bij de OVAM een bodemattest aanvragen en de inhoud ervan meedelen aan de verwerver.

 

Bijkomende motivering:

De GBS De Knipoog en de speelpleinwerking die in de accomodatie worden georganiseerd, zien zich al jaren geplaatst voor een plaatsgebrek dat hoe langer hoe meer op de activiteiten weegt. Zo is er bij regenweer voor de school zelf en voor de speelpleinwerking een nood aan bijkomende overdekte speelplaats. Een nood die groeit naarmate de kleuterschool verder uitbreiding neemt.

De GBS De Knipoog is ook de plaats waar de gemeentelijke buitenschoolse kinderopvang zijn standplaats heeft. Om tijdens de vakanties de opvang in te richten moeten steeds klassen ontruimd worden. Dit legt een grote druk op leerkrachten en BKO - begeleiders. De aankoop van de loods zou daar een oplossing voor kunnen bieden.

Er kan mogelijk een oplossing geboden worden voor de problemen die zich stellen met de klascontainers die momenteel gebruikt worden voor de speelpleinwerking en de BKO en hun beste tijd gehad hebben. De vloeren van deze containers buigen sterk door, het gebruik ervan is hoe langer hoe minder te verantwoorden. Bovendien stellen de containers de vele inspanningen die geleverd worden om met een gemotiveerde groep personeelsleden  een fris, eigentijds, dynamisch pedagogisch project aan te bieden, in de schaduw.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Aankoop onroerend goed

Actie:

AC000016 Aankopen en verkopen van gronden en gebouwen

Ramingnummer:

RA000225 Aankoop loods Schoolstraat

Uitgave

€ 300.000 (raming € 350.000)

Visumnummer:

2019/069

 

Bijlagen:

Schoolstraat 11 tijdelijke verkoop aankoop belofte

Schoolstraat 11 uittreksel kadaster

Schoolstraat 11 kadastraal plan

Schoolstraat 11 bodemattest

Schoolstraat 11 ActaMaps

Schoolstraat 11 KLIM

Schoolstraat 11 Vlaams voorkooprecht

Schoolstraat 11 schattingsverslag

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk) en Roel Vermeesch (Onafhankelijk)

 

Art. 1:

De gemeenteraad besluit de akte tijdelijke verkoop aankoop belofte, voor het onroerend goed Schoolstraat 11 te Ranst, sectie B, deel van nummer 296/F, met een oppervlakte van ongeveer 990m² goed te keuren en het pand aan te kopen tegen de kostprijs van 300.000 €, exclusief kosten.

 

Art. 2:

Het in artikel 1 vermelde onroerend goed wordt aangekocht in het kader van openbaar nut en zal worden ingelijfd in het openbaar bezit van de gemeente.

 

Art.3:

De notariskosten worden ten laste van het bestuur genomen.

 

Art. 4:

In te stemmen met het verlijden van de authentieke akte van aankoop uiterlijk op 31 januari 2020.

 

Art.5:

§ 1. Geassocieerde notarissen De Smedt & Jansen, Ternesselei 231 te 2160 Wommelgem aan te duiden voor het opmaken en verlijden van de notariële akte van voormelde verwerving namens het gemeentebestuur van Ranst.

§ 2. De notaris staat in voor het opvragen van een hypothecair getuigschrift bij de hypotheekbewaarder van het derde kantoor in Antwerpen. Indien uit het attest blijkt dat er op het in artikel 1 vermelde goed inschrijvingen werden genomen dient de notaris het nodige te doen om deze (gedeeltelijk) door te halen.

 

Art. 6:

De heren Johan De Ryck, burgemeester, en Wim Van der Schoot, algemeen directeur, worden gemachtigd om de aan- en verkoopbelofte en de authentieke akte namens de gemeente te ondertekenen.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

18. Overeenkomst ééngemaakt bibliotheeksysteem - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt de overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek tussen vzw Cultuurconnect en de gemeente Ranst goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 februari 2006 om in te stappen in het provinciaal bibliotheeksysteem van de provincie Antwerpen.

Het besluit van de gemeenteraad van 8 september 2008 met de goedkeuring van het convenant tussen de provincie Antwerpen en de gemeente Ranst inzake het aansluiten van de lokale openbare bibliotheek op het provinciaal bibliotheeksysteem Antwerpen.

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 met de goedkeuring van het aangepast convenant i.v.m. de aansluiting van de bibliotheek op het provinciaal bibliotheeksysteem.

Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2018 met de goedkeuring van de voortzetting van aansluiting openbare bibliotheek op de omgeving van het Provinciaal Bibliotheeksysteem – overeenkomst Cultuurconnect.

 

Juridisch kader:

Artikel 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005

De gemeenteraad is bevoegd voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten.

Artikel 20 Afdeling 2 van hoofdstuk 4 van het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012

De Vlaamse Regering geeft invulling aan het begrip ‘digitale bibliotheek voor de openbare bibliotheken binnen de Vlaamse Gemeenschap’ en subsidieert met het oog daarop een organisatie die tot doel heeft het beleid van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de digitale bibliotheek te ondersteunen en uit te voeren. Dat impliceert de ontwikkeling, de realisatie en het beheer van inhoudelijke en technische toepassingen, met het oog op de uitbouw van de digitale bibliotheek voor de openbare bibliotheken binnen de Vlaamse Gemeenschap.

Decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies van 18 november 2016.

De Vlaamse Overheid geeft Cultuurconnect de opdracht om de uitbating van de provinciale bibliotheeksysteem-omgevingen per 1 januari 2018 over te nemen van de provinciebesturen.

 

Bijkomende motivering:

Op 1 juli 2016 ging een overeenkomst van kracht die een samenwerking bepaald tussen Cultuurconnect en de Vlaamse Gemeenschap. Concreet wordt hierin bepaald dat Cultuurconnect de opdracht krijgt om een Eengemaakt Bibliotheeksysteem (EBS) te integreren in de Vlaamse bibliotheken. Het Eengemaakt bibliotheeksysteem is de opvolger van het provinciaal bibliotheeksysteem op Vlaams niveau. Doel van het EBS is een grondige vernieuwing van de digitale infrastructuur en een doorgedreven verdere schaalvergroting. Dit moet ervoor zorgen dat de gebruikers van de openbare bibliotheken in Vlaanderen een betere dienstverlening krijgen, dat er een meer (kosten)efficiënt beheer mogelijk wordt en dat de bibliotheken de kans krijgen om sneller te innoveren en sterker samen te werken. Het nieuwe EBS zal processen (zoals catalografie, uitleen- en besteladministratie, rapportage en statistieken) van de deelnemende bibliotheken ondersteunen.

 In 2018 traden de eerste bibliotheken toe tot het Eengemaakt Bibliotheeksysteem. De migratie en implementatie van de bibliotheken van provincie Antwerpen naar het EBS zijn gepland in de loop van 2021 (migratiegolf 6). Het EBS is het sluitstuk van de basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek voor openbare bibliotheken. Deze basisstructuur bestaat uit:

-          Het eengemaakt bibliotheeksysteem

-          Nieuwe bibliotheekwebsite (online in Ranst sinds oktober 2019)

-          Vlaamse Centrale Catalogus (open vlacc)

-          Het basispakket verrijkende content (covers, samenvattingen, recensies  op  de bibliotheekwebsite.

Cultuurconnect werkte een overeenkomst uit die de aansluiting van de bibliotheek op het Eengemaakt Bibliotheeksysteem en de basisinfrastructuur digitale bibliotheken regelt. De overeenkomst bevat alle bepalingen over de exact invulling van de dienstverlening, financiering, verwerking en bescherming van persoongegevens, enz.

 

Financiële gevolgen:

 

De algemene kosten voor gemeenten die intekenen dien intekenen op de basisstructuur digitale bibliotheek voor openbare bibliotheken is bepaald op 0,24 euro.

 

Omschrijving:

Aansluiting EBS

Actie:

AC000189

Ramingnummer:

RA000879

Uitgave:

€ 5.000 (inclusief btw)

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

-          Overeenkomst Basisinfrastructuur  Digitale  Bibliotheek tussen vzw Cultuurconnect en de gemeente Ranst

-          Bijlage 1: Datagebruikersovereenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek

-          Bijlage 2: Service Level Agreement (SLA) Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek

-          Bijlage 3: Gebruikersovereenkomst Open Vlacc Titelbeschrijvingen

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Enig artikel:

De gemeenteraad besluit in te tekenen op het ééngemaakt bibliotheeksysteem en de Basistructuur Digitale Bibliotheek, zoals vastgelegd in de overeenkomst tussen Cultuurconnect en gemeente Ranst.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

19. Capaciteitsbepaling gemeentelijk onderwijs - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad stelt de capaciteit vast voor de gemeentelijke basisscholen van Ranst en Oelegem

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 2019 over de goedkeuring om de inschrijvingstermijn voor schooljaar 2020-2021 pas ten vroegste te laten starten vanaf 1 maart mits elke school nog zijn capaciteit moet vastleggen.

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 juli 2019 over de goedkeuring om samen te werken met het aanmeldsysteem van V-ICT-OR.

De Vlaamse overheid heeft besloten dat de inwerkingstreding van het inschrijvingsdecreet uitgesteld wordt hierdoor is het aanmeldsysteem binnen Ranst uitgesteld.

Veronique Verheyen, directeur GBS Ranst en Marleen Ruymaekers, directeur GBS Oelegem zijn wel vragende partij om de capaciteiten van de scholen te herbekijken in kader van de groeiende kleuterscholen.

 

 

Juridisch kader:

Art. 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor het uitwerken en organiseren van het onderwijs.

Art. 37 bis §1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Elke leerling heeft recht op inschrijving in de school of vestigingsplaats, gekozen door zijn ouders. Inschrijvingen voor een bepaald schooljaar kunnen ten vroegste starten op de eerste schooldag van maart van het voorafgaande schooljaar. Elke inschrijvingsperiode begint met de verschillende voorrangsperiodes.

Artikel 37novies van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Een schoolbestuur bepaalt voorafgaand aan een inschrijvingsperiode voor al zijn scholen de capaciteit. Dit is het totaal aantal leerlingen dat het schoolbestuur per niveau als een maximaal aantal leerlingen ziet.

In het gewoon basisonderwijs bepaalt het schoolbestuur de capaciteit op het niveau van de school, van de vestigingsplaats, het niveau kleuteronderwijs en het niveau lager onderwijs. Het schoolbestuur kan de capaciteit voor het kleuteronderwijs ook op niveau van het geboortejaar en voor het lager onderwijs ook op niveau van het leerjaar bepalen.

 

Bijkomende motivering:

Het oorspronkelijke idee was om vanaf schooljaar 2020-2021 te starten met een centraal aanmeldsysteem voor alle Ranste scholen. De Vlaamse regering heeft echter besloten om de inwerkingstreding van het inschrijvingsdecreet uit te stellen. Dit houdt concreet in dat het wettelijk kader ontbreekt om een aanmeldsysteem in te voeren. Daarom is er in samenspraak met de vrije scholen besloten om het aanmeldsysteem uit te stellen en blijven de oude regels voor de inschrijvingen dus van kracht.

 

Om te kunnen werken met een aanmeldsysteem diende elke school zijn capaciteit te bepalen. Mits de oude inschrijvingsregels van toepassing blijven, is dit niet meer expliciet nodig. Toch zijn de directeurs van de gemeentelijke basisschool Ranst en Oelegem vragende partij om de capaciteit aan te passen aan de groeiende kleuterscholen. Gelet op het feit dat kleinschaligheid centraal staat, is er een bepaalde capaciteit nodig om eventueel kinderen te kunnen weigeren. Bij het bepalen van de  capaciteit is er gekeken naar de fysieke mogelijkheden van de school maar ook naar het pedagogische aspect met nadruk op het aanbieden van kwaliteitsvol onderwijs.

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk) en Roel Vermeesch (Onafhankelijk)

 

Art. 1:

De gemeenteraad stelt de capaciteit van de gemeentelijke basisschool De Knipoog, schoolstraat 17 in Ranst vanaf schooljaar 2020-2021 vast op volgende maximumaantallen:

-          kleuters: capaciteit op geboortejaar - 24 kleuters per geboortejaar

-          lagere school: capaciteit op niveau

        1ste leerjaar: 24 leerlingen

        2de leerjaar: 24 leerlingen

        3de leerjaar: 24 leerlingen

        4de leerjaar: 24 leerlingen

        5de leerjaar: 24 leerlingen

        6de leerjaar: 24 leerlingen

 

Art. 2:

De gemeenteraad stelt de capaciteit van de gemeentelijke basisschool De Driehoek, Schildesteenweg 12 in 2520 Oelegem, vanaf schooljaar 2020-2021 vast op volgende maximumaantallen:

-          kleuters: capaciteit op geboortejaar - 25 kleuters per geboortejaar

-          lagere school: capaciteit op niveau

        1ste leerjaar: 25 leerlingen

        2de leerjaar: 25 leerlingen

        3de leerjaar: 25 leerlingen

        4de leerjaar: 25 leerlingen

        5de leerjaar: 25 leerlingen

        6de leerjaar: 25 leerlingen

Publicatiedatum: 20/01/2020
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

20. Aanvullende belasting op personenbelasting - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad vestigt een aanvullende belasting van 6,5% ten laste van de inwoners voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2015 met de vaststelling van de aanvullende personenbelasting op 6,5% voor de periode 2016-2019

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen.

De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

In afwijking van artikel 464, mogen de gemeenten een aanvullende belasting vestigen op de personenbelasting. De aanvullende belasting op de personenbelasting wordt door de gemeente geheven ten laste van de rijksinwoners die respectievelijk belastbaar zijn in die gemeente. De vestiging en de inning van de aanvullende belastingen worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen, onder de voorwaarden en volgens de regelen die de Koning bepaalt.

Die aanvullende belastingen worden bij wijze van bedrijfsvoorheffing of voorafbetalingen geïnd alsof het totale tarief van deze belastingen eenvormig op 6,7 pct was vastgesteld. De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad dat percentage verhogen tot maximaal 7 pct. Op het bedrag van de in de artikelen 465 tot 469 bedoelde aanvullende belastingen wordt een korting van 1 pct ingehouden voor de terugbetaling van de administratiekosten aan de Schatkist

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning aanvullende personenbelasting periode 2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000011

Inkomst

€ 6.363.364/jaar

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeenteraad vestigt een aanvullende belasting ten laste van de rijksinwoners voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Art. 2:

De belasting wordt vastgesteld op 6,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Art. 3:

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

Art. 4:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Aanvullende belasting op de personenbelasting.pdf Download
Besluit_Aanvullende_belasting_op_personenbel.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

21. Opcentiemen op de onroerende voorheffing - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad beslist dat voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten bate van de gemeente Ranst 705 opcentiemen op de onroerende voorheffing worden geheven.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

In de gemeenteraad van 18 december 2017 werden de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vastgesteld op 705 voor de aanslagjaren 2018 tot en met 2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen.

De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikelen 464 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

De provincies, de agglomeraties en gemeenten zijn niet gemachtigd tot het heffen van opcentiemen op de personenbelasting, op de vennootschapsbelasting, op de rechtspersonenbelasting en op de belasting van niet-inwoners of van gelijkaardige belastingen op de grondslag of op het bedrag van die belastingen, uitgezonderd evenwel wat de onroerende voorheffing betreft.

Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit

De gemeenten zijn gemachtigd om opcentiemen op de onroerende voorheffing te heffen. Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorige aanslagjaar. Als een gemeente de opbrengst van haar deel in die onroerende voorheffing evenwel wil wijzigen, geeft ze dat expliciet aan in haar beslissing en vermeldt ze afzonderlijk :

1° het aantal opcentiemen dat nodig is om, op haar niveau, dezelfde opbrengst te verkrijgen als in het aanslagjaar voorafgaand aan het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt;

2° het aantal opcentiemen dat voor het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt daadwerkelijk wordt geheven.

Als er met toepassing van de bepalingen van deze codex opcentiemen of een opdeciem worden geheven, worden die, samen met de belasting zelf, geïnd door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

Als de gemeente ertoe besluiten opcentiemen te heffen met toepassing van de bepalingen van deze codex, stelt de gemeenteraad daarvan uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar de opcentiemen voor het aanslagjaar in kwestie vast en deelt ze die opcentiemen uiterlijk op 1 maart van hetzelfde jaar per aangetekende brief mee aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

Als de gemeenteraad de opcentiemen op de onroerende voorheffing niet heeft vastgesteld of als een van de data of beide data, vermeld in het eerste lid, werden overschreden, zal de onroerende voorheffing worden gevestigd met toepassing van de opcentiemen die voor de provincie, gemeente of agglomeratie in kwestie van toepassing waren voor het voorafgaande aanslagjaar.

De bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie stort aan de gemeente de ontvangsten die ze voor hun rekening verwezenlijkt hebben, door in de maand die volgt op de maand van de ontvangsten, verminderd met de ontheffingen van betaalde vorderingen die doorgevoerd zijn tijdens de maand van de inning van die ontvangsten.

Als de ontheffingen van betaalde vorderingen die in de loop van een maand zijn doorgevoerd ten laste van een gemeente, meer bedragen dan de ontvangsten die door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie gedurende diezelfde maand voor rekening van die overheid zijn geïnd, vormt dat excedent voor de genoemde entiteit van de Vlaamse administratie een schuldvordering die terugvorderbaar is bij de gemeente.

De schuldvordering, vermeld in het tweede lid, wordt ingevorderd door ambtshalve inhouding op de toekenning van de ontvangsten van de maand die volgt op die van de verrekening van de ontheffingen. Als het bedrag van de ontvangsten dat toegekend wordt gedurende de maand die volgt op die van de verrekening van de ontheffing ontoereikend is om het bedrag van de schuldvordering dat overblijft te vrijwaren, wordt dat saldo van de schuldvordering ingevorderd door ambtshalve inhouding op de toekenning van de ontvangsten van de daaropvolgende maand. Die verrekening wordt herhaald tot de schuldvordering is aangezuiverd.

De ontvangsten kunnen naast de opcentiemen en de opdeciem ook de bedragen, vermeld in artikel 3.1.0.0.5, bevatten. Ontvangsten die voortkomen uit interesten, boetes of bij de belastingschuldige gerecupereerde invorderingskosten, worden evenwel nooit doorgestort en komen het Vlaamse Gewest toe.

De Vlaamse Regering wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan aan de gemeenten in het kader van de inning van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. De voorschotten worden berekend op 95 % van het bedrag van de jaarontvangsten inzake opcentiemen op de onroerende voorheffing die geraamd zijn in hun respectieve goedgekeurde begrotingen, dat de gemeente uiterlijk op 15 mei van het aanslagjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie heeft opgegeven. Bij ontstentenis van een mededeling op de vervaldag wordt de berekening van de voorschotten gebaseerd op de jaarontvangsten inzake opcentiemen op de onroerende voorheffing die de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie per gemeente in kwestie geraamd heeft;

Als de meegedeelde opcentiemen wijzigen ten opzichte van het voorgaande aanslagjaar, zal de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie de geraamde jaarontvangsten aanpassen en meedelen op het ogenblik dat het saldo aan de gemeente wordt meegedeeld;

De voorschotten worden vanaf het tweede semester van het begrotingsjaar in zes maandelijkse gelijke schijven uitbetaald met valuta op de vijfde bankwerkdag van iedere maand;

Het saldo van alle verworven opcentiemen op de laatste dag van de maand mei van het jaar dat volgt op het aanslagjaar in kwestie, verminderd met de voorschotten die al uitbetaald zijn voor het aanslagjaar in kwestie en verminderd met de bedragen van betaalde vorderingen die voor het aanslagjaar in kwestie en eventueel voor voorgaande aanslagjaren in ontheffing gezet zijn, wordt uiterlijk gestort op de laatste bankwerkdag van de maand juli van het jaar dat volgt op het aanslagjaar in kwestie;

Opcentiemen die worden verworven na de laatste dag van de maand mei van het jaar dat volgt op het aanslagjaar in kwestie, worden na vermindering met de nog niet verrekende bedragen van betaalde vorderingen die in ontheffing gezet zijn, doorgestort uiterlijk op de laatste bankwerkdag van de maand die volgt op de maand van de verwerving;

Als wordt vastgesteld dat het saldo negatief is, wordt het voorschot van het eerstvolgende aanslagjaar, verminderd met dat negatieve saldo. In voorkomend geval worden de verworven opcentiemen van het eerstvolgende aanslagjaar ook verminderd met hetzelfde negatieve saldo.

Zowel de orderekeningen als de financiële rekening waarop de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor rekening van de gemeente mag een negatief saldo vertonen voor het bedrag van de gecumuleerde voorschotten.

Na afloop van elk kalenderjaar stuurt de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie naar elke gemeente die opcentiemen heft, een lijst met vermelding van de totale opbrengst van de opcentiemen die, op basis van de inningen, aan de gemeente toekomen.

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning opcentiemen op de onroerende voorheffing - periode  2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000010

Inkomst

€ 4.670.825/jaar

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente Ranst 705 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.

 

Art. 2:

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.

 

Art. 3:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Opcentiemen op de onroerende voorheffing.pdf Download
Besluit_Opcentiemen_op_de_onroerende_voorhef.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

22. Belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op de collectief aangelegde en beheerde IBA’s - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed met betrekking tot de belasting op collectief aangelegde en beheerde IBA's voor de aanslagjaren 2020-2025. Dit belastingsreglement is opgeheven vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het reglement met betrekking tot de belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen voor de aanslagjaren 2014-2019

Het besluit van de gemeenteraad van 22 maart 2010 betreffende het beheer van de rioleringsinfrastructuur van de gemeente Ranst door AWW in het kader van de gemeentelijke saneringsverplichting waardoor AWW (Water-link) in opdracht van de gemeente- overgaat tot het aankopen, plaatsen en beheren van de IBA’s, in de zones waar niet kan worden aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het reglement met betrekking tot de belasting op collectief aangelegde en beheerde IBA's voor de aanslagjaren 2014-2019

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning belasting  op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op collectief aangelegde en beheerde IBA's - periode 2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000015 en RA000016

Inkomst:

€ 571.700

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

3 tegen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Deel1: Belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen

 

Art. 1:

Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de particuliere woongelegenheden en gebouwen die op de riolering aansluitbaar zijn of er rechtstreeks of onrechtstreeks op aangesloten zijn.

 

Art. 2:

§1. De belasting is verschuldigd door ieder gezinshoofd, maatschappij of groepering die, om welke reden ook, het onroerend goed in zijn geheel of gedeeltelijk bewoont of in gebruik heeft.

§2. Per gezin is jaarlijks slechts éénmaal belasting verschuldigd. De leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Aan het begrip gezin wordt dezelfde betekenis gegeven als deze vermeld in de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.

 

Art. 3:

De belasting wordt vastgesteld op 90 euro per jaar.

 

Art. 4:

Het bedrag van de belasting is verschuldigd door de gebruiker van het belastbaar onroerend goed op 1 januari.

 

Deel2: Belasting op collectief aangelegde IBA's

 

Art. 5:

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op de particuliere woongelegenheden en gebouwen die aansluitbaar zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks aangesloten zijn op een IBA, geplaatst in het kader van het door Water-Link –in opdracht van de gemeente- georganiseerde collectieve aanbod .

 

Art. 6:

§1. De belasting is verschuldigd door ieder gezinshoofd, maatschappij of groepering die, om welke reden ook, het onroerend goed in zijn geheel of gedeeltelijk bewoont of in gebruik heeft.

§2. Per gezin is jaarlijks slechts éénmaal belasting verschuldigd. De leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Aan het begrip gezin wordt dezelfde betekenis gegeven als deze vermeld in de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.

 

Art. 7:

De belasting wordt vastgesteld op € 90 per jaar.

 

Art. 8:

Het bedrag van de belasting is verschuldigd door de gebruiker van het belastbaar onroerend goed op 1 januari.

 

Art. 9:

De belasting in deel 1 en  2 wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10:

De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Art. 11:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit belastingsreglement is opgeheven vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen en op collectief aangelegde IBA's.pdf Download
Besluit_Belasting_op_aansluiting_rioolnet_en.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

23. Belastingreglement op de privatieve inname openbaar domein - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het belastingsreglement voor de inname van het openbaar domein voor de periode 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding

gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Door het heffen van deze belasting hoopt de gemeente de gemeente de inname van het openbaar domein te verminderen waardoor de overlast voor de bevolking en voor de mobiliteit, inclusief de parkeerdruk verminderd wordt.

Het komt vaak voor dat door het plaatsen van constructies en materialen zoals schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, bouwafval, werktuigen en voertuigen ter gelegenheid van bouwen, verbouwen of verhuizen de openbare weg wordt ingenomen.

De gemeente dient hierbij een verhoogd toezicht uit te voeren of alles volgens de wettelijke normen gebeurt. Bovendien zorgt de inname bij het plaatsen van constructies op parkeerplaatsen voor een bijkomende parkeerdruk. Door middel van een specifieke belasting leveren de gebruikers een financiële bijdrage. Deze belasting helpt de financiële behoefte van de gemeente te verlichten.

Het plaatsen van terrassen, uitstallingen van koopwaren en voorwerpen gebeurt door een inname van de openbare weg en brengt een last mee voor de gebruikers van het openbaar domein. De plaatsing van een terras betekent een uitbreiding van een handelszaak en een vergroting van hun exploitatiemogelijkheden. Om de oppervlakte van deze terrassen en uitstallingen tot een minimum te beperken wordt van de exploitanten een financiële bijdrage gevraagd. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de .

De toelating tot het ingebruiknemen van het openbaar domein dient vanaf 1 januari 2020 elektronisch te worden aangevraagd en betaald. Het belastingreglement is conform deze procedure van aanvraag tot inname van het openbaar domein en de wijze van betaling een contantbelasting.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Innen van belastingen op inname openbaar domein voor de periode 2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000022

Inkomst:

€ 50.000 (inclusief btw)

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

8 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst) en Bart Goris (Open VLD)

2 onthoudingen: Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

De gemeenteraad vestigt een belasting die verschuldigd is door de aanvrager van de inname van het openbaar domein in de gemeente Ranst en bij ontstentenis van een aanvraag de uitvoerder van de werken of degene die het openbaar domein in de gemeente Ranst inneemt.

 

Art. 2: plaatsen van constructies

§1. De gemeente heft een belasting voor de tijdelijke inname, langer dan 24 uur, van het openbaar domein (gemeente en gewest) door het plaatsen van constructies en materialen zoals schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, bouwafval, werktuigen en voertuigen ter gelegenheid van bouwen, verbouwen of verhuizen (inclusief schilderwerken en gevelreiniging).

§2. Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan dient toelating te worden verkregen. Zo deze toelating niet is verleend, zal de ingenomen oppervlakte op het openbaar domein worden vrijgemaakt door of in opdracht van de gemeente en zullen de kosten verhaald worden op de veroorzaker en indien deze niet bekend is op de bouwheer.

§3. De belasting, uitgezonderd wat betreft de inname van het openbaar domein voor het afsluiten van een straat, is verschuldigd vanaf de derde kalenderdag van de effectieve inname van het openbaar domein.

Ieder begonnen dag wordt gerekend voor een volle dag.

§4. Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:

-          Aankondigingsborden, spandoeken, ... die een inname aankondigen: gratis

-          Containers: € 5 per begonnen dag vanaf de 3de kalenderdag met een minimumtarief van € 10 per aanvraag

-          Afsluiten van een straat: 50 euro per begonnen dag, vanaf de eerste dag

-          Andere innames: € 0,50 euro per m2 per dag, vanaf de 3de kalenderdag, met een minimumtarief van € 10  per aanvraag voor het plaatsen van constructies en materialen ter gelegenheid van bouwen, verbouwen of verhuizen zoals schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, bouwafval, werktuigen, voertuigen, …

§5. Vrijstelling van deze belasting wordt toegestaan wanneer de tijdelijke inname het gevolg is van onderstaande werken:

-          Werken van openbaar nut

-          Bouwwerken waarvan de gemeente, het OCMW, de brandweerzone RAND of de politiezone ZARA bouwheer is

-          Werken uitgevoerd door of in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestigingsmaatschappijen.

§6. De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van openbaar domein onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de belastingplichtige.

 

Art. 3:

§1. De gemeenteraad heft een belasting op het innemen van een deel van het openbaar domein, om deze te benutten voor handelsdoeleinden door het plaatsen van tafels, stoelen, banken, terrassen, stoepborden, uitstallingen, …. Het uitstallen van koopwaren of andere voorwerpen, het aanbrengen van uitstallingen op vensters- en deurdorpels en het aanbrengen van uitstallingen en toestellen, vastgemaakt aan de gevels, wordt gelijkgesteld met het innemen van het openbaar domein, indien de uitgestalde waren of de aangebrachte toestellen een uitsprong maken over het openbaar domein van minimaal 1m2 en dit op een hoogte die minder is dan 2,5m.

§2. Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan dient toelating te worden verkregen door het college van burgemeester en schepenen of door het orgaan aangewezen door de politieverordening. Zo deze toelating niet is verleend, zal de ingenomen oppervlakte op het openbaar domein worden vrijgemaakt door of in opdracht van de gemeente en zullen de kosten verhaald worden op de veroorzaker en indien deze niet bekend is op de bouwheer.

§3. De belasting wordt vastgesteld op € 5 per begonnen m² voor terrassen en andere uitstallingen met een minimumaanslag van € 25.

§4. De berekening van de belastbare oppervlakte gebeurt als volgt:

1)      Voor de terrassen met windschermen of andere afsluitingen is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de vierhoek binnen wiens grenzen het terras en de afsluiting en/of windschermen vervat zijn. Indien de ingang van de instelling zich in het terras bevindt, geeft dit aanleiding tot een vrijstelling van 1,5 meter, voor zover deze strook ook werkelijk vrij gehouden wordt.

2)      Voor de andere belastbare innemingen van het openbaar domein is de belastbare oppervlakte gelijk aan de oppervlakte van de vierhoek waarin de uitstalling of het toestel zich boven het openbaar domein uitstrekt. Het gedeelte van een vierkante meter wordt afgerond naar de hogere eenheid.

§5. Tijdelijke terrassen, terrasuitbreidingen of andere uitstallingen ter gelegenheid van goedgekeurde evenementen door het college van burgemeester en schepenen zoals straatfeesten, openbare markten, kermissen, … zijn vrijgesteld van deze belasting. De vrijstelling geldt enkel voor de dag(en) van het evenement zelf.

§6. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd per kalenderjaar door diegene die het openbaar domein inneemt.

§7. Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op enig recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken openbaar domein. Hij is er integendeel toe gehouden op het eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken, zonder enige schadevergoeding te kunnen vorderen.

§8. De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van openbaar domein onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de belastingplichtige.

 

Art. 4:

§1. De belasting wordt geheven ten laste van de aanvrager. Ingeval van wederrechterlijke inneming is de belasting ten laste van de persoon die de betrokken werken uitvoert of de ruimte op het openbaar domein inneemt.

§2. De betaling dient op elektronische wijze te gebeuren bij de aanvraag.

§3. Het openbaar domein kan pas worden ingenomen na betaling van de contantbelasting.

 

Art. 5:

§1. De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient online ingediend te worden via de website van de gemeente Ranst (www.ranst.be). Deze aanvraag geldt tevens als fiscale aangifte.

 

Art. 6:

De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van de provincie- en gemeentebelastingen.

 

Art. 7:

Dit belastingsreglement geldt voor vergunningen verleend vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Belasting op de privatieve inname openbaar domein.pdf Download
Besluit__Belastingsreglement_inname_openbaar.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

24. Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed met betrekking tot leegstaande gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020-2025.  Dit belastingsreglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het belastingreglement op de leegstand

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §6, is de gemeente verplicht een leegstandsregister bij te houden van leegstaande woningen en van leegstaande gebouwen. De gemeente dient daarom een reglement op te stellen met de indicaties voor de vaststelling van de leegstand. De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door het college van burgemeester en schepenen. Het reglement is volledig gebaseerd op de Vlaamse regelgeving. Het eerste reglement voor de vaststelling van de leegstand werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 18 oktober 2010.

Ook wordt de gemeente volgens het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en in het bijzonder art. 2.2.6 §1 t.e.m. §7, gemachtigd om een heffing op te leggen op de woningen en gebouwen die opgenomen worden in dit leegstandsregister.

Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. Gezien de prijsstijgingen op de huizenmarkt van de laatste jaren wil de gemeente zoveel mogelijk woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats.

Woningen die lang leeg staan zorgen vaak ook voor hinder en overlast in de buurt.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de belasting op leegstand

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000023

Inkomst:

€ 50.000 / jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

19 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

6 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Art. 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

 

Hoofdstuk I – het leegstandsregister

 

Art. 2:

De gemeente Ranst houdt het leegstandsregister bij van leegstaande woningen en gebouwen.

 

Art. 3: Begripsomschrijving van leegstand

Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of omgevingsvergunning.

 

Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Art. 4:

Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

Art. 5:

In afwijking van artikel 3 en 4 wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 3 respectievelijk artikel 4.

 

Art. 6:

Een gebouw of een woning, geïnventariseerd als verwaarloosd, ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.

 

Art. 7: Vaststelling van de leegstand

De leegstand van een woning of van een gebouw (het niet aanwenden in overeenstemming met de functie) wordt vastgesteld door een administratieve akte van leegstand en wordt onder meer beoordeeld aan de hand van minstens één van de volgende objectieve indicaties:

-          geen inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning sinds méér dan een jaar

-          geen opname in het register van tweede verblijven

-          onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde, dichtgemaakte of verzegelde toegang.

-          de woning of het gebouw wordt langdurig aangeboden als ‘te huur’ of ‘te koop’

-          het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen of een dermate laag gebruik ervan dat gebruik uitgesloten is

-          belangrijke glasbreuk, of ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk -niet afsluitbaar buitenschrijnwerk

-          zware waterinfiltraties via dak of gevels

-          ernstige inpandige vernieling of gedeeltelijke sloping

-          uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus

-          langdurig neergelaten rolluiken

-          storende omgevingsaanleg (afwezigheid of ondeugdelijk onderhoud van tuin of omgeving)

-          melding van langdurige leegstand door politie

-          de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992

 

Art. 8:

De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door de omgevingsambtenaar, de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde bevoegde ambtenaren of in intergemeentelijk samenwerkingsverband.

 

Art. 9: Kennisgeving van het voornemen te inventariseren

De dienst omgeving stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van een leegstaand gebouw of een leegstaande woning in het leegstandsregister. Bij gebrek aan officiële woonplaats kan de beveiligde zending gebeuren aan de verblijfplaats van de zakelijk gerechtigde, en bij gebrek daaraan aan het te inventariseren pand.

De kennisgeving omvat kopie van de administratieve akte.

 

Art. 10: Betwisting

Tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister kan beroep worden aangetekend bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 9. Dit beroep wordt per beveiligde zending betekend.

Het beroep wordt gedagtekend en omvat minstens volgende gegevens:

1)      Identiteit, adres en eventueel hoedanigheid en volmacht van de indiener

2)      Aanwijzing van de administratieve akte en/of van het pand waarop het beroepschrift betrekking heeft

3)      Een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten tot opname of dat voldaan is aan de vereisten tot schrapping, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. De bewijsstukken zijn vergezeld van een genummerde inventaris.

Het beroepschrift is onontvankelijk indien het te laat is ingediend, of met miskenning van de voorschriften van dit artikel, of door een derde die niet de zakelijke gerechtigde of zijn gevolmachtigde is, of indien het niet is ondertekend. Wordt de onontvankelijkheid vastgesteld, dan deelt de inventarisbeheerder dit mee aan de indiener met vermelding dat de beroepsprocedure is beëindigd.

Het beroepschrift is ongegrond, onder meer wanneer de toegang tot een pand, in het kader van een feitenonderzoek, geweigerd of verhinderd wordt.

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De inventarisbeheerder betekent de beslissing aan de indiener ervan per beveiligde zending zoals omschreven in artikel 9.

 

Art. 11: Opname in het register

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of de betwisting onontvankelijk of ongegrond is, neemt de inventarisbeheerder het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte van leegstand.

Het leegstandsregister bevat volgende vermeldingen:

1)      Het adres en de kadastrale gegevens van het leegstaande pand

2)      De identiteit en het laatst gekende adres van de zakelijk gerechtigde

3)      De datum van de administratieve akte vermeld in artikel 7

4)      De indicaties die geleid hebben tot opname op het leegstandsregister

5)      De feiten die aanleiding geven tot vrijstelling van de heffing, bepaald in Hoofdstuk II, met vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling

6)      Eventueel de datum van indiening van een betwisting zoals voorzien in artikel 10, en de datum en aard van de beslissing inzake die betwisting

 

Art. 12: Schrapping uit het leegstandregister

Een pand wordt geschrapt uit het leegstandsregister op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan de inventarisbeheerder.

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 3, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De inventarisbeheerder schrapt het gebouw met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.

Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat er een inschrijving in het bevolkingsregister is gebeurd op het betreffende adres en dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 4. De inventarisbeheerder schrapt de woning met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.

Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister.

 

Art. 13: meldingen

Bij elke overdracht van een zakelijk recht op een in het leegstandregister opgenomen goed moet de zakelijk gerechtigde uiterlijk één maand nà het verlijden van de notariële akte de overdracht schriftelijk melden aan de inventarisbeheerder. Hij moet minimaal vermelden: de datum van de overdracht, de naam en het adres van de nieuwe verkrijger(s) en de naam en de standplaats van de instrumenterende notaris en de coördinaten van het betrokken onroerend goed.

De zakelijk gerechtigde van een in het leegstandregister opgenomen goed is verplicht om elke kandidaat-koper vooraf te informeren over de opname in het leegstandsregister van de woning en/of gebouw dat hij wil verkopen.

 

Hoofdstuk II - Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen

 

Art. 14:

§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Art. 15:

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.

 

Art. 16:

De belasting bedraagt € 1.000 voor een volledig gebouw of woongelegenheid.

De belasting bedraagt € 100 voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet,

Indien het belastbaar goed een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdubbeld.

Indien het belastbaar goed een derde of meer opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdrievoudigd.

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

 

Art. 17:

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de gemeente. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.

§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

2° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingsjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht.

3° de belastingplichtige wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie rederlijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.

5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning;

6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

 

Art.19:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 20:

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Art. 21:

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet. 

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Art. 22:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Art. 23:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit belastingsreglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Belasting op leegstaande woningen en gebouwen.pdf Download
Besluit_Belastingreglement_op_leegstaande_wo.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

25. Belastingreglement op de tweede verblijven - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed voor de belasting gevestigd op de tweede verblijven voor de periode 2020 - 2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde op 18 november 2013 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op 2de verblijven voor de aanslagjaren 2014-2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Gezien de prijsstijgingen op de huizenmarkt van de laatste jaren wil de gemeente zoveel mogelijk bestaande woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats.

Ook zijn er steeds kosten aan het onderhoud en vernieuwing van het openbaar domein, waarvan ook de tweede verblijvers gebruik maken.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning belasting op tweede verblijven - periode 2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000024

Inkomst:

€ 80.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

8 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst) en Bart Goris (Open VLD)

2 onthoudingen: Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de tweede verblijven.

 

Art. 2:

Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of voor de huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan gebruikt worden.

Het kan gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans.

Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

-          het gebouw of lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit of garages,

-          tenten en woonaanhangwagens,

-          verplaatsbare caravans, tenzij deze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden,

-          de leegstaande woongelegenheden, waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend.

 

Art. 3:

De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar, ongeacht of deze al dan niet in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven is.

 

Art. 4:

De jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op € 1.000 per tweede verblijf.

 

Art. 5:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 6:

De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Art. 7:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Belasting op de tweede verblijven.pdf Download
Besluit_Belastingreglement_op_de_tweede_verb.pdf Download
20201015feedback CBS en VB - agenda GR en RMW.DOCX Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

26. Belastingreglement op motoren - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement op de belasting op motoren goed voor de aanslagjaren 2020-2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde op 28 april 2014 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op motoren voor de aanslagjaren 2014-2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen.

De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning belasting op motoren - periode 2020-2025

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000019

Inkomst:

€ 429.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

3 tegen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

7 onthoudingen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Bart Goris (Open VLD) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

§1. Er wordt, ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen en feitelijke verenigingen of vennootschappen, met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de motoren gebruikt voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, evenals op deze gebruikt door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt.

§2. De belasting bedraagt € 12,50 per eenheid en per breuk van kilowatt voor het totaal motorvermogen van minder dan 100 kilowatt en € 18,50  per eenheid en per breuk van kilowatt voor de schijf van het totaal motorvermogen gelijk aan of hoger dan 100 kilowatt.

De aanslag bedraagt minimum € 25 .

De belasting slaat op alle motoren, ongeacht de gebruikte energie waarmee deze aangedreven worden. De belasting betreft enkel de motoren die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente Ranst gevestigd zijn.

§3. De belasting is verschuldigd ongeacht of de motoren voor de exploitatie van de inrichting of van haar bijgebouwen worden gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. Wanneer, hetzij een inrichting, hetzij een zoals hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd, indien hetzij de inrichting zelf, hetzij het voornaamste bijgebouw in de gemeente gevestigd is.

§4. Nieuwe vestigingen die motoren voor een eerste keer in gebruik nemen dienen deze motoren aan te geven in het lopend dienstjaar en zullen een eerste keer belast worden in het lopend dienstjaar te rekenen vanaf de maand volgend op de in dienst name. Vestigingen die hun bedrijvigheid stopzetten in de loop van een lopend dienstjaar zullen voor dat kalenderjaar niet meer belast worden. Deze dienen binnen de maand na stopzetting het gemeentebestuur hiervan op de hoogte te brengen.

 

Art. 2:

De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in gemeen overleg tussen de belanghebbende en het gemeentebestuur. Het staat de belanghebbende vrij in geval van onenigheid, een tegenexpertise uit te lokken.

 

Art. 3:

De tractoren, terreinvoertuigen (zoals autobussen, auto’s en dergelijke die enkel voor intern gebruik op het terrein benut worden), trekkers, nijverheidsvoertuigen (zoals asfalteermachines, rupskranen, pletwalsen, bulldozers graafmachines, laadschoppen en zonder dat deze opsomming limitatief is), locomotieven, nijverheidsmachines (zoals mobiele compressoren, trilplaten, ladderliften en zonder dat deze opsomming limitatief is) worden belast volgens volgende tabel:

Cilinderinhoud van de motoren op diesel, benzine of gas: kW

-          van 0 cm³ tot 499 cm³ = 2

-          van 500 cm³ tot 2 499 cm³ = 7

-          van 2 500 cm³ tot 4 999 cm³ = 15

-          van 5 000 cm³ tot 7 499 cm³ = 22

-          van 7 500 cm³ tot 9 999 cm³ = 29

-          van 10 000 cm³ tot onbeperkt = 37

 

Art. 4:

De vorkheftrucks, reachtrucks, stackers en straddle carriers worden belast volgens hun maximaal  hefvermogen zoals vermeld in volgende tabel:

Maximaal hefvermogen: kW

-          van 0 kg tot 999 kg = 5

-          van 1 000 kg tot 1 999 kg = 8

-          van 2 000 kg tot 5 999 kg = 15

-          van 6 000 kg tot 19 999 kg = 20

-          van 20 000 kg tot 29 999 kg = 25

-          van 30 000 kg tot 44 999 kg = 30

-          van 45 000 kg tot onbeperkt = 40

 

Art. 5:

Van de belasting zijn vrijgesteld:

-          de motor die heel het onmiddellijk voorafgaande jaar niet werd gebruikt; deze non-activiteit moet blijken uit desbetreffende, om de drie maanden te hernieuwen, schriftelijke berichten aan het gemeentebestuur, zoals voorzien bij artikel 7. Wat het eerste jaar van de belastingheffing aangaat, is het bewijs van de non-activiteit evenwel met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren

-          de motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld en voor zo ver deze voertuigen dienen voor het vervoer van personen of goederen over de openbare weg.

-          de motor van een draagbaar en tegelijk handbediend toestel

-          de motor die een elektrische generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met dat benodigd voor het drijven van een generator

-          de door perslucht aangedreven motor

-          de motoren die gebruikt worden voor het afvoeren van overtollig water

-          de motoren van vaartuigen dienende voor transport van goederen

-          de reservemotor, i.e. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn tewerkstelling niet als gevolg heeft dat de productie van de betrokken inrichting verhoogd wordt; de reservemotor kan aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren

-          de wisselmotor, i.e. deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als de andere die hij tijdelijk moet vervangen; de wisselmotor kan aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren

-          motoren die instaan voor de brandveiligheid (zoals sprinklermotoren, compressor voor brandluiken te bedienen, enz. …)

-          de motoren die instaan voor hygiënische ventilatie (vb.  dampkap in een frituur, afzuiging in garages aan uitlaten, afzuiging voor lasdampen bij het lassen) .  Motoren die gebruikt worden voor het conditioneren van arbeidsruimtes zijn  wel belastbaar .

 

Art. 6:

Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, moet er aangifte van doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur wordt toegestuurd . De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben, moet deze aangifte spontaan doen.

Ook de kracht van de volgens artikel 5 onbelastbare motoren dient aangegeven te worden.

 

Art. 7:

De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen in de loop van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar van een belastbare motor brengt een belastingvermindering mee. Deze vermindering gaat in vanaf de maand volgend op het bericht, gezonden aan het gemeentebestuur, betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen.

Het stilleggen van een ononderbroken tijdvak gelijk aan of groter dan een maand, met uitzondering van de jaarlijkse verplichte vakantieperiode, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het jaar voorafgaand aan het belastingjaar ononderbroken buiten werking is geweest. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag op vier weken of één week werk na vier weken inactiviteit in de bedrijven die met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.

Om deze evenredige vermindering te kunnen genieten, moet de belanghebbende aan het gemeentebestuur een schriftelijk bericht gegeven hebben van de dag waarop de motor stilligt en van de dag waarop hij terug in werking wordt gesteld. Een ontvangstbewijs zal aan de belanghebbende worden afgeleverd. Dit bericht moet om de drie maand hernieuwd worden. De vermindering van belasting geldt vanaf de maand af volgend op deze wederinwerkingstelling. De berichtgeving is van substantiële aard en op straf van verval voorgeschreven. Wat het eerste jaar van de belastingheffing aangaat, is het bewijs van tijdelijke non-activiteit of van de definitieve buitengebruikstelling nochtans met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren. Indien vastgesteld wordt dat de motor werkt voor het geven van het bericht van wederinwerkingstelling, zal geen vermindering toegestaan worden, hoelang de stillegging ook heeft geduurd.

 

Art. 8:

Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leveranciers van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bovendien het bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 7 gedurende de periode van tenminste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingsjaar op grond van het bepaalde in artikel 1 tot 7 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar, deze verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de kwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20% verschilt van die van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil meer dan 20% dan telt het bestuur de belastbare elementen teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Het jaar volgend op dat waarin de 20% wordt overschreden, wordt het bedrijf belast op basis van deze nieuwe telling van de belastbare elementen.

Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moeten de exploitanten, voor 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, welke in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om toepassing van deze bepalingen verzoekt; hij moet er zich voorts toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde de in zijn installaties gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de facturen van elektrische energie, te controleren. De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag verkiest, verbindt zich door zijn keuze voor een tijdvak van vijf jaar. Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van het tijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar.

 

Voor bedrijven die reeds voor de ingangsdatum van dit reglement opteerden voor de berekening op basis van de maximumkwartuurvermogens wordt bij aanvang van dit reglement opnieuw de verhouding berekend tussen het vermogen, dat voor het jaar voorafgaand aan de ingangsdatum op grond van het bepaalde in artikel 1 tot 7 belastbaar is en het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met deze verhoudingsfactor.

 

Art. 9:

De belasting wordt berekend op grond van de belastbare (gebruikte) motorenkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Zij wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Indien een motor evenwel tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootst aantal dagen gebruik. Is dit aantal gelijk, dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.

Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand.

 

Art 10:

Bij gebrek aan aangifte zoals vermeld in artikel 6, binnen een termijn van vier weken na de verzending van het aangifteformulier, of bij onjuiste, onvolledige, of onnauwkeurige aangifte, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van  de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Art 11:

De overeenkomstig artikel 10 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 10% van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding en 50% van de verschuldigde belasting bij elke volgende overtreding.

 

Art 12:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art 13:

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.

 

Art 14:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Belasting op motoren.pdf Download
Besluit_Belastingreglement_op_motoren_-_afge.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

27. Belastingreglement op de verspreiding van reclame - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2020-2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De gemeenteraad keurde op 18 november 2013 het belastingreglement goed met betrekking tot de belasting op reclame voor de aanslagjaren 2014-2019.

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Door het heffen van deze belasting hoopt de gemeente de hoeveelheid reclamedrukwerk te verminderen.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Innen van belastingen op reclame

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000021

Inkomst:

€ 140.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1:

Er wordt vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Ranst.

 

Art. 2:

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.

Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

 

Art. 3:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van  reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

 

Art. 4: 

De belasting wordt vastgesteld op € 0,02  per exemplaar met een minimum van € 100 per verspreiding.

 

Art. 5:

De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:

-          publicaties van publiekrechtelijke rechtspersonen

-          publicaties van socio-culturele en sportverenigingen

-          publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden

 

Art. 6:

De belasting is verschuldigd door de uitgever of de verspreider of, indien die niet gekend zijn, door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.

 

Art. 7:

De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare  elementen twee dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangevangen van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag.

Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of  daarmee gelijkgesteld product en vermeldt de oplage en de datum van de verspreiding.

 

Art. 8:

Bij gebrek van aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of  onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig  artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 100% van de verschuldigde belasting.

 

Art. 9:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 10:

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.

 

Art. 11:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Besluit_Belastingreglement_op_de_verspreidin.pdf Download
Belasting op verspreiding van reclame.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

28. Belastingreglement op de verwerving van de wegbedding - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het belastingreglement goed met betrekking tot op de verwerving van de wegbedding voor de aanslagjaren 2020-2025

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het belastingsreglement op de verwerving van de wegbedding

 

Juridisch kader:

Artikel 170 §4 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994

De gemeenteraad is bevoegd voor het invoeren van een gemeentelijke belasting.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester bekend via de webtoepassing van de gemeente.

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

Omwille van het streven om de zakenrechtelijke rechthebbenden van eigendommen die een meerwaarde ondergaan ingevolge de verbetering van de weginfrastructuur te laten bijdragen aan de kosten die de gemeentelijke overheid dient te dragen tot verweving van de zate van de openbare weg via een indirecte belasting

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de belasting op de verwerving van de wegbedding

Actie:

Inning van de algemene overdrachten en belastingen

Ramingnummer:

RA000013

Inkomst:

€ 15.000/jaar

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

3 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

Art. 1:

§1. Worden onderworpen aan een jaarlijkse belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs de openbare wegen of gedeelten van openbare wegen die moeten aangelegd, verbreed, rechtgetrokken of verlengd worden.

De belasting is van toepassing, ongeacht of er al dan niet inlijving van een particulier eigendom is geweest ingevolge afstand onder bezwarende titel, ruiling of onteigening.

§2.De belasting is niet van toepassing op de eigenaar die kosteloos de helft van het terrein heeft afgestaan, gelegen voor zijn eigendom en dat noodzakelijk is voor de aanleg, verbreding, rechttrekking of verlenging van de openbare weg. Deze helft moet in geen geval meer bedragen dan 12 m2 per lopende meter gevellengte langs de straat. Indien de eigenaar een perceel afstaat, wordt hij onderworpen voor het verschil.

§3.De belasting wordt vastgesteld op 50% van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de intresten. De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar.

 

Art. 2:

De terugvorderbare uitgaven zijn :

-          kosten voor het opstellen van de plannen;

-          de prijs der verwerving, hetzij onteigeningsvergoeding, hetzij van de aankoop in der minne van de terreinen welke in de zate van de weg werden opgenomen. Indien het terrein sedert meer dan 5 jaar aangekocht werd op het ogenblik dat de aankoopverrichtingen een einde nemen, wordt er rekening, gehouden niet met de aankoopprijs, doch met de huidige verkoopwaarde;

-          de waarde van de terreinen welke door de gemeente werden afgestaan, of er ruiling geweest is of niet;

-          de kosten der noodzakelijke akten, certificaten en getuigschriften.

-          de kosten die gepaard gaan met de onteigeningen.

Van het bedrag der terugvorderbare uitgaven worden afgetrokken de waarde, volgens schatting, van de gebeurlijke overschotten van de vroegere weg.

Het bedrag der verhaalbare uitgaven wordt berekend op een maximum wegbreedte van 24 meter.

 

Art. 3:

De terugvorderbare uitgave die elke eigendom treft, is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde. De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door 50 % van het geheel der verhaalbare uitgaven, benevens de schattingswaarde van de terreinen welke kosteloos worden afgestaan, te delen door de totale lengte der eigendommen aan de straatzijde. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.

 

Art. 4:

Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen een zone welke zich langs weerszijde van de weg uitstrekken, over een diepte van 10 meter, dan wordt de belasting welke berekend wordt overeenkomstig artikel 3 verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook.

Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte van deze stroken voor de berekening van de diepte van 10 meter zoals bedoeld in het eerste lid.

 

Art. 5:

In de mate dat de stroken, bepaald in het voorafgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens grondverwervingen achtereenvolgens uitgevoerd aan twee verschillende wegen. Wanneer verwervingen gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is, voor de werken aan de weg waar de belasting het laagst is.

Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.

 

Art. 6:

Het eigendom of gedeelte van een eigendom gelegen op de hoek van twee openbare wegen of twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is wordt vrijgesteld:

indien de aankoopverrichtingen achtereenvolgens in de twee wegen uitgevoerd werden voor de verwezenlijking van verschillende ontwerpen voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de verrichtingen in laatste instantie uitgevoerd;

indien de aankoopverrichtingen gelijktijdig in de twee wegen uitgevoerd werden : voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de belasting op basis van de lengte van het eigendom het laagst is.

Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120°.

Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale lengte van het eigendom van 20 meter langs elke weg of gedeelte van een weg. Deze vrijstelling is niet toepasselijk wanneer de belasting niet in de twee wegen of gedeelten van wegen werd ingevorderd.

Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.

De verkaveling of de wijziging van een eigendom brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstellingen.

 

Art. 7:

De jaarlijkse belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling der terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald.

De jaarlijkse belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen. De toe te passen rentevoet is die welke op het ogenblik dat de verrichtingen ten einde zijn, door de financiële markten gehanteerd wordt voor het toestaan aan de gemeente van leningen voor de financiering van werken van dezelfde aard als die welke aanleiding geven tot de belasting.

 

Art. 8:

De belastingplichtige kan te allen tijde het eigendom ontlasten van het bedrag der terugvorderbare uitgaven, die erop betrekking heeft door aan de gemeente het bedrag der nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten. De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft.

 

Art. 9:

De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. Ingeval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is. Wanneer het eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen, waarop de verschillende eigenaars uitsluitend recht hebben dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw verdeeld onder hen in de verhouding van hun respectievelijk aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten.

Ingeval van overgang van onroerende zakelijk rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der akte die hem het recht toekent.

 

Art. 10:

Een bericht van het college van burgemeester en schepenen zal de datum bepalen waarop de grondverwervingen voltooid werden.

 

Art. 11:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Worden ingekohierd, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 9, ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari van het belastingjaar, behoudens wat betreft de eerste annuïteit, welke ingevorderd wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.

 

Art. 12:

De eerste jaarlijkse schijf is verschuldigd door degene die op het ogenblik van de publicatie van het besluit van het college van burgemeester en schepenen waarvan sprake in artikel 10, eigenaar is van het beschouwde goed. Elke jaarlijkse schijf is eisbaar vanaf de ontvangst door de financieel beheerder van het uitvoerbaar verklaard kohier.

 

Art. 13:

De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

Art. 14:

De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen :

voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen, ter zake worden de aaneenpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren als één geheel beschouwd. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingsdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hierop volgend. Indien bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld.

voor de niet-bebouwde eigendommen gelegen in de landelijke zone van de gemeente, zoals bepaald door de gemeenteraad.

 

Art. 15:

Aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal hebben gekweten zullen de bedragen terugbetaald worden die ooit zouden moeten beschouwd worden als ten onrechte betaald tengevolge van opheffing of de niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolge van de verlaging van de belastingvoeten. In dit laatste geval mag de terugbetaling slechts gebeuren in verhouding tot de vermindering van de belastingvoeten waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden, zullen genieten.

 

Art. 16:

§1. De huidige verordening is toepasselijk op de bewerkingen tot verwerving van de zate der openbare wegen waarvan de voltooiing gelegen is tijdens de jaren 2007 tot en met 2019.

§2. De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde verordeningen op de verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.

 

Art. 17:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Besluit_Belasting_op_de_verwerving_van_de_we.pdf Download
Belasting op de verwerving van de wegbedding.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

29. Retributiereglement op administratieve stukken - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad vestigt een retributie op de afgifte van diverse administratieve stukken en vergunningen voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken en inlichtingen

Het besluit van de gemeenteraad van 23 januari 2017 met de goedkeuring van het belastingsreglement op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen, milieuvergunningen, omgevingsvergunningen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020

Het besluit van de gemeenteraad van 22 oktober 2018 met de goedkeuring van het retributiereglement voornaamswijziging

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikelen 50-67 van het Consulair Wetboek van 21 december 2013

De wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen

De wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de verandering van geslacht in akten van de burgerlijke stand en de gevolgen betreft

De wet van 18 juni 2018 die aanpassingen doet in het kader van de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing

Het Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar

Het Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs

Het Koninklijk besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen

Het Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies

Artikel 2 van het Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten

De omzendbrief van 11 juni 2018 waarbij de bevoegdheid voor de voornaamswijziging overgedragen wordt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en de voorwaarden en procedure ervan regelt

 

Bijkomende motivering:

De gemeente levert een dienst aan een aanvrager waarbij een billijke vergoeding voor verschuldigd is.

Het gemeentebestuur promoot om milieuredenen de papierloze communicatie die vrijgesteld is van retributie, of waarvoor een verminderde retributie geldt.

Het behandelen van omgevingsvergunningen vereist een heel aantal administratieve handelingen en adviezen door gespecialiseerde experts. De aanvraagprocedure verloopt enkel via een digitaal loket van de Vlaamse overheid (www.omgevingsloket.be). De werklast voor de diensten is sterk afhankelijk van de te volgen vergunningsprocedure zodat er ook een differentiatie van de gehanteerde retributietarieven is aangewezen.

Alle aanvragen voor omgevingsvergunningen moeten digitaal behandeld worden via het omgevingsloket van de Vlaamse overheid. Analoog ingediende dossiers moeten door de gemeente zelf worden gedigitaliseerd. Dit dient te gebeuren samen met de belanghebbende. Deze extra handelingen gaan gepaard met kosten voor de gemeente, die via een retributie kunnen doorgerekend worden naar de belanghebbende.

Bij de behandeling van regularisatiedossiers zijn er extra handelingen nodig door de administratie, omdat het dikwijls moeilijk te achterhalen is wat de oorspronkelijke en vergunde toestand was.

De retributie op het aanvragen van omgevingsvergunningen is zowel van toepassing op omgevingsvergunningen met een milieukarakter als op omgevingsvergunningen met een stedenbouwkundig karakter of een combinatie van beide.

Tot 1 augustus 2018 was Justitie bevoegd voor alles wat te maken had met naamsverandering. Sinds die datum is de aanvraag voor een voornaamswijziging een bevoegdheid van de gemeenten geworden.  Justitie vroeg voor deze aanvragen een retributie gaande van € 490 tot € 49, afhankelijk van de reden van aanvraag.

Door de verschuiving naar de gemeenten heeft men deze bevoegdheid doorgegeven en kunnen de gemeenten zelf een retributiereglement invoeren, beslist door de gemeenteraad.

De gemeente mag via een gemeenteraadsbeslissing een retributiereglement goedkeuren.  Er zijn slechts 2 beperkingen namelijk :

-          transgenders mag slechts 10% van de standaardretributie gevraagd worden

-          vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en geen voorna(a)m(en) hebben, moeten gratis behandeld worden.

De afgifte van allerlei administratieve stukken en het verstrekken van sommige administratieve inlichtingen brengen lasten voor de gemeente met zich mee waardoor het gepast is hiervoor van de belanghebbende een retributie te eisen.

Het verwerven van inkomsten via retributies is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren. De inkomsten worden opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inkomsten uit de retributie voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken en inlichtingen voor de periode 2020-2025

Actie:

Beheren van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters en afleveren van vergunningen en attesten voor woonontwikkeling

Ramingnummer:

RA000228, RA000229, RA000232 en RA001282

Inkomst:

€ 240.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeenteraad vestigt een retributie op de afgifte van hierna volgende administratieve stukken en vergunningen voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 2: omgevingsvergunning:

§1. De retributie is verschuldigd door degene die het stuk, de vergunning of de inlichting vraagt. Het betreft hier zowel de aanvragen tot het afleveren van verkavelingsvergunningen en omgevingsvergunningen als de aktename van meldingen. Het dossier kan ook bestaan uit de vraag tot het wijzigen van een verkaveling of het omzetten van een milieuvergunning voor 20 jaar naar een permanente omgevingsvergunning, de bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van 20 jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur of de melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.

§2. Het bedrag van de retributie voor omgevingsvergunningsaanvragen wordt vastgesteld als volgt:

-          € 0 per dossier met 1 particuliere woongelegenheid indien het dossier voor stedenbouwkundige handelingen (of gemengd) digitaal wordt ingediend

-          € 50 per woongelegenheid per dossier gaande over 2 of meer woongelegenheden indien het dossier voor stedenbouwkundige handelingen (of gemengd) digitaal wordt ingediend

-          € 200 per dossier per lot in de verkaveling(swijziging) indien het dossier voor de verkaveling digitaal wordt ingediend

-          € 200 per dossier voor inrichtingen klasse 1 of 2 als de gemeente de vergunningsverlenende overheid is

-          € 200 per dossier voor socio-economische vergunningen

-          voor het organiseren van een openbaar onderzoek in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag en een verkavelingsaanvraag: de kosten van de aangetekende zendingen en de eventuele publicatiekosten

§3. Bijkomend bij de bedragen uit §2 wordt € 100 per regularisatiedossier aangerekend.

§4. Bijkomend bij de bedragen uit §2 en §3 wordt € 50 aangerekend per dossier dat analoog wordt ingediend.

§5. Het bedrag van de retributie voor de aanvraag tot het houden van een projectvergadering wordt vastgesteld op € 500.

§6. De betaling gebeurt per factuur. De retributie dient te worden betaald binnen de dertig dagen vanaf de verzending van de factuur behalve de retributie voor het organiseren van een openbaar onderzoek in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag en een verkavelingsaanvraag. Deze wordt betaald na het voeren van een openbaar onderzoek via factuur.

 

Art. 3: voornaamswijziging

§1. De gemeenteraad vestigt een retributie op het wijzigen van een voornaam. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:

1)      het basisbedrag bedraagt € 500

2)      in onderstaande gevallen wordt het tarief verminderd tot 10% van het basistarief tot € 50:

a)      een aanvraag tot wijziging van de voornaam die op zichzelf of in combinatie met de achternaam ongepast of hatelijk zou zijn.

b)      een aanvraag tot wijziging van de voornamen die vreemd klinkend zijn

c)       een aanvraag tot wijziging  van de voornamen die tot verwarring kan leiden

d)      een aanvraag tot wijziging van de voornaam door deze af te korten

e)      een aanvraag tot wijziging van de voornamen waar een leesteken toegevoegd of weggelaten wordt of waar een teken verandert waardoor de uitspraak wijzigt

3)      de beslissing of de aanvraag tot wijziging van de voornaam onder één van in 2° van dit artikel opgesomde situaties valt, wordt genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

§2. Volgende aanvragen tot voornaamswijziging zijn vrijgesteld van retributie:

-          personen van vreemde nationaliteit die een verklaring tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben, zijn vrijgesteld van enige retributie om dat te verhelpen

-          transgenders

§3. De retributie is verschuldigd door de aanvrager of de wettelijk vertegenwoordiger bij minderjarigen, van de wijziging aan de voornaam.

§4. De betaling gebeurt per factuur. Het verschuldigde bedrag dient te worden betaald binnen de dertig dagen vanaf de verzending van de factuur. De procedure voornaamswijziging wordt pas gestart na ontvangst van het te betalen bedrag.

 

Art. 4: Afgifte van administratieve stukken:

§1. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt :

4)      Voor Belgische identiteitskaarten:

a)      gratis voor de eerste afgifte aan kinderen vanaf 12 jaar

b)      € 3 gemeentebelasting voor de afgifte aan personen vanaf 13 jaar, vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid en in voorkomend geval verhoogd met de kosten aangerekend bij keuze van een spoedprocedure.

5)      Voor de identiteitskaarten of verblijfsvergunningen aan vreemdelingen:

-          € 3 gemeentebelasting voor de afgifte aan personen vanaf 12 jaar, vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid en in voorkomend geval verhoogd met de kosten  aangerekend bij keuze van een spoedprocedure.

6)      Voor de identiteitsbewijzen voor niet-Belgische kinderen minder dan 12 jaar:

-          € 2 gemeentebelasting per identiteitsbewijs.

7)      Voor het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen,Kids-ID :

-          De kostprijs aangerekend door de Federale Overheid vermeerderd met in voorkomend  geval de kosten aangerekend door Group 4 bij keuze van een spoedprocedure.

8)      Voor de paspoorten:

-          € 5 gemeentebelasting voor elk nieuw paspoort vanaf de leeftijd van 18 jaar, verhoogd met de kosten aangerekend door de Federale Overheid en in voorkomend geval verhoogd met de  aangerekende kosten voor een spoedprocedure.  

9)      Voor het wettigen van handtekeningen en het eenvormig verklaren van afschriften:

-          € 2  per prestatie.

10)  Voor rijbewijzen:

-          de kostprijs aangerekend door de Federale Overheid voor voorlopige rijbewijzen in bankkaartmodel

-          gratis voor rijbewijzen uitgereikt in toepassing van het artikel 21,§3 van het Koninklijk Besluit betreffende het rijbewijs van 23 maart 1998

-          € 5 gemeentebelasting voor elk rijbewijs in bankkaartmodel dat afgeleverd wordt vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid

-          € 5 gemeentebelasting voor elk internationaal rijbewijs dat afgeleverd wordt vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid

11)  Attesten immatriculatie:

-          € 5 voor elk nieuw attest van immatriculatie dat afgeleverd wordt

-          gratis voor de verlenging van het attest van immatriculatie

12)  Trouwboekje:

-          € 20 voor een duplicaat van het trouwboekje

13)  Het vernieuwen, verlengen of vervangen van de elektronische A-kaart:

-          € 10 bovenop de standaard retributie die geldt voor de vernieuwing, verlenging of vervanging van de andere verblijfstitels. De retributie wordt bij vernieuwing, verlenging of vervanging geïnd, maar kan maar één keer per jaar geïnd worden.

14)  voor het afleveren van een gegevensdrager: € 5 per gegevensdrager

15)  voor stedenbouwkundige opzoekingen: € 50 per opzoeking per perceel

16)  voor opzoekingen in het rijksregister: € 5 per opzoeking

17)  voor genealogische opzoekingen: € 10 per opzoeking

18)  Schriftelijke stukken:

a)      voor het afleveren van schriftelijke stukken op A4 (zwart/wit): € 0,3 per kopie

b)      voor het afleveren van schriftelijke stukken op A4 (kleur): € 0,5 per kopie

c)       voor het afleveren van schriftelijke stukken op A3 (zwart/wit): € 0,5 per kopie

d)      voor het afleveren van schriftelijke stukken op A3 (kleur): € 0,7 kopie

e)      voor het afleveren van schriftelijke stukken op A2 (zwart/wit): € 0,8 per kopie

f)        voor het afleveren van schriftelijke stukken op A2 (kleur): € 1 per kopie

Deze voormelde bedragen zijn exclusief verzendingskosten, met uitzondering van bestuursdocumenten.

§2. De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken die krachtens een wet, koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van paspoorten, belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens de wet op de consulaire en kanselarijrechten.

§3.De retributie moet contant betaald worden bij aanvraag van het administratief stuk.  Bij niet betaling zal het administratieve stuk niet aangevraagd of gemaakt worden.

 

Art. 5:

§1. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken en inlichtingen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 januari 2017 met de goedkeuring van het belastingsreglement op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen, milieuvergunningen, omgevingsvergunningen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020

§3. Het besluit van de gemeenteraad van 22 oktober 2018 met de goedkeuring van het retributiereglement voornaamswijziging wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 6:

Dit retributiereglement geldt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 7:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Retributiereglement afgifte administratieve stukken.pdf Download
Besluit_Retributiereglement_administratieve_.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

30. Retributiereglement aanvoer recipiënten op het containerpark - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het retributiereglement voor de aanvoer van bepaalde recipiënten op het containerpark goed voor de periode 2020-2025

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 waarmee aan Igean beheersoverdracht werd gedaan voor de exploitatie van het containerpark en het invoeren van diftar met weging.

Het besluit van de gemeenteraad van 18 april 2016 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de recipiënten op het containerpark

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Artikel 26 van het Materialendecreet van 23 december 2011 dat aan de gemeenten de opdracht geeft om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

Artikel 10 van het Materialendecreet van 23 december 2011  dat bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.

Artikel 5.1.1 van het VLAREMA van 17 februari 2012 dat bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moet worden betaald.

Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA van 17 februari 2012 dat de minima en maxima tarieven vastlegt voor de inzameling van een aantal afvalstoffen op het recyclagepark.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inning van de retributies via Igean op de aanvoer van afvalstoffen in de periode 2020-2025

Actie:

Organiseren van het afvalbeheer voor de individuele burgers

Raming:

RA001191

Inkomst:

niet van toepassing - verrekening via bijdrage in de werkingskosten van Igean

Visum:

niet van toepassing

 

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse retributies worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

De exploitatie van containerparken is geclusterd binnen de opdrachthoudende verenigingen Igean milieu en veiligheid en intergemeentelijke toegang is mogelijk indien de exploitatie volledig uniform is. De tarieven blijven uniform en onveranderd ten opzichte van het verleden.

 

Besluit met:

19 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

5 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

1 onthouding: Hilde Goris (Open VLD)

 

Art. 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de aanvoer van volgende afvalstoffen op het containerpark:

1)      Grofvuil

2)      Gemengd bouw- en sloopafval

3)      Zuiver steenpuin

4)      Kalkplaten en cellenbeton

5)      Grond

 

Art. 2:

Het bedrag van de retributie dat is verschuldigd door elk gezin / toegelaten gebruiker die gebruik maakt van het containerpark voor de aanvoer van de in artikel 1 genoemde afvalstoffen, wordt als volgt vastgesteld:

Recipiënt

Prijs

Grofvuil

€ 0,20 per kg

Gemengd bouw- en sloopafval

€ 0,20 per kg

Zuiver steenpuin

€ 0,03 per kg

Kalkplaten en cellenbeton

€ 0,03 per kg

Grond

€ 0,03 per kg

 

Elk gezin van maximum 3 personen krijgt een vrijstelling van 50 kg per jaar voor de betalende fracties (de eerste 50 kg van de betalende fracties zijn gratis) en 10 kg extra per bijkomend gezinslid per jaar. De vrijstelling geldt niet voor grofvuil en voor andere ‘toegelaten gebruikers’.

Vrijstellingen kunnen niet opgebouwd worden. Op het einde van het jaar vervalt de resterende vrijstelling. Ze kunnen dus niet overgedragen worden naar een volgend jaar. Een gezin bestaat uit alle personen die in het bevolkingsregister aan elkaar gekoppeld zijn via het ‘gezinshoofd/referentiepersoon’.

 

Art. 3:

Het bedrag van de retributie voor de recipiënten die op het containerpark van Ranst worden verkocht wordt als volgt vastgesteld:

 

 

Recipiënt

Prijs

Compostvat (incl. beluchtingsstok)

€ 35

Compostvat - beluchtingsstok

€ 5

Compostbak

€ 60

Compostbak - aanbouwmodule

€ 50

Compostbak - afdakje

€ 20

Zak compost (40 liter)

€ 3

 

Art. 4:

De gemeentelijke diensten, diensten van andere lokale openbare instellingen en erkende verenigingen die handelen in het algemeen en gemeentelijk belang waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van de gemeente en die een lokaal in eigendom of in beheer bezitten kunnen vrijgesteld worden van de in artikel 2 en 3 vermelde retributies. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over deze vrijstelling.

 

Art. 5:

De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met bancontact of kredietkaart.

Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het containerpark geweigerd worden.

 

Art. 6:

De gezinnen, toegelaten gebruikers, gemeentelijke diensten die niet beschikken over een elektronische identiteitskaart dienen zich te registreren op het containerpark en verwerven maximaal twee toegangskaarten per gezin of adres in geval van toegelaten gebruiker om het containerpark te betreden. Voor elke toegangskaart wordt een waarborg gevraagd van € 5  met uitzondering van een defect van de toegangskaart dat niet te wijten is aan het verlies of misbruik door de gebruiker op voorwaarde dat de defecte kaart overhandigd wordt aan het containerpark.

De gemeentelijke diensten gevestigd op het grondgebied van de gemeente Ranst en personen die geen Belgische identiteitskaart hebben wegens geen Belgische nationaliteit worden vrijgesteld van de waarborg.

 

Art. 7:

Het besluit van de gemeenteraad van 18 april 2016 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de recipiënten op het containerpark wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020 en vervangen door dit reglement voor de periode vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Retributiereglement op aanvoer recipiënten op het containerpark.pdf Download
Besluit_Retributiereglement_containerpark_-_.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

31. Retributiereglement voor de terbeschikkingstelling van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het retributiereglement goed voor het terbeschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen in de periode 2020-2025.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 19 januari 2015 met de goedkeuring  voor het terbeschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse retributies worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

De gemeente heeft een aantal vaste gemeentelijke aansluitkasten ter beschikking stelt voor levering van elektriciteit op verschillende openbare plaatsen op haar grondgebied ter gelegenheid van de plaatselijke kermissen en openluchtevenementen (markt, kerstmarkt, concert, feest,…). Deze verbruikgoederen brengen kosten met zich mee voor het gemeentebestuur. Deze kosten zullen gedeeltelijke verhaald worden op de gebruiker van de dienst.

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Innen van retributies voor elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen in de periode 2020-2025

Actie:

Organisatie en ondersteuning van het culturele ontspanningsaanbod

Ramingnummer:

RA000743

Inkomst:

€ 4.000/jaar

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: ter beschikkingstelling van de gemeentelijke aansluitingskast

De gemeente stelt aan de kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen (markt, kerstmarkt, concert, feest, …) een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied. De kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen mogen deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.

Het college van burgemeester en schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot een gemeentelijke aansluitkast.

 

Art. 2: aansluiting

§1. Alle kermisuitbaters, die kunnen aansluiten, zijn verplicht aan te sluiten op de gemeentelijke aansluitkast voor terbeschikkingstelling van elektriciteit, tenzij het aantal stopcontacten wordt overschreden of het gevraagde vermogen te hoog is.

Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen:

-          naam + voornaam / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de foorexploitant

-          deelgemeente van Ranst (Broechem – Oelegem – Ranst)

-          datum van de kermis

-          benaming en aard van de kermisattractie

-          vermogen van de opstelling in kVA

-          type aansluiting: éénfasig of driefasig

§2. De kermisuitbater kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente.

Voor de organisatie van openluchtevenementen richt de kandidaat energiegebruiker een  aanvraag voor toegang tot de gemeentelijke aansluitkast aan het college van burgemeester en  schepenen, dit minstens 30 kalenderdagen voor het betrokken evenement.

Hij bezorgt hiervoor een aanvraag per brief, per fax of per e-mail gericht aan het college van burgemeester en schepenen.

Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt:

-          identiteit / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de aanvrager

-          situering en doel van het gebruik van de aansluitkast

-          situering (adres)

-          opgesteld vermogen 

-          eenfasig of driefasig

-          tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen)

De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente.

Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 10 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de vereniging of organisatie.

 

Art. 3: gebruiksvergoedingen

§1. De kermisuitbater dient, vóór de aansluiting op de foorkast, aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast te betalen. De vergoeding is forfaitair vastgelegd in volgende tabel en gaat uit van het gevraagd vermogen in kVA en het type van de aansluiting (éénfasig of driefasig):

eenfasige aansluiting per kermisweekend:

Gevraagd vermogen vaste kost 

kVA  

0,5  43

1  44

1,5  45

2  46

2,5  47

3  48

3,5  49

4  50

4,5  51

5  52

6  54

7  55

8  56

driefasige aansluiting per kermisweekend:

Gevraagd vermogen vaste kost 

kVA  euro

0,5  43

1  44

2  68

2,5  70

3  71

3,5  72

4  74

4,5  75

5  76

6  80

7  83

8  86

9  89

10  92

11  93

12  94

13  96

14  98

15  101

16  103

17  106

18  109

19  111

20  114

§2. De gebruiksvergoeding dekt zowel de vaste kosten als de variabele kosten van de gemeente en kan jaarlijks worden geactualiseerd. 

De gebruiksvergoeding is vooraf betaalbaar door storting op het rekeningnummer 091-0001107-69 d.w.z. voordat aan de kermisuitbater toegang verleend wordt tot de meterkast. Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de aanvraag van de foorexploitant.

§3. De organisator van een openluchtevenement, die toestemming verkregen heeft voor het gebruik van de aansluitkast, wordt vrijgesteld van de betaling van een retributie voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast.

 

Art. 4: toegang en veiligheid

§1. De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de foorexploitant een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder).

De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de energiegebruiker het stopcontact (nummer)/de stopcontacten (nummers) /stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast.  De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is.

§2. Aansluitkabel van de foorexploitant

Met het oog op het aftakken van de eigen installatie levert de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A.  

Voor éénfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt  met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2.

Op het uiteinde van de kabel is de naam aangebracht van de gebruiker.

§3. Aarding

Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe:

Indien voor de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement omwille van het regelmatig karakter een vaste gemeentelijke aansluitkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de foorexploitant.  In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider.

Indien het om een plaats gaat met occasioneel karakter, moet de gebruiker op eigen kosten een aarding plaatsen.  In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme.  De aansluiting zal slechts na de controle kunnen worden uitgevoerd.  Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de kermisuitbater of organisator van het evenement.

De energiegebruiker zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren.  De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de foorinstallatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd.

§4. Automatische differentieelschakelaar

Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 Ohm.

Alle stroombanen van de installaties van de foorexploitant, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid.  De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de foorexploitant te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast.  De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt. 

Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden.

§5. Jaarlijkse keuring

De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme.

De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring in te zien.

Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en / of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de know-how van de distributienetbeheerder.

Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring zal gerechtelijk worden vervolgd.

 

Art. 5: aansprakelijkheid

De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de beschikbare aansluitkasten. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding toe te staan.

De energiegebruiker dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden.  Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt.  Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.

De kermisuitbater of organisator van een openluchtevenement dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.

 

Art. 6:

Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de kermisuitbater of organisator van een evenement is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente.

 

Art. 7:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Art. 8:

Dit reglement vervangt het reglement als goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 januari 2015 betreffende het ter beschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Besluit_Retributiereglement_voor_de_terbesch.pdf Download
Retributiereglement voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

32. Retributiereglement op het gebruik van de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het retributiereglement op het gebruik van de culturele en sport infrastructuur van de gemeente Ranst in de periode 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard.

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de sporthal, de polyvalente zaal en de turnzalen

 

Juridisch kader:

Artikel 173 van de Grondwet

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

Het gemeentebestuur vindt het belangrijk om verenigingen en inwoners van de gemeente de mogelijkheid te bieden om samen te komen om zo de sociale cohesie in de gemeente te bevorderen. De gemeente stelt ten voordele van het verenigingsleven een aantal gebouwen en lokalen ter beschikking. Het is verantwoord om met de invoering van dit retibutiereglement een deel van de kosten  te financieren.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inkomsten uit de retributie van het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur voor de periode 2020-2025.

Actie:

Verhuren van zalen / Ondersteunen van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen / Ter beschikking stellen van sporthal en turnzalen

Ramingnummer:

RA001058 / RA001008 / RA001108

Inkomst:

€ 110.000 / € 1.000 / € 34.500

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

7 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst) en Bart Goris (Open VLD)

3 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

TITEL 1: Gemeenschapscentrum den Boomgaard

 

Art. 1: infrastructuur

§1. Het gemeenschapscentrum ‘Den Boomgaard’ omvat:

-          de evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzaal en het seniorenlokaal van het gebouwencomplex ‘Den Boomgaard’, gelegen aan de Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem-Ranst

§2. De beschikbare lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum zijn:

-          De evenementenhal (800m² met een bezettingscapaciteit van 850 personen zittend en 1.700 personen staand) met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten.

-          De polyvalente zaal (222m² met een bezettingscapaciteit van 120 personen zittend en 220 personen staand) met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen, bergruimte en toog.

-          De vergaderzaal (63m², maximum 30 personen) met afwasruimte.

-          Het seniorenlokaal (63 m², maximum 40 personen).

 

Art. 2: begrippen

§1. De vergaderzaal en het seniorenlokaal worden verhuurd per dagdeel.

-          Dagdeel 1 vangt aan om 8u en eindigt om 12u30.

-          Dagdeel 2 vangt aan om 12u30 en eindigt om 18u.

-          Dagdeel 3 vangt aan om 18u en eindigt om 24u.

§2. Al de lokalen worden verhuurd op weekdagen, namelijk maandag, dinsdag, woensdag en donderdag en op weekenddagen: namelijk vrijdag, zaterdag en zondag. Een feestdag en de dag voor een feestdag worden gelijkgesteld met een weekenddag.

§3. Onder 'commerciële activiteit' wordt elke activiteit gerekend:

-          die niet voor alle aanwezigen gratis toegankelijk is.

-          waarbij goederen verkocht of verhandeld worden, met uitzondering van voedingswaren en drankartikelen die ter plaatse geconsumeerd worden.

§4. De gebruikers vallen onder één van de volgende categorieën:

-          Categorie 0:

         Gemeente- en OCMW-ambtenaren (in het kader van hun functie) en gemeentelijke en OCMW-diensten

         Gemeentelijke raden, zijnde de raden die door de gemeente of het OCMW zijn ingericht (voor initiatieven door de raden zelf georganiseerd)

         Publieke of semi-publieke instanties die diensten verlenen aan de inwoners van de gemeente Ranst ( Politiezone Zara, Brandweerzone RAND, …)

         Vormings- en onderwijsinstellingen van Ranst (voor activiteiten tijdens de schooluren);

         Rode Kruis Ranst-Lier-Zandhoven voor de driejaarlijkse huldiging van de bloedgevers.

-          Categorie A:

         Elke erkende vereniging van Ranst

         Niet-erkende verenigingen met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

         VZW's met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

         Inwoners van de gemeente Ranst die in eigen naam een niet-commerciële activiteit inrichten

         Niet-gemeentelijke overheidsdiensten die een werking in de gemeente ontplooien (het opvangcentrum voor asielzoekers Broechem, …)

         Vormings- en onderwijsinstellingen van Ranst (voor activiteiten buiten de schooluren).

-          Categorie B:

         Bedrijven met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

         Niet-erkende verenigingen met zetel in Ranst die een commerciële activiteit inrichten

         Sociaal-culturele VZW’s met zetel in Ranst die een commerciële activiteit inrichten

         Inwoners van de gemeente Ranst die in eigen naam een commerciële activiteit inrichten

         Sociaal-culturele verenigingen met zetel buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

         Sociaal-culturele VZW’s met zetel buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

         Gemeentelijke diensten, instellingen en organisaties van buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten

-          Categorie C: Alle andere gebruikers.

 

Art. 3: Tarieven

§1. De gebruikers die conform artikel 2, §4 tot de gebruikerscategorie 0 behoren, worden vrijgesteld van retributie.

§2. De onderstaande tarieven houden in dat deze gelden voor een activiteit van 13u gebruik van de zaal. Met uitzondering van meerdaagse activiteiten moet de zaal ten laatste om 6 uur de dag nadat de huur startte, ontruimd zijn. Deze 13 uren omvatten het klaarzetten van de zaal, de activiteit zelf en het opruimen van de zaal.

§3. Voor het gebruik van de evenementenhal (met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten) gelden volgende tarieven:

Evenementenhal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

weekdag

€ 350

€ 750

€ 1.200

weekenddag

€ 450

€ 1.100

€ 1.750

Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag van € 30 per uur worden betaald.

In de retributie zijn volgende kosten inbegrepen:

-          De kosten van verwarming en elektriciteit

-          Het gebruik van de keuken, de loge(s), het beschikbare keukenmateriaal en de beschikbare borden en bestek.

-          De normale schoonmaak na afloop van de activiteit. Voor de schoonmaak tijdens de gebruikersperiode (bv. bij meerdaags gebruik van een lokaal of ruimte) dient de gebruiker zelf in te staan.

-          Per activiteit is de afvoer van 1 container (1100 liter) restafval en papier inbegrepen in de prijs. Elke bijkomende container zal aangerekend worden aan de kostprijs van het afvoeren.

-          de billijke vergoeding

§4. Voor de polyvalente zaal (met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen, bergruimte en toog) gelden volgende tarieven:

Polyvalente zaal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

weekdag

€ 150

€ 250

€ 350

weekenddag

€ 200

€ 300

€ 500

§5. Voor het gebruik van de evenementenhal of polyvalente zaal door een erkende vereniging van Ranst voor een repetitie voorafgaand aan één of meerdere voorstellingen in het centrum, geldt het uitzonderlijke tarief van € 30 per uur op voorwaarde dat:

-          de repetitie maximum 14 dagen voorafgaand aan de voorstelling(en) plaatsvindt.

-          de infrastructuur niet door een andere gebruiker voor andere doeleinden wordt aangevraagd;

-          geen inkomgeld wordt gevraagd, geen drank wordt geschonken, geen gebruik wordt gemaakt van de keuken en geen publiek wordt toegelaten;

-          de repetitie niet langer dan 4 uren in beslag neemt.

-          het aantal repetities beperkt blijft tot maximum 2 per voorstelling.

§6. Voor de vergaderzaal en het seniorenlokaal gelden volgende tarieven

Vergaderzaal en seniorenlokaal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Dagdeel 1

€ 30

€ 40

€ 50

Dagdeel 2

€ 30

€ 40

€ 50

Dagdeel 3

€ 30

€ 40

€ 50

§7. Het seniorenlokaal kan enkel en alleen ter beschikking worden gesteld van een gebruiker uit categorie A, B of C indien volgende drie voorwaarden zijn vervuld:

-          de vaste gebruiker op dat ogenblik geen gebruik wenst te maken van de infrastructuur;

-          de vergaderzaal reeds in gebruik is of niet geschikt is;

-          het lokaal als vergaderruimte wordt gebruikt.

 

Art. 4: Waarborgen

§1. Voor de terbeschikkingstelling van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum gelden volgende waarborgsommen:

Waarborg

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Evenementenhal

€ 500

€ 500

€ 500

Polyvalente zaal

€ 300

€ 300

€ 300

§2. De gebruikerscategorie 0 wordt vrijgesteld van het betalen van een waarborgsom.

§3. Voor het gebruik van de vergaderzaal en het seniorenlokaal moet geen waarborgsom betaald worden.

§4. Voor het gebruik van éénzelfde zaal gedurende twee of meer opeenvolgende dagen moet slechts één keer de geldende waarborgsom worden betaald.

§5. De gebruiker die een zaal voor verschillende data huurt, kan aan de administratie vragen om slechts eenmaal de waarborg te moeten storten. Terugstorting kan in dat geval enkel op schriftelijke vraag van de gebruiker.

§6. De waarborgsom wordt na de activiteit terugbetaald aan de gebruiker, tenzij een schadegeval of ernstige tekortkoming werd vastgesteld. Ook bijkomende uren, restafval en de wasserij van de gebruikte hoezen zullen verrekend worden via de waarborg.

 

Art. 5: Annuleringsvergoeding

§1. Naargelang het tijdstip van de laattijdige annulering, is volgend percentage van de retributie op de terbeschikkingstelling van ruimten en lokalen verschuldigd als annuleringsvergoeding:

Annuleringsvergoeding

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Tot minder dan 1 maand vooraf

100%

100%

100%

Van 1 tot minder dan 3 maanden vooraf

50%

50%

50%

Van 3 tot minder dan 4 maanden vooraf

35%

35%

35%

Meer dan 4 maanden vooraf

€ 50

€ 50

€ 50

§2. De gebruikerscategorie 0 wordt vrijgesteld van het betalen van een annuleringsvergoeding.

§3. In geval van annulering ten gevolge van overmacht of vermeende overmacht zal de zaak aan het oordeel van het college van burgemeester en schepenen worden voorgelegd.

 

Art. 6: verbruik eigen dranken

De gebruiker van het gemeenschapscentrum die eigen wijn(en), schuimwijn(en), champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken in het centrum binnenbrengt en/of consumeert, dient dit ten minste twee weken voor de activiteit te melden aan de bevoegde ambtenaar. Hiervoor moet de klant een vergoeding per verbruikte fles betalen aan de concessionaris van het gemeenschapscentrum als compensatie voor de gederfde inkomsten.

Voor het binnenbrengen en/of consumeren van volgende dranken betaalt de gebruiker een vergoeding:

-          eigen wijn(en) en/of schuimwijn(en)van : € 1 (excl. btw) per verbruikte fles.

-          eigen Champagne(s), sterke dranken en/of gedestilleerde dranken : € 2,5 (excl. btw) per verbruikte fles.

-          Bij niet-naleving van deze bepaling kan door de concessionaris een forfaitaire vergoeding van € 150 (excl. btw) aangerekend worden bovenop de voorziene tarieven per fles.

 

Art. 7: voorafgaande ingebruikname voor klaarzetten of afbouw:

Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de zaal vóór of na aanvang van de contractueel vastgelegde gebruiksperiode worden klaargezet of afgebouwd op voorwaarde dat:

-          de zaal op dat ogenblik beschikbaar is. Deze regeling kan ten vroegste drie weken en ten laatste één week voor de activiteit worden toegestaan;

-          de bevoegde ambtenaar hiertoe uitdrukkelijk de toestemming verleent;

-          de gebruiker een vergoeding betaalt van € 30 per uur dat de zaal in gebruik wordt genomen voor het klaarzetten of afbouwen met een minimum van € 90.

 

Art. 8: dienstverlening concessionaris

Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens aangestelde(n) bepaalde diensten aan de gebruiker leveren. Daarbij gelden volgende tarieven:

-          voor het klaarzetten van een lokaal of ruimte: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.

-          voor het opruimen van een lokaal of ruimte: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.

-          voor toilet- en vestiairepersoneel: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.

-          voor toogpersoneel: € 28 (excl. btw) per persoon en per uur.

-          Vanaf 22 uur tot 6 uur wordt er per uur een supplement van 20% op de voor deze dienst te betalen retributie aangerekend.

 

Art. 9: sancties niet-naleving huishoudelijk reglement

§1. In het geval de gebruiker bijkomend werk voor de concessionaris veroorzaakt door het niet naleven van het huishoudelijk reglement, zal de concessionaris deze bijkomende uren, vermeerderd met een forfaitaire vergoeding, aan de gebruiker aanrekenen. Volgende tarieven zijn in dat geval van toepassing:

-          werkuren: € 25  (excl. btw) per persoon en per uur.

-          bijkomende vergoeding: € 200 (excl. btw) voor de evenementenhal en € 150 (excl. btw) voor de polyvalente zaal.

§2. Indien in overtreding van het huishoudelijk reglement toch confetti of papiersnippers worden gebruikt, dan wordt hiervoor een forfaitair bedrag van € 500 aangerekend aan de gebruiker.

 

Art. 10: extra schoonmaak

Indien na afloop van een activiteit blijkt dat de normale schoonmaak niet volstaat om de zaal in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, zal de concessionaris de kostprijs voor een eventuele bijkomende schoonmaakbeurt aan de gebruiker aanrekenen. Volgende tarieven zijn in dat geval van toepassing:

-          voor de evenementenhal (zonder keuken): € 150 (excl. btw.)

-          voor de keuken van de evenementenhal: € 50 (excl. btw.)

-          voor de polyvalente zaal: € 50 (excl. btw.)

 

Art. 11: Betalingsmodaliteiten

§1. De waarborg wordt betaald bij de reservatie. De gebruiker is definitief gebonden aan de reservatie van zodra de waarborg gestort werd.

§2. De retributie dient uiterlijk voor aanvang van het evenement te worden ontvangen door het gemeentebestuur.

Voor de vergaderzaal en het seniorenlokaal gebeurt de betaling bij de reservatie.

De betaling voor de evenementenhal en de polyvalente zaal gebeurt na ontvangst van de factuur.

§3. Na afloop van de activiteit wordt er een afrekening opgemaakt waarbij de waarborg verrekend wordt. Als de waarborg de bijkomende kosten niet dekt moet de huurder het tekort bijbetalen. In het andere geval wordt het saldo teruggestort op de rekening die in de klantaccount werd opgegeven.

§4. Bij laattijdige betalingen zal, na de conforme ingebrekestelling, de wettelijk geldende interest worden toegepast.

 

TITEL 2: Domein Moervelden

 

Art. 12: infrastructuur

Het domein Moervelden is onderverdeeld in 4 verschillende zones (zie plan in de bijlage):

-          Zone A: loods en grasveld 1

-          Zone B: grasveld 2

-          Zone C: parking 1

-          Zone D: parking 2

 

Art. 13: begrippen

§1. Het domein wordt verhuurd op weekdagen, namelijk maandag, dinsdag, woensdag en donderdag en op weekend-dagen: namelijk vrijdag, zaterdag en zondag. Een feestdag en de dag voor een feestdag worden gelijkgesteld met een weekenddag.

§2. De gebruikers vallen onder één van de volgende categorieën:

-          Categorie 0:

         Gemeente- en OCMW-ambtenaren (in het kader van hun functie) en gemeentelijke en OCMW-diensten

         Gemeentelijke raden, zijnde de raden die door de gemeente of het OCMW zijn ingericht (voor initiatieven door de raden zelf georganiseerd)

         Publieke of semi-publieke instanties die diensten verlenen aan de inwoners van de gemeente Ranst (VOR, vrije scholen, Politiezone Zara, Brandweerzone RAND, …)

-          Categorie A:

         Elke erkende vereniging van Ranst

         Erkende circussen

 

Art. 14: Tarieven

§1. De gebruikers die conform artikel 13, §2 tot de gebruikerscategorie 0 behoren, worden vrijgesteld van retributie.

§2. Voor het gebruik van de verschillende zones gelden volgende tarieven:

Vergoeding gebruik Moervelden

Zone A

Zone B, C en D

Weekdag

€ 25

€ 10 per zone

Weekenddag

€ 75

€ 10 per zone

§3. Enkel in zone A is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de nutsvoorzieningen. In de retributie is 2 m³ water en 80 kWh elektriciteit inbegrepen. Indien het energieverbruik hoger is dan wordt een meerprijs in rekening gebracht à rato van € 6 per begonnen m³ en € 0,5 per begonnen kWh, vermeerderd met € 20 administratieve kost. De meterstanden worden uitgelezen door de bevoegde ambtenaar.

§4. Indien vastgesteld wordt dat de gebruiker toch niet gehuurde zones in gebruik neemt, dan wordt voor deze zones het vijfvoud van de huurprijs aangerekend.

§5. De brandverzekering van het gebouw wordt afgesloten door de gemeente.

 

Art. 15: Aanvraag

Een aanvraag om gebruik te maken van één of meerdere zones van het gemeentelijk domein

Moervelden moet worden ingediend volgens de procedure zoals vermeld op www.ranst.be.

De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.

Voor evenementen op het domein dient ook een evenementenformulier te worden ingediend.

Het domein kan aangevraagd worden per dag en per zone met een maximum van 14 opeenvolgende dagen.

De gebruikers van categorie A mogen het terrein en/of de loods maximaal 2 jaar en minimaal 40 dagen voor de activiteit aanvragen.

Er is een beperking van maximaal 2 circussen per jaar.

 

Art. 16: sleutel

Bij het huren van de loods kan de gebruiker aan het begin van de gehuurde periode een sleutel van de loods bekomen na afspraak met de bevoegde ambtenaar. De sleutel wordt de laatste dag van de gehuurde periode terug afgeleverd in Den Boomgaard. Per dag dat de sleutel te laat wordt teruggebracht, wordt € 10 aangerekend.

Vanaf dat men een week te laat is, wordt de sleutel als verloren beschouwd.

Bij verlies van de sleutel worden de kosten voor het vervangen van de sloten waarop de sleutel paste en voor de nieuwe sleutels aangerekend aan de gebruiker.

 

Art. 17: annuleringen

§1. De gebruiker kan de huur van het domein annuleren tot 2 weken voor het evenement mits het betalen van de helft van de retributie.  Bij annulatie in de laatste 2 weken voor de gebruiksdatum is de volledige retributie vereist.

Bij terugbetaling in geval van annulatie wordt steeds een minimum administratieve kost van € 50 afgehouden van het terug te betalen bedrag. Bedragen lager dan € 50 worden niet terugbetaald.

§2. Het is de gebruiker toegestaan om zonder bijkomende kosten 1 keer de datum te verschuiven binnen het jaar van de oorspronkelijke datum mits er nog een datum vrij is.

In geval van annulatie ten gevolge van overmacht of vermeende overmacht, zal de zaak worden beslist door het college van burgemeester en schepenen.

§3. Het college van burgemeester en schepenen heeft het recht om de verleende toelating voor het gebruik te allen tijde te wijzigen of in te trekken, mits heirkracht kan ingeroepen worden. Hiervoor kan de aanvrager geen aanspraak maken op een schadevergoeding.

 

Art. 18: Betalingsmodaliteiten

De retributie dient uiterlijk voor aanvang van het evenement te worden betaald. De gebruiker is definitief gebonden aan de reservatie van zodra de retributie gestort werd. 

 

TITEL 3: Sportinfrastructuur

 

Art. 19: retributie

§1. De gemeenteraad vestigt een retributie voor het gebruik van de sporthal, de parketzaal en de gemeentelijke turnzalen.

§2. Voor het gebruik van de zalen gelden volgende tarieven:

Sporthal

€ 15 per uur

Eén terrein (1/3de van de zaal)

€ 5 per uur

Sportmanifestaties (geheel de zaal)

€ 100 per dag

Parketzaal

€ 5 per uur

Gemeentelijke turnzalen

€ 5 per uur

 

Art. 20: aanpassingen aan de retributie

§1. Voor het gebruik van de lokalen door jeugdverenigingen, verenigingen van de derde leeftijd en mindervaliden wordt de helft van de retributie aangerekend.

§2. De retributie wordt verdubbeld voor verenigingen die niet erkend zijn en scholen die niet in de gemeente gevestigd zijn. Eenzelfde verdubbeling geldt indien het individuele aanvragen betreft van personen die niet in de gemeente wonen.

 

Art. 21: betalingsmodaliteiten

Voor de vaste gebruikers is de vastgestelde vergoeding is verschuldigd van zodra de data en uren toegewezen zijn. Niet gebruikte uren blijven verschuldigd. De vergoeding die voor het gebruik bepaald is, wordt per trimester gefactureerd. Indien de retributie niet voor de vervaldatum van de factuur betaald wordt, kan het recht tot het gebruik van de sportaccommodatie ontzegd worden.

Occasionele gebruikers betalen bij de reservatie. De reservatie is definitief van zodra de betaling ontvangen werd.

Annuleringen tot 14 dagen voor de huurdatum kunnen kosteloos geannuleerd worden. De laatste 14 dagen dient men wel te verwittigen zodat het personeel van de sporthal op de hoogte is, maar de huur moet wel betaald worden.

Indien men dit nalaat kunnen er sancties volgen.

Annuleringen door tegenstrevers in de competitie worden per geval besproken.

 

TITEL 4: Slotbepalingen

 

Art. 22:

§1. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de de sporthal, de polyvalente zaal en de turnzalen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 23:

Dit retributiereglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 24:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Retributiereglement gebruik van de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Ranst.pdf Download
Besluit__Retributiereglement_vrijetijdsinfra.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

33. Subsidiereglement voor de subsidiëring van socio-culturele verenigingen in Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement voor de subsidiëring van socio-culturele verenigingen in de periode 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende de goedkeuring van het reglement voor de erkenning en subsidiëring van socio-culturele verenigingen in Ranst.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

De gemeente vindt het belangrijk om de socio-culturele verenigingen op zijn grondgebied te ondersteunen vermits zij een belangrijke bijdrage leveren tot het sociale weefsel in onze gemeente.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies voor socio-culturele verenigingen in Ranst voor de periode 2020-2025

Actie:

Subsidiëren van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen

Ramingnummer:

RA001055

Uitgaven:

€ 26.800

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: budget

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de subsidiëring van de erkende Ranstse socio-culturele verenigingen binnen de perken van het krediet in het meerjarenplan.

 

Art. 2: Aanvraag van een subsidie

Aanvraagdossiers voor de subsidie voor socio-culturele verenigingen moeten uiterlijk op 1 mei ingediend worden bij de cultuurdienst. Met laattijdige aanvragen wordt geen rekening gehouden.

Het dossier bestaat uit:

-          Het ingevulde aanvraagformulier dat ondertekend moet worden door de 2 verantwoordelijken met vermelding van naam en functie. Dit formulier wordt jaarlijks aan de verantwoordelijke opgestuurd en is te verkrijgen via de website van de Gemeente Ranst (www.ranst.be) of bij de cultuurdienst.

-          Een gedetailleerd werkingsverslag over het voorbije kalenderjaar

-          De cultuurdienst kan steeds bijkomende informatie opvragen.

 

Art. 3: Basissubsidie

Elke socio-culturele vereniging die recht heeft op een subsidie en die een subsidiedossier indient, ontvangt een basissubsidie ten bedrage van 20% van het begrote bedrag, gedeeld door het aantal gehonoreerde aanvragen. Na extern advies en binnen de perken van het goedgekeurde budget van de gemeente Ranst bepaalt het college van burgemeester en schepenen het bedrag van de subsidie.

 

Art. 4: Aanvullende subsidie

Op basis van de activiteiten die worden aangetoond in het jaarlijks in te dienen aanvraagdossier, kunnen de verenigingen die recht hebben op een subsidie een aanvullende subsidie ontvangen.

Voor de berekening daarvan wordt een puntensysteem gehanteerd. De punten worden berekend als volgt:

Criteria

Aantal

Punten

Aantal leden met woonplaats in Ranst

minder dan 20

5

20-50

10

>50

20

Deelname aan de verenigingenkoepel (elk persoon kan op de verenigingenkoepel slechts 1 vereniging vertegenwoordigen)

per verenigingenkoepel

8

Actief lidmaatschap gemeentelijke raden of werkgroepen

per lidmaatschap

2

Repetitieve activiteiten (max. 10 punten per jaar)

per repetitieve activiteit

1

Activiteiten voor leden

per activiteit met een maximum van 10 per jaar

2

Activiteiten voor leden en niet-leden die tijdig voor opname in Ranst Info gemeld worden door ze in te voeren in de UiT-databank

per activiteit

5

Indien het een eerste uitvoering betreft van een artistiek project

extra per project

2

Indien een niet-repetitieve activiteit in samenwerking met 1 of meerdere door de gemeente Ranst erkende verenigingen wordt georganiseerd

extra per activiteit

5

Eigen website

 

5

Uitgifte van een ledenblad of actuele Facebookpagina

 

5

Acties om de participatie van kansengroepen te bevorderen

per actie

2

Acties met betrekking tot duurzaamheid

per actie

2

 

De puntwaarde wordt berekend door het beschikbare budget voor de aanvullende subsidie te delen door het totaal van de behaalde punten.

 

Art. 5: Betalingsmodaliteiten

De subsidie wordt uitbetaald na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

Indien blijkt dat:

-          de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid

-          de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen

-          het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan  € 1.239

vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.

Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.

 

Art. 6:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 18 november 2013 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

Art. 7:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement socio-culturele verenigingenS.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

34. Subsidiereglement infrastructuurwerken voor verenigingen in Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor de infrastructuurwerken voor verenigingen in Ranst in de periode 2020-2025 goed. Dit reglement is aangepast door de gemeenteraad van 15 maart 2023

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 23 januari 2017 houdende de goedkeuring van het subsidieregelement voor infrastructuurwerken van de Ranstse verenigingen.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekkinG op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies infrastructuurwerken Ranstse verenigingen voor de periode 2020-2025

Actie:

Subsidiëren van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen

Ramingnummer:

RA001056

Uitgave:

€ 30.000

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: Toepassingsgebied - voorwaarden waaraan de vereniging moet voldoen:

§1. Uitsluitend verenigingen die erkend zijn door het gemeentebestuur van Ranst komen in aanmerking.

§2. De vereniging moet een vereniging zonder winstoogmerk zijn in de zin van de wet van 27 juni 1921 op het tijdstip van aanvraag of vallen onder de koepel van een vereniging zonder winstoogmerk.

§3. De vereniging die een aanvraag indient moet bereid zijn alle gevraagde toelichtingen te verstrekken met betrekking tot de vereniging of het project.

§4. De verenigingen moeten bij aanvraag van een borgstelling een sluitend financieel plan kunnen voorleggen voor een periode van minstens 5 jaar.

§5. Er kan geen aanvraag worden ingediend door verenigingen die nog een openstaande schuld hebben bij de gemeente.

 

Art. 2: Toepassingsgebied - investeringen die in aanmerking komen:

§1. Investeringen als gevolg van het kopen, bouwen, verbouwen, renoveren of uitvoeren van verbeteringswerken aan de lokalen van de vereniging gelegen in Ranst;

§2. Investeringen als gevolg van het aankopen, renoveren of aanleggen van sportvelden gelegen in Ranst.

§3. Enkel investeringen die onroerend of onroerend door bestemming zijn, komen in aanmerking.

§4. Het moet gaan om een duurzame investering die ten goede komt aan de inwoners van de gemeente en ze dient een meerwaarde te betekenen voor het aanbod inzake infrastructuur in de gemeente.

§5. De werken mogen pas gestart worden na de toekenning van de subsidie of borgstelling.

§6. De werken moeten aanvangen binnen de 6 maanden nadat het project is goedgekeurd door het gemeentebestuur. Het einde van de werken moet voorzien zijn binnen de 24 maanden na goedkeuring.

§7. Enkel investeringen die gebeuren op terreinen of aan gebouwen die eigendom zijn van de gemeente of indien dit niet het geval is, waarvan de vereniging bij de aanvraag schriftelijke garanties kan voorleggen voor langdurig gebruik komen in aanmerking.

§8. Eenzelfde vereniging kan voor een gelijkaardig werk maar om de drie jaar beroep doen op ondersteuning in het kader van dit reglement.

§9. Verenigingen die een nominatieve subsidie ontvangen voor het onderhoud van hun terreinen, kunnen voor deze werken geen subsidie aanvragen via dit reglement.

 

Art. 3: Uitbetaling toelage

§ 1. voor investeringen van minimum € 2.500 en maximum € 25.000 verleent de gemeente een toelage binnen de perken van het door de gemeenteraad goedgekeurde budget, zoals opgenomen in de toelichting bij het budget onder het punt ‘een overzicht, per beleidsveld, van de te verstrekken werkings- en investeringssubsidies’ .

§2. De toelage bedraagt maximum 50% van de uiteindelijke kosten.

§3. De dossiers worden behandeld in de volgorde dat de volledige aanvragen binnenkomen bij het gemeentebestuur.

§4. De betrokken raad geeft advies aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de aanvragen die in aanmerking komen voor betoelaging. De uiteindelijke beslissing tot betoelaging ligt in de handen van het college van burgemeester en schepenen.

§5. Bij de gemotiveerde aanvraag moeten minstens twee offertes gevoegd worden van erkende aannemers. Indien de vereniging zelf met eigen vaklui de werken uitvoert, dan dienen twee offertes te worden voorgelegd van leveranciers die de nodige materialen kunnen leveren.

§6. De helft van de toegekende toelage voor het goedgekeurde project kan op verzoek van de vereniging worden uitgekeerd na voorlegging van een deelfactuur van de aannemer of factuur voor levering van bouwmaterialen. Nadat het project voltooid is, wordt het tweede deel van de toelage toegekend. Dit tweede deel wordt berekend op basis van de bijkomende facturen en vult het eerste deel aan tot het vooropgestelde bedrag bereikt is. De uitbetaalde toelage kan nooit hoger zijn dan het initieel toegekende bedrag. Als het gefactureerde bedrag lager ligt dan het geraamde bedrag, zal de toelage evenredig verminderen.

§7. Bij eventuele financiële moeilijkheden kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om voortijdig het tweede deel uit te keren.

§8. Indien na 24 maanden slechts een gedeelte van de werken werd uitgevoerd of de vereniging heeft geen bijkomende facturen -zoals bepaald in artikel 3 §7- voorgelegd, dan vervalt het recht op bijkomende subsidie. Het bestuur heeft dan bovendien het recht om het reeds uitgekeerde bedrag geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

 

Art. 4: Borgstelling

§1. Voor investeringen boven de € 25.000 kan de gemeente zich borg stellen voor een lening die de vereniging aangaat bij een financiële instelling.

§2. De aanvraag tot het bekomen van een gemeentelijke borgstelling wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen en omvat minstens volgende stukken:

-          statuten van de VZW

-          leden van de Raad van Bestuur

-          balans en resultatenrekening van het laatste boekjaar

-          plannen -indien van toepassing- en lastenboek

-          voorstelling van het project met een toelichting van de voordelen die het project heeft voor de

-          inwoners van de gemeente

-          volledige kostenraming van het project

-          opgave van de manier waarop deze kosten gefinancierd gaan worden

-          sluitend financieel meerjarenplan voor een periode van 5 jaar waarin rekening wordt gehouden

-          met de aan de investering verbonden rente-, afschrijvings- en onderhoudslasten

-          beslissing van de Raad van Bestuur/algemene ledenvergadering waaruit blijkt dat iedereen

-          akkoord is met de uitvoering van de investering, de financiering en het opgestelde

-          meerjarenplan.

-          offertes van minstens 3 verschillende financiële instellingen voor het afsluiten van een lening

-          rekening houdende met een klassieke borgstelling die daalt in functie van de aflossingen van de

-          lening en akte van borgstelling

Het college heeft het recht in functie van het dossier bijkomende informatie op te vragen.

§3. De vereniging verbindt er zich toe de werken te realiseren in overeenstemming met het aan de gemeente voorgelegde plan en lastenboek. De vereniging dient op het moment van de ondertekening van de borgstelling te beschikken over de nodige vergunningen.

§4. De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur als een goed huisvader te onderhouden en te beheren. Ze draagt zorg voor de continuïteit van de exploitatie.

§5. De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur voor de volle nieuwbouwwaarde te verzekeren tegen brand, schade aan naburen, stormschade, sneeuwdrukschade en andere gebruikelijke risico’s en dit bij een in België erkende verzekeringsmaatschappij.

§6. Indien de vereniging eigendommen heeft, kan de gemeente hierop een hypotheek vestigen. De gemeente kan in dat geval een beroep doen op die hypothecaire waarborg indien ze wordt aangesproken in haar hoedanigheid van borg.

§7. Op de grond waarop de infrastructuur wordt gebouwd, noch op de infrastructuur zelf kan door de vereniging een hypotheek gevestigd worden in het voordeel van een andere schuldeiser dan de gemeente, tenzij de gemeente hiermee instemt.

§8. Het is de vereniging niet toegelaten, zonder voorafgaand akkoord van het college van burgemeester en schepenen, de opgerichte infrastructuur af te breken of te verbouwen.

§8. De vereniging verbindt er zich toe de afgevaardigden van de gemeente toe te laten de infrastructuur te bezoeken gedurende de ganse duur van de borgstelling.

§9 Een overschrijding van de vervaldag van de lening wordt meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen. Het college heeft het recht om één of meerdere afgevaardigden aan te stellen die kennis kunnen nemen van elk stuk dat betrekking heeft op de boekhouding van de vereniging.

§10. De vereniging moet in haar financieel beleid prioriteit geven aan het aflossen van de lening.

§11. De gemeentelijke waarborg kan nooit meer bedragen dan 80 procent van de geplande investeringen.

§12. De betrokken raad geeft advies aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de aanvragen. Het college van burgemeester en schepenen beslist uiteindelijk over de volledigheid van de aanvraag en over de toekenning van de borgstelling en over de modaliteiten ervan. Het college van burgemeester en schepenen heeft het recht een borgstelling te weigeren indien bv. het financieel plan als niet realistisch wordt beoordeeld of de omvang van het project niet in verhouding staat tot het maatschappelijk belang of ledenaantal.

§13. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen worden de burgemeester en de algemeen directeur belast met de ondertekening van de akte.

 

Art. 5:

Voor eenzelfde werk kan een toelage niet gecombineerd worden met een borgstelling.

 

Art. 6:

De gemeente heeft recht op informatie en financiële controle over de begroting en de rekeningen van de vereniging. De vereniging zal hiertoe de begroting van het lopende jaar, nadat ze is goedgekeurd door de VZW, overmaken aan de gemeente samen met de rekening van het afgelopen jaar. De stukken dienen ondertekend te zijn door twee leden van de raad van bestuur van de VZW, die gemachtigd zijn om de vereniging te verbinden. Voor verenigingen die een toelage ontvingen geldt dit voor het jaar van uitbetaling van de toelage. Voor verenigingen waarvoor de gemeente zich borg stelde geldt dit voor de volledige duurtijd van de borgstelling.

 

Art. 7:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 23 januari 2017 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Ditreglement is aangepast door het gemeenteraadsbesluit van 15 maart 2021.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement infrastructuurwerken verenigngen in Ranst.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

35. Subsidiereglement voor de toekenning van steun voor goede doelen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor de toekenning van steun voor goede doelen in de periode 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

In het verleden gaf de gemeente al verschillende malen een toelage aan goede doelen zoals in het kader van de warmste week, kom op tegen kanker, think pink, ...

Deze subsidies werden nominatief in het budget ingeschreven

Aangezien er een verschuiving is in de werking waarbij zoals de warmste week de concrete goede doelen pas op het einde wordt bekendgemaakt is er het voorstel om een reglement te voorzien waar het college van burgemeester en schepenen op voorstel goede doelen kan ondersteunen.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetalingen subsidies voor de steun aan goede doelen in de periode 2020-2025

Actie:

Voeren van een gezondheidsbeleid

Ramingnummer:

RA001116

Uitgave:

€ 2.500

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het gemeentebestuur wenst steun te kennen aan het goede doel wanneer de gelegenheid zich voordoet op basis van de beschikbare kredieten voorzien in het budget en de meerjarenplanning.

 

Art. 2:

Een gedeelte of het volledige bedrag kan aan een goed doel gegeven worden. Een goed doel kan zowel een privaat, lokaal, provinciaal, gewestelijk, gemeenschaps- of een federaal initiatief zijn.

 

Art. 3:

Elk voorstel tot bestemming van de gelden kan overgemaakt worden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit voorstel bevat een korte beschrijving van het goed doel, de initiatiefnemer, het voorstel tot toe te kennen bedrag en het rekeningnummer waarop het bedrag wordt overgeschreven.

 

Art. 4:

Het college van burgemeester en schepenen beslist over het toekennen en de grootte van het bedrag binnen de voorziene kredieten van het budget.

 

Art. 5:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025.

 

Art. 6:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links subsidiereglement steun voor goede doelen.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

36. Subsidiereglement voor de jeugdverenigingen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen in de periode 2020-2025 goed. Dit subsidiereglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de vorming van de jeugd.

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 over de goedkeuring van het subsidieregelement voor de energiekosten voor de Ranstse jeugdverenigingen.

Het charter ‘milieubeleving bij jeugdverenigingen’ van 14 juni 2018 over de goedkeuring van de klimaatsubsidie voor jeugdverenigingen voor het uitvoeren van klimaatmaatregelen aan infrastructuur of binnen de werking.

Deze titel is een samensmelting van het subsidiereglement voor de energiekosten van 16 december 2013 voor de Ranstse jeugdverenigingen en het charter ‘milieubeleving bij jeugdverenigingen’ van 14 juni 2018.

Het charter 'milieubeleving bij jeugdverenigingen' is opgemaakt en wordt opgevolgd door de

milieudienst en jeugddienst en is verder uitgewerkt in samenspraak met de jeugdverenigingen begin werkingsjaar 2019-2020.

De jeugdverenigingen ondertekenen het charter bij aanvang van het werkingsjaar. Na het werkingsjaar volgt een overleg tussen de meters en peters van de jeugdverenigingen en de jeugd- en milieudienst. Bij positieve evaluatie van het werkingsjaar komt de jeugdvereniging in aanmerking voor de subsidie voor de genomen klimaatmaatregelen. Het charter vormt tevens een leidraad om zoveel mogelijk afval te sorteren om dit selectief te kunnen afvoeren.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

Het gemeentebestuur probeert de erkende jeugdwerkinitiatieven in de gemeente zoveel mogelijk te ondersteunen. Een belangrijk onderdeel van dit beleid zijn de verschillende subsidies voor het jeugdwerk. Dit reglement is een samensmelting van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen, het subsidiereglement voor de vorming van de jeugd en het subsidiereglement voor de energiekosten voor de Ranstse jeugdverenigingen met het charter ‘milieubeleving bij jeugdverenigingen’ naast de implementatie van het subsidiëren van vervoerskosten bij de organisatie van kampen.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetalingen subsidies jeugdverenigingen voor de periode 2020-2025

Actie:

Ondersteunen van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen / Sensibiliseren en coördineren van acties voor afvalinzameling en -sortering

Ramingnummer:

RA001024 / RA001025 / RA000329 + RA000925 / RA000913

Uitgave:

€ 20.000 / €  4.000 / € 2.500 + € 8.000 / € 30.000

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met:

22 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

3 tegen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst) en Christel Meeus (CD&V/WIJRanst)

 

TITEL 1: Subsidiereglement voor de jeugdverenigingen

 

Art. 1: algemeen

§1. Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de betoelaging van de erkende Ranstse jeugdverenigingen op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het budget volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

§2. De verdeling tussen de jeugdbewegingen en jeugdhuizen van het begrote subsidiebedrag zal als volgt gebeuren: het totale bedrag wordt gedeeld door het totaal aantal jeugdverenigingen. Dit quotiënt wordt vermenigvuldigd met het aantal jeugdbewegingen en het aantal jeugdhuizen om het respectievelijke subsidiebedrag te bekomen.

 

Art. 2: definities

In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis:

-          Lid van een jeugdvereniging:

Iemand wordt als lid van een jeugdvereniging beschouwd, wanneer hij opgenomen is in de verzekeringspolis van de vereniging en in de ledenlijst van de vereniging

-          Jeugdvereniging:

De overkoepelende benaming voor jeugdbewegingen en jeugdhuizen.

-          Jeugdbeweging:

Alle groeperingen die een aanbod aanreiken specifiek voor kinderen en  jongeren.

-          Jeugdhuis:

Locatie of organisatie die een ontmoetings-,  experimenteer- of ontspanningsruimte aanbiedt voor jongeren.

 

Art. 3: subsidiëring jeugdbewegingen

De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.

De punten worden toegekend per werkjaar (1 september tot en met 31 augustus van het volgende jaar) aan de hand van de volgende normen:

Basissubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen):

ledenaantal:

-          1 punt per lid

begeleiding:

-          2 punten per begeleider (die geen vorming volgde)

-          3 punten per gebreveteerde begeleider

-          3 punten per begeleider die een vorming volgde die niet tot een brevet leidt (vb herfstontmoeting)

-          2 punten extra per begeleider enkel voor het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een brevet (dat jaar krijgt hij dus 4 punten)

Werkingssubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen)

op basis van het aantal actieve weken per jaar: per werkjaar worden de weken opgeteld waarin een activiteit binnen de jeugdbeweging wordt georganiseerd.

-          Aantal punten per actieve week: 5 punten

-          voor het aantrekken van deskundige buitenstaanders, (bv. sportmonitor): per deskundige en per activiteit waarbij hij betrokken is: 3 punten

Een deskundige buitenstaander ondersteunt een niet-commerciële activiteit van de jeugdbeweging.

-          voor uitgave van een (digitaal) ledenblad (inclusief kampboekje): 10 punten. Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.

-          de kampsubsidie is enkel geldig voor zomerkampen met een minimum duurtijd van 4 dagen en met een maximum van 15 aaneensluitende dagen (voor- en nawacht op kamp wordt meegerekend).

-          Per deelnemend lid per kampdag: 1 punt

-          Het ontplooien van acties om de drempel voor kansengroepen te verlagen: 2 punten per actie.

 

Art. 4: subsidiëring jeugdhuizen

De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.

Subsidie voor begeleiding ( =1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):

-          2 punten per lid van de raad van bestuur (geen brevet - max. 15 personen)

-          3 punten per gebrevetteerd lid van de raad van bestuur

-          2 punten extra per lid van de Raad van Bestuur of een werk / tapgroep enkel voor het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een brevet (dat jaar krijgt hij dus 4 punten)

-          1 punt per lid van een werk/ tapgroep en Raad van Bestuur die een vorming volgt die niet tot een brevet leidt, enkel voor jaar dat vorming gevolgd werd (dat jaar krijgt hij dus 3 punten)

Werkingssubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):

-          activiteiten van sociaal – culturele aard : 10 punten

-          open café – avonden (rustige muziek): 7 punten

-          fuiven (luide muziek): 5 punten

-          deskundige buitenstaander: 3 punten

-          (digitaal) ledenblad: 10 punten per exemplaar

Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.

-          Het ontplooien van acties om de drempel voor kansengroepen te verlagen: 2 punten per actie.

 

TITEL 2: Subsidiereglement voor de vorming van de jeugd

 

Art. 5: definitie

§1. Vormingssubsidie wordt verleend aan jongeren die een vorming jeugdwerk volgen.

Deze subsidie kan wordt toegekend aan wie een vorming volgt die zich richt op het begeleiden van kinderen en jongeren en als dusdanig erkend is door de Vlaamse Gemeenschap als kadervorming. Vorming die georganiseerd wordt door een provinciebestuur is eveneens subsidieerbaar.

§2. Jongeren van 15 tot en met 25 jaar kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie indien zij als begeleider betrokken zijn bij een Ranstse erkende jeugdvereniging of bij een jeugdwerking ingericht door het gemeentebestuur.

 

Art. 6: vormingssubsidie

De vormingssubsidie bedraagt maximum 75% van het betaalde vormingsgeld.

De minimumkost voor een vorming om in aanmerking te komen voor een vormingssubsidie is € 25  met een plafond van € 125.

Wanneer de beschikbare kredieten ontoereikend zijn wordt het percentage (75%) verminderd voor alle begunstigden van het betrokken jaar, zodat ze evenredig verdeeld worden.

 

Art. 7: aanvraagprocedure

§1. De aanvragen tot het bekomen van de subsidie dienen ten laatste op 1 maart van het jaar volgend op het jaar dat de vorming is gevolgd, overgemaakt te worden aan de jeugddienst door middel van een kopie van het attest of van een bewijs van de inrichters van de gevolgde vorming. Hierop is eveneens het bedrag van het betaalde vormingsgeld vermeld, evenals de plaats en data, waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het onderwerp van de vorming.

§2. Alle gevolgde vormingen van één jaar worden verzameld en na 1 maart van het jaar volgend op het vormingsjaar uitbetaald.

 

TITEL 3: Klimaatsubsidie voor jeugdverenigingen

 

Art. 8: definitie

De klimaatsubsidie is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende Ranstse jeugdverenigingen voor de door hen genomen klimaatmaatregelen.

 

Art. 9: klimaatsubsidie

§1. De subsidie wordt bepaald door het totale begrote bedrag te delen door het totaal aantal erkende jeugdverenigingen die in het voorgaande jaar het ondertekende klimaatcharter zoals overeengekomen uitgevoerd hebben.

Dit klimaatcharter bevat innoverende klimaatacties en wordt jaarlijks geëvalueerd door de jeugdverenigingen in overleg met de gemeentelijke milieu- en jeugddiensten.

§2. Als overgangsmaatregel worden de klimaatsubsidies in 2020 gelijkmatig verdeeld over de jeugdverenigingen die in 2020 het charter ondertekenden.

 

Art. 10:

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de uitbetaling van de klimaatsubsidies aan de Ranstse erkende jeugdverenigingen. Dit binnen de perken van het budget.

 

TITEL 4: Kampvervoer

 

Art. 11: definities

Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:

-          de vereniging: elke vereniging van Ranst die erkend is conform de bepalingen van het reglement ter erkenningen van verenigingen met een jeugdwerking, inclusief jeugdverenigingen

-          vervoerssubsidie: een gemeentelijke subsidie om onkosten van vervoer van materiaal, die verband houden met de organisatie van het kamp, te vergoeden;

 

Art. 12: vervoersubsidies

§1. Binnen de perken van het jaarlijks in het gemeentelijk exploitatiebudget voorziene krediet, hebben de verenigingen die een kamp organiseren, recht op vervoerssubsidies.

§2. Het jaarlijks in het gemeentelijke exploitatiebudget voorziene budget wordt pro rata over het aantal erkende aanvragen voor vervoerssubsidies verdeeld.

§3. De kampplaats moet gelegen zijn binnen een geografische cirkel met Ranst als middelpunt en met een maximum straal van 450 kilometer.

§4. Het kamp moet een minimum duurtijd van vier dagen hebben.

 

Art. 13: aanvraag procedure

§1. Een erkende jeugdvereniging of vereniging met jeugdwerking kan slechts één aanvraag indienen per kamp met een maximum van 2 per kalenderjaar.

§2. De aanvraag moet uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan het kamp van het lopende kalenderjaar worden ingediend bij de jeugddienst.

§3. Bij de aanvraag van een subsidie voor kampvervoer dienen de volgende gegevens gevoegd te worden:

-          tijdstip van het kamp

-          plaats van het kamp

-          duur van het kamp

-          offerte van het vervoer

§4. Minimaal één maand voorafgaand aan het kamp beslist het college van burgemeester en schepenen over de toekenning van de subsidie aan de hand van de offerte voor een rechtsgeldige aanvraag.

§5. Op expliciete vraag kan het college van burgemeester en schepenen na de goedkeuring van de aanvraag 50% van de subsidie uitkeren als voorschot.

§6. Het saldo wordt uitbetaald na voorlegging van de facturen van het vervoer. De uitgekeerde tussenkomst kan nooit groter zijn dan de werkelijk betaalde vervoerskosten.

 

Art. 14:

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen om controle uit te oefenen op de aanvragen voor vervoersubsidie, waarvoor een subsidie toegekend is.

Het verstrekken van onvolledige of onjuiste gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering door het gemeentebestuur van het geheel of een deel van de toegekende subsidie, of door uitsluiting van verdere subsidiëring.

 

TITEL 5: Slotbepalingen

 

Art. 15:

§1. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.

§2. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de vorming van de jeugd wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.

§3. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 over de goedkeuring van het subsidieregelement voor de energiekosten voor de Ranstse jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.

§4. Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025.

 

Art. 16:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit reglement is opgeheven en vervangen door het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2021 met de subsidiereglement voor de jeugdverenigingen.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement jeugdverenigingen.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

37. Subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking in de periode 2020-2025 goed. Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2015 houdende de goedkeuring van de aanpassing van het subsidiereglement GROS

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies aan organisaties actief op het vlak van ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2020-2025

Actie:

Stimuleren van duurzame ontwikkeling en samenwerking wereldwijd

Ramingnummer:

RA001073

Uitgave:

€ 65.000

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met:

23 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD) en Raf Serneels (N-VA)

2 onthoudingen: Christel Engelen (Vlaams Belang) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

Art. 1: algemene bepalingen.

§1. Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op het budget, worden subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld

-          aan in de gemeente Ranst gevestigde natuurlijke personen of verenigingen

-          aan plaatselijke afdelingen van nationale initiatieven of organisaties met een duidelijk omschreven structuur en werking binnen de gemeente Ranst.

-          aan het door de Gros voorgedragen internationaal project om gedurende 3 jaar op te volgen.

§2. Overeenkomstig de bepalingen van dit reglement gaat het college van burgemeester en schepenen over tot toekenning van de subsidies

§3. De personen of groepen moeten zich onderwerpen aan eventuele controlemaatregelen van de het college van Burgemeester en schepenen of van een afvaardiging van de Gros.

§4.Subsidies worden verleend aan:

-          Initiatieven / groepen die sensibilisering en vorming nastreven

-          Projectsteun voor Ranstse personen, organisaties en projecten die actief zijn in Derde Wereldlanden.

-          Projectsteun voor 1 internationaal project.

§5. De subsidies kunnen volgende vormen aannemen:

-          Sensibilisering

-          Steun aan plaatselijke projecten

-          Ondersteuning internationale projecten

-          Eenmalige projecten

-          Noodhulp / wederopbouw

§6. Het krediet ingeschreven in het budget van het dienstjaar wordt verdeeld volgens volgende verdeelsleutel (met als basis het referentiebedrag van € 65.000)

 

Instelling

bedrag

Gros-leden

€ 50.000

Niet-Gros

 

-          Noodhulp-wederopbouw:

€ 4.000

-          Eenmalige projecten

€ 2.100

-          nationaal erkende ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking

€ 5.000

-          Sensibilisering

€ 700

-          Gros-project

€ 3.200

-          Totaal:

€ 15.000

Totaal

€ 65.000

 

De bedragen worden naar beneden  afgerond tot op de “eenheid “

Alle bedragen worden pro rata vermeerderd of verminderd indien het voorziene budget verhoogd of verlaagd wordt ten opzichte van het referentiebedrag van € 65.000.

 

Art. 2: Subsidiëring GROS-leden

§1. Voor de als plaatselijke erkende projecten van  leden van de Gros wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 50.000.

§2.Aanvraagformulier/ informatieve tekst:

Bij elke aanvraag tot subsidiëring dient naast het ingevulde aanvraagformulier een informatieve tekst gevoegd te worden, rekening houdend met onderstaande criteria - Criteria voor erkenning project – en/of sensibiliseringssteun -:

1)      Binding van de aanvrager met de gemeente Ranst.

2)      Werking in de gemeente Ranst.

3)      Inhoud en/of doel van het project of van de projecten.

4)      Sensibiliseringsactiviteit (algemeen of in functie van het project).

5)      Duurzaamheid (continuïteit) van het project.

6)      Invloed van de organisatie in Ranst op de werking in het projectland.

7)      Financiële controle van de organisatie in Ranst over het project.

8)      Eigen inzameling van financiële middelen.

9)      Betrokkenheid lokale bevolking in het projectland bij het project.

10)  Toekomstvisie project.

11)  Concrete realisaties. + geplande activiteiten

12)  Rechtstreekse contacten met het project.

Indien de Ranstse organisatie via een partnerorganisatie werkt worden dezelfde criteria onderzocht m.b.t. de partnerorganisatie.

Elke aanvraag wordt door de Gros geëvalueerd op basis van onderstaande criteria. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke eigenschappen van het project of de activiteit, en met de wijze waarop aan het criterium wordt voldaan.

Het is dus niet noodzakelijk om aan alle criteria uit onderstaande lijst te voldoen met uitzondering van criterium 1 en 2.

§3. Opvolgingsdossier:

Het opvolgingsdossier dient elk jaar bij de subsidieaanvraag te worden gevoegd.

Het bevat de volgende gegevens:

-          Een financieel verslag van inkomsten en uitgaven van de Ranstse organisatie.

-          Een korte beschrijving van de evolutie van de werking van de Ranstse organisatie.

-          Een korte beschrijving van de evolutie van het project

§4.Beoordelingsformulier :

De Gros zal per aanvraag een beoordelingsformulier opmaken ter kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen.

§5.Verdeling subsidies Gros – leden:

1)      Bij de verdeling van de projectsteun wordt rekening gehouden met de inhoudelijke kwaliteit van het project, de relatie van de vereniging tot het project, de sensibiliseringsactiviteiten in Ranst, en de fondsen die de vereniging zelf inzamelt.

2)      De toegekende subsidies worden als volgt verdeeld:

-          55 % van het totale budget voor projectsteun is voorzien voor Zuidwerking

         40 % wordt gelijkmatig verdeeld onder de leden van de Gros

         10 % wordt verdeeld onder de leden die een specifiek project steunen dat ze opvolgen en waarover ze geïnformeerd worden (= ‘eigen project’)

         5 % wordt verdeeld onder de leden die een project zelf beheren (= ‘eigen beheer’)

-          45 % van het totale budget voor projectsteun is bedoeld voor Noordwerking

         20 % wordt verdeeld onder de leden rekening houdend met de sensibiliseringsactiviteiten in Ranst

         25 % wordt verdeeld onder de leden rekening houdend met het bedrag aan fondsen dat de Ranstse vereniging zelf inzamelt.

3)      Toegepaste verdeelsleutels:

Voor elk onderdeel van het budget voor projectsteun wordt per vereniging een verdelingscode (VC) ingevoerd. De verhouding tussen deze verdelingscode en de som van alle VC’s bepaalt welk aandeel van het budget aan de vereniging wordt toegekend. Vereniging dient geïnterpreteerd te worden als aangesloten lid en kan dus ook een particulier persoon of organisatie zijn.

a)      Inhoudelijk gedeelte ( 40 % van het projectbudget). Elke vereniging krijgt eenzelfde bedrag voor het inhoudelijke gedeelte.

b)      Eigen project ( 10 % van het projectbudget). De VC is 1 of 0 naargelang de vereniging een eigen project heeft of niet. D.w.z. of ze een specifiek project opvolgt.

c)       Eigen beheer ( 5 % van het projectbudget). De VC is 1 of 0 naargelang de vereniging het project zelf beheert of niet. Om een VC van 1 te bekomen moet er voldaan worden aan de volgende vier criteria:

i)        Het project wordt door de Ranstse vereniging bestuurd.

ii)       De hoofdzetel van de vereniging bevindt zich in Ranst

iii)     Het initiatief voor de ondersteuning van het project gaat uit van de Ranstse vereniging.

iv)     Er is een financiële controle over het project vanuit onze gemeente.

d)      Sensibiliseringsacties in Ranst ( 20 % van het projectbudget). De VC toegekend aan een vereniging bedraagt 0,1,2 of 5.

i)        VC = 0 : geen sensibiliseringsactiviteit te Ranst in het referentiejaar.

ii)       VC = 1 : één sensibiliseringsactiviteit te Ranst in het referentiejaar.

iii)     VC = 2 : twee of meer sensibiliseringsactiviteiten te Ranst in het betrokken jaar..

iv)     VC = 5 : Ranstse afdeling van 11.11.11

e)      Eigen fondsenwinning door Ranstse vereniging ( 25 % van het projectbudget). De toegekende VC kan variëren van 0 tot 5. Basis voor de toekenning is het bedrag dat de leden hebben overgemaakt vanuit Ranst aan het project.

i)        Van 0 tot € 1.000   VC = 0

ii)       Van € 1.000 tot € 5.000  VC = 1

iii)     Van € 5.000 tot € 10.000  VC = 2

iv)     Van € 10.000 tot € 15.000  VC = 3

v)       Van € 15.000 tot € 20000  VC = 4

vi)     + € 20.000 €   VC = 5

 

Art. 3: Subsidiëring niet Gros-leden.

§1. Noodhulp.  / wederopbouw: Er wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 4.000. Per weerhouden oproep voor noodhulp wordt er een bedrag van min € 1.000 en max € 1.500 voorzien.

Noodhulp kan zowel verstrekt worden voor internationaal erkende rampen via een NGO werkzaam in het getroffen gebied, als voor kleinschalige rampen die de infrastructuur of werkingsmiddelen van de projecten van de Gros – leden hebben getroffen. Niet alleen natuurrampen maar ook humanitaire rampen kunnen in aanmerking komen voor noodhulp.

Bij natuurrampen met zware materiële schade voor de bevolking heeft de Gros gekozen om  noodhulp te verstrekken onder de vorm van wederopbouwsteun.

De uitbetaling van de noodhulp gebeurt na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen

§2. Eénmalige projecten: Er wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 2100 te verdelen onder de ingediende projecten met een max. van € 700.

In het kader van de eenmalige projectsteun kunnen naast de leden van de Gros ook andere Ranstse organisaties of personen wonende in Ranst, in hun project ondersteund worden.  Deze actie moet aansluiten bij de thematiek van de ontwikkelingssamenwerking

Personen die van deze projectsubsidie wensen gebruik te maken, moeten voor 1 mei van het dienstjaar een aanvraag bij de Gros indienen, samen met een kostenraming.

De Gros beoordeelt deze aanvraag .

Subsidies kunnen enkel ten goede komen aan het project. Groeps – of inleefreizen komen niet in aanmerking. Na de besteding van de subsidie dient verslag uitgebracht worden aan de Gros.

§3. Voor één of meerdere nationaal erkende ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 5.000. Het college van burgemeester en schepenen verdeelt het bedrag  van € 5.000 tussen de organisaties.

§4. Sensibilisering door derden: Voor activiteiten rond vorming en sensibilisering door andere verenigingen dan de Gros wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 700 € met een max. van € 350 per activiteit rekening houdend met de volgende voorwaarden:

-          De sensibiliserings– en of vormingsinitiatieven dienen zich te richten tot de inwoners van de gemeente Ranst

-          Niet Gros– leden kunnen sensibiliseringssubsidies ontvangen voor acties die       aansluiten bij de thematiek van ontwikkelingssamenwerking (duurzame ontwikkelingsdoelen). Deze subsidies staan los van andere subsidiëring.

-          Verenigingen die een beroep doen op deze subsidie moeten erkende Ranstse verenigingen zijn.

Verenigingen die van deze sensibiliseringsteun gebruik wensen te maken, moeten minstens  1 maand na de activiteiten een aanvraag bij de Gros indienen, samen met de reële kost.

De Gros beoordeelt de aanvraag en deelt haar advies mee aan het college van burgemeester en schepenen.

3.5: Ondersteuning eigen Gros - project :

Een door de Gros gekozen internationaal project wordt jaarlijks ondersteund met een subsidie van € 3.200.

De NGO die het uitgekozen project ondersteunt, bezorgt de Gros voldoende informatie om de Ranstse bevolking jaarlijks op de hoogte te kunnen houden van de evolutie van het desbetreffende project.

Projectcriteria:

-          tegemoetkomen aan één van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s)

-          met een lange termijn visie van minstens 5 jaar, zodat een evaluatie door de Gros en het college van burgemeester en schepenen mogelijk is

-          betrokkenheid van de mensen ter plaatse

-          samenwerking met lokale of buitenlandse NGO’s

-          indienen van een jaarlijks financieel verslag

De Gros brengt advies uit aan het college van burgemeester en schepenen omtrent het weerhouden project. Na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen kan de subsidie worden uitbetaald.

 

Art. 4: Slotbepalingen

§1. De vaststelling en verdeling van de subsidies gebeurt uiterlijk per 1 september van het jaar met uitzondering van Noodhulp (wanneer deze zich voordoet).

§2. Elke aanvraag voor subsidies bevat het rekeningnummer waarop deze moeten gestort worden en dient ondertekend te zijn door 2 leden van de vereniging of de aanvrager.

§5 Alle verenigingen dienen een financieel verslag op te maken en verantwoordingsstukken voor te leggen. De Gros vraagt deze verslagen op samen met de aanvraag voor nieuwe subsidies. De Gros beoordeelt deze op hun correctheid en volledigheid en legt deze documenten samen met de berekening van de nieuwe subsidies voor aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Art. 6:

Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020 tot 31 december 2025 en vervangt het subsidiereglement voor de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking Ranst van 15 december 2014.

 

Art. 7:

Het college van burgemeester en schepenen wordt verder gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

Art. 8:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

38. Subsidiereglement voor toekenning van sociale voordelen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor toekenning van sociale voordelen goed voor de periode 2020-2025

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het reglement houdende de toekenning van sociale voordelen

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

Het besluit van de Vlaamse Executieve van 24 juli 1991 houdende bepaling van de begrippen gezondheidstoezicht en sociale voordelen bedoeld in artikel 33 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

 

Bijkomende motivering:

Het idee achter de reglementering rond de sociale voordelen is dat een lokaal bestuur geen concurrentievoordeel mag creëren ten opzichte van de andere onderwijsnetten door vanuit het gemeentebudget, niet de werkingstoelagen of remgelden, uitsluitend voor de eigen scholen dingen te organiseren en te financieren. Het gemeentebestuur wilt, binnen de budgettaire mogelijkheden, een beleid voeren waarmee ze alle kinderen bereiken die op hun grondgebied naar school gaan. Het onderwijs steunen in zijn maatschappelijk taak om gelijke kansen te creëren.  

 

Sociale voordelen slaan voornamelijk op vergoedingen of tussenkomsten die het gemeentebestuur voorziet voor het onderwijs. Het gemeentebestuur is verplicht om dezelfde voordelen toe te kennen aan de scholen van andere schoolbesturen, gelegen op hun grondgebied, als die erom verzoeken. De andere scholen dienen zich minimaal aan hetzelfde voorwaarden te houden als door het gemeentebestuur opgelegd aan de eigen scholen. Het gemeentebestuur voorziet tussenkomsten voor- en naschoolsopvang, middagtoezicht en toegangsgelden voor zwembeurten.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling kosten flankerend onderwijs in de periode 2020-2025

Actie:

Organiseren van flankerend onderwijs

Ramingnummer:

RA000955 en RA000955

Uitgave:

€ 55.000 (inclusief btw)

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Bijlagen:

Het reglement sociaal voordeel

 

Besluit met:

25 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Lode Hofmans (Onafhankelijk), Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Sonja De Pooter (Open VLD), Frans Marivoet (Groen), Christel Engelen (Vlaams Belang), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen), Bart Goris (Open VLD), Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang) en Raf Serneels (N-VA)

 

Art. 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2013 houdende toekenning van sociale voordelen wordt opgeheven en met ingang van 1 januari 2020 tot 31 december 2025 vervangen door het reglement sociaal voordeel zoals in bijlage.

 

Art. 2:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Art. 3:

Dit reglement zal ter kennis gebracht worden van de inrichtende machten van de onderwijsinstellingen voor lager onderwijs van het gesubsidieerd vrij onderwijs te Ranst.

 

Tijdens de gemeenteraad van 18 december 2023 werd het subsdiereglement voor de toekenning de sociale delen opgeheven met ingang van 1 januari 2024.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement toekenning sociale voordelen.pdf Download
Subsidiereglement sociale voordelen in het kader van flankerend onderwijs.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

39. subsidiereglement voor Ranstse sportclubs  en uitbreiding voor sportclubs met jeugdwerking

 

Omschrijving:

De gemeente geeft ondersteuning aan de sportclubs om hun werking kwalitatief te ontwikkelen. Clubs met een uitgebreide jeugdwerking kunnen extra subsidies ontvangen als ze hiervoor activiteiten aanbieden. Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

De besluiten van de gemeenteraad van 14 december 2015 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de Ranstse sportverenigingen en het subsidiereglement voor Ranstse sportverenigingen met jeugdwerking.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies voor sportclubs voor de periode 2020-2025

werkingssubsidies en  extra voor jeugdwerking

Actie:

Faciliteren van beweging op initiatief van de inwoner

Ramingnummer:

RA001094 en RA001093

uitgave:

€ 21.000 en € 14.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

TITEL 1: Algemeen

 

Art. 1: budget

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot betoelaging van de erkende Ranstse sportverenigingen binnen de perken van het budget.

 

Art. 2: timing

Als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 juni tot en met 30 mei.

De secretaris van de erkende sportvereniging ontvangt jaarlijks de aanvraagdocumenten voor deze subsidie.

Erkende sportverenigingen die tijdig (vermeld in het aanvraagdocument), hun volledig aanvraagdossier ingediend hebben bij de gemeentelijke sportdienst komen in aanmerking voor de verdere behandeling van het dossier.

Verenigingen die in het voorgaande kalenderjaar in totaal meer dan € 1.239 subsidies ontvingen,  moeten eveneens een officieel financieel verslag aan hun aanvraag toevoegen om in aanmerking te komen voor nieuwe subsidies.

Het gemeentebestuur behoudt zich het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren.

Indien blijkt dat:

-          de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid

-          de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen

-          het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan € 1.239

vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.

Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.

 

TITEL 2: Werkingssubsidie sportverenigingen

 

Art. 3: verdeling subsidie

Het beschikbaar budget van de sportsubsidie wordt verdeeld onder volgende thema’s:

1)      subsidie algemene vergadering: 10 %

Deze subsidie wordt gelijk verdeeld onder de sportverenigingen  aanwezig  op de vergadering van de verenigingenkoepel

2)      bijkomende jeugdsubsidie: 40%

Deze subsidie wordt toegekend op basis van het aantal jongeren beneden de 18 jaar die lid zijn van de vereniging en woonachtig in de gemeente.

3)      subsidie voor clubwerking: 50%

Het bedrag wordt verdeeld volgens het puntenaantal per vereniging voor onderstaande activiteiten en initiatieven/ Het maximale puntenaantal per sportvereniging bedraagt 25.

 

Activiteiten of initiatieven

indicator

Punten

1.Aangesloten bij een federatie

Per aansluiting bij een federatie

3

2.Clubblad of nieuwsbrief

Het uitgeven van een clubblad

3

3.Website of facebook

Online ter beschikking stellen van informatie over de vereniging via een website

3

4.Bijscholing van trainers, begeleiders en bestuursleden

Per trainer, begeleider, bestuurslid die gedurende de referteperiode een verenigingsgerelateerde cursus gevolgd heeft en nog actief is bij de vereniging

5

5.Infoavond voor ouders

De organisatie van een infoavond

3

6.Alle andere bijzondere sportieve initiatieven  voor de jeugd

Per organisatie van een bijzonder initiatief voor de jeugd

3

7.Alle bijzondere sportieve initiatieven voor de senioren 50 plussers

Per organisatie van een bijzonder initiatief voor de senioren

3

8. Alle bijzondere sportieve initiatieven voor kansengroepen

Per organisatie van een bijzonder initiatief voor kansengroepen

3

9.Medewerking aan activiteiten ingericht of op initiatief van de sportraad en sportdienst

Per initiatief waaraan men medewerking verleende van sportraad en sportdienst

3

10.Samenwerken met andere sportclubs

Per initiatief waarbij met samenwerkt met andere sportclubs

3

11.Sociale activiteiten voor de clubgeest

Per organisatie van een sociale activiteit (folder, artikel, affiche,  )

2

12.Gediplomeerde lesgever

Per gediplomeerde lesgever waarvan het bewijs van deelname aan de  cursus en/of afschrift van het diploma of getuigschrift wordt voorgelegd

1

13.Alle initiatieven met betrekking tot duurzaamheid

per initiatief rond duurzaamheid

3

 

TITEL 3: Subsidie voor sportclubs met een specifieke jeugdwerking

 

Art. 4: definities

1)      Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met achttien jaar

2)      Jeugdsportbegeleider: een sporttechnische begeleider voor jeugdsport actief in een erkende sportvereniging

3)      Jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak. Hij/zij is de eerste contactpersoon voor ouders, jeugdtrainers, spelers, …

4)      Budget: is het bedrag zoals opgenomen in het goedgekeurde budget van de gemeente.

 

Art. 5: Verdeling jeugdsubsidie

Het beschikbaar budget wordt verdeeld onder volgende thema’s:

1)      terugbetaling van VTS-opleidingen, VTS-bijscholing of gelijkwaardig.

Dit omvat de terugbetaling van het inschrijvingsgeld van de gevolgde opleidingen door jeugdsportbegeleiders of jeugdsportcoördinatoren.  Deze subsidie bedraagt maximum 25% van het totaal beschikbaar budget. De verdeling gebeurt à rato van het aantal ingediende dossiers en de effectief ingediende inschrijvingskosten. Indien nodig wordt een procentuele verdeelsleutel toegepast.

2)      verdeling van het resterende bedrag

Het resterend bedrag wordt verdeeld  op basis van volgend puntensysteem:

Per VTS-opleiding, VTS-bijscholing of gelijkwaardig gevolgd door Jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren:

-          Aantal van 1 dag: 2 punten per deelnemer per bijscholing

-          Aantal van meer dan 1 dag: 4 punten per deelnemer per bijscholing

(maximum 12 punten per persoon per jaar)

 

Per jeugdsportbegeleider die gedurende het seizoen actief is in de sportvereniging worden volgende punten toegekend op basis van het hoogst behaalde diploma:

Diploma

Punten

VTS-instapniveau in de betrokken sporttak aspirant initiator

1

VTS-basismodule “algemeen gedeelte” Initiator

1

Studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor LO

1

VTS-initiator in de betrokken sporttak

2

VTS-basismodule “algemeen gedeelte” instructeur of Trainer B

2

Studenten geslaagd voor 2e jaar bachelor LO

2

VTS-instructeur/Trainer B in de betrokken sporttak

4

Regent/Bachelor LO

4

VTS-trainer A in de betrokken sporttak

6

Licentiaat of Master LO

6

Regent LO en trainer B

6

 

Aan de jeugdsportcoördinator worden volgende punten toegekend op basis van het hoogst behaalde diploma:

 

Diploma

Punten

Zonder diploma

10

VTS-instapniveau in de betrokken sporttak aspirant initiator

12

VTS-basismodule “algemeen gedeelte” Initiator

12

Studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor in de lichamelijke opvoeding

12

VTS-initiator in de betrokken sporttak

14

VTS-basismodule “algemeen gedeelte” instructeur of Trainer B

14

Studenten geslaagd voor 2e jaar bachelor in de lichamelijke opvoeding

14

VTS-instructeur en Trainer B in de betrokken sporttak

16

Regent, kandidaat of Bachelor in de lichamelijke opvoeding

16

VTS-trainer A in de betrokken sporttak

16

Licentiaat of Master in de lichamelijke opvoeding

16

Regent of kandidaat of bachelor in de lichamelijke opvoeding en trainer B

16

 

TITEL 4: Slotbepalingen

 

Art. 6:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt de reglementen van 14 december 2015 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

Art. 7:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement ranstse sportclubs en sportclubs met jeugdwerking.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

40. Subsidiereglement voor de seniorenverenigingen - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor de betoelaging van seniorenverenigingen in de periode 2020-2025 goed.

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de betoelaging van seniorenverenigingen

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

De gemeente wil graag de goede werking van de seniorenverenigingen garanderen. Daarom geeft het gemeentebestuur jaarlijks een bijdrage in de vorm van een subsidie.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies aan de seniorenverenigingen voor de periode 2020-2025

Actie:

Werkings- en huursubsidies aan seniorenverenigingen

Ramingnummer:

RA001035 en RA001036

Uitgave:

€ 11.750

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: Algemene bepalingen:

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot betoelaging van de Ranstse seniorenverenigingen na advies van de raad voor senioren Ranst op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het meerjarenplan.

Alleen de erkende plaatselijke verenigingen komen in aanmerking voor een toelage.

De verenigingen dienen hiertoe de volledig ingevulde en ondertekende subsidieaanvraag te richten aan de raad voor senioren Ranst.

De verenigingen moeten zich onderwerpen aan eventuele controlemaatregelen van de subsidiërende overheid of van een afvaardiging van de raad voor senioren.

Indien blijkt dat:

-          de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid

-          de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen

-          het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan  € 1.239

vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.

Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.

Het college van burgemeester en schepenen houdt toezicht op de puntentoekenning door de raad voor senioren.

 

Art. 2: Directe subsidies.

§1. Werkingssubsidies:

Dit is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende plaatselijke vereniging voor haar werking en activiteiten. De toelagen worden verleend volgens een puntensysteem.

De punten worden toegekend aan de hand van de volgende normen: 34% van de subsidie worden als volgt verdeeld voor leden, bestuursleden en bestuursvergaderingen:

 

normen

%

Het aantal aangesloten leden dat lidgeld betaalde voor het betrokken werkjaar.

26%

Het aantal actieve bestuursleden

4%

Het aantal bestuursvergaderingen.

4%

 

De overige 66% wordt als volgt verdeeld voor de activiteiten:

 

Activiteiten

%

Vergaderingen voor alle leden.

20%

Bijeenkomsten van werkgroepen

14%

Socio-culturele activiteiten

16%

Vormingsactiviteiten.

16%

 

-          De punten worden toegekend op basis van de activiteiten van het voorbije werkjaar.

-          Als bewijsstuk voor het aantal leden geldt ofwel een ledenlijst van het verbond ofwel het aantal leden dat lidgeld betaald heeft voor het betrokken werkjaar, zoals blijkt uit de boekhouding van de vereniging.

-          Als bestuur wordt beschouwd: een dagelijks bestuur van 4 vaste leden (voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester). Bovendien mag per 12 leden een bijkomend  bestuurslid (vrije functieverdeling) mee worden opgenomen voor de subsidieberekening.

-          Eenzelfde activiteit mag slechts bij één subsidiecategorie in rekening worden gebracht.

-          Voor socio-culturele activiteiten en voor vormingsactiviteiten zijn tenminste 12 deelnemers vereist.

-          De verenigingen zullen een jaarplanning voorleggen.

§2. Huursubsidie lokalen voor seniorenverenigingen:

Dit is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende plaatselijke seniorenverenigingen voor de huur van lokalen die noodzakelijk zijn binnen de werking van de vereniging.

Verenigingen die niet beschikken over een eigen of gesubsidieerd lokaal dat voldoende groot is voor het inrichten van algemene ledenbijeenkomsten en daardoor verplicht zijn gebruik te maken van een gehuurd lokaal, kunnen deze huurbijdragen inbrengen voor subsidiëring.

De subsidie wordt toegekend op basis van :

-          de huurprijs van lokalen voor algemene ledenbijeenkomsten in het voorbije werkjaar. De bewijzen worden afgeleverd samen met de bewijsstukken voor de werkingssubsidies en de subsidie wordt tegelijkertijd uitgekeerd. Voor het subsidiejaar 2020, betrekking hebbende op het werkjaar 2019, zullen deze bewijsstukken evenwel apart van de bewijsstukken voor de werkingssubsidies worden ingediend. De huurbijdragen worden bewezen door middel van facturen en een activiteitenagenda.

-          Indien het begrote budget ontoereikend is voor de maximumsubsidie, zal deze procentueel verdeeld worden tussen alle rechthebbenden.

 

Art. 3:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 16 december 2013 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

Art. 4:

Deze verordening valt onder het onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Subsidiereglement seniorenverenigingen.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

41. Subsidiereglement voor vrijetijdsprojecten in Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor projecten in Ranst  in de periode 2020-2025 goed.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 17 november 2014 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor projecten in Ranst.

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Uitbetaling subsidies voor vrijetijdsprojecten in Ranst voor de periode 2020-2025

Actie:

Subsidiëren van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen

Ramingnummer:

RA001054

Uitgave:

€ 10.000

Visumnummer:

niet van toepassing

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 17 november 2014 houdende de goedkeuring van het projectsubsidiereglement wordt vanaf 31 december 2019 opgeheven  en vervangen door onderstaande bepalingen.

 

Art. 2:

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor vrijetijdsprojecten moet het project:

-          Plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Ranst

-          Beperkt zijn in de tijd

-          Al dan niet tegen betaling, toegankelijk zijn voor alle belangstellenden

-          Ontmoeting en betrokkenheid stimuleren

-          Tijdig bekend gemaakt worden via de UiT-databank

-          Plaatsvinden in de vrije tijd van een normaal werkend individu

-          Vernieuwend zijn voor de gemeente Ranst

Volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidiëring via dit reglement:

-          Projecten die een commercieel doel hebben

-          Projecten die uitgevoerd worden voor de toekenning van de subsidie kan plaatsvinden

-          Activiteiten waarbij louter vooraf opgenomen muziek wordt afgespeeld

-          Infrastructuurwerken

 

Art. 3:

De projectsubsidie kan niet gecumuleerd worden met andere gemeentelijke subsidies voor eenzelfde project. Een gesubsidieerd project mag dus niet worden meegenomen bij de aanvraag van een werkingssubsidie. Bij samenwerking tussen twee of meerdere verenigingen aan één project, vallen alle samenwerkende verenigingen onder de hier vermelde beperking.

Elke subsidievrager kan op dit reglement per jaar maximaal 1 projectsubsidie bekomen.

 

Art. 4:

De dossiers worden behandeld in de volgorde dat de volledige aanvragen binnenkomen bij het gemeentebestuur en tot het hiervoor voorziene budget is opgebruikt. De aanvragen worden voorgelegd aan een jury bestaande uit 3 externe deskundigen. Op basis van het juryverslag kent het college van burgemeester en schepenen de subsidie toe.

 

Art. 5:

Er zal bij de beoordeling van het dossier rekening gehouden worden met volgende inhoudelijke criteria:

-          De inhoudelijke kwaliteit van het project

-          De reikwijdte en de uitstraling

-          De haalbaarheid van het project

 

Art. 6:

Aanvragen voor deze subsidie dienen toe te komen bij de afdeling Vrije Tijd.

Het aanvraagdossier bestaat uit het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier.

Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de afdeling Vrije Tijd of via de website van de gemeente Ranst (www.ranst.be).

Indien een jongere van onder de 18 jaar een dossier indient, dan moet een van zijn ouders of de wettelijke voogd ondertekenen.

De gemeente kan steeds bijkomende informatie opvragen over de aanvrager, zijn werking en financiën.

 

Art. 7: Verdeling subsidie

aantal deelnemers projecten

subsidie

- 250 deelnemers

€ 500

+ 250 deelnemers

€ 1.000

De subsidie wordt onmiddellijk na de toekenning uitbetaald aan de aanvragende organisator.

 

Art. 8:

De organisator aan wie een projectsubsidie werd toegekend, verbindt zich ertoe om op al het promotiemateriaal (flyers, affiches, brochures, aankondiging op de website…) ter bekendmaking van het project het logo van de gemeente Ranst en de tekst “Met steun van het gemeentebestuur Ranst” te vermelden.

 

Art. 9:

Indien het project niet kan plaatsvinden of indien de gegevens vermeld in het aanvraagdossier na de toekenning van de subsidie substantieel wijzigen, dan dient de aanvragende organisator deze wijzigingen zo snel mogelijk mee te delen aan de afdeling Vrije Tijd.

 

Art. 10:

Uiterlijk drie maanden na afloop van het project en ten laatste een jaar na de toekenning van de subsidie wordt het naar waarheid ingevulde en ondertekende evaluatieformulier bezorgd aan de afdeling Vrije Tijd. Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers, kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van uitbetaalde subsidiebedragen.

 

Art. 11:

Betwistingen na beslissing in het kader van dit reglement, de toepassing ervan, evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend eenmalig voor heroverweging voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier.

 

Art. 12:

Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 17 november 2014.

 

Art.13:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links subsidiereglement vrijetijdsprojecten in Ranst.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

42. Huishoudelijk reglement op het gebruik van de vrijetijdsinfrastructuur van de gemeente Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement op het gebruik van de culturele en sport infrastructuur van de gemeente Ranst goed voor de periode vanaf 1 januari 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard. 

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

Het gemeentebestuur vindt het belangrijk om verenigingen en inwoners van de gemeente de mogelijkheid te bieden om samen te komen om zo de sociale cohesie in de gemeente te bevorderen. De gemeente stelt ten voordele van het verenigingsleven een aantal gebouwen en lokalen ter beschikking. Het is verantwoord om met de invoering van dit retibutiereglement een deel van de kosten  te financieren.

 

Financiële gevolgen:

 

Omschrijving:

Inkomsten uit de retributie van het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur voor de periode 2020-2025.

Actie:

Verhuren van zalen / Ondersteunen van verenigingen en particulieren die mensen samenbrengen / Ter beschikking stellen van sporthal en turnzalen

Ramingnummer:

RA001058 / RA001008 / RA001108

Inkomst:

€ 110.000 / € 1.000 / € 34.500

Visumnummer:

Niet van toepassing

 

Besluit met:

15 stemmen voor: John Oliviers (N-VA), Johan De Ryck (N-VA), Luc Redig (Groen), Leen Baeten (N-VA), Jan Dillen (N-VA), Annelies Creten (Groen), Frans Marivoet (Groen), An Willems (N-VA), Guido Wittocx (N-VA), Erik Fossez (N-VA), Erika Eeckhout (N-VA), Zoe Helsen (N-VA), Stefanie Gijsels (Groen), Joris Van Camp (Groen) en Raf Serneels (N-VA)

5 tegen: Lode Hofmans (Onafhankelijk), Sonja De Pooter (Open VLD), Hilde Goris (Open VLD), Roel Vermeesch (Onafhankelijk) en Bart Goris (Open VLD)

5 onthoudingen: Tine Muyshondt (CD&V/WIJRanst), Christel Engelen (Vlaams Belang), Fernand Bossaerts (CD&V/WIJRanst), Christel Meeus (CD&V/WIJRanst) en Patrick Vandervaeren (Vlaams Belang)

 

TITEL 1: Gemeenschapscentrum den Boomgaard

 

Art. 1:

Met de betaling van de waarborg verklaart de gebruiker zich uitdrukkelijk akkoord met de voorschriften opgenomen in het huishoudelijk reglement en in het geldende retributiereglement en verbindt hij zich ertoe alle bepalingen ervan strikt na te leven.

 

Art. 2:

Het gemeenschapscentrum ‘Den Boomgaard’ omvat volgende culturele infrastructuur:

-          De evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzaal en het seniorenlokaal van het gebouwencomplex ‘Den Boomgaard’, gelegen aan de Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem-Ranst.

De te verhuren lokalen en ruimten zijn:

-          De evenementenhal (800 m² met een bezettingscapaciteit van 850 personen zittend en 1700

personen staand) met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges,

regiekamer, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten.

-          De polyvalente zaal (222 m² met een bezettingscapaciteit van 120 personen zittend en 220

personen staand) met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen,

bergruimte en toog.

-          De vergaderzaal (63 m², maximum 30 personen) met afwasruimte.

-          Het seniorenlokaal (63 m², maximum 40 personen).

Tenzij anders bepaald zijn de lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum bestemd voor de

organisatie van culturele, sociale en economische activiteiten zoals voordrachten, voorstellingen,

tentoonstellingen, podiumactiviteiten, optredens, repetities, vergaderingen, uiteenzettingen,

samenkomsten, feestelijkheden, bals, fuiven, beurzen en commerciële activiteiten.

 

Art. 3:

Onverminderd de bepalingen van het administratief statuut en met inachtneming van het

beslissingsrecht van de inrichtende overheid en van de adviserende en beslissende bevoegdheden

van het beheersorgaan zoals vermeld onder artikel 6 van het organiek reglement van het

beheersorgaan van het gemeenschapscentrum, is het hoofd van het gemeenschapscentrum belast

met het dagelijks beheer van het centrum.

 

Art. 4:

De lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum worden enkel verhuurd aan gebruikers die optreden als:

-          natuurlijk meerderjarig persoon.

-          rechtspersoon: de rechtspersoon dient in de overeenkomst vertegenwoordigd te worden door hun organen, d.w.z. een natuurlijke persoon die zich, binnen de grenzen van hun functie in de rechtspersoon, met de rechtspersoon zelf identificeert.

-          feitelijke vereniging: een feitelijke vereniging wordt, gezien zij juridisch niet bestaat, vertegenwoordigd door een meerderjarige afgevaardigde persoon van die vereniging, die zich hoofdelijk verbindt voor de engagementen van de vereniging en voor alle verantwoordelijkheden waarin dit reglement lastens de gebruiker voorziet.

De gebruiker van de zaal en de inrichter/organisator van de activiteit moeten één en dezelfde persoon zijn, hierna de gebruiker genoemd.

 

Art. 5:

De toelating om gebruik te maken van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum wordt verleend door het afdelingshoofd Vrije Tijd of diens afgevaardigde. Ongeacht de bepalingen vermeld in de volgende artikels, kan het college van burgemeester en schepenen te allen tijde de toelating tot het gebruik van de in artikel 2 opgesomde lokalen en ruimten weigeren, dit op grond van de beperking van de infrastructuur. Het college van burgemeester en schepenen kan eveneens de toelating tot het gebruik van een locatie weigeren als de goede uitbating of een deel ervan in het gedrang komt. De weigering tot gebruik wordt steeds gemotiveerd. Met het oog op de goede orde en veiligheid kan het college van burgemeester en schepenen de organisator eveneens verplichten om extra organisatorische maatregelen te treffen. De motivatie en de aard van de gevraagde maatregelen worden steeds toegelicht.

 

Art. 6:

Elke aanvraag om een lokaal of ruimte te gebruiken, dient via de website www.ranst.be te gebeuren door de gebruiker. De medewerkers van het gemeenschapscentrum zullen de gebruiker hierin bijstaan indien dit gevraagd wordt.

 

Art. 7:

De aanvragen tot reservatie worden behandeld volgens datum van indienen. De eerste aanvrager bekomt het lokaal of de ruimte.

 

Art. 8:

De aanvraag tot reservatie kan door een gebruiker uit gebruikerscategorie 0 of A ingediend worden ten vroegste 2 jaar voor de activiteit plaatsvindt.

Alle andere gebruikers kunnen ten vroegste 1 jaar voorafgaand aan de geplande activiteit de reservatie aanvragen.

 

Art. 9:

Elke gebruiker kan voor een bepaalde activiteit éénmalig een vrijblijvende optie nemen voor het gebruik van één of meerdere ruimten op een bepaalde datum. Deze optie gaat in op de dag van de aanvraag en blijft 14 dagen geldig. Als de optie tijdens deze periode niet gelicht werd door de klant vervalt ze automatisch, ook zonder dat dit wordt gemeld. Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar kan, in uitzonderlijke omstandigheden, de optie voor een bepaalde tijd worden verlengd.

Een aanvraag is voor de klant definitief van zodra de waarborg en/of de retributie gestort werd.

 

Art. 10:

Ten laatste 15 dagen na de aanvraag wordt aan de aanvrager meegedeeld of het gebruik van de infrastructuur definitief wordt toegestaan. De overeenkomst is pas definitief na verzending van deze bevestiging.

 

Art. 11:

Voor de evenementenhal en voor de polyvalente zaal kan er maar tot 30 dagen voor aanvang van de activiteit een contract worden afgesloten. Voor de vergaderzaal en voor het seniorenlokaal moet het contract ten laatste 10 dagen voor aanvang van de activiteit afgesloten zijn. Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar kan ook na deze datum nog een contract worden opgesteld.

 

Art. 12:

Laattijdige aanvragen kunnen ingewilligd worden indien het desbetreffende lokaal op de aangevraagde dag(en) en uren nog vrij is en indien de toewijzing geen problemen van praktische aard met zich meebrengt voor de opruim en/of de opbouw van de vorige en/of de volgende gebruikers en voor de schoonmaak.

Het hoofd van het gemeenschapscentrum beslist op basis van bovenvermelde elementen of een laattijdige aanvraag al dan niet in aanmerking kan worden genomen. De beslissing wordt zo snel mogelijk aan de aanvrager meegedeeld.  

 

Art. 13:

Voor bals of fuiven die publiek toegankelijk zijn, moet de gebruiker ook een evenementenformulier indienen bij de gemeente Ranst.

 

Art. 14:

De bevestiging van de verhuring verzekert, behoudens anders luidend beding, een gebruiker het recht op 13 uur gebruik van een zaal of ruimte binnen één etmaal. Deze 13 uren omvatten het klaarzetten van de zaal, de activiteit zelf en het opruimen van de zaal. Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag per uur worden betaald. Dit uurtarief is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. Met uitzondering van meerdaagse activiteiten moet de zaal ten laatste om 6 uur de dag nadat de huur startte, ontruimd zijn.    

 

Art. 15:

De toelating tot het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum kan slechts voor een beperkte periode worden verleend: het vast gebruik van een lokaal of ruimte van het gemeenschapscentrum kan slechts worden toegestaan voor een periode van maximaal 1 jaar.

 

Art. 16:

Het is de gebruikers verboden hun rechten op het gebruik van de lokalen en ruimten geheel of gedeeltelijk aan derden af te staan of over te dragen.

 

Art. 17:

De bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde heeft de volle bevoegdheid om controle uit te oefenen. Hij heeft dan ook het volledige toegangsrecht tot alle activiteiten, met uitzondering van besloten vergaderingen in het vergaderlokaal.

 

Art. 18:

Het college van burgemeester en schepenen kan op elk ogenblik de verhuring wijzigen of intrekken om redenen van openbaar nut, van dienstnoodzakelijkheid of in geval van overmacht, zonder dat hiervoor schadevergoeding van de gemeente kan worden gevorderd. Indien van dit recht gebruik wordt gemaakt, zal hierover zo mogelijk vooraf met de betrokkene(n) overleg worden gepleegd. De intrekking of wijziging van het contract wordt gemotiveerd. Er kan geen aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding wegens winstderving.

 

Art. 19:

Bij het gebruik van de evenementenhal of de polyvalente zaal moet de gebruiker ten laatste 21 dagen voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde alle nodige informatie verstrekken met betrekking tot het openen van de zaal, het verloop van de activiteit, het opruimen en het sluiten van de zaal.

Indien de gebruiker van de evenementenhal of de polyvalente zaal gebruik wil maken van:

-          de loge(s) (enkel bij gebruik van de evenementenhal);

-          de keuken;

-          het beschikbare keukenmateriaal;

-          de beschikbare borden en/of het beschikbare bestek

dan moet hij dit eveneens ten laatste 21 dagen voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde meedelen.  

In geen geval kan het personeel van het gemeenschapscentrum verantwoordelijk worden gesteld voor organisatorische problemen ten gevolge van het laattijdig of foutief doorgeven van informatie of laattijdige wijzigingen vanwege de gebruiker.

 

Art. 20:

Geen nieuwe reservatie wordt toegestaan zolang verschuldigde betalingen niet werden vereffend.

 

Art. 21:

De bevoegde ambtenaar moet tijdig en schriftelijk in kennis worden gesteld van het niet-gebruik van het lokaal of de ruimte waarvoor een reservatie werd bevestigd.

Naargelang het tijdstip van de laattijdige annulering is een annuleringsvergoeding verschuldigd zoals toegelicht in het retributiereglement.

 

Art. 22:

Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker niet de feitelijke gebruiker en organisator/inrichter  van de activiteit is of indien de werkelijke activiteit niet deze is die werd opgegeven bij de aanvraag, wordt de retributie verhoogd tot het maximumbedrag (gebruikerscategorie C) vermeerderd met een forfaitaire schadevergoeding ten belope van 100% van het maximumbedrag (gebruikerscategorie C).

 

Art. 23:

De verhuurde lokalen en ruimten worden geacht in goede staat aan de gebruiker ter beschikking te zijn gesteld. Elke onregelmatigheid (beschadiging, ontbreken van normaal aanwezig materiaal enz.) moet onverwijld worden gemeld aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde op het ogenblik dat de gebruiker de zaal, het lokaal of de ruimte in gebruik neemt.

In aanwezigheid van de gebruiker wordt hiervan een verslag opgemaakt door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.

Indien de voorafgaande melding correct en tijdig is gebeurd, wordt de gebruiker vrijgesteld van enige vergoeding voor de vastgestelde schade.

 

Art. 24:

Bij het gebruik van de evenementenhal of de polyvalente zaal stellen de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde en de gebruiker vooraf samen een inventaris op van de staat van de ruimte(n). Na afloop van de activiteit wordt door bovenvermelde personen een nieuwe inventaris opgemaakt waarbij eventuele schade aangericht tijdens de gebruiksperiode wordt opgetekend. De inventaris is niet betwistbaar.

 

Art. 25:

Tenzij voor de onregelmatigheden waarvan aangifte werd gedaan op de wijze zoals vermeld in artikel 23, is de gebruiker verantwoordelijk en aansprakelijk ten opzichte van het gemeentebestuur voor elke beschadiging, van welke aard ook, aan het gebouw, de inboedel en de omliggende terreinen, veroorzaakt hetzij door hemzelf, hetzij door zijn aangestelden of medewerkers, hetzij door om het even welke derde. De verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van de gebruiker reiken verder dan de betaalde waarborgsom.

 

Art. 26:

Iedere schade die naar aanleiding van de activiteit werd veroorzaakt, moet onmiddellijk aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde worden gesignaleerd.

Bij betwisting over de omvang van de schade, wordt een minnelijke expertise uitgevoerd waarbij beide partijen een deskundige aanstellen.

 

Art. 27:

Bij vandalisme kunnen de gebruiker en de feitelijke vereniging of rechtspersoon die hij vertegenwoordigt door het college van burgemeester en schepenen (tijdelijk) worden uitgesloten van het gebruik van een lokaal of ruimte van het gemeenschapscentrum. De betrokken gebruiker moet in deze zaak worden gehoord.

 

Art. 28:

Geen herstelling van de schade mag geschieden dan door de zorgen van de gemeente Ranst of met haar voorafgaande schriftelijke toestemming.

De kosten voor het herstel van de schade komen ten laste van de gebruiker. De bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum bepaalt de eventuele schadevergoeding a rato van de herstellings- of vervangingskosten. De kosten moeten worden betaald worden binnen de 15 dagen na kennisgeving.

Bij niet-naleving van deze termijn, wordt de gebruiker uitgesloten van elk gebruik van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum totdat het verschuldigde bedrag en de verwijlintresten zijn betaald.

 

Art. 29:

Het betreden van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum gebeurt op eigen risico.

De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade van lichamelijke of stoffelijke aard naar aanleiding van de toegestane activiteiten noch voor schade door het gebruik van de infrastructuur van het centrum of zijn uitrusting.

Er is evenmin aansprakelijkheid lastens de gemeente bij diefstal.

 

Art. 30:

Het gemeentebestuur is niet aansprakelijk voor het uitvallen of onderbreken van de elektrische verlichting, verwarming of welke nutsvoorziening dan ook waardoor de manifestatie kan worden gehinderd.

 

Art. 31:

Naargelang de aard van de activiteit, verbindt de aanvrager zich ertoe om te voldoen aan alle relevante wettelijke voorschriften en geldende reglementeringen, inzonderheid inzake:

-          openbare orde en goede zeden;

-          voorkoming van geluidshinder;

-          drankgelegenheden, danspartijen, muziekuitvoeringen, variété-en toneelopvoeringen;

-          rookverbod op openbare plaatsen;

-          auteursrechten (SABAM);

-          accijnzen;

-          handelspraktijken;

-          deze opsomming is niet limitatief.

 

Art. 32:

De gebruiker moet vanaf de aanvang van de voorbereidingen tot en met het einde van de activiteit aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is, kan noch met de voorbereidingen, noch met de activiteit worden gestart, tenzij de bevoegde ambtenaar uitdrukkelijk anders bepaalt.

 

Art. 33:

De gebruiker is verplicht een verzekering burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid af te sluiten voor de gebruikte ruimte(n). De verzekering dekt de schade, die hijzelf en zijn aangestelden, aan derden en aan de gebouwen veroorzaken.

Voor het afsluiten van deze polis kan de gebruiker opteren voor het ondertekenen van de abonnementspolis burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid (polis nr. 45.127.868) die het gemeentebestuur van Ranst ten gunste van de gebruiker heeft afgesloten bij ‘Ethias Verzekering’.

Indien de gebruiker niet opteert voor bovenvermelde abonnementspolis, is hij verplicht bij een andere verzekeringsmaatschappij een polis af te sluiten.        

 

Art. 34:

De door de gemeente Ranst afgesloten brandverzekering voor het gemeenschapscentrum voorziet afstand van verhaal tegenover de gebruiker.  

 

Art. 35:

De gemeente betaalt op jaarbasis voor alle activiteiten die plaatsvinden in het gemeenschapscentrum de billijke vergoeding. De kosten zijn verrekend in de retributie en dienen niet bijkomend te worden betaald door de gebruiker.

 

Art. 36:

Bij tentoonstellingen is de gebruiker volledig verantwoordelijk voor de tentoongestelde werken. Het staat hem vrij om hiervoor een verzekering af te sluiten. De gebruiker is aansprakelijk voor alle eisen, boeten of strafrechtelijke gevolgen naar aanleiding van misbruik van naam, vervalsing, eerroof en andere wetsovertredingen. De gebruiker voorziet zelf toezicht tijdens de openingsuren van de tentoonstelling.

 

Art. 37:

Het is ten strengste verboden om maatregelen te nemen waardoor de veiligheid van de aanwezige personen in het gedrang kan komen, zoals het volledig doven van de verlichting tijdens de activiteit, het uitschakelen van de noodverlichting, het versperren of afsluiten van deuren, nooduitgangen, brandblusapparaten of haspels… .

De gebruiker moet erover waken dat de in- en uitgangen en de nooduitgangen tijdens de activiteit steeds vrij worden gehouden en door geen enkel obstakel worden belemmerd of versperd. De nooduitgangen mogen enkel en alleen in noodgevallen worden gebruikt.

Versieringen en bijkomende verlichting mogen enkel worden aangebracht mits toestemming van de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde en op de wijze zoals afgesproken met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde. 

 

Art. 38:

Het is ten strengste verboden om:

-          de veiligheid te verstoren;

-          een groter aantal personen toe te laten dan door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde of door de geldende reglementeringen is toegelaten;

-          op het elektriciteitsnet van het gemeenschapscentrum toestellen aan te sluiten die het vermogen van het aanwezige net overtreffen;

-          om het even welke gevaarlijke of hinderlijke voorwerpen of stoffen in de lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum binnen te brengen;

-          open vuur te maken.

 

Art. 39:

Zonder uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar is het ten strengste verboden om:

-          wijzigingen in de zekeringskasten of andere technische installaties aan te brengen;

-          een andere verlichtingsbron te gebruiken dan een elektrische;

-          toestellen en dergelijke die in het gemeenschapscentrum staan geplaatst, te verplaatsen en/of voor andere dan de normale doeleinden te gebruiken.

 

Art. 40:

Bij het gebruik van de toog en/of de keuken informeert de gebruiker zich voor aanvang van de activiteit voldoende over de werking van de toog- en/of keukentoestellen. Daarvoor kan hij terecht bij de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.

 

Art. 41:

Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan de verplichte stopzetting van de activiteit tot gevolg hebben, zonder dat hiervoor van de gemeente enige schadevergoeding kan worden gevorderd.

 

Art. 42:

De deuren van het gemeenschapscentrum worden gesloten en ontsloten door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.

 

Art. 43:

Tijdens de activiteiten, maar ook tijdens de voorbereidingen en repetities, zijn de lokalen waarvoor geen contract werd afgesloten, niet toegankelijk.

 

Art. 44:

Het is ten strengste verboden om:

-          de orde en de rust van de omgeving te verstoren;

-          zich racistisch te gedragen of uitspraken te doen die daar aanleiding toe geven;

-          te roken in het gemeenschapscentrum;

-          nagels, spijkers of andere materialen die enig spoor van beschadiging kunnen achterlaten aan te brengen op ramen, deuren, muren, vloeren en zolderingen. 

 

Art. 45:

Zonder uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar is het verboden om:

-          eigen materialen en/of toestellen in het centrum binnen te brengen of op te bergen;

-          gemotoriseerde voertuigen, fietsen of andere vervoersmiddelen binnen te brengen;

-          de ruimte(n) te betreden met dieren, tenzij deze rechtstreeks te maken hebben met de aard van de georganiseerde activiteit;

-          te schilderen of te schrijven op ramen, deuren, muren, vloeren en zolderingen;

-          Borden, affiches of andere aanplakbiljetten aan te brengen op deuren, muren, ramen of plafonds;

-          Confetti of papiersnippers te gebruiken in het gemeenschapscentrum.

 

Art. 46:

De aanvang van het klaarzetten van de zaal is vrij te kiezen maar moet op voorhand afgesproken worden met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde. Hetzelfde geldt voor het beëindigen van de activiteit, het opruimen en het verlaten van de zaal.

Bovendien dient dit steeds te gebeuren in overeenstemming met de geldende bepalingen aangaande openingsuur en sluitingsuur zoals vastgelegd in de gemeentelijke reglementering terzake.

De voorbereiding, de activiteit zelf en het opruimen moeten plaatsvinden binnen de voorziene 13 uren. Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag per uur worden betaald. Dit uurtarief is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.

 

Art. 47:

Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de zaal vóór aanvang van de contractueel vastgelegde gebruiksperiode worden klaargezet op voorwaarde dat:

-          de zaal op dat ogenblik beschikbaar is;

-          de bevoegde ambtenaar hiertoe uitdrukkelijk de toestemming verleent; 

-          de gebruiker een vast uurtarief betaalt.

Het te betalen uurtarief voor het voorafgaandelijk klaarzetten van de zaal is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.

Gebruikers uit categorie 0 zijn vrijgesteld van betaling.

 

Art. 48:

De gebruiker dient zich te schikken naar de richtlijnen van de bevoegde personen: de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum, diens gemachtigde, de politie en de brandweer.

 

Art. 49:

Na het einde van de activiteit moeten de gebruikte lokalen en ruimten en het gebruikte materiaal (o.a. tafels, stoelen, frigo's, huishoudgerief…) in nette en ordelijke staat worden achtergelaten.

Na afloop van de activiteit in de evenementenhal of de polyvalente zaal moeten de koelkasten worden leeggemaakt, gereinigd en uitgeschakeld.

Na gebruik moet de toog volledig worden afgeruimd en opgekuist.

Alle glazen moeten, afgewassen en afgedroogd, op de oorspronkelijke plaats worden teruggezet.

Alle tafels en stoelen moeten gereinigd worden en op hun oorspronkelijke plaats worden teruggezet.

De gebruiker moet er voor zorgen dat de gebruikte lokalen en ruimten op een eenvoudige en vlotte wijze kunnen worden gereinigd door de poetsdienst.

 

Art. 50:

Een lijst van het keukenmateriaal wordt aan de gebruiker ter beschikking gesteld.

De keuken wordt onmiddellijk na gebruik grondig opgekuist.

Werkbladen, aanrechten enz. worden afgewassen, afval wordt verwijderd, de vloer wordt gekeerd.

Indien er op de vloer vocht ligt wordt dit met water verwijderd om vlekken te voorkomen.

De gebruiker is ervoor verantwoordelijk dat al het materiaal proper op zijn plaats wordt teruggezet en de elektrische apparaten worden uitgeschakeld.

 

Art. 51:

Het verwijderen van materialen en voorwerpen die niet tot de inboedel van het gemeenschapscentrum behoren, gebeurt onmiddellijk na afloop van de activiteit, tenzij met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde anders is overeengekomen. Hetzelfde geldt voor het opruimen van het afval dat in de gehuurde lokalen en ruimten en in de onmiddellijke omgeving van de gebruikte infrastructuur werd achtergelaten

Indien de materialen en voorwerpen niet tijdig worden verwijderd, zullen deze op kosten van de gebruiker door het personeel van het gemeenschapscentrum worden verwijderd. Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor schade aan of diefstal van achtergelaten voorwerpen.

 

Art. 52:

Alle afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor voorziene afvalcontainer. 

Het leeggoed moet worden gesorteerd in de daartoe bestemde bakken. Deze bakken dienen opgestapeld te worden in de daartoe voorziene bergruimte.

Het leeggoed moet worden gescheiden van de nog aanwezige drankvoorraad.

De gebruiker plaatst alle verloren glasverpakkingen op de afgesproken plaats.

De niet gebruikte drankvoorraad dient, gesorteerd, op de daarvoor voorziene ruimte teruggeplaatst te worden.

Voor alle andere bepalingen richt de gebruiker zich tot de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.

 

Art. 53:

Indien de gebruiker het opruimen van een lokaal of ruimte wenst over te laten aan de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens aangestelde(n), dient hij dit uiterlijk 2 weken voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde te melden. De concessionaris rekent de kostprijs voor het opruimen rechtstreeks aan de gebruiker aan. De kostprijs voor het opruimen is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. 

 

Art. 54:

Bij niet-naleving van de bepalingen vervat in de artikels 49, 50, 51 en 52 en indien geen voorafgaandelijke overeenkomst met de concessionaris werd afgesloten zoals voorzien in artikel 53, dient de nalatige gebruiker de kostprijs voor het opruimen, vermeerderd met een forfaitaire vergoeding, aan de concessionaris te betalen. De kostprijs voor het opruimen en de forfaitaire vergoeding zijn vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. 

 

Art. 55:

Bij activiteiten in de evenementenhal waarbij 300 personen of meer aanwezig zijn, is de gebruiker uit categorie A, B en C verplicht om gedurende de activiteit toiletpersoneel te voorzien. Het toiletpersoneel staat in voor het netjes houden van de sanitaire voorzieningen en voor het toezicht aan de toiletten.

 

Art. 56:

Indien na afloop van een activiteit blijkt dat de normale schoonmaak niet volstaat om de zaal in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, zal uitzonderlijk een bijkomende schoonmaakbeurt plaatsvinden. De kostprijs voor deze bijkomende schoonmaakbeurt is vastgelegd in het retributiereglement en zal aan de gebruiker worden aangerekend.

 

Art. 57:

Bij het gebruik van de evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzalen of het seniorenlokaal gedurende 2 of meer opeenvolgende dagen staat de gebruiker uit gebruikerscategorie A, B of C zelf in voor de schoonmaak tijdens de huurperiode.

 

Art. 58:

De in de evenementenhal aanwezige trussstructuur en de daarbij horende installatie mogen enkel gebruikt worden door mensen die een relevante kennis over het gebruik van deze installatie kunnen aantonen. Bij gebruik moet voor de activiteit de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar worden bekomen. Eventuele schade die wordt vastgesteld na het gebruik en die niet toe te schrijven is aan de normale slijtage van de installatie zal volledig vergoed worden door de gebruiker.

 

Art. 59:

De gebruiker en zijn medewerkers maken zich als dusdanig bekend aan alle aanwezigen. De gebruiker is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde en de veiligheid voor, tijdens en na de activiteit. De gebruiker is aansprakelijk tegenover om het even welke derde voor alles wat tijdens het gebruik van de zaal en de organisatie van de activiteit gebeurt. 

 

Art. 60:

De gebruiker, zijn medewerkers en de bezoekers horen zich welvoeglijk te gedragen, dit zowel wat betreft kleding, houding als gedrag. De gebruiker is verantwoordelijk voor elke mogelijke inbreuk hierop.

 

Art. 61:

Als in het gemeenschapscentrum muziek elektronisch versterkt wordt, situeert het maximaal toegelaten geluidsniveau zich op 95 dB(A) LAeq15min.

De gebruiker kan via het evenementenformulier bij het college van burgemeester en schepenen een afwijking van de geluidsnorm aanvragen tot maximum 97 dB(A) LAeq15min.

Bijkomend wordt in alle gevallen opgelegd dat 102 dB(A) LAmax,slow niet mag overschreden worden en dat de dB(C)-norm maximaal 12 dB boven de A-weging mag liggen.

Bij het spelen van elektronisch versterkte muziek luider dan 85 dB(A) LAeq15min is het meten van het geluid verplicht ter hoogte van de mengtafel of een andere representatieve meetplaats. Deze metingen moeten na de activiteit worden doorgegeven aan het gemeentebestuur. Er moeten dan ook gratis oordopjes ter beschikking van het publiek gesteld worden.

 

Art. 62:

De gebruiker is verplicht om alle dranken (koude dranken, warme dranken, alcoholische dranken…), koffie, thee en snoepgoed bij de concessionaris van het gemeenschapscentrum te bestellen.

Het is ten strengste verboden om eigen dranken, koffie, thee en snoepgoed in het gemeenschapscentrum binnen te brengen en te consumeren.

 

Art. 63:

Het binnenbrengen en het consumeren van eigen wijn(en), schuimwijn(en), Champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken valt niet onder de bepalingen vermeld in artikel 62. Het is de gebruiker toegelaten om eigen wijn(en), schuimwijn(en), champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken in het centrum binnen te brengen en te consumeren, op voorwaarde dat:

-          de gebruiker dit uiterlijk 15 dagen voor aanvang van de activiteit schriftelijk aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde laat weten;

-          de gebruiker een vaste vergoeding per verbruikte fles betaalt.

De vaste vergoeding per fles is vastgelegd in het retributiereglement.

 

Art. 64:

Het beschikbare aanbod aan dranken, koffie, thee en snoepgoed staat duidelijk vermeld op een vastgestelde assortimentslijst met bijhorende merknamen en prijzen. De gebruiker van het gemeenschapscentrum kan op eenvoudige vraag de vastgestelde assortimentslijst bekomen.

De gebruiker kan uiterlijk 15 dagen voor aanvang van de activiteit aan de hand van de vastgestelde assortimentslijst een bestelling plaatsen. De gebruiker bestelt de gewenste dranken, koffie, thee en snoepgoed rechtstreeks bij de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde. 

Voor aanvang van de activiteit maken de concessionaris (of diens gemachtigde) en de gebruiker (of diens afgevaardigde) samen een begininventaris op van de ter beschikking gestelde dranken, koffie, thee en snoepgoed. 

Na afloop van de activiteit stellen de concessionaris (of diens gemachtigde) en de gebruiker (of diens afgevaardigde) samen een eindinventaris op van de verbruikte hoeveelheid dranken, koffie, thee, snoepgoed. Deze eindinventaris wordt door beide partijen voor akkoord ondertekend.

Op basis van de eindinventaris factureert de concessionaris het effectieve verbruik rechtstreeks aan de gebruiker.

 

Art. 65:

Tenzij bij huwelijksfeesten, staat het de gebruiker van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum vrij een beroep te doen op een cateraar naar keuze.

 

Art. 66:

Bij gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, moet de gebruiker voor het verzorgen van de catering verplicht een beroep doen op een cateraar die vermeld staat op een door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde lijst van cateraars, hierna ‘de lijst’ genoemd. De gebruiker beschikt over de volledige vrijheid in zijn keuze voor één van de cateraars vermeld op de lijst.      

 

Art. 67:

Bij een aanvraag voor het gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, bezorgt de bevoegde ambtenaar de aanvrager de nodige contactgegevens van alle cateraars vermeld op de lijst. De contacten tussen aanvrager en cateraar(s) dienen rechtstreeks te gebeuren zonder tussenkomst vanwege het personeel van het gemeenschapscentrum.

 

Art. 68:

Bij een aanvraag voor het gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, kan slechts een gebruikerscontract worden opgemaakt nadat de aanvrager een geldig bewijs van overeenkomst of contract met één van de cateraars vermeld op de lijst heeft voorgelegd.

Indien de gebruiker na het ondertekenen van het gebruikerscontract zijn overeenkomst of contract met één van de cateraars verbreekt, moet hij de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen. In dat geval verliest het gebruikerscontract automatisch elke rechtsgeldigheid.

 

TITEL 2: Domein Moervelden

 

Art. 69:

-          De brandverzekering van het gebouw is ten laste van de gemeente.

-          Het terrein en/of de loods worden geacht in goede staat aan de gebruiker ter beschikking te zijn gesteld. Indien de gebruiker toch schade vaststelt, dan moet hij deze voor de ingebruikname van de gehuurde zones schriftelijk melden aan het gemeentebestuur. Indien de voorafgaande melding correct en tijdig is gebeurd, dan wordt de gebruiker vrijgesteld van het vergoeden van de vastgestelde schade.

-          De gebruiker is verantwoordelijk voor alle schade die aan het terrein of de loods wordt veroorzaakt tijdens de periode dat hij het terrein en/of de loods huurt.

-          Elke veroorzaakte schade aan het terrein of de loods moet onmiddellijk en spontaan gemeld worden aan het gemeentebestuur en dient vergoed te worden door de gebruiker. Elke nieuwe aanvraag van de betrokken gebruiker kan geweigerd worden zolang het bedrag van de schadevergoeding niet volledig betaald is.

-          Het gemeentebestuur van Ranst kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor om het even welke schade van lichamelijke of stoffelijke aard naar aanleiding van het gebruik van het terrein en/of de loods.

-          Het gemeentebestuur van Ranst kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal van of schade aan materialen van de gebruiker.

 

Art. 70:

-          De gebruikers mogen op het terrein of in de loods geen andere activiteiten opzetten dan waarvoor het gebruik werd toegestaan.

-          Het onderverhuren van het domein is ten strengste verboden.

-          De gebruiker geeft minstens één hoofdverantwoordelijke op die als aanspreekpunt dient.

-          Het is verboden om commerciële activiteiten, waarbij (een deel van) de winst uitgekeerd wordt aan een persoon of een bedrijf, uit te oefenen zonder expliciete toestemming van het college van burgemeester en schepenen.

-          De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor billijke vergoeding, Sabam en alle andere nodige vergunningen en toelatingen voor het organiseren van een evenement op het gemeentelijk domein Moervelden.

-          De gebruiker staat zelf in voor het afdwingen van het huurrecht. Hij voorziet dus zelf mensen of middelen om de zone vrij te houden voor eigen gebruik.

-          Na elke activiteit moet het gebruikte terrein en/of de loods worden achtergelaten in de toestand dat deze ontvangen werd (bezemschoon). De gebruiker brengt hiertoe zelf het nodige poetsgerief mee. Gebeurt dit niet dan zullen de kosten voor het ontruimen en proper maken van het terrein en/of de loods integraal doorgerekend worden aan de gebruiker.

-          De gebruiker zal steeds vrije doorgang verschaffen aan gemeentepersoneel in werkopdracht.

-          In de loods geldt een algemeen rookverbod.

-          De gebruiker neemt zelf contact op met de omliggende verenigingen en gebruikers (Urania, BMX, LRV, Beachvolleyterreintje, Duivenbond, Fanfare Broechem, …) van het domein om het evenement aan te kondigen en indien nodig afspraken te maken.

-          De gebruiker moet te allen tijde de vaste gebruikers van het terrein doorgang geven tot bij hun lokalen.

-          Het afvoeren van het afval gebeurt onmiddellijk na de activiteit. De gebruiker staat zelf in voor het afvoeren van het afval.

-          Op het gemeentelijk domein Moervelden worden enkel toiletten of toiletwagens met reservoir toegelaten.

 

Art. 71:

-          De (nood)deuren mogen nooit slotvast of versperd zijn.

-          Alle richtlijnen en adviezen van de bevoegde ambtenaar, brandweer en politie dienen strikt gevolgd te worden.

 

Art. 72:

Indien het gebruik van het terrein of de loods aanleiding geeft tot openbare overlast, een       onveilige situatie of als de bepalingen van dit reglement niet nageleefd worden, kan dit de onmiddellijke en verplichte stopzetting van het evenement door de burgemeester tot gevolg hebben.

 

Art. 73:

De gebruiker wordt geacht akkoord te gaan met dit reglement en zich te houden aan de gemaakte afspraken met het gemeentebestuur van Ranst. Aan de gebruiker die de bepalingen van dit reglement niet respecteert, kan elk volgend gebruik geweigerd worden.

 

TITEL 3: Sportinfrastructuur

 

Art. 74:

De gebruiker kan voor de sportinfrastructuur een optie nemen die 14 dagen geldig blijft. Als de optie tijdens deze periode niet gelicht werd door de klant vervalt ze automatisch, ook zonder dat dit wordt gemeld.

 

Art. 75:

De sportzalen zijn ter beschikking van 9 tot 23 uur. En van 9 tot 22 uur in het weekend

De sporthal wordt geopend 30 minuten voor het gevraagde aanvangsuur en wordt gesloten uiterlijk 30 minuten na de laatste verhuring.

 

Art. 76:

De aanvragen en afzeggingen  dienen  minimum 2 dagen op voorhand te gebeuren.

 

Art. 77:

Het betreden van de sporthal gebeurt op eigen risico. Elke handeling die men stelt als sporter of toeschouwer valt volledig ten laste van de bezoeker. Het gemeentebestuur wijst elke vorm van verantwoordelijkheid af bij ongevallen, diefstallen en eventuele opgelopen schade.

 

Art. 78:

Dronken personen en zij die zich onbetamelijk  gedragen wordt de toegang tot de sporthal ontzegd.

 

Art. 79:

Stortbaden en kleedkamers dienen zo spoedig mogelijk na het einde van de huurtijd door de gebruikers ontruimd te worden.

 

Art. 80:

Lessen en oefeningen worden gegeven door deskundigen. De leider, de leraar of het bestuurslid mag zich niet verwijderen voor de gebruikers uit de zaal en de kleedkamers zijn vertrokken.

 

Art. 81:

De gebruiker draagt er zorg voor dat de speelvloer na het gebruik in ordelijke staat wordt gebracht en onmiddellijk door de volgende gebruiker kan worden benut. Het opruimen en opbergen van materialen indien nodig, dient door de gebruiker te gebeuren, hierop zal toezicht gehouden worden door het aanwezige personeel.

 

Art. 82:

Toegang tot de toestellenruimte is enkel toegelaten, voor het afhalen en wegbergen van het nodige sportmateriaal. De materialen mogen niet worden versleept, maar moeten gedragen of verrold worden. De trainer begeleidt hierbij de jongeren.

 

Art. 83:

De gebruiker moet zich stipt houden aan de huurtijd, die in geen geval mag overschreden worden zodat de volgende ploeg ook stipt kan beginnen.

 

Art. 84:

Het binnenbrengen in de sportzaal of kleedkamer van dranken in glazen verpakkingen, warme dranken en alcoholische dranken is te allen tijde verboden.

 

Art. 85:

Kinderen beneden de 10 jaar worden niet toegelaten als zij niet begeleid worden door een volwassene, tenzij als deelnemers aan sportmanifestaties in club- of ploegverband.

 

TITEL 4: Slotbepalingen

 

Art. 86:

§1. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de de sporthal, de polyvalente zaal en de turnzalen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 87:

Dit huishoudelijk reglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 88:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Huishoudelijk reglement gebruik vrijetijdsinfrastructuur gemeente Ranst.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

43. Huishoudelijk reglement buitenschoolse kinderopvang - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het aangepaste huishoudelijk reglement van de buitenschoolse kinderopvang vanaf 1 januari 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:.

Het besluit van de gemeenteraad van 29 juni 2015 met de goedkeuring van het huishoudelijk en retributiereglement voor de organisatie en deelname aan de buitenschoolse kinderopvang

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Bijkomende motivering:

Voor een goede werking van de buitenschoolse kinderopvang is het cruciaal dat een aantal duidelijke afspraken worden gemaakt met de afnemers van de dienst.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1: Definitie

Met ouder bedoelen we de persoon of de personen die het ouderlijk gezag heeft/hebben over het kind.

 

Art. 2: Organiserend bestuur en dagelijkse leiding

De buitenschoolse kinderopvang wordt georganiseerd door het gemeentebestuur van Ranst.

Het secretariaat is gevestigd in GC Den Boomgaard, Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem.

Tel.: 03/225 34 14

Mail: bko@ranst.be

Er kan op afspraak gewerkt worden.

 

Art. 3: Openingsuren van de buitenschoolse kinderopvang 

-          Woensdagnamiddag: vanaf het einde van de lessen tot 18 uur

-          Herfst- en krokusvakantie: vanaf 7.30 uur tot 18 uur

-          Zomervakantie en paasvakantie: 7.30 uur tot 18 uur

-          Halve dag = vanaf 7.30 uur tot 12.30 uur of 13 uur tot 18 uur (tussen 12.30 uur en 13 uur kunnen de kinderen afgehaald of gebracht worden)

 

Art. 4: Locatie van de buitenschoolse kinderopvang

Op woensdagnamiddag vindt de opvang plaats in gemeenteschool De Knipoog (Schoolstraat Ranst). Ingeschreven kinderen van Oelegem en Broechem (ook van de vrije scholen) worden door het gemeentebestuur naar Ranst gebracht. Deze opvang staat tijdens het schooljaar open voor kinderen van 2,5 jaar tot en met 12 jaar die schoolgaan in Ranst.

De meeste opvang tijdens de vakanties gaat door in de gemeenteschool van Ranst. Occasioneel kan het voorvallen dat de gemeente een andere locatie ter beschikking stelt. Ouders worden tijdig geïnformeerd indien de opvang elders zou plaatsvinden.

 

Art. 5: Samenwerking en formaliteiten

De opvang gebeurt door een team van begeleiders.

De aanwezigheid van het kind wordt dagelijks bijgehouden.

Het is zeer belangrijk dat de ouder, bij het brengen en afhalen van het kind, eerst bij de begeleider langs gaat om in of uit te schrijven. Dat is het moment om informatie uit te wisselen.

Van ouders in een echtscheidingsprocedure of ouders die niet meer onder hetzelfde dak wonen wordt indien nodig een schriftelijke overeenkomst verwacht betreffende de breng- en afhaalprocedure voor hun kind(eren).

Wanneer je kind zijn verblijf in de opvang onderbreekt (bijv. sportactiviteit, muziekschool, tekenacademie,… of om enige andere reden), moet dit schriftelijk meegedeeld worden.

Indien het kind door iemand anders dan de ouder(s) wordt afgehaald of als het op zelfstandige basis de opvang mag verlaten, dan moet dit schriftelijk gemeld worden door de ouders. Kinderen waarvan schriftelijke toelating ontbreekt, mogen de opvang niet verlaten.

Wanneer het door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om je kind(eren) zelf voor sluitingstijd af te halen, moet de opvang zo spoedig mogelijk verwittigd worden en zorg je zelf voor een oplossing. De opvang sluit om 18 uur! Bij misbruik kan de toegang tot de opvang ontzegd worden.

De ouders moeten zich voor de inschrijving eerst akkoord verklaren met het huishoudelijk reglement. Aan de ouders wordt bij de registratie van het kind informatie opgevraagd over eventuele bijzonderheden in de aanpak en de zorg van hun kind.

De ouders hebben tijdens de openingsuren van de opvang enkel toegang tot de lokalen verbonden aan de opvang.

Kinderen waarvan de formulieren of betalingen niet in orde zijn kunnen geweigerd worden.

Adreswijzigingen of wijzigingen in de bestaande situatie worden door de ouder zo snel mogelijk aangepast in hun online profiel.

 

Art. 6: Praktische afspraken

De opvang verstrekt geen maaltijden. Kinderen die in de opvang blijven brengen zelf een lunchpakket, tussendoortjes en drinken mee. Snoep, chips, chocolade en kauwgom horen niet thuis in de opvang. Alle tassen, boterhamdozen e.d. dienen voorzien te zijn van de naam van het kind. De eet- en drankmomenten zijn gestructureerd, ze hebben altijd plaats aan tafel. Op die manier gaat het er rustig aan toe terwijl de kinderen een boterham of een koek eten en wat drinken. Er mag binnen en buiten worden gespeeld, mits toestemming van de begeleider. Hou hiermee rekening bij de keuze van de kledij van het kind.  We vragen ook om indien nodig te voorzien in (voldoende) reservekledij, pampers en vochtige doekjes.

 

Art. 7: Zieke kinderen en medicatie

Zieke kinderen kunnen niet in de opvang terecht. Indien een kind ziek wordt in de opvang, worden de ouders verwittigd en zijn de eventuele dokterskosten ten laste van de ouders. Van elk opgevangen kind moet(en) de ouder(s) of een persoon die hen vervangt bereikbaar zijn en moet het kind bij ziekte zo spoedig mogelijk worden afgehaald. Bij een ernstig ongeval of zorgwekkende toestand zal onmiddellijk een arts of een hulpdienst verwittigd worden. Van de ouders verwachten wij dat zij de opvang, in het belang van het kind, op de hoogte brengen indien het kind leidt aan een onopvallende ziekte (bijv. epilepsie e.a.) of als het kind speciale zorg nodig heeft (we denken aan ASS, ADHD, …). In de kinderopvang wordt geen medicatie toegediend. De ouders vragen bij voorkeur aan de behandelende arts medicatie voor te schrijven die ‘s morgens en ‘s avonds door de ouder zelf kan toegediend worden. Enkel op medisch voorschrift kan een uitzondering voorzien worden. In dit geval moeten op de verpakking vermeld staan: naam van het kind, dosering, wijze van toediening, de duur van de behandeling, naam van de dokter/apotheker en wijze van bewaring. De ouder van het kind geeft hiervoor ook schriftelijk zijn toestemming.

 

Art. 8:

De besluiten van de gemeenteraad van 29 juni 2015 en van 16 december 2013 worden vanaf 1 januari 2020 ingetrokken en vervangen door het huidige reglement voor een periode van 2020-2025.

 

Art. 9:

Dit huishoudelijk reglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020.

 

Art. 10:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Huishoudelijk reglement buitenschoolse kinderopvang.pdf Download
Retributiereglement buitenschoolse kinderopvang.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

44. Reglement voor de erkenning van verenigingen in Ranst - goedkeuring

 

Omschrijving:

De gemeenteraad keurt het reglement goed voor de erkenning van verenigingen die aan bepaalde criteria voldoen. Dit reglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

 

Motivering:

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context:

Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende de goedkeuring van het reglement voor de erkenning en subsidiëring van socio-culturele verenigingen in Ranst

Het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2015 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de Ranstse sportverenigingen

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen

Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende de goedkeuring van de aanpassing van het subsidiereglement GROS

Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de betoelaging van seniorenverenigingen

 

Juridisch kader:

Artikel 40, §3, 41, 2° en 23 en 286-288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Deze reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen kan niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. De gemeenteraad is exclusief bevoegd voor de vaststelling van subsidiereglementen

De burgemeester maakt de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad, van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt. Voor de besluiten bevat de bekendmaking ook de datum waarop ze zijn aangenomen. De webtoepassing van de gemeente vermeldt de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de besluiten die op de lijst zijn vermeld, en vermeldt ook de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid, vermeld in artikel 326. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft vernietigd, wordt ook van die vernietiging melding gemaakt.

De reglementen en verordeningen, vermeld in artikel 286, § 1, 1° en 2°, en de reglementen, vermeld in artikel 286, § 2, 1° en 2°, treden in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is.

 

Besluit met eenparigheid van stemmen:

Art. 1:

De gemeente Ranst erkent met ingang van 1 januari 2020 en volgens de modaliteiten van dit reglement verenigingen als 'erkende vereniging van Ranst'.

 

Art. 2: definitie

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

-          vereniging: een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, feitelijk of in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst- of handelsoogmerk;

-          maatschappelijke zetel: het adres waarop de rechtspersoon zijn zetel heeft of waar de feitelijke vereniging het merendeel van haar activiteiten uitvoert

-          specifieke subsidies: subsidies die enkel betrekking hebben op de verenigingen zoals daarvoor gemeld.

-          Een vereniging kan maar in één categorie worden ingedeeld en eventueel de daarbij behorende subsidies aanvragen.

 

Art. 3:

Erkende verenigingen van Ranst komen in aanmerking voor:

-          subsidiëring mits voldaan wordt aan de betreffende reglementen met uitzondering van politieke partijen, vakbonden en buurtverenigingen

-          de huur van het gemeentelijk domein De Moervelden

-          een voordeeltarief bij de huur van gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur

-          de huur van de refters en speelplaatsen van de gemeentelijke scholen

-          gebruik van de provinciale uitleendienst in Malle

 

Art. 4: voorwaarden

Om voor erkenning in aanmerking te komen dient de vereniging aan te tonen dat zij voldoet aan de volgende voorwaarden:

-          de maatschappelijke zetel bevindt zich op grondgebied van Ranst

-          een open vereniging zijn, m.a.w. iedereen kan lid worden van de vereniging op voorwaarde dat hij/ zij de waarden en normen, de reglementen en de doelstellingen van de vereniging eerbiedigt

-          een autonoom bestuur hebben met minstens 3 verschillende functiehouders, bv. voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester, secretaris

-          over minstens 10 leden beschikken

-          een aparte rekening hebben op naam van de vereniging

-          gedurende minstens 1 jaar een actieve werking kunnen aantonen en minstens 1 maal per jaar activiteiten organiseren.

 

Art. 5: categorieën

Verenigingen kunnen ingedeeld worden in een van de volgende categorieën:

-          Socio-culturele vereniging: een vereniging met als primaire doelstelling kunstbeoefening of sociaal-cultureel werk, cultuurspreidende en toeristische verenigingen, themaverenigingen en hobbyclubs, erfgoedverenigingen.

-          Jeugdvereniging:  een vereniging met als primaire focus jongeren.

-          Seniorenvereniging: een vereniging met als primaire focus medioren of senioren.

-          Sportvereniging: een vereniging met als primaire doelstelling de beoefening van sport, de activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke en/of de geestelijke inspanning centraal staat.

-          Buurtvereniging:

Een vereniging met als primaire doelstellingen het bevorderen van verbondenheid tussen buurtbewoners en van het algemeen welzijn en de woonkwaliteit van een buurt.

-          Natuur- en milieuvereniging:

Een vereniging die de bevolking en bepaalde doelgroepen laat kennismaken met de natuur, milieu, energie of duurzame ontwikkeling, wiens activiteiten de bevolking of doelgroepen inzicht doen krijgen in complexe milieuproblemen en in de aanwezige fauna of die ijvert voor een duurzame en gezonde leefomgeving met respect voor duurzaam energiebeheer, duurzame bouwmaterialen en dergelijke

-          Vereniging voor ontwikkelingssamenwerking:

Een vereniging die zich engageert om gelijke kansen in Noord en Zuid te bevorderen en zorgt voor initiatieven en ideeën om solidariteit te versterken.

-          Armoedevereniging

Een vereniging die als voornaamste doelstelling heeft het sensibiliseren rond armoede, hulp bieden voor mensen in armoede of mensen in armoede aan het woord laten.

 

Art. 6: aanvraagprocedure

§1. De vereniging vraagt de erkenning aan bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat beschikbaar is op www.ranst.be of bij de bevoegde diensten. In voorbereiding van de erkenning kan de administratie bijkomende documenten opvragen die nuttig zijn om te oordelen of de vereniging aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.

§2. Het college van burgemeester en schepenen legt de aanvraag ter advies voor aan de bevoegde gemeentelijke raad en beslist over de erkenning. Indien aan 1 van de bovenvermelde voorwaarden niet wordt voldaan, dan kan de bevoegde gemeentelijke raad in een gemotiveerd advies voorstellen om af te wijken van de criteria. Na dit advies beslist het college van burgemeester en schepenen over het al dan niet erkennen van een vereniging.

§3. Het college van burgemeester en schepenen brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing, met een motivatie en maakt de erkende vereniging bekend via de gemeentelijke website.

 

Art. 7: duur van de erkenning

De erkenning als Ranstse vereniging geldt principieel zolang de vereniging voldoet aan het vigerende erkenningsreglement. De vereniging brengt het gemeentebestuur zelf op de hoogte van zodra er zich een wijziging voordoet die een impact heeft op de erkenningsvoorwaarden.

 

Art.10: intrekking

Het college van burgemeester en schepenen beslist over de intrekking van de erkenning van de

vereniging na advies van de bevoegde gemeentelijke raad en brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing met een motivatie.

 

Art.11: Overgangsbepalingen

Alle verenigingen die op de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit subsidies ontvangen via een gemeentelijk subsidiereglement worden automatisch beschouwd als erkende vereniging van Ranst. Zij schikken zich binnen het jaar naar de erkenningsvoorwaarden, opgenomen in dit reglement en vullen hiertoe het formulier in zoals beschikbaar op www.ranst.be.

 

Art. 12:

Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2020 voor onbepaalde duur.

 

Art. 13:

Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het

decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Dit reglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Reglement erkenning van verenigingen in Ranst.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

45. Subsidiereglement betoelaging knotbomenrijen en kleine landschapselementen - Interpellatie VD&V/WIJ

 

Omschrijving:

Het gemeenteraadslid, Fernand Bossaerts (CD&V/WIJ) merkt op dat op de gemeentelijke website te lezen is dat het subsidiereglement voor de betoelaging van knotbomenrijen en kleine landschapselementen vervalt op 31 december 2019 en het antwoord van de schepen van klimaat, Luc Redig (Groen) dat inderdaad het subsidiereglement vervalt en vervangen wordt door een alternatief.

 

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Reglement knotbomenrijen en kleine landschapselementen - interpellatie CD&V/WIJ.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van Gemeenteraad van maandag 16 december 2019

 

 

46. Subsidiereglement toekenning giften jubilarissen - interpellatie CD&V/WIJ

 

Omschrijving:

Het gemeenteraadslid, Christel Meeus (CD&V/WIJ) refereert naar vorige gemeenteraad keurden waar het subsidiereglement voor jubilerende verenigingen goedgekeurd werd. Dit nieuwe reglement vermeldt op geen enkele manier de giften die momenteel nog worden toegekend aan huwelijksjubilarissen voor een gouden, diamanten, briljanten of platina bruiloft en aan 100-jarigen. Graag verneemt het gemeenteraadslid of er hiervoor nog een bijkomend reglement komt. De schepen van vrije tijd, Annelies Creten (groen) bevestigt dat het reglement voor huwelijksjubilarissen (voor een gouden, diamanten, briljanten of platina bruiloft en aan 100-jarigen) inderdaad veranderd is. Het bestuur heeft ervoor gekozen om de geldelijke giften niet meer toe te kennen. De jubilarissen zullen nog steeds letterlijk in de bloemetjes gezet worden en getrakteerd worden op de feestelijke maaltijd, inclusief de professionele foto. Het bedrag van de giften gaat naar het feest, of kunnen misschien later gebruikt worden om ook andere vormen van lang samenleven te vieren.

 

Publicatiedatum: 20/01/2020
Punt bijlagen/links Reglement jubilarissen - interpellatie CD&V/WIJ.pdf Download