Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Fernand Bossaerts Christel Meeus Lode Hofmans Roel Vermeesch Frans Marivoet Guido Wittocx Annelies Creten An Willems Leen Baeten Zoe Helsen Raf Serneels Erik Fossez Johan De Ryck Luc Redig John Oliviers Jan Dillen Sonja De Pooter Erika Eeckhout Stefanie Gijsels Christel Engelen Patrick Vandervaeren Joris Van Camp Hilde Goris Bart Goris aantal voorstanders: 5 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 18 Verworpen
Art. 1:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van de agenda van de gemeenteraad niet goed.
Art. 2:
Het advies van het BOC met het protocol van akkoord van de syndicale organisaties wordt aan het dossier van het arbeidstijdenreglement en aan de personeelsformatie toegevoegd bij twee derde meerderheid conform artikel 23 van het decreet lokaal bestuur.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Erika Eeckhout Stefanie Gijsels Annelies Creten John Oliviers Zoe Helsen An Willems Johan De Ryck Leen Baeten Jan Dillen Frans Marivoet Joris Van Camp Raf Serneels Guido Wittocx Luc Redig Erik Fossez Roel Vermeesch Tine Muyshondt Lode Hofmans Fernand Bossaerts Christel Meeus Hilde Goris Sonja De Pooter Christel Engelen Patrick Vandervaeren Bart Goris aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 5 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad besluit in uitvoering van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen in de strategische nota de prioritaire actieplannen op te nemen waarbij naar rapportering toe alle actieplannen als prioritair worden beschouwd.
Art. 2:
De gemeenteraad besluit in uitvoering van artikel 4 van het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen de samenstelling van de beleidsdomeinen zoals opgenomen in punt 4.4 van de documentatie goed te keuren.
Art. 3:
De gemeenteraad keurt het gemeentelijk deel van het meerjarenplan 2020 - 2025 in bijlage goed.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Jan Dillen Guido Wittocx Johan De Ryck An Willems Leen Baeten Stefanie Gijsels Luc Redig Erik Fossez Frans Marivoet John Oliviers Annelies Creten Raf Serneels Erika Eeckhout Zoe Helsen Joris Van Camp Fernand Bossaerts Christel Meeus Roel Vermeesch Lode Hofmans Tine Muyshondt Hilde Goris Christel Engelen Patrick Vandervaeren Bart Goris Sonja De Pooter aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 5 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2019 van het gedeelte OCMW van het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals opgenomen in bijlage.
Art. 2:
De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020 - 2025 zoals opgenomen in bijlage in zijn geheel goed.
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de toelage van € 2.328.425 aan de politiezone Zara goed voor het dienstjaar 2020.
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de bijdrage van € 213.987 als investeringstoelage en de bijdrage van € 581.467 als exploitatiebijdrage goed voor de hulpverleningszone Rand voor het dienstjaar 2020.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Christel Engelen Patrick Vandervaeren Luc Redig Erika Eeckhout Bart Goris An Willems Johan De Ryck Erik Fossez Joris Van Camp John Oliviers Roel Vermeesch Raf Serneels Fernand Bossaerts Christel Meeus Frans Marivoet Jan Dillen Hilde Goris Zoe Helsen Tine Muyshondt Annelies Creten Guido Wittocx Sonja De Pooter Leen Baeten Stefanie Gijsels Lode Hofmans aantal voorstanders: 24 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 november 2019 goed.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Frans Marivoet John Oliviers Patrick Vandervaeren Raf Serneels Jan Dillen Stefanie Gijsels Zoe Helsen Annelies Creten Joris Van Camp An Willems Erik Fossez Johan De Ryck Christel Engelen Luc Redig Guido Wittocx Leen Baeten Erika Eeckhout Hilde Goris Christel Meeus Tine Muyshondt Bart Goris Sonja De Pooter Lode Hofmans Roel Vermeesch Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 8 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad keurt met ingang vanaf 1 januari 2020 het gemeentelijk politiereglement Ranst zoals in bijlage voor de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties goed.
Art. 2:
De protocolakkoorden in bijlage afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Antwerpen over de gemengde inbreuken en over het stilstaan en parkeren worden bekrachtigd. Deze protocolakkoorden vervangen alle eventuele voorgaande protocolakkoorden.
Art. 3:
Hilde Boydens en Lobke Goormans, juristen bij IGEAN milieu & veiligheid, worden aangesteld als sanctionerend ambtenaar overeenkomstig artikel 6 §3 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en het KB van 21 december 2013 over de aanstelling van de sanctionerend ambtenaar.
Art. 4:
§1 Het politiereglement met de protocolakkoorden worden bekendgemaakt overeenkomstig de artikel 288 van het decreet lokaal bestuur en overeenkomstig artikel 15 van de Wet van 24 juni 2013.
§2 De protocolakkoorden en het politiereglement worden door het college van burgemeester en schepenen bekendgemaakt op de website van de gemeente.
§3 Een afschrift van dit reglement wordt verzonden aan:
- Parket van de procureur des Konings te Antwerpen
- Politierechtbank te Antwerpen, griffie
- Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, griffie
- IGEAN milieu & veiligheid
Art. 5:
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere praktische uitvoering van dit besluit.
Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 19 april 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf 1 mei 2021.
Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021.
Art. 1:
Het besluit van de gemeenteraad van 21 oktober 2019 met de goedkeuring van de agenda van de buitengewone algemene vergadering en het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger op de buitengewone algemene vergadering van Water-Link op 19 december 2019 wordt ingetrokken.
Art. 2:
De gemeenteraad neemt kennis van de dagorde van de algemene vergadering van Water-link op 19 december 2019 in de vergaderzaal water-kracht, 5de verdieping Mechelsesteenweg 66 te 2018 Antwerpen met de agenda en daarbij horende documenten.
Art. 3:
§1. De gemeenteraad mandateert de vertegenwoordiger op de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Water-link van 19 december 2019 om alle agendapunten goed te keuren of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de gemeentelijke vertegenwoordiger gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan water-link.
Art. 1:
De gemeenteraad keurt de verdere samenwerking tussen de gemeente Ranst en de gemeenten van Malle, Zandhoven, Zoersel en Lille in het kader van het samenwerkingsverband ‘Land van Playsantiën’ voor de periode 2020-2025 goed en nadien hernieuwbaar voor periodes van 6 jaar.
Art. 2:
De gemeenteraad keurt de afsprakennota in bijlage goed voor de samenwerking tussen de gemeente Ranst en de gemeenten van Malle, Zandhoven, Zoersel en Lille in de periode 2020-2025.
Art. 1:
Het gemeentebestuur Ranst verlengt zijn lidmaatschap van de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen (Intergemeentelijke Onroerend Erfgoed Dienst ) voor een periode van 6 jaar te beginnen vanaf 1 januari 2020.
Art. 2:
Het gemeentebestuur van Ranst verleent zijn goedkeuring aan de toetreding van de nieuwe leden Brasschaat, Schoten, Zandhoven, Brecht en Malle tot de Projectvereniging Erfgoed Voorkempen in functie van de oprichting van een erfgoedcel.
Art. 3:
De gemeenteraad keurt de wijziging van de statuten van de projectvereniging zoals in de bijlage goed.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Erik Fossez Jan Dillen Patrick Vandervaeren Joris Van Camp Annelies Creten Sonja De Pooter Stefanie Gijsels Christel Engelen Luc Redig Johan De Ryck Roel Vermeesch Hilde Goris Raf Serneels Bart Goris Guido Wittocx An Willems Lode Hofmans Leen Baeten Erika Eeckhout Zoe Helsen John Oliviers Frans Marivoet Christel Meeus Fernand Bossaerts Tine Muyshondt aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad keurt het aangepaste organnogram goed zoals in bijlage.
Art. 2:
§1. De gemeenteraad stelt de personeelsformatie, exclusief de decretale graden voor de gemeente als volgt vast:
Niveau: | VTE |
A4a-A4b | 3 |
A1a-A3a | 2 |
B4-B5 | 3 |
B1-B3 | 17,5 |
C1-C3 | 32,5 |
D4 | 6 |
D1-D3 en E1-E3 | 43 |
Totaal | 107 |
§2. Het aantal VTE's wordt definieert als effectief tewerkgestelde personeelsleden, exclusief de diverse verlofstelsels zoals ziekteverlof, loopbaanonderbrekingen, ...
§3. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen personeel aan te werven binnen dit kader en conform artikel 186 §1 en §2 van het decreet lokaal bestuur.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Joris Van Camp Erik Fossez Christel Engelen Lode Hofmans Erika Eeckhout Patrick Vandervaeren Zoe Helsen Leen Baeten Jan Dillen Raf Serneels Guido Wittocx John Oliviers Roel Vermeesch Bart Goris Annelies Creten Sonja De Pooter Johan De Ryck Frans Marivoet An Willems Stefanie Gijsels Hilde Goris Luc Redig Tine Muyshondt Christel Meeus Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad keurt het nieuwe arbeidstijdenreglement voor het personeel van het gemeentebestuur en OCMW Ranst zoals bijgevoegd in bijlagen goed.
Art. 2:
Het nieuwe arbeidstijdenreglement gaat invoegen vanaf 1 januari 2020 en zal door de dienst HRM kenbaar gemaakt worden aan alle personeelsleden.
Art 3:
Artikel 7 tem 12 en bijlagen 1 van het arbeidsreglement zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2013 wordt geschrapt en vervangen door het nieuw arbeidstijdenreglement in afwachting van een aangepast arbeidsreglement.
Art. 4:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1
Onder dagelijks personeelsbeheer wordt verstaan:
§1. Individueel personeelsbeheer: verloven e.d.
- Beslissing over de individuele verlofaanvragen, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in de rechtspositieregeling
- Beslissing over verlof voor opdracht
- Beslissing over specifieke stelsels van loopbaanonderbreking en andere tijdelijke loopbaanonderbrekingen en thematische verloven
- Beslissing over aanvraag zorgkrediet
- Beslissing over dienstvrijstellingen
- Beslissing over het aantal vakantiedagen ( bv. bij indiensttreding )
- Toelating tot overdracht van vakantiedagen naar het volgende kalenderjaar
- Vastlegging van één of meerdere collectieve vakantiedagen
- Organisatie van de ziektecontrole, uitgeoefend door het geneeskundig controleorgaan dat is aangeduid door het bestuur
- Beslissing over de niet-erkenning van een afwezigheid als ziekteverlof
- Bepaling van het jaarlijkse ziektekrediet
- Beslissing over het deeltijds opnieuw opnemen van de functie door het statutaire personeelslid, na een afwezigheid wegens ziekte of ongeval van gemeente recht.
§2. Individueel personeelsbeheer: salaris e.d.
- De vaststelling van het individuele jaarsalaris van het personeelslid, met inbegrip van de overname van anciënniteit en de beslissing over het aantal jaren relevante beroepservaring in de privésector, in het onderwijs of als zelfstandige, weliswaar binnen de grenzen inzake meerekenbaarheid van anciënniteit die het college in de RPR gesteld hebben.
- Beslissing over het doorschuiven in de functionele loopbaan
- Vaststelling van de toelage voor het waarnemen van een hogere functie ( statutair personeelslid ) en van de salarisschaal verbonden aan de hogere functie
- Goedkeuring van aanvragen van personeelsleden voor toelagen en vergoedingen
§3. Individueel personeelsbeheer: vorming e.d.
- Voorbereiden van het vormingsrecht en de vormingsplicht op basis van de vastgestelde vormingsbehoeften. Goedkeuring van de wijze van verplaatsing, goedkeuring van de gemaakte kosten en toekenning van een dienstvrijstelling
§4. Individueel personeelsbeheer: prestaties e.d.
- Inzet van personeel op een andere standplaats, binnen de bestaande arbeidsovereenkomst Opdracht tot permanentieplicht
- Goedkeuring van het uurrooster van personeelsleden
- Het verlenen van toestemming om het werk te hervatten na een periode van ongerechtvaardigde afwezigheid
- Interne organisatie van de opvolging, feedback en evaluatie
- Het nemen van passende maatregelen met het oog op het verbeteren van de wijze waarop het personeelslid functioneert
- Aanwijzen van de evaluatoren
§5. Individueel personeelsbeheer: opvolging, feedback en evaluatie van het personeelslid en de organisatie ervan ( overeenkomstig de RPR ) ( met uitzondering van de decretale graden ), zoals
- Individuele opvolging van de opvolging, feedback en evaluatie
- Beslissen over het gevolg van de evaluatie ( met uitzondering van het ontslag wegens beroepsongeschiktheid )
- Formuleren van een gemotiveerd voorstel tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid op basis van het evaluatieverslag van de tussentijdse evaluatie
- Doorgeven aan de beroepsinstantie van een beroep tegen de evaluatie met een ongunstig evaluatieresultaat, ingediend door het personeelslid
- Beslissen over de bevestiging of de aanpassing van de evaluatie en van het evaluatieresultaat na gemotiveerd advies van de beroepsinstantie
- In het kader van het evaluatiesysteem van het onderwijzend personeel: eerste evaluator van de schooldirecteurs en tweede evaluator voor de wervingsambten
§6. Collectief personeelsbeheer
- Vastleggen van vakantieperiodes binnen de bepalingen van het arbeidsreglement en de rechtspositieregeling
- Het toestaan van een uitzondering op de algemene regeling inzake dienstverzekering
- Het opstellen van dienstnota’s
- Het opstellen van aanvraagformulieren voor allerlei aanvragen ( zoals vorming, toelagen, ... ) Interne communicatie over personeelsaangelegenheden
§7. Verhoudingen met de vakorganisaties
- Het voor kennisneming viseren van de berichten van de vakorganisaties die in de lokalen van de diensten van het personeel waarvan zij de beroepsbelangen behartigen worden aangeplakt ( Koninklijk Besluit tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel )
- Aanduiding van de plaatsen waar berichten kunnen worden aangeplakt
- In samenspraak met de voorzitter het bepalen bij onderlinge overeenkomst met de betrokken representatieve vakorganisaties van de plaats, dagen en uren van de vergaderingen die zij beleggen in de lokalen van de administratie
§8 Deontologie
- Controle op de naleving van de deontologische code van personeelsleden
§9. Andere
- Vaststelling van de functiebeschrijving, met uitzondering van de functiebeschrijving van de Algemeen Directeur, de Adjunct-Financieel Directeur en de Financieel Directeur
- Formuleren van een voorstel voor waarneming van een hogere functie
- Toestemming dienstreizen en beslissing over het meest verantwoorde vervoermiddel
- Controle op de naleving van het arbeidsreglement en van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel
- de toekenning van opdrachthouderschap, budgethouderschap of mandaat
Art. 2:
De beslissingen van het dagelijks personeelsbeheer worden maandelijks ter kennisgeving voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bevoegdheden van dagelijks personeelsbeheer waarover geen interpretatie of beleidsmarge bestaat, verder door de algemeen directeur gedelegeerd worden aan een lid van het managementteam. De wijze waarop deze delegatie inzake dagelijks personeelsbeheer verder gespecificeerd wordt, wordt opgenomen in de afsprakennota die de algemeen directeur namens het managementteam aan het college van burgemeester en schepenen voorlegt.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Johan De Ryck Christel Engelen An Willems Tine Muyshondt Leen Baeten Patrick Vandervaeren Zoe Helsen Guido Wittocx Joris Van Camp Raf Serneels Erika Eeckhout Hilde Goris John Oliviers Sonja De Pooter Fernand Bossaerts Frans Marivoet Jan Dillen Annelies Creten Erik Fossez Bart Goris Stefanie Gijsels Luc Redig Christel Meeus Roel Vermeesch Lode Hofmans aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De uitgaven met een waarde tot 75.000 euro excl. btw van het exploitatiebudget behoren tot het “dagelijks bestuur”.
Art. 2:
De uitgaven van het investeringsbudget met een waarde tot en met 50.000 euro excl. btw behoren tot het “dagelijks bestuur”.
Art. 3:
Wijzigingen tijdens de uitvoeringsfase aan de gegunde opdrachten die niet onder de bepalingen van artikels 1 en 2 vallen en voor zover die wijzigingen niet tot bijkomende uitgaven leiden van meer dan 10% van het oorspronkelijk gunningsbedrag behoren tot het “dagelijks bestuur”.
Art. 4:
De financieel directeur dient minimaal een voorafgaand visum te geven op alle voorgenomen verbintenissen met een budgettaire en financiële impact die het bestuur wenst aan te gaan met uitzondering van:
- de verbintenissen van bepaalde duur waarvan het bedrag niet hoger is dan 30.000 euro excl. btw, uitgezonderd investeringssubsidies;
Om te bepalen of een verrichting uitgesloten is van voorafgaande visumverplichting wordt rekening gehouden met de volledige looptijd van de voorgenomen verbintenis.
- de verbintenissen voor onbepaalde duur waarvan het jaarlijkse bedrag niet hoger is dan 25.000 euro;
- de investeringssubsidies waarvan het bedrag niet hoger is dan tienduizend euro;
- aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar.
Contracten van onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar.
Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.
Bij vervangingscontracten zonder specifieke duurtijd bv. voor de duur van de afwezigheid wegens ziekte, wordt een visum gevraagd.
- aanstellingen in het kader van artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
- uitgaven met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie, in het bijzonder het toekennen van een leefloon of een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie.
Art. 5:
De beslissing goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 over het begrip dagelijks bestuur en vaststelling van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van de visumverplichting wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020.
Dit reglement is geldig vanaf 1 januari 2020.
Art. 1:
De gemeenteraad verleent zijn principieel akkoord om de Krekelstraat te wijzigen in Vogelzangstraat.
Art. 2:
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het instellen van het openbaar onderzoek en het inwinnen van de adviezen voorgeschreven bij voormeld besluit.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Leen Baeten Annelies Creten Christel Meeus Guido Wittocx Bart Goris Christel Engelen Stefanie Gijsels Jan Dillen Fernand Bossaerts Raf Serneels Erika Eeckhout John Oliviers Luc Redig Zoe Helsen Tine Muyshondt Hilde Goris An Willems Johan De Ryck Joris Van Camp Frans Marivoet Erik Fossez Patrick Vandervaeren Sonja De Pooter Lode Hofmans Roel Vermeesch aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad besluit de akte tijdelijke verkoop aankoop belofte, voor het onroerend goed Schoolstraat 11 te Ranst, sectie B, deel van nummer 296/F, met een oppervlakte van ongeveer 990m² goed te keuren en het pand aan te kopen tegen de kostprijs van 300.000 €, exclusief kosten.
Art. 2:
Het in artikel 1 vermelde onroerend goed wordt aangekocht in het kader van openbaar nut en zal worden ingelijfd in het openbaar bezit van de gemeente.
Art.3:
De notariskosten worden ten laste van het bestuur genomen.
Art. 4:
In te stemmen met het verlijden van de authentieke akte van aankoop uiterlijk op 31 januari 2020.
Art.5:
§ 1. Geassocieerde notarissen De Smedt & Jansen, Ternesselei 231 te 2160 Wommelgem aan te duiden voor het opmaken en verlijden van de notariële akte van voormelde verwerving namens het gemeentebestuur van Ranst.
§ 2. De notaris staat in voor het opvragen van een hypothecair getuigschrift bij de hypotheekbewaarder van het derde kantoor in Antwerpen. Indien uit het attest blijkt dat er op het in artikel 1 vermelde goed inschrijvingen werden genomen dient de notaris het nodige te doen om deze (gedeeltelijk) door te halen.
Art. 6:
De heren Johan De Ryck, burgemeester, en Wim Van der Schoot, algemeen directeur, worden gemachtigd om de aan- en verkoopbelofte en de authentieke akte namens de gemeente te ondertekenen.
Enig artikel:
De gemeenteraad besluit in te tekenen op het ééngemaakt bibliotheeksysteem en de Basistructuur Digitale Bibliotheek, zoals vastgelegd in de overeenkomst tussen Cultuurconnect en gemeente Ranst.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Sonja De Pooter Stefanie Gijsels Bart Goris Raf Serneels Patrick Vandervaeren Zoe Helsen Jan Dillen Annelies Creten Frans Marivoet Leen Baeten Luc Redig Tine Muyshondt Christel Engelen John Oliviers Johan De Ryck Hilde Goris Guido Wittocx Erik Fossez Erika Eeckhout Christel Meeus An Willems Fernand Bossaerts Joris Van Camp Roel Vermeesch Lode Hofmans aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad stelt de capaciteit van de gemeentelijke basisschool De Knipoog, schoolstraat 17 in Ranst vanaf schooljaar 2020-2021 vast op volgende maximumaantallen:
- kleuters: capaciteit op geboortejaar - 24 kleuters per geboortejaar
- lagere school: capaciteit op niveau
● 1ste leerjaar: 24 leerlingen
● 2de leerjaar: 24 leerlingen
● 3de leerjaar: 24 leerlingen
● 4de leerjaar: 24 leerlingen
● 5de leerjaar: 24 leerlingen
● 6de leerjaar: 24 leerlingen
Art. 2:
De gemeenteraad stelt de capaciteit van de gemeentelijke basisschool De Driehoek, Schildesteenweg 12 in 2520 Oelegem, vanaf schooljaar 2020-2021 vast op volgende maximumaantallen:
- kleuters: capaciteit op geboortejaar - 25 kleuters per geboortejaar
- lagere school: capaciteit op niveau
● 1ste leerjaar: 25 leerlingen
● 2de leerjaar: 25 leerlingen
● 3de leerjaar: 25 leerlingen
● 4de leerjaar: 25 leerlingen
● 5de leerjaar: 25 leerlingen
● 6de leerjaar: 25 leerlingen
Art. 1:
De gemeenteraad vestigt een aanvullende belasting ten laste van de rijksinwoners voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2:
De belasting wordt vastgesteld op 6,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3:
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art. 4:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1:
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente Ranst 705 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Art. 2:
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.
Art. 3:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Erik Fossez Sonja De Pooter Hilde Goris Zoe Helsen Lode Hofmans Leen Baeten Joris Van Camp Raf Serneels Luc Redig Christel Engelen An Willems Patrick Vandervaeren John Oliviers Roel Vermeesch Johan De Ryck Jan Dillen Bart Goris Erika Eeckhout Guido Wittocx Frans Marivoet Stefanie Gijsels Annelies Creten Tine Muyshondt Fernand Bossaerts Christel Meeus aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
Deel1: Belasting op de op het rioolnet aangesloten of aansluitbare gebouwen
Art. 1:
Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de particuliere woongelegenheden en gebouwen die op de riolering aansluitbaar zijn of er rechtstreeks of onrechtstreeks op aangesloten zijn.
Art. 2:
§1. De belasting is verschuldigd door ieder gezinshoofd, maatschappij of groepering die, om welke reden ook, het onroerend goed in zijn geheel of gedeeltelijk bewoont of in gebruik heeft.
§2. Per gezin is jaarlijks slechts éénmaal belasting verschuldigd. De leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Aan het begrip gezin wordt dezelfde betekenis gegeven als deze vermeld in de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.
Art. 3:
De belasting wordt vastgesteld op 90 euro per jaar.
Art. 4:
Het bedrag van de belasting is verschuldigd door de gebruiker van het belastbaar onroerend goed op 1 januari.
Deel2: Belasting op collectief aangelegde IBA's
Art. 5:
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op de particuliere woongelegenheden en gebouwen die aansluitbaar zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks aangesloten zijn op een IBA, geplaatst in het kader van het door Water-Link –in opdracht van de gemeente- georganiseerde collectieve aanbod .
Art. 6:
§1. De belasting is verschuldigd door ieder gezinshoofd, maatschappij of groepering die, om welke reden ook, het onroerend goed in zijn geheel of gedeeltelijk bewoont of in gebruik heeft.
§2. Per gezin is jaarlijks slechts éénmaal belasting verschuldigd. De leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Aan het begrip gezin wordt dezelfde betekenis gegeven als deze vermeld in de algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.
Art. 7:
De belasting wordt vastgesteld op € 90 per jaar.
Art. 8:
Het bedrag van de belasting is verschuldigd door de gebruiker van het belastbaar onroerend goed op 1 januari.
Art. 9:
De belasting in deel 1 en 2 wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10:
De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 11:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit belastingsreglement is opgeheven vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Guido Wittocx Joris Van Camp Annelies Creten Frans Marivoet Luc Redig Leen Baeten An Willems Johan De Ryck Raf Serneels Erik Fossez Erika Eeckhout Zoe Helsen Stefanie Gijsels Jan Dillen John Oliviers Lode Hofmans Roel Vermeesch Tine Muyshondt Hilde Goris Bart Goris Sonja De Pooter Fernand Bossaerts Christel Meeus Patrick Vandervaeren Christel Engelen aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 8 Goedgekeurd
Art. 1:
De gemeenteraad vestigt een belasting die verschuldigd is door de aanvrager van de inname van het openbaar domein in de gemeente Ranst en bij ontstentenis van een aanvraag de uitvoerder van de werken of degene die het openbaar domein in de gemeente Ranst inneemt.
Art. 2: plaatsen van constructies
§1. De gemeente heft een belasting voor de tijdelijke inname, langer dan 24 uur, van het openbaar domein (gemeente en gewest) door het plaatsen van constructies en materialen zoals schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, bouwafval, werktuigen en voertuigen ter gelegenheid van bouwen, verbouwen of verhuizen (inclusief schilderwerken en gevelreiniging).
§2. Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan dient toelating te worden verkregen. Zo deze toelating niet is verleend, zal de ingenomen oppervlakte op het openbaar domein worden vrijgemaakt door of in opdracht van de gemeente en zullen de kosten verhaald worden op de veroorzaker en indien deze niet bekend is op de bouwheer.
§3. De belasting, uitgezonderd wat betreft de inname van het openbaar domein voor het afsluiten van een straat, is verschuldigd vanaf de derde kalenderdag van de effectieve inname van het openbaar domein.
Ieder begonnen dag wordt gerekend voor een volle dag.
§4. Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:
- Aankondigingsborden, spandoeken, ... die een inname aankondigen: gratis
- Containers: € 5 per begonnen dag vanaf de 3de kalenderdag met een minimumtarief van € 10 per aanvraag
- Afsluiten van een straat: 50 euro per begonnen dag, vanaf de eerste dag
- Andere innames: € 0,50 euro per m2 per dag, vanaf de 3de kalenderdag, met een minimumtarief van € 10 per aanvraag voor het plaatsen van constructies en materialen ter gelegenheid van bouwen, verbouwen of verhuizen zoals schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, bouwafval, werktuigen, voertuigen, …
§5. Vrijstelling van deze belasting wordt toegestaan wanneer de tijdelijke inname het gevolg is van onderstaande werken:
- Werken van openbaar nut
- Bouwwerken waarvan de gemeente, het OCMW, de brandweerzone RAND of de politiezone ZARA bouwheer is
- Werken uitgevoerd door of in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestigingsmaatschappijen.
§6. De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van openbaar domein onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de belastingplichtige.
Art. 3:
§1. De gemeenteraad heft een belasting op het innemen van een deel van het openbaar domein, om deze te benutten voor handelsdoeleinden door het plaatsen van tafels, stoelen, banken, terrassen, stoepborden, uitstallingen, …. Het uitstallen van koopwaren of andere voorwerpen, het aanbrengen van uitstallingen op vensters- en deurdorpels en het aanbrengen van uitstallingen en toestellen, vastgemaakt aan de gevels, wordt gelijkgesteld met het innemen van het openbaar domein, indien de uitgestalde waren of de aangebrachte toestellen een uitsprong maken over het openbaar domein van minimaal 1m2 en dit op een hoogte die minder is dan 2,5m.
§2. Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan dient toelating te worden verkregen door het college van burgemeester en schepenen of door het orgaan aangewezen door de politieverordening. Zo deze toelating niet is verleend, zal de ingenomen oppervlakte op het openbaar domein worden vrijgemaakt door of in opdracht van de gemeente en zullen de kosten verhaald worden op de veroorzaker en indien deze niet bekend is op de bouwheer.
§3. De belasting wordt vastgesteld op € 5 per begonnen m² voor terrassen en andere uitstallingen met een minimumaanslag van € 25.
§4. De berekening van de belastbare oppervlakte gebeurt als volgt:
1) Voor de terrassen met windschermen of andere afsluitingen is de belastbare oppervlakte gelijk aan deze van de vierhoek binnen wiens grenzen het terras en de afsluiting en/of windschermen vervat zijn. Indien de ingang van de instelling zich in het terras bevindt, geeft dit aanleiding tot een vrijstelling van 1,5 meter, voor zover deze strook ook werkelijk vrij gehouden wordt.
2) Voor de andere belastbare innemingen van het openbaar domein is de belastbare oppervlakte gelijk aan de oppervlakte van de vierhoek waarin de uitstalling of het toestel zich boven het openbaar domein uitstrekt. Het gedeelte van een vierkante meter wordt afgerond naar de hogere eenheid.
§5. Tijdelijke terrassen, terrasuitbreidingen of andere uitstallingen ter gelegenheid van goedgekeurde evenementen door het college van burgemeester en schepenen zoals straatfeesten, openbare markten, kermissen, … zijn vrijgesteld van deze belasting. De vrijstelling geldt enkel voor de dag(en) van het evenement zelf.
§6. De belasting is ondeelbaar en verschuldigd per kalenderjaar door diegene die het openbaar domein inneemt.
§7. Het betalen van de belasting geeft aan de belastingplichtige geen enkele aanspraak op enig recht van concessie of erfdienstbaarheid op het betrokken openbaar domein. Hij is er integendeel toe gehouden op het eerste verzoek van de overheid het gebruik van het openbaar domein te staken of te beperken, zonder enige schadevergoeding te kunnen vorderen.
§8. De belasting is eveneens verschuldigd bij wederrechtelijke inneming van openbaar domein onverminderd de verwijdering van de belastbare elementen wegens het ontbreken van toelating zoals voorzien bij politieverordening of bij intrekking van de toelating bij politiemaatregel wegens een fout van de belastingplichtige.
Art. 4:
§1. De belasting wordt geheven ten laste van de aanvrager. Ingeval van wederrechterlijke inneming is de belasting ten laste van de persoon die de betrokken werken uitvoert of de ruimte op het openbaar domein inneemt.
§2. De betaling dient op elektronische wijze te gebeuren bij de aanvraag.
§3. Het openbaar domein kan pas worden ingenomen na betaling van de contantbelasting.
Art. 5:
§1. De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient online ingediend te worden via de website van de gemeente Ranst (www.ranst.be). Deze aanvraag geldt tevens als fiscale aangifte.
Art. 6:
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van de provincie- en gemeentebelastingen.
Art. 7:
Dit belastingsreglement geldt voor vergunningen verleend vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Art. 8:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Raf Serneels Luc Redig Guido Wittocx Bart Goris Jan Dillen Frans Marivoet An Willems Patrick Vandervaeren Christel Engelen Johan De Ryck Erika Eeckhout Zoe Helsen John Oliviers Leen Baeten Joris Van Camp Annelies Creten Stefanie Gijsels Erik Fossez Hilde Goris Christel Meeus Sonja De Pooter Tine Muyshondt Roel Vermeesch Lode Hofmans Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 6 Goedgekeurd
Art. 1: Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.
Hoofdstuk I – het leegstandsregister
Art. 2:
De gemeente Ranst houdt het leegstandsregister bij van leegstaande woningen en gebouwen.
Art. 3: Begripsomschrijving van leegstand
Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of omgevingsvergunning.
Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Art. 4:
Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
Art. 5:
In afwijking van artikel 3 en 4 wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 3 respectievelijk artikel 4.
Art. 6:
Een gebouw of een woning, geïnventariseerd als verwaarloosd, ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.
Art. 7: Vaststelling van de leegstand
De leegstand van een woning of van een gebouw (het niet aanwenden in overeenstemming met de functie) wordt vastgesteld door een administratieve akte van leegstand en wordt onder meer beoordeeld aan de hand van minstens één van de volgende objectieve indicaties:
- geen inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning sinds méér dan een jaar
- geen opname in het register van tweede verblijven
- onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde, dichtgemaakte of verzegelde toegang.
- de woning of het gebouw wordt langdurig aangeboden als ‘te huur’ of ‘te koop’
- het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen of een dermate laag gebruik ervan dat gebruik uitgesloten is
- belangrijke glasbreuk, of ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk -niet afsluitbaar buitenschrijnwerk
- zware waterinfiltraties via dak of gevels
- ernstige inpandige vernieling of gedeeltelijke sloping
- uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus
- langdurig neergelaten rolluiken
- storende omgevingsaanleg (afwezigheid of ondeugdelijk onderhoud van tuin of omgeving)
- melding van langdurige leegstand door politie
- de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992
Art. 8:
De opsporing en vaststelling van de leegstand van gebouwen en woningen wordt uitgevoerd door de omgevingsambtenaar, de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde bevoegde ambtenaren of in intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Art. 9: Kennisgeving van het voornemen te inventariseren
De dienst omgeving stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van een leegstaand gebouw of een leegstaande woning in het leegstandsregister. Bij gebrek aan officiële woonplaats kan de beveiligde zending gebeuren aan de verblijfplaats van de zakelijk gerechtigde, en bij gebrek daaraan aan het te inventariseren pand.
De kennisgeving omvat kopie van de administratieve akte.
Art. 10: Betwisting
Tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister kan beroep worden aangetekend bij het college van burgemeester en schepenen binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 9. Dit beroep wordt per beveiligde zending betekend.
Het beroep wordt gedagtekend en omvat minstens volgende gegevens:
1) Identiteit, adres en eventueel hoedanigheid en volmacht van de indiener
2) Aanwijzing van de administratieve akte en/of van het pand waarop het beroepschrift betrekking heeft
3) Een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten tot opname of dat voldaan is aan de vereisten tot schrapping, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. De bewijsstukken zijn vergezeld van een genummerde inventaris.
Het beroepschrift is onontvankelijk indien het te laat is ingediend, of met miskenning van de voorschriften van dit artikel, of door een derde die niet de zakelijke gerechtigde of zijn gevolmachtigde is, of indien het niet is ondertekend. Wordt de onontvankelijkheid vastgesteld, dan deelt de inventarisbeheerder dit mee aan de indiener met vermelding dat de beroepsprocedure is beëindigd.
Het beroepschrift is ongegrond, onder meer wanneer de toegang tot een pand, in het kader van een feitenonderzoek, geweigerd of verhinderd wordt.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De inventarisbeheerder betekent de beslissing aan de indiener ervan per beveiligde zending zoals omschreven in artikel 9.
Art. 11: Opname in het register
Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of de betwisting onontvankelijk of ongegrond is, neemt de inventarisbeheerder het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte van leegstand.
Het leegstandsregister bevat volgende vermeldingen:
1) Het adres en de kadastrale gegevens van het leegstaande pand
2) De identiteit en het laatst gekende adres van de zakelijk gerechtigde
3) De datum van de administratieve akte vermeld in artikel 7
4) De indicaties die geleid hebben tot opname op het leegstandsregister
5) De feiten die aanleiding geven tot vrijstelling van de heffing, bepaald in Hoofdstuk II, met vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling
6) Eventueel de datum van indiening van een betwisting zoals voorzien in artikel 10, en de datum en aard van de beslissing inzake die betwisting
Art. 12: Schrapping uit het leegstandregister
Een pand wordt geschrapt uit het leegstandsregister op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan de inventarisbeheerder.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 3, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De inventarisbeheerder schrapt het gebouw met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat er een inschrijving in het bevolkingsregister is gebeurd op het betreffende adres en dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 4. De inventarisbeheerder schrapt de woning met ingang van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig die functie.
Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op beslissingen over het verzoek tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister.
Art. 13: meldingen
Bij elke overdracht van een zakelijk recht op een in het leegstandregister opgenomen goed moet de zakelijk gerechtigde uiterlijk één maand nà het verlijden van de notariële akte de overdracht schriftelijk melden aan de inventarisbeheerder. Hij moet minimaal vermelden: de datum van de overdracht, de naam en het adres van de nieuwe verkrijger(s) en de naam en de standplaats van de instrumenterende notaris en de coördinaten van het betrokken onroerend goed.
De zakelijk gerechtigde van een in het leegstandregister opgenomen goed is verplicht om elke kandidaat-koper vooraf te informeren over de opname in het leegstandsregister van de woning en/of gebouw dat hij wil verkopen.
Hoofdstuk II - Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen
Art. 14:
§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.
§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Art. 15:
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
Art. 16:
De belasting bedraagt € 1.000 voor een volledig gebouw of woongelegenheid.
De belasting bedraagt € 100 voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet,
Indien het belastbaar goed een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdubbeld.
Indien het belastbaar goed een derde of meer opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat wordt de belasting verdrievoudigd.
Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning in het leegstandsregister staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Art. 17:
§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de gemeente. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.
§2.Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.
§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;
2° de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingsjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht.
3° de belastingplichtige wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie rederlijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.
§4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :
1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning;
6° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.
Art.19:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 20:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 21:
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
Het bezwaarschrift kan via duurzame drager worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Art. 22:
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art. 23:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit belastingsreglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Zoe Helsen Johan De Ryck Joris Van Camp Luc Redig Erik Fossez Raf Serneels Leen Baeten Erika Eeckhout Annelies Creten John Oliviers Jan Dillen Frans Marivoet Guido Wittocx Stefanie Gijsels An Willems Tine Muyshondt Hilde Goris Sonja De Pooter Fernand Bossaerts Lode Hofmans Christel Meeus Bart Goris Roel Vermeesch Christel Engelen Patrick Vandervaeren aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 8 Goedgekeurd
Art. 1:
Er wordt vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de tweede verblijven.
Art. 2:
Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of voor de huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient, maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan gebruikt worden.
Het kan gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans.
Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:
- het gebouw of lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit of garages,
- tenten en woonaanhangwagens,
- verplaatsbare caravans, tenzij deze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden,
- de leegstaande woongelegenheden, waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend.
Art. 3:
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar, ongeacht of deze al dan niet in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven is.
Art. 4:
De jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op € 1.000 per tweede verblijf.
Art. 5:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 6:
De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 7:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Stefanie Gijsels Joris Van Camp John Oliviers Erika Eeckhout Johan De Ryck Luc Redig Leen Baeten Jan Dillen Guido Wittocx Zoe Helsen Frans Marivoet Annelies Creten An Willems Erik Fossez Raf Serneels Tine Muyshondt Fernand Bossaerts Christel Meeus Hilde Goris Bart Goris Patrick Vandervaeren Christel Engelen Roel Vermeesch Sonja De Pooter Lode Hofmans aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 7 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
Art. 1:
§1. Er wordt, ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen en feitelijke verenigingen of vennootschappen, met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting gevestigd op de motoren gebruikt voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, evenals op deze gebruikt door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt.
§2. De belasting bedraagt € 12,50 per eenheid en per breuk van kilowatt voor het totaal motorvermogen van minder dan 100 kilowatt en € 18,50 per eenheid en per breuk van kilowatt voor de schijf van het totaal motorvermogen gelijk aan of hoger dan 100 kilowatt.
De aanslag bedraagt minimum € 25 .
De belasting slaat op alle motoren, ongeacht de gebruikte energie waarmee deze aangedreven worden. De belasting betreft enkel de motoren die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente Ranst gevestigd zijn.
§3. De belasting is verschuldigd ongeacht of de motoren voor de exploitatie van de inrichting of van haar bijgebouwen worden gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. Wanneer, hetzij een inrichting, hetzij een zoals hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd, indien hetzij de inrichting zelf, hetzij het voornaamste bijgebouw in de gemeente gevestigd is.
§4. Nieuwe vestigingen die motoren voor een eerste keer in gebruik nemen dienen deze motoren aan te geven in het lopend dienstjaar en zullen een eerste keer belast worden in het lopend dienstjaar te rekenen vanaf de maand volgend op de in dienst name. Vestigingen die hun bedrijvigheid stopzetten in de loop van een lopend dienstjaar zullen voor dat kalenderjaar niet meer belast worden. Deze dienen binnen de maand na stopzetting het gemeentebestuur hiervan op de hoogte te brengen.
Art. 2:
De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in gemeen overleg tussen de belanghebbende en het gemeentebestuur. Het staat de belanghebbende vrij in geval van onenigheid, een tegenexpertise uit te lokken.
Art. 3:
De tractoren, terreinvoertuigen (zoals autobussen, auto’s en dergelijke die enkel voor intern gebruik op het terrein benut worden), trekkers, nijverheidsvoertuigen (zoals asfalteermachines, rupskranen, pletwalsen, bulldozers graafmachines, laadschoppen en zonder dat deze opsomming limitatief is), locomotieven, nijverheidsmachines (zoals mobiele compressoren, trilplaten, ladderliften en zonder dat deze opsomming limitatief is) worden belast volgens volgende tabel:
Cilinderinhoud van de motoren op diesel, benzine of gas: kW
- van 0 cm³ tot 499 cm³ = 2
- van 500 cm³ tot 2 499 cm³ = 7
- van 2 500 cm³ tot 4 999 cm³ = 15
- van 5 000 cm³ tot 7 499 cm³ = 22
- van 7 500 cm³ tot 9 999 cm³ = 29
- van 10 000 cm³ tot onbeperkt = 37
Art. 4:
De vorkheftrucks, reachtrucks, stackers en straddle carriers worden belast volgens hun maximaal hefvermogen zoals vermeld in volgende tabel:
Maximaal hefvermogen: kW
- van 0 kg tot 999 kg = 5
- van 1 000 kg tot 1 999 kg = 8
- van 2 000 kg tot 5 999 kg = 15
- van 6 000 kg tot 19 999 kg = 20
- van 20 000 kg tot 29 999 kg = 25
- van 30 000 kg tot 44 999 kg = 30
- van 45 000 kg tot onbeperkt = 40
Art. 5:
Van de belasting zijn vrijgesteld:
- de motor die heel het onmiddellijk voorafgaande jaar niet werd gebruikt; deze non-activiteit moet blijken uit desbetreffende, om de drie maanden te hernieuwen, schriftelijke berichten aan het gemeentebestuur, zoals voorzien bij artikel 7. Wat het eerste jaar van de belastingheffing aangaat, is het bewijs van de non-activiteit evenwel met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren
- de motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld en voor zo ver deze voertuigen dienen voor het vervoer van personen of goederen over de openbare weg.
- de motor van een draagbaar en tegelijk handbediend toestel
- de motor die een elektrische generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met dat benodigd voor het drijven van een generator
- de door perslucht aangedreven motor
- de motoren die gebruikt worden voor het afvoeren van overtollig water
- de motoren van vaartuigen dienende voor transport van goederen
- de reservemotor, i.e. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn tewerkstelling niet als gevolg heeft dat de productie van de betrokken inrichting verhoogd wordt; de reservemotor kan aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren
- de wisselmotor, i.e. deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als de andere die hij tijdelijk moet vervangen; de wisselmotor kan aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren
- motoren die instaan voor de brandveiligheid (zoals sprinklermotoren, compressor voor brandluiken te bedienen, enz. …)
- de motoren die instaan voor hygiënische ventilatie (vb. dampkap in een frituur, afzuiging in garages aan uitlaten, afzuiging voor lasdampen bij het lassen) . Motoren die gebruikt worden voor het conditioneren van arbeidsruimtes zijn wel belastbaar .
Art. 6:
Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, moet er aangifte van doen door middel van het formulier dat hem door het gemeentebestuur wordt toegestuurd . De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben, moet deze aangifte spontaan doen.
Ook de kracht van de volgens artikel 5 onbelastbare motoren dient aangegeven te worden.
Art. 7:
De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen in de loop van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar van een belastbare motor brengt een belastingvermindering mee. Deze vermindering gaat in vanaf de maand volgend op het bericht, gezonden aan het gemeentebestuur, betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen.
Het stilleggen van een ononderbroken tijdvak gelijk aan of groter dan een maand, met uitzondering van de jaarlijkse verplichte vakantieperiode, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het jaar voorafgaand aan het belastingjaar ononderbroken buiten werking is geweest. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag op vier weken of één week werk na vier weken inactiviteit in de bedrijven die met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.
Om deze evenredige vermindering te kunnen genieten, moet de belanghebbende aan het gemeentebestuur een schriftelijk bericht gegeven hebben van de dag waarop de motor stilligt en van de dag waarop hij terug in werking wordt gesteld. Een ontvangstbewijs zal aan de belanghebbende worden afgeleverd. Dit bericht moet om de drie maand hernieuwd worden. De vermindering van belasting geldt vanaf de maand af volgend op deze wederinwerkingstelling. De berichtgeving is van substantiële aard en op straf van verval voorgeschreven. Wat het eerste jaar van de belastingheffing aangaat, is het bewijs van tijdelijke non-activiteit of van de definitieve buitengebruikstelling nochtans met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren. Indien vastgesteld wordt dat de motor werkt voor het geven van het bericht van wederinwerkingstelling, zal geen vermindering toegestaan worden, hoelang de stillegging ook heeft geduurd.
Art. 8:
Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximumkwartuurvermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leveranciers van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bovendien het bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 7 gedurende de periode van tenminste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingsjaar op grond van het bepaalde in artikel 1 tot 7 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar, deze verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de kwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20% verschilt van die van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil meer dan 20% dan telt het bestuur de belastbare elementen teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Het jaar volgend op dat waarin de 20% wordt overschreden, wordt het bedrijf belast op basis van deze nieuwe telling van de belastbare elementen.
Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moeten de exploitanten, voor 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met de opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, welke in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om toepassing van deze bepalingen verzoekt; hij moet er zich voorts toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde de in zijn installaties gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de facturen van elektrische energie, te controleren. De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag verkiest, verbindt zich door zijn keuze voor een tijdvak van vijf jaar. Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van het tijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar.
Voor bedrijven die reeds voor de ingangsdatum van dit reglement opteerden voor de berekening op basis van de maximumkwartuurvermogens wordt bij aanvang van dit reglement opnieuw de verhouding berekend tussen het vermogen, dat voor het jaar voorafgaand aan de ingangsdatum op grond van het bepaalde in artikel 1 tot 7 belastbaar is en het rekenkundig gemiddelde der twaalfmaandelijkse maximumkwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximumkwartuurvermogens van het jaar met deze verhoudingsfactor.
Art. 9:
De belasting wordt berekend op grond van de belastbare (gebruikte) motorenkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Zij wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Indien een motor evenwel tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootst aantal dagen gebruik. Is dit aantal gelijk, dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.
Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand.
Art 10:
Bij gebrek aan aangifte zoals vermeld in artikel 6, binnen een termijn van vier weken na de verzending van het aangifteformulier, of bij onjuiste, onvolledige, of onnauwkeurige aangifte, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Art 11:
De overeenkomstig artikel 10 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 10% van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding en 50% van de verschuldigde belasting bij elke volgende overtreding.
Art 12:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art 13:
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.
Art 14:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Jan Dillen Bart Goris John Oliviers Luc Redig Tine Muyshondt Sonja De Pooter Christel Meeus Leen Baeten Erika Eeckhout Joris Van Camp Raf Serneels Erik Fossez Stefanie Gijsels Annelies Creten Frans Marivoet Hilde Goris Zoe Helsen Roel Vermeesch Lode Hofmans Guido Wittocx Johan De Ryck An Willems Fernand Bossaerts Patrick Vandervaeren Christel Engelen aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
Er wordt vanaf 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerken en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Ranst.
Art. 2:
Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.
Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.
Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.
Art. 3:
De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.
Art. 4:
De belasting wordt vastgesteld op € 0,02 per exemplaar met een minimum van € 100 per verspreiding.
Art. 5:
De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:
- publicaties van publiekrechtelijke rechtspersonen
- publicaties van socio-culturele en sportverenigingen
- publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 4 bladzijden
Art. 6:
De belasting is verschuldigd door de uitgever of de verspreider of, indien die niet gekend zijn, door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.
Art. 7:
De belastingplichtigen zijn er toe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen twee dagen voor de datum waarop de verspreiding wordt aangevangen van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product dat het voorwerp uitmaakt van de aanslag.
Deze aangifte zal vergezeld zijn van een specimen van het te verspreiden drukwerk of daarmee gelijkgesteld product en vermeldt de oplage en de datum van de verspreiding.
Art. 8:
Bij gebrek van aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste of onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag ten bedrage van 100% van de verschuldigde belasting.
Art. 9:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10:
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting.
Art. 11:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Erik Fossez Patrick Vandervaeren Hilde Goris Jan Dillen Sonja De Pooter Johan De Ryck An Willems Stefanie Gijsels Roel Vermeesch John Oliviers Raf Serneels Zoe Helsen Frans Marivoet Leen Baeten Erika Eeckhout Annelies Creten Luc Redig Guido Wittocx Lode Hofmans Joris Van Camp Christel Engelen Bart Goris Tine Muyshondt Christel Meeus Fernand Bossaerts aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
§1. Worden onderworpen aan een jaarlijkse belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs de openbare wegen of gedeelten van openbare wegen die moeten aangelegd, verbreed, rechtgetrokken of verlengd worden.
De belasting is van toepassing, ongeacht of er al dan niet inlijving van een particulier eigendom is geweest ingevolge afstand onder bezwarende titel, ruiling of onteigening.
§2.De belasting is niet van toepassing op de eigenaar die kosteloos de helft van het terrein heeft afgestaan, gelegen voor zijn eigendom en dat noodzakelijk is voor de aanleg, verbreding, rechttrekking of verlenging van de openbare weg. Deze helft moet in geen geval meer bedragen dan 12 m2 per lopende meter gevellengte langs de straat. Indien de eigenaar een perceel afstaat, wordt hij onderworpen voor het verschil.
§3.De belasting wordt vastgesteld op 50% van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de intresten. De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 20 jaar.
Art. 2:
De terugvorderbare uitgaven zijn :
- kosten voor het opstellen van de plannen;
- de prijs der verwerving, hetzij onteigeningsvergoeding, hetzij van de aankoop in der minne van de terreinen welke in de zate van de weg werden opgenomen. Indien het terrein sedert meer dan 5 jaar aangekocht werd op het ogenblik dat de aankoopverrichtingen een einde nemen, wordt er rekening, gehouden niet met de aankoopprijs, doch met de huidige verkoopwaarde;
- de waarde van de terreinen welke door de gemeente werden afgestaan, of er ruiling geweest is of niet;
- de kosten der noodzakelijke akten, certificaten en getuigschriften.
- de kosten die gepaard gaan met de onteigeningen.
Van het bedrag der terugvorderbare uitgaven worden afgetrokken de waarde, volgens schatting, van de gebeurlijke overschotten van de vroegere weg.
Het bedrag der verhaalbare uitgaven wordt berekend op een maximum wegbreedte van 24 meter.
Art. 3:
De terugvorderbare uitgave die elke eigendom treft, is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde. De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door 50 % van het geheel der verhaalbare uitgaven, benevens de schattingswaarde van de terreinen welke kosteloos worden afgestaan, te delen door de totale lengte der eigendommen aan de straatzijde. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde.
Art. 4:
Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen een zone welke zich langs weerszijde van de weg uitstrekken, over een diepte van 10 meter, dan wordt de belasting welke berekend wordt overeenkomstig artikel 3 verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook.
Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte van deze stroken voor de berekening van de diepte van 10 meter zoals bedoeld in het eerste lid.
Art. 5:
In de mate dat de stroken, bepaald in het voorafgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens grondverwervingen achtereenvolgens uitgevoerd aan twee verschillende wegen. Wanneer verwervingen gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is, voor de werken aan de weg waar de belasting het laagst is.
Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen.
Art. 6:
Het eigendom of gedeelte van een eigendom gelegen op de hoek van twee openbare wegen of twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is wordt vrijgesteld:
indien de aankoopverrichtingen achtereenvolgens in de twee wegen uitgevoerd werden voor de verwezenlijking van verschillende ontwerpen voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de verrichtingen in laatste instantie uitgevoerd;
indien de aankoopverrichtingen gelijktijdig in de twee wegen uitgevoerd werden : voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de belasting op basis van de lengte van het eigendom het laagst is.
Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120°.
Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale lengte van het eigendom van 20 meter langs elke weg of gedeelte van een weg. Deze vrijstelling is niet toepasselijk wanneer de belasting niet in de twee wegen of gedeelten van wegen werd ingevorderd.
Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde.
De verkaveling of de wijziging van een eigendom brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstellingen.
Art. 7:
De jaarlijkse belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling der terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet-teruggestorte gedeelte moet worden betaald.
De jaarlijkse belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen. De toe te passen rentevoet is die welke op het ogenblik dat de verrichtingen ten einde zijn, door de financiële markten gehanteerd wordt voor het toestaan aan de gemeente van leningen voor de financiering van werken van dezelfde aard als die welke aanleiding geven tot de belasting.
Art. 8:
De belastingplichtige kan te allen tijde het eigendom ontlasten van het bedrag der terugvorderbare uitgaven, die erop betrekking heeft door aan de gemeente het bedrag der nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten. De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaats heeft.
Art. 9:
De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. Ingeval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de belasting verschuldigd is. Wanneer het eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen, waarop de verschillende eigenaars uitsluitend recht hebben dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw verdeeld onder hen in de verhouding van hun respectievelijk aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten.
Ingeval van overgang van onroerende zakelijk rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der akte die hem het recht toekent.
Art. 10:
Een bericht van het college van burgemeester en schepenen zal de datum bepalen waarop de grondverwervingen voltooid werden.
Art. 11:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Worden ingekohierd, de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 9, ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari van het belastingjaar, behoudens wat betreft de eerste annuïteit, welke ingevorderd wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.
Art. 12:
De eerste jaarlijkse schijf is verschuldigd door degene die op het ogenblik van de publicatie van het besluit van het college van burgemeester en schepenen waarvan sprake in artikel 10, eigenaar is van het beschouwde goed. Elke jaarlijkse schijf is eisbaar vanaf de ontvangst door de financieel beheerder van het uitvoerbaar verklaard kohier.
Art. 13:
De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 14:
De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen :
voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen, ter zake worden de aaneenpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren als één geheel beschouwd. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingsdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hierop volgend. Indien bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld.
voor de niet-bebouwde eigendommen gelegen in de landelijke zone van de gemeente, zoals bepaald door de gemeenteraad.
Art. 15:
Aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal hebben gekweten zullen de bedragen terugbetaald worden die ooit zouden moeten beschouwd worden als ten onrechte betaald tengevolge van opheffing of de niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolge van de verlaging van de belastingvoeten. In dit laatste geval mag de terugbetaling slechts gebeuren in verhouding tot de vermindering van de belastingvoeten waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden, zullen genieten.
Art. 16:
§1. De huidige verordening is toepasselijk op de bewerkingen tot verwerving van de zate der openbare wegen waarvan de voltooiing gelegen is tijdens de jaren 2007 tot en met 2019.
§2. De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde verordeningen op de verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.
Art. 17:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1:
De gemeenteraad vestigt een retributie op de afgifte van hierna volgende administratieve stukken en vergunningen voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
Art. 2: omgevingsvergunning:
§1. De retributie is verschuldigd door degene die het stuk, de vergunning of de inlichting vraagt. Het betreft hier zowel de aanvragen tot het afleveren van verkavelingsvergunningen en omgevingsvergunningen als de aktename van meldingen. Het dossier kan ook bestaan uit de vraag tot het wijzigen van een verkaveling of het omzetten van een milieuvergunning voor 20 jaar naar een permanente omgevingsvergunning, de bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van 20 jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur of de melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
§2. Het bedrag van de retributie voor omgevingsvergunningsaanvragen wordt vastgesteld als volgt:
- € 0 per dossier met 1 particuliere woongelegenheid indien het dossier voor stedenbouwkundige handelingen (of gemengd) digitaal wordt ingediend
- € 50 per woongelegenheid per dossier gaande over 2 of meer woongelegenheden indien het dossier voor stedenbouwkundige handelingen (of gemengd) digitaal wordt ingediend
- € 200 per dossier per lot in de verkaveling(swijziging) indien het dossier voor de verkaveling digitaal wordt ingediend
- € 200 per dossier voor inrichtingen klasse 1 of 2 als de gemeente de vergunningsverlenende overheid is
- € 200 per dossier voor socio-economische vergunningen
- voor het organiseren van een openbaar onderzoek in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag en een verkavelingsaanvraag: de kosten van de aangetekende zendingen en de eventuele publicatiekosten
§3. Bijkomend bij de bedragen uit §2 wordt € 100 per regularisatiedossier aangerekend.
§4. Bijkomend bij de bedragen uit §2 en §3 wordt € 50 aangerekend per dossier dat analoog wordt ingediend.
§5. Het bedrag van de retributie voor de aanvraag tot het houden van een projectvergadering wordt vastgesteld op € 500.
§6. De betaling gebeurt per factuur. De retributie dient te worden betaald binnen de dertig dagen vanaf de verzending van de factuur behalve de retributie voor het organiseren van een openbaar onderzoek in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag en een verkavelingsaanvraag. Deze wordt betaald na het voeren van een openbaar onderzoek via factuur.
Art. 3: voornaamswijziging
§1. De gemeenteraad vestigt een retributie op het wijzigen van een voornaam. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:
1) het basisbedrag bedraagt € 500
2) in onderstaande gevallen wordt het tarief verminderd tot 10% van het basistarief tot € 50:
a) een aanvraag tot wijziging van de voornaam die op zichzelf of in combinatie met de achternaam ongepast of hatelijk zou zijn.
b) een aanvraag tot wijziging van de voornamen die vreemd klinkend zijn
c) een aanvraag tot wijziging van de voornamen die tot verwarring kan leiden
d) een aanvraag tot wijziging van de voornaam door deze af te korten
e) een aanvraag tot wijziging van de voornamen waar een leesteken toegevoegd of weggelaten wordt of waar een teken verandert waardoor de uitspraak wijzigt
3) de beslissing of de aanvraag tot wijziging van de voornaam onder één van in 2° van dit artikel opgesomde situaties valt, wordt genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
§2. Volgende aanvragen tot voornaamswijziging zijn vrijgesteld van retributie:
- personen van vreemde nationaliteit die een verklaring tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben, zijn vrijgesteld van enige retributie om dat te verhelpen
- transgenders
§3. De retributie is verschuldigd door de aanvrager of de wettelijk vertegenwoordiger bij minderjarigen, van de wijziging aan de voornaam.
§4. De betaling gebeurt per factuur. Het verschuldigde bedrag dient te worden betaald binnen de dertig dagen vanaf de verzending van de factuur. De procedure voornaamswijziging wordt pas gestart na ontvangst van het te betalen bedrag.
Art. 4: Afgifte van administratieve stukken:
§1. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt :
4) Voor Belgische identiteitskaarten:
a) gratis voor de eerste afgifte aan kinderen vanaf 12 jaar
b) € 3 gemeentebelasting voor de afgifte aan personen vanaf 13 jaar, vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid en in voorkomend geval verhoogd met de kosten aangerekend bij keuze van een spoedprocedure.
5) Voor de identiteitskaarten of verblijfsvergunningen aan vreemdelingen:
- € 3 gemeentebelasting voor de afgifte aan personen vanaf 12 jaar, vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid en in voorkomend geval verhoogd met de kosten aangerekend bij keuze van een spoedprocedure.
6) Voor de identiteitsbewijzen voor niet-Belgische kinderen minder dan 12 jaar:
- € 2 gemeentebelasting per identiteitsbewijs.
7) Voor het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen,Kids-ID :
- De kostprijs aangerekend door de Federale Overheid vermeerderd met in voorkomend geval de kosten aangerekend door Group 4 bij keuze van een spoedprocedure.
8) Voor de paspoorten:
- € 5 gemeentebelasting voor elk nieuw paspoort vanaf de leeftijd van 18 jaar, verhoogd met de kosten aangerekend door de Federale Overheid en in voorkomend geval verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure.
9) Voor het wettigen van handtekeningen en het eenvormig verklaren van afschriften:
- € 2 per prestatie.
10) Voor rijbewijzen:
- de kostprijs aangerekend door de Federale Overheid voor voorlopige rijbewijzen in bankkaartmodel
- gratis voor rijbewijzen uitgereikt in toepassing van het artikel 21,§3 van het Koninklijk Besluit betreffende het rijbewijs van 23 maart 1998
- € 5 gemeentebelasting voor elk rijbewijs in bankkaartmodel dat afgeleverd wordt vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid
- € 5 gemeentebelasting voor elk internationaal rijbewijs dat afgeleverd wordt vermeerderd met de kosten aangerekend door de federale overheid
11) Attesten immatriculatie:
- € 5 voor elk nieuw attest van immatriculatie dat afgeleverd wordt
- gratis voor de verlenging van het attest van immatriculatie
12) Trouwboekje:
- € 20 voor een duplicaat van het trouwboekje
13) Het vernieuwen, verlengen of vervangen van de elektronische A-kaart:
- € 10 bovenop de standaard retributie die geldt voor de vernieuwing, verlenging of vervanging van de andere verblijfstitels. De retributie wordt bij vernieuwing, verlenging of vervanging geïnd, maar kan maar één keer per jaar geïnd worden.
14) voor het afleveren van een gegevensdrager: € 5 per gegevensdrager
15) voor stedenbouwkundige opzoekingen: € 50 per opzoeking per perceel
16) voor opzoekingen in het rijksregister: € 5 per opzoeking
17) voor genealogische opzoekingen: € 10 per opzoeking
18) Schriftelijke stukken:
a) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A4 (zwart/wit): € 0,3 per kopie
b) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A4 (kleur): € 0,5 per kopie
c) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A3 (zwart/wit): € 0,5 per kopie
d) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A3 (kleur): € 0,7 kopie
e) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A2 (zwart/wit): € 0,8 per kopie
f) voor het afleveren van schriftelijke stukken op A2 (kleur): € 1 per kopie
Deze voormelde bedragen zijn exclusief verzendingskosten, met uitzondering van bestuursdocumenten.
§2. De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken die krachtens een wet, koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van paspoorten, belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens de wet op de consulaire en kanselarijrechten.
§3.De retributie moet contant betaald worden bij aanvraag van het administratief stuk. Bij niet betaling zal het administratieve stuk niet aangevraagd of gemaakt worden.
Art. 5:
§1. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 met de goedkeuring van het huidige retributiereglement voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken en inlichtingen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 januari 2017 met de goedkeuring van het belastingsreglement op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen, milieuvergunningen, omgevingsvergunningen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020
§3. Het besluit van de gemeenteraad van 22 oktober 2018 met de goedkeuring van het retributiereglement voornaamswijziging wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
Art. 6:
Dit retributiereglement geldt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
Art. 7:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Raf Serneels Luc Redig Annelies Creten Erika Eeckhout Johan De Ryck Patrick Vandervaeren Roel Vermeesch Jan Dillen Guido Wittocx Erik Fossez Zoe Helsen Bart Goris Stefanie Gijsels John Oliviers An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Frans Marivoet Leen Baeten Christel Meeus Fernand Bossaerts Tine Muyshondt Lode Hofmans Sonja De Pooter Hilde Goris aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 5 Goedgekeurd
Art. 1:
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de aanvoer van volgende afvalstoffen op het containerpark:
1) Grofvuil
2) Gemengd bouw- en sloopafval
3) Zuiver steenpuin
4) Kalkplaten en cellenbeton
5) Grond
Art. 2:
Het bedrag van de retributie dat is verschuldigd door elk gezin / toegelaten gebruiker die gebruik maakt van het containerpark voor de aanvoer van de in artikel 1 genoemde afvalstoffen, wordt als volgt vastgesteld:
Recipiënt | Prijs |
Grofvuil | € 0,20 per kg |
Gemengd bouw- en sloopafval | € 0,20 per kg |
Zuiver steenpuin | € 0,03 per kg |
Kalkplaten en cellenbeton | € 0,03 per kg |
Grond | € 0,03 per kg |
Elk gezin van maximum 3 personen krijgt een vrijstelling van 50 kg per jaar voor de betalende fracties (de eerste 50 kg van de betalende fracties zijn gratis) en 10 kg extra per bijkomend gezinslid per jaar. De vrijstelling geldt niet voor grofvuil en voor andere ‘toegelaten gebruikers’.
Vrijstellingen kunnen niet opgebouwd worden. Op het einde van het jaar vervalt de resterende vrijstelling. Ze kunnen dus niet overgedragen worden naar een volgend jaar. Een gezin bestaat uit alle personen die in het bevolkingsregister aan elkaar gekoppeld zijn via het ‘gezinshoofd/referentiepersoon’.
Art. 3:
Het bedrag van de retributie voor de recipiënten die op het containerpark van Ranst worden verkocht wordt als volgt vastgesteld:
Recipiënt | Prijs |
Compostvat (incl. beluchtingsstok) | € 35 |
Compostvat - beluchtingsstok | € 5 |
Compostbak | € 60 |
Compostbak - aanbouwmodule | € 50 |
Compostbak - afdakje | € 20 |
Zak compost (40 liter) | € 3 |
Art. 4:
De gemeentelijke diensten, diensten van andere lokale openbare instellingen en erkende verenigingen die handelen in het algemeen en gemeentelijk belang waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van de gemeente en die een lokaal in eigendom of in beheer bezitten kunnen vrijgesteld worden van de in artikel 2 en 3 vermelde retributies. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over deze vrijstelling.
Art. 5:
De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met bancontact of kredietkaart.
Bij ontstentenis van betaling kan de toegang tot het containerpark geweigerd worden.
Art. 6:
De gezinnen, toegelaten gebruikers, gemeentelijke diensten die niet beschikken over een elektronische identiteitskaart dienen zich te registreren op het containerpark en verwerven maximaal twee toegangskaarten per gezin of adres in geval van toegelaten gebruiker om het containerpark te betreden. Voor elke toegangskaart wordt een waarborg gevraagd van € 5 met uitzondering van een defect van de toegangskaart dat niet te wijten is aan het verlies of misbruik door de gebruiker op voorwaarde dat de defecte kaart overhandigd wordt aan het containerpark.
De gemeentelijke diensten gevestigd op het grondgebied van de gemeente Ranst en personen die geen Belgische identiteitskaart hebben wegens geen Belgische nationaliteit worden vrijgesteld van de waarborg.
Art. 7:
Het besluit van de gemeenteraad van 18 april 2016 met de goedkeuring van het retributiereglement voor de recipiënten op het containerpark wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020 en vervangen door dit reglement voor de periode vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025.
Art. 8:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1: ter beschikkingstelling van de gemeentelijke aansluitingskast
De gemeente stelt aan de kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen (markt, kerstmarkt, concert, feest, …) een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied. De kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen mogen deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.
Het college van burgemeester en schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot een gemeentelijke aansluitkast.
Art. 2: aansluiting
§1. Alle kermisuitbaters, die kunnen aansluiten, zijn verplicht aan te sluiten op de gemeentelijke aansluitkast voor terbeschikkingstelling van elektriciteit, tenzij het aantal stopcontacten wordt overschreden of het gevraagde vermogen te hoog is.
Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen:
- naam + voornaam / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de foorexploitant
- deelgemeente van Ranst (Broechem – Oelegem – Ranst)
- datum van de kermis
- benaming en aard van de kermisattractie
- vermogen van de opstelling in kVA
- type aansluiting: éénfasig of driefasig
§2. De kermisuitbater kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente.
Voor de organisatie van openluchtevenementen richt de kandidaat energiegebruiker een aanvraag voor toegang tot de gemeentelijke aansluitkast aan het college van burgemeester en schepenen, dit minstens 30 kalenderdagen voor het betrokken evenement.
Hij bezorgt hiervoor een aanvraag per brief, per fax of per e-mail gericht aan het college van burgemeester en schepenen.
Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt:
- identiteit / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de aanvrager
- situering en doel van het gebruik van de aansluitkast
- situering (adres)
- opgesteld vermogen
- eenfasig of driefasig
- tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen)
De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente.
Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 10 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de vereniging of organisatie.
Art. 3: gebruiksvergoedingen
§1. De kermisuitbater dient, vóór de aansluiting op de foorkast, aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast te betalen. De vergoeding is forfaitair vastgelegd in volgende tabel en gaat uit van het gevraagd vermogen in kVA en het type van de aansluiting (éénfasig of driefasig):
eenfasige aansluiting per kermisweekend:
Gevraagd vermogen vaste kost
kVA €
0,5 43
1 44
1,5 45
2 46
2,5 47
3 48
3,5 49
4 50
4,5 51
5 52
6 54
7 55
8 56
driefasige aansluiting per kermisweekend:
Gevraagd vermogen vaste kost
kVA euro
0,5 43
1 44
2 68
2,5 70
3 71
3,5 72
4 74
4,5 75
5 76
6 80
7 83
8 86
9 89
10 92
11 93
12 94
13 96
14 98
15 101
16 103
17 106
18 109
19 111
20 114
§2. De gebruiksvergoeding dekt zowel de vaste kosten als de variabele kosten van de gemeente en kan jaarlijks worden geactualiseerd.
De gebruiksvergoeding is vooraf betaalbaar door storting op het rekeningnummer 091-0001107-69 d.w.z. voordat aan de kermisuitbater toegang verleend wordt tot de meterkast. Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de aanvraag van de foorexploitant.
§3. De organisator van een openluchtevenement, die toestemming verkregen heeft voor het gebruik van de aansluitkast, wordt vrijgesteld van de betaling van een retributie voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast.
Art. 4: toegang en veiligheid
§1. De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de foorexploitant een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder).
De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de energiegebruiker het stopcontact (nummer)/de stopcontacten (nummers) /stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is.
§2. Aansluitkabel van de foorexploitant
Met het oog op het aftakken van de eigen installatie levert de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A.
Voor éénfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2.
Op het uiteinde van de kabel is de naam aangebracht van de gebruiker.
§3. Aarding
Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe:
Indien voor de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement omwille van het regelmatig karakter een vaste gemeentelijke aansluitkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de foorexploitant. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider.
Indien het om een plaats gaat met occasioneel karakter, moet de gebruiker op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme. De aansluiting zal slechts na de controle kunnen worden uitgevoerd. Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de kermisuitbater of organisator van het evenement.
De energiegebruiker zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de foorinstallatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd.
§4. Automatische differentieelschakelaar
Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 Ohm.
Alle stroombanen van de installaties van de foorexploitant, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de foorexploitant te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt.
Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden.
§5. Jaarlijkse keuring
De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme.
De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring in te zien.
Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en / of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de know-how van de distributienetbeheerder.
Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring zal gerechtelijk worden vervolgd.
Art. 5: aansprakelijkheid
De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de beschikbare aansluitkasten. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding toe te staan.
De energiegebruiker dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.
De kermisuitbater of organisator van een openluchtevenement dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.
Art. 6:
Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de kermisuitbater of organisator van een evenement is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente.
Art. 7:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 8:
Dit reglement vervangt het reglement als goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 januari 2015 betreffende het ter beschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig An Willems Annelies Creten Raf Serneels Frans Marivoet Luc Redig Leen Baeten Zoe Helsen Guido Wittocx John Oliviers Erika Eeckhout Stefanie Gijsels Jan Dillen Erik Fossez Joris Van Camp Johan De Ryck Lode Hofmans Fernand Bossaerts Christel Meeus Hilde Goris Bart Goris Roel Vermeesch Sonja De Pooter Christel Engelen Tine Muyshondt Patrick Vandervaeren aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
TITEL 1: Gemeenschapscentrum den Boomgaard
Art. 1: infrastructuur
§1. Het gemeenschapscentrum ‘Den Boomgaard’ omvat:
- de evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzaal en het seniorenlokaal van het gebouwencomplex ‘Den Boomgaard’, gelegen aan de Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem-Ranst
§2. De beschikbare lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum zijn:
- De evenementenhal (800m² met een bezettingscapaciteit van 850 personen zittend en 1.700 personen staand) met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten.
- De polyvalente zaal (222m² met een bezettingscapaciteit van 120 personen zittend en 220 personen staand) met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen, bergruimte en toog.
- De vergaderzaal (63m², maximum 30 personen) met afwasruimte.
- Het seniorenlokaal (63 m², maximum 40 personen).
Art. 2: begrippen
§1. De vergaderzaal en het seniorenlokaal worden verhuurd per dagdeel.
- Dagdeel 1 vangt aan om 8u en eindigt om 12u30.
- Dagdeel 2 vangt aan om 12u30 en eindigt om 18u.
- Dagdeel 3 vangt aan om 18u en eindigt om 24u.
§2. Al de lokalen worden verhuurd op weekdagen, namelijk maandag, dinsdag, woensdag en donderdag en op weekenddagen: namelijk vrijdag, zaterdag en zondag. Een feestdag en de dag voor een feestdag worden gelijkgesteld met een weekenddag.
§3. Onder 'commerciële activiteit' wordt elke activiteit gerekend:
- die niet voor alle aanwezigen gratis toegankelijk is.
- waarbij goederen verkocht of verhandeld worden, met uitzondering van voedingswaren en drankartikelen die ter plaatse geconsumeerd worden.
§4. De gebruikers vallen onder één van de volgende categorieën:
- Categorie 0:
• Gemeente- en OCMW-ambtenaren (in het kader van hun functie) en gemeentelijke en OCMW-diensten
• Gemeentelijke raden, zijnde de raden die door de gemeente of het OCMW zijn ingericht (voor initiatieven door de raden zelf georganiseerd)
• Publieke of semi-publieke instanties die diensten verlenen aan de inwoners van de gemeente Ranst ( Politiezone Zara, Brandweerzone RAND, …)
• Vormings- en onderwijsinstellingen van Ranst (voor activiteiten tijdens de schooluren);
• Rode Kruis Ranst-Lier-Zandhoven voor de driejaarlijkse huldiging van de bloedgevers.
- Categorie A:
• Elke erkende vereniging van Ranst
• Niet-erkende verenigingen met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
• VZW's met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
• Inwoners van de gemeente Ranst die in eigen naam een niet-commerciële activiteit inrichten
• Niet-gemeentelijke overheidsdiensten die een werking in de gemeente ontplooien (het opvangcentrum voor asielzoekers Broechem, …)
• Vormings- en onderwijsinstellingen van Ranst (voor activiteiten buiten de schooluren).
- Categorie B:
• Bedrijven met zetel in Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
• Niet-erkende verenigingen met zetel in Ranst die een commerciële activiteit inrichten
• Sociaal-culturele VZW’s met zetel in Ranst die een commerciële activiteit inrichten
• Inwoners van de gemeente Ranst die in eigen naam een commerciële activiteit inrichten
• Sociaal-culturele verenigingen met zetel buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
• Sociaal-culturele VZW’s met zetel buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
• Gemeentelijke diensten, instellingen en organisaties van buiten Ranst die een niet-commerciële activiteit inrichten
- Categorie C: Alle andere gebruikers.
Art. 3: Tarieven
§1. De gebruikers die conform artikel 2, §4 tot de gebruikerscategorie 0 behoren, worden vrijgesteld van retributie.
§2. De onderstaande tarieven houden in dat deze gelden voor een activiteit van 13u gebruik van de zaal. Met uitzondering van meerdaagse activiteiten moet de zaal ten laatste om 6 uur de dag nadat de huur startte, ontruimd zijn. Deze 13 uren omvatten het klaarzetten van de zaal, de activiteit zelf en het opruimen van de zaal.
§3. Voor het gebruik van de evenementenhal (met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten) gelden volgende tarieven:
Evenementenhal | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
weekdag | € 350 | € 750 | € 1.200 |
weekenddag | € 450 | € 1.100 | € 1.750 |
Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag van € 30 per uur worden betaald.
In de retributie zijn volgende kosten inbegrepen:
- De kosten van verwarming en elektriciteit
- Het gebruik van de keuken, de loge(s), het beschikbare keukenmateriaal en de beschikbare borden en bestek.
- De normale schoonmaak na afloop van de activiteit. Voor de schoonmaak tijdens de gebruikersperiode (bv. bij meerdaags gebruik van een lokaal of ruimte) dient de gebruiker zelf in te staan.
- Per activiteit is de afvoer van 1 container (1100 liter) restafval en papier inbegrepen in de prijs. Elke bijkomende container zal aangerekend worden aan de kostprijs van het afvoeren.
- de billijke vergoeding
§4. Voor de polyvalente zaal (met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen, bergruimte en toog) gelden volgende tarieven:
Polyvalente zaal | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
weekdag | € 150 | € 250 | € 350 |
weekenddag | € 200 | € 300 | € 500 |
§5. Voor het gebruik van de evenementenhal of polyvalente zaal door een erkende vereniging van Ranst voor een repetitie voorafgaand aan één of meerdere voorstellingen in het centrum, geldt het uitzonderlijke tarief van € 30 per uur op voorwaarde dat:
- de repetitie maximum 14 dagen voorafgaand aan de voorstelling(en) plaatsvindt.
- de infrastructuur niet door een andere gebruiker voor andere doeleinden wordt aangevraagd;
- geen inkomgeld wordt gevraagd, geen drank wordt geschonken, geen gebruik wordt gemaakt van de keuken en geen publiek wordt toegelaten;
- de repetitie niet langer dan 4 uren in beslag neemt.
- het aantal repetities beperkt blijft tot maximum 2 per voorstelling.
§6. Voor de vergaderzaal en het seniorenlokaal gelden volgende tarieven
Vergaderzaal en seniorenlokaal | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Dagdeel 1 | € 30 | € 40 | € 50 |
Dagdeel 2 | € 30 | € 40 | € 50 |
Dagdeel 3 | € 30 | € 40 | € 50 |
§7. Het seniorenlokaal kan enkel en alleen ter beschikking worden gesteld van een gebruiker uit categorie A, B of C indien volgende drie voorwaarden zijn vervuld:
- de vaste gebruiker op dat ogenblik geen gebruik wenst te maken van de infrastructuur;
- de vergaderzaal reeds in gebruik is of niet geschikt is;
- het lokaal als vergaderruimte wordt gebruikt.
Art. 4: Waarborgen
§1. Voor de terbeschikkingstelling van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum gelden volgende waarborgsommen:
Waarborg | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Evenementenhal | € 500 | € 500 | € 500 |
Polyvalente zaal | € 300 | € 300 | € 300 |
§2. De gebruikerscategorie 0 wordt vrijgesteld van het betalen van een waarborgsom.
§3. Voor het gebruik van de vergaderzaal en het seniorenlokaal moet geen waarborgsom betaald worden.
§4. Voor het gebruik van éénzelfde zaal gedurende twee of meer opeenvolgende dagen moet slechts één keer de geldende waarborgsom worden betaald.
§5. De gebruiker die een zaal voor verschillende data huurt, kan aan de administratie vragen om slechts eenmaal de waarborg te moeten storten. Terugstorting kan in dat geval enkel op schriftelijke vraag van de gebruiker.
§6. De waarborgsom wordt na de activiteit terugbetaald aan de gebruiker, tenzij een schadegeval of ernstige tekortkoming werd vastgesteld. Ook bijkomende uren, restafval en de wasserij van de gebruikte hoezen zullen verrekend worden via de waarborg.
Art. 5: Annuleringsvergoeding
§1. Naargelang het tijdstip van de laattijdige annulering, is volgend percentage van de retributie op de terbeschikkingstelling van ruimten en lokalen verschuldigd als annuleringsvergoeding:
Annuleringsvergoeding | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Tot minder dan 1 maand vooraf | 100% | 100% | 100% |
Van 1 tot minder dan 3 maanden vooraf | 50% | 50% | 50% |
Van 3 tot minder dan 4 maanden vooraf | 35% | 35% | 35% |
Meer dan 4 maanden vooraf | € 50 | € 50 | € 50 |
§2. De gebruikerscategorie 0 wordt vrijgesteld van het betalen van een annuleringsvergoeding.
§3. In geval van annulering ten gevolge van overmacht of vermeende overmacht zal de zaak aan het oordeel van het college van burgemeester en schepenen worden voorgelegd.
Art. 6: verbruik eigen dranken
De gebruiker van het gemeenschapscentrum die eigen wijn(en), schuimwijn(en), champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken in het centrum binnenbrengt en/of consumeert, dient dit ten minste twee weken voor de activiteit te melden aan de bevoegde ambtenaar. Hiervoor moet de klant een vergoeding per verbruikte fles betalen aan de concessionaris van het gemeenschapscentrum als compensatie voor de gederfde inkomsten.
Voor het binnenbrengen en/of consumeren van volgende dranken betaalt de gebruiker een vergoeding:
- eigen wijn(en) en/of schuimwijn(en)van : € 1 (excl. btw) per verbruikte fles.
- eigen Champagne(s), sterke dranken en/of gedestilleerde dranken : € 2,5 (excl. btw) per verbruikte fles.
- Bij niet-naleving van deze bepaling kan door de concessionaris een forfaitaire vergoeding van € 150 (excl. btw) aangerekend worden bovenop de voorziene tarieven per fles.
Art. 7: voorafgaande ingebruikname voor klaarzetten of afbouw:
Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de zaal vóór of na aanvang van de contractueel vastgelegde gebruiksperiode worden klaargezet of afgebouwd op voorwaarde dat:
- de zaal op dat ogenblik beschikbaar is. Deze regeling kan ten vroegste drie weken en ten laatste één week voor de activiteit worden toegestaan;
- de bevoegde ambtenaar hiertoe uitdrukkelijk de toestemming verleent;
- de gebruiker een vergoeding betaalt van € 30 per uur dat de zaal in gebruik wordt genomen voor het klaarzetten of afbouwen met een minimum van € 90.
Art. 8: dienstverlening concessionaris
Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens aangestelde(n) bepaalde diensten aan de gebruiker leveren. Daarbij gelden volgende tarieven:
- voor het klaarzetten van een lokaal of ruimte: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.
- voor het opruimen van een lokaal of ruimte: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.
- voor toilet- en vestiairepersoneel: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.
- voor toogpersoneel: € 28 (excl. btw) per persoon en per uur.
- Vanaf 22 uur tot 6 uur wordt er per uur een supplement van 20% op de voor deze dienst te betalen retributie aangerekend.
Art. 9: sancties niet-naleving huishoudelijk reglement
§1. In het geval de gebruiker bijkomend werk voor de concessionaris veroorzaakt door het niet naleven van het huishoudelijk reglement, zal de concessionaris deze bijkomende uren, vermeerderd met een forfaitaire vergoeding, aan de gebruiker aanrekenen. Volgende tarieven zijn in dat geval van toepassing:
- werkuren: € 25 (excl. btw) per persoon en per uur.
- bijkomende vergoeding: € 200 (excl. btw) voor de evenementenhal en € 150 (excl. btw) voor de polyvalente zaal.
§2. Indien in overtreding van het huishoudelijk reglement toch confetti of papiersnippers worden gebruikt, dan wordt hiervoor een forfaitair bedrag van € 500 aangerekend aan de gebruiker.
Art. 10: extra schoonmaak
Indien na afloop van een activiteit blijkt dat de normale schoonmaak niet volstaat om de zaal in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, zal de concessionaris de kostprijs voor een eventuele bijkomende schoonmaakbeurt aan de gebruiker aanrekenen. Volgende tarieven zijn in dat geval van toepassing:
- voor de evenementenhal (zonder keuken): € 150 (excl. btw.)
- voor de keuken van de evenementenhal: € 50 (excl. btw.)
- voor de polyvalente zaal: € 50 (excl. btw.)
Art. 11: Betalingsmodaliteiten
§1. De waarborg wordt betaald bij de reservatie. De gebruiker is definitief gebonden aan de reservatie van zodra de waarborg gestort werd.
§2. De retributie dient uiterlijk voor aanvang van het evenement te worden ontvangen door het gemeentebestuur.
Voor de vergaderzaal en het seniorenlokaal gebeurt de betaling bij de reservatie.
De betaling voor de evenementenhal en de polyvalente zaal gebeurt na ontvangst van de factuur.
§3. Na afloop van de activiteit wordt er een afrekening opgemaakt waarbij de waarborg verrekend wordt. Als de waarborg de bijkomende kosten niet dekt moet de huurder het tekort bijbetalen. In het andere geval wordt het saldo teruggestort op de rekening die in de klantaccount werd opgegeven.
§4. Bij laattijdige betalingen zal, na de conforme ingebrekestelling, de wettelijk geldende interest worden toegepast.
TITEL 2: Domein Moervelden
Art. 12: infrastructuur
Het domein Moervelden is onderverdeeld in 4 verschillende zones (zie plan in de bijlage):
- Zone A: loods en grasveld 1
- Zone B: grasveld 2
- Zone C: parking 1
- Zone D: parking 2
Art. 13: begrippen
§1. Het domein wordt verhuurd op weekdagen, namelijk maandag, dinsdag, woensdag en donderdag en op weekend-dagen: namelijk vrijdag, zaterdag en zondag. Een feestdag en de dag voor een feestdag worden gelijkgesteld met een weekenddag.
§2. De gebruikers vallen onder één van de volgende categorieën:
- Categorie 0:
• Gemeente- en OCMW-ambtenaren (in het kader van hun functie) en gemeentelijke en OCMW-diensten
• Gemeentelijke raden, zijnde de raden die door de gemeente of het OCMW zijn ingericht (voor initiatieven door de raden zelf georganiseerd)
• Publieke of semi-publieke instanties die diensten verlenen aan de inwoners van de gemeente Ranst (VOR, vrije scholen, Politiezone Zara, Brandweerzone RAND, …)
- Categorie A:
• Elke erkende vereniging van Ranst
• Erkende circussen
Art. 14: Tarieven
§1. De gebruikers die conform artikel 13, §2 tot de gebruikerscategorie 0 behoren, worden vrijgesteld van retributie.
§2. Voor het gebruik van de verschillende zones gelden volgende tarieven:
Vergoeding gebruik Moervelden | Zone A | Zone B, C en D |
Weekdag | € 25 | € 10 per zone |
Weekenddag | € 75 | € 10 per zone |
§3. Enkel in zone A is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de nutsvoorzieningen. In de retributie is 2 m³ water en 80 kWh elektriciteit inbegrepen. Indien het energieverbruik hoger is dan wordt een meerprijs in rekening gebracht à rato van € 6 per begonnen m³ en € 0,5 per begonnen kWh, vermeerderd met € 20 administratieve kost. De meterstanden worden uitgelezen door de bevoegde ambtenaar.
§4. Indien vastgesteld wordt dat de gebruiker toch niet gehuurde zones in gebruik neemt, dan wordt voor deze zones het vijfvoud van de huurprijs aangerekend.
§5. De brandverzekering van het gebouw wordt afgesloten door de gemeente.
Art. 15: Aanvraag
Een aanvraag om gebruik te maken van één of meerdere zones van het gemeentelijk domein
Moervelden moet worden ingediend volgens de procedure zoals vermeld op www.ranst.be.
De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.
Voor evenementen op het domein dient ook een evenementenformulier te worden ingediend.
Het domein kan aangevraagd worden per dag en per zone met een maximum van 14 opeenvolgende dagen.
De gebruikers van categorie A mogen het terrein en/of de loods maximaal 2 jaar en minimaal 40 dagen voor de activiteit aanvragen.
Er is een beperking van maximaal 2 circussen per jaar.
Art. 16: sleutel
Bij het huren van de loods kan de gebruiker aan het begin van de gehuurde periode een sleutel van de loods bekomen na afspraak met de bevoegde ambtenaar. De sleutel wordt de laatste dag van de gehuurde periode terug afgeleverd in Den Boomgaard. Per dag dat de sleutel te laat wordt teruggebracht, wordt € 10 aangerekend.
Vanaf dat men een week te laat is, wordt de sleutel als verloren beschouwd.
Bij verlies van de sleutel worden de kosten voor het vervangen van de sloten waarop de sleutel paste en voor de nieuwe sleutels aangerekend aan de gebruiker.
Art. 17: annuleringen
§1. De gebruiker kan de huur van het domein annuleren tot 2 weken voor het evenement mits het betalen van de helft van de retributie. Bij annulatie in de laatste 2 weken voor de gebruiksdatum is de volledige retributie vereist.
Bij terugbetaling in geval van annulatie wordt steeds een minimum administratieve kost van € 50 afgehouden van het terug te betalen bedrag. Bedragen lager dan € 50 worden niet terugbetaald.
§2. Het is de gebruiker toegestaan om zonder bijkomende kosten 1 keer de datum te verschuiven binnen het jaar van de oorspronkelijke datum mits er nog een datum vrij is.
In geval van annulatie ten gevolge van overmacht of vermeende overmacht, zal de zaak worden beslist door het college van burgemeester en schepenen.
§3. Het college van burgemeester en schepenen heeft het recht om de verleende toelating voor het gebruik te allen tijde te wijzigen of in te trekken, mits heirkracht kan ingeroepen worden. Hiervoor kan de aanvrager geen aanspraak maken op een schadevergoeding.
Art. 18: Betalingsmodaliteiten
De retributie dient uiterlijk voor aanvang van het evenement te worden betaald. De gebruiker is definitief gebonden aan de reservatie van zodra de retributie gestort werd.
TITEL 3: Sportinfrastructuur
Art. 19: retributie
§1. De gemeenteraad vestigt een retributie voor het gebruik van de sporthal, de parketzaal en de gemeentelijke turnzalen.
§2. Voor het gebruik van de zalen gelden volgende tarieven:
Sporthal | € 15 per uur |
Eén terrein (1/3de van de zaal) | € 5 per uur |
Sportmanifestaties (geheel de zaal) | € 100 per dag |
Parketzaal | € 5 per uur |
Gemeentelijke turnzalen | € 5 per uur |
Art. 20: aanpassingen aan de retributie
§1. Voor het gebruik van de lokalen door jeugdverenigingen, verenigingen van de derde leeftijd en mindervaliden wordt de helft van de retributie aangerekend.
§2. De retributie wordt verdubbeld voor verenigingen die niet erkend zijn en scholen die niet in de gemeente gevestigd zijn. Eenzelfde verdubbeling geldt indien het individuele aanvragen betreft van personen die niet in de gemeente wonen.
Art. 21: betalingsmodaliteiten
Voor de vaste gebruikers is de vastgestelde vergoeding is verschuldigd van zodra de data en uren toegewezen zijn. Niet gebruikte uren blijven verschuldigd. De vergoeding die voor het gebruik bepaald is, wordt per trimester gefactureerd. Indien de retributie niet voor de vervaldatum van de factuur betaald wordt, kan het recht tot het gebruik van de sportaccommodatie ontzegd worden.
Occasionele gebruikers betalen bij de reservatie. De reservatie is definitief van zodra de betaling ontvangen werd.
Annuleringen tot 14 dagen voor de huurdatum kunnen kosteloos geannuleerd worden. De laatste 14 dagen dient men wel te verwittigen zodat het personeel van de sporthal op de hoogte is, maar de huur moet wel betaald worden.
Indien men dit nalaat kunnen er sancties volgen.
Annuleringen door tegenstrevers in de competitie worden per geval besproken.
TITEL 4: Slotbepalingen
Art. 22:
§1. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de de sporthal, de polyvalente zaal en de turnzalen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
Art. 23:
Dit retributiereglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
Art. 24:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1: budget
Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de subsidiëring van de erkende Ranstse socio-culturele verenigingen binnen de perken van het krediet in het meerjarenplan.
Art. 2: Aanvraag van een subsidie
Aanvraagdossiers voor de subsidie voor socio-culturele verenigingen moeten uiterlijk op 1 mei ingediend worden bij de cultuurdienst. Met laattijdige aanvragen wordt geen rekening gehouden.
Het dossier bestaat uit:
- Het ingevulde aanvraagformulier dat ondertekend moet worden door de 2 verantwoordelijken met vermelding van naam en functie. Dit formulier wordt jaarlijks aan de verantwoordelijke opgestuurd en is te verkrijgen via de website van de Gemeente Ranst (www.ranst.be) of bij de cultuurdienst.
- Een gedetailleerd werkingsverslag over het voorbije kalenderjaar
- De cultuurdienst kan steeds bijkomende informatie opvragen.
Art. 3: Basissubsidie
Elke socio-culturele vereniging die recht heeft op een subsidie en die een subsidiedossier indient, ontvangt een basissubsidie ten bedrage van 20% van het begrote bedrag, gedeeld door het aantal gehonoreerde aanvragen. Na extern advies en binnen de perken van het goedgekeurde budget van de gemeente Ranst bepaalt het college van burgemeester en schepenen het bedrag van de subsidie.
Art. 4: Aanvullende subsidie
Op basis van de activiteiten die worden aangetoond in het jaarlijks in te dienen aanvraagdossier, kunnen de verenigingen die recht hebben op een subsidie een aanvullende subsidie ontvangen.
Voor de berekening daarvan wordt een puntensysteem gehanteerd. De punten worden berekend als volgt:
Criteria | Aantal | Punten |
Aantal leden met woonplaats in Ranst | minder dan 20 | 5 |
20-50 | 10 | |
>50 | 20 | |
Deelname aan de verenigingenkoepel (elk persoon kan op de verenigingenkoepel slechts 1 vereniging vertegenwoordigen) | per verenigingenkoepel | 8 |
Actief lidmaatschap gemeentelijke raden of werkgroepen | per lidmaatschap | 2 |
Repetitieve activiteiten (max. 10 punten per jaar) | per repetitieve activiteit | 1 |
Activiteiten voor leden | per activiteit met een maximum van 10 per jaar | 2 |
Activiteiten voor leden en niet-leden die tijdig voor opname in Ranst Info gemeld worden door ze in te voeren in de UiT-databank | per activiteit | 5 |
Indien het een eerste uitvoering betreft van een artistiek project | extra per project | 2 |
Indien een niet-repetitieve activiteit in samenwerking met 1 of meerdere door de gemeente Ranst erkende verenigingen wordt georganiseerd | extra per activiteit | 5 |
Eigen website |
| 5 |
Uitgifte van een ledenblad of actuele Facebookpagina |
| 5 |
Acties om de participatie van kansengroepen te bevorderen | per actie | 2 |
Acties met betrekking tot duurzaamheid | per actie | 2 |
De puntwaarde wordt berekend door het beschikbare budget voor de aanvullende subsidie te delen door het totaal van de behaalde punten.
Art. 5: Betalingsmodaliteiten
De subsidie wordt uitbetaald na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Indien blijkt dat:
- de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid
- de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen
- het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan € 1.239
vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.
Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.
Art. 6:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 18 november 2013 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.
Art. 7:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1: Toepassingsgebied - voorwaarden waaraan de vereniging moet voldoen:
§1. Uitsluitend verenigingen die erkend zijn door het gemeentebestuur van Ranst komen in aanmerking.
§2. De vereniging moet een vereniging zonder winstoogmerk zijn in de zin van de wet van 27 juni 1921 op het tijdstip van aanvraag of vallen onder de koepel van een vereniging zonder winstoogmerk.
§3. De vereniging die een aanvraag indient moet bereid zijn alle gevraagde toelichtingen te verstrekken met betrekking tot de vereniging of het project.
§4. De verenigingen moeten bij aanvraag van een borgstelling een sluitend financieel plan kunnen voorleggen voor een periode van minstens 5 jaar.
§5. Er kan geen aanvraag worden ingediend door verenigingen die nog een openstaande schuld hebben bij de gemeente.
Art. 2: Toepassingsgebied - investeringen die in aanmerking komen:
§1. Investeringen als gevolg van het kopen, bouwen, verbouwen, renoveren of uitvoeren van verbeteringswerken aan de lokalen van de vereniging gelegen in Ranst;
§2. Investeringen als gevolg van het aankopen, renoveren of aanleggen van sportvelden gelegen in Ranst.
§3. Enkel investeringen die onroerend of onroerend door bestemming zijn, komen in aanmerking.
§4. Het moet gaan om een duurzame investering die ten goede komt aan de inwoners van de gemeente en ze dient een meerwaarde te betekenen voor het aanbod inzake infrastructuur in de gemeente.
§5. De werken mogen pas gestart worden na de toekenning van de subsidie of borgstelling.
§6. De werken moeten aanvangen binnen de 6 maanden nadat het project is goedgekeurd door het gemeentebestuur. Het einde van de werken moet voorzien zijn binnen de 24 maanden na goedkeuring.
§7. Enkel investeringen die gebeuren op terreinen of aan gebouwen die eigendom zijn van de gemeente of indien dit niet het geval is, waarvan de vereniging bij de aanvraag schriftelijke garanties kan voorleggen voor langdurig gebruik komen in aanmerking.
§8. Eenzelfde vereniging kan voor een gelijkaardig werk maar om de drie jaar beroep doen op ondersteuning in het kader van dit reglement.
§9. Verenigingen die een nominatieve subsidie ontvangen voor het onderhoud van hun terreinen, kunnen voor deze werken geen subsidie aanvragen via dit reglement.
Art. 3: Uitbetaling toelage
§ 1. voor investeringen van minimum € 2.500 en maximum € 25.000 verleent de gemeente een toelage binnen de perken van het door de gemeenteraad goedgekeurde budget, zoals opgenomen in de toelichting bij het budget onder het punt ‘een overzicht, per beleidsveld, van de te verstrekken werkings- en investeringssubsidies’ .
§2. De toelage bedraagt maximum 50% van de uiteindelijke kosten.
§3. De dossiers worden behandeld in de volgorde dat de volledige aanvragen binnenkomen bij het gemeentebestuur.
§4. De betrokken raad geeft advies aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de aanvragen die in aanmerking komen voor betoelaging. De uiteindelijke beslissing tot betoelaging ligt in de handen van het college van burgemeester en schepenen.
§5. Bij de gemotiveerde aanvraag moeten minstens twee offertes gevoegd worden van erkende aannemers. Indien de vereniging zelf met eigen vaklui de werken uitvoert, dan dienen twee offertes te worden voorgelegd van leveranciers die de nodige materialen kunnen leveren.
§6. De helft van de toegekende toelage voor het goedgekeurde project kan op verzoek van de vereniging worden uitgekeerd na voorlegging van een deelfactuur van de aannemer of factuur voor levering van bouwmaterialen. Nadat het project voltooid is, wordt het tweede deel van de toelage toegekend. Dit tweede deel wordt berekend op basis van de bijkomende facturen en vult het eerste deel aan tot het vooropgestelde bedrag bereikt is. De uitbetaalde toelage kan nooit hoger zijn dan het initieel toegekende bedrag. Als het gefactureerde bedrag lager ligt dan het geraamde bedrag, zal de toelage evenredig verminderen.
§7. Bij eventuele financiële moeilijkheden kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om voortijdig het tweede deel uit te keren.
§8. Indien na 24 maanden slechts een gedeelte van de werken werd uitgevoerd of de vereniging heeft geen bijkomende facturen -zoals bepaald in artikel 3 §7- voorgelegd, dan vervalt het recht op bijkomende subsidie. Het bestuur heeft dan bovendien het recht om het reeds uitgekeerde bedrag geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.
Art. 4: Borgstelling
§1. Voor investeringen boven de € 25.000 kan de gemeente zich borg stellen voor een lening die de vereniging aangaat bij een financiële instelling.
§2. De aanvraag tot het bekomen van een gemeentelijke borgstelling wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen en omvat minstens volgende stukken:
- statuten van de VZW
- leden van de Raad van Bestuur
- balans en resultatenrekening van het laatste boekjaar
- plannen -indien van toepassing- en lastenboek
- voorstelling van het project met een toelichting van de voordelen die het project heeft voor de
- inwoners van de gemeente
- volledige kostenraming van het project
- opgave van de manier waarop deze kosten gefinancierd gaan worden
- sluitend financieel meerjarenplan voor een periode van 5 jaar waarin rekening wordt gehouden
- met de aan de investering verbonden rente-, afschrijvings- en onderhoudslasten
- beslissing van de Raad van Bestuur/algemene ledenvergadering waaruit blijkt dat iedereen
- akkoord is met de uitvoering van de investering, de financiering en het opgestelde
- meerjarenplan.
- offertes van minstens 3 verschillende financiële instellingen voor het afsluiten van een lening
- rekening houdende met een klassieke borgstelling die daalt in functie van de aflossingen van de
- lening en akte van borgstelling
Het college heeft het recht in functie van het dossier bijkomende informatie op te vragen.
§3. De vereniging verbindt er zich toe de werken te realiseren in overeenstemming met het aan de gemeente voorgelegde plan en lastenboek. De vereniging dient op het moment van de ondertekening van de borgstelling te beschikken over de nodige vergunningen.
§4. De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur als een goed huisvader te onderhouden en te beheren. Ze draagt zorg voor de continuïteit van de exploitatie.
§5. De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur voor de volle nieuwbouwwaarde te verzekeren tegen brand, schade aan naburen, stormschade, sneeuwdrukschade en andere gebruikelijke risico’s en dit bij een in België erkende verzekeringsmaatschappij.
§6. Indien de vereniging eigendommen heeft, kan de gemeente hierop een hypotheek vestigen. De gemeente kan in dat geval een beroep doen op die hypothecaire waarborg indien ze wordt aangesproken in haar hoedanigheid van borg.
§7. Op de grond waarop de infrastructuur wordt gebouwd, noch op de infrastructuur zelf kan door de vereniging een hypotheek gevestigd worden in het voordeel van een andere schuldeiser dan de gemeente, tenzij de gemeente hiermee instemt.
§8. Het is de vereniging niet toegelaten, zonder voorafgaand akkoord van het college van burgemeester en schepenen, de opgerichte infrastructuur af te breken of te verbouwen.
§8. De vereniging verbindt er zich toe de afgevaardigden van de gemeente toe te laten de infrastructuur te bezoeken gedurende de ganse duur van de borgstelling.
§9 Een overschrijding van de vervaldag van de lening wordt meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen. Het college heeft het recht om één of meerdere afgevaardigden aan te stellen die kennis kunnen nemen van elk stuk dat betrekking heeft op de boekhouding van de vereniging.
§10. De vereniging moet in haar financieel beleid prioriteit geven aan het aflossen van de lening.
§11. De gemeentelijke waarborg kan nooit meer bedragen dan 80 procent van de geplande investeringen.
§12. De betrokken raad geeft advies aan het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de aanvragen. Het college van burgemeester en schepenen beslist uiteindelijk over de volledigheid van de aanvraag en over de toekenning van de borgstelling en over de modaliteiten ervan. Het college van burgemeester en schepenen heeft het recht een borgstelling te weigeren indien bv. het financieel plan als niet realistisch wordt beoordeeld of de omvang van het project niet in verhouding staat tot het maatschappelijk belang of ledenaantal.
§13. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen worden de burgemeester en de algemeen directeur belast met de ondertekening van de akte.
Art. 5:
Voor eenzelfde werk kan een toelage niet gecombineerd worden met een borgstelling.
Art. 6:
De gemeente heeft recht op informatie en financiële controle over de begroting en de rekeningen van de vereniging. De vereniging zal hiertoe de begroting van het lopende jaar, nadat ze is goedgekeurd door de VZW, overmaken aan de gemeente samen met de rekening van het afgelopen jaar. De stukken dienen ondertekend te zijn door twee leden van de raad van bestuur van de VZW, die gemachtigd zijn om de vereniging te verbinden. Voor verenigingen die een toelage ontvingen geldt dit voor het jaar van uitbetaling van de toelage. Voor verenigingen waarvoor de gemeente zich borg stelde geldt dit voor de volledige duurtijd van de borgstelling.
Art. 7:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 23 januari 2017 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.
Art. 8:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Ditreglement is aangepast door het gemeenteraadsbesluit van 15 maart 2021.
Art. 1:
Het gemeentebestuur wenst steun te kennen aan het goede doel wanneer de gelegenheid zich voordoet op basis van de beschikbare kredieten voorzien in het budget en de meerjarenplanning.
Art. 2:
Een gedeelte of het volledige bedrag kan aan een goed doel gegeven worden. Een goed doel kan zowel een privaat, lokaal, provinciaal, gewestelijk, gemeenschaps- of een federaal initiatief zijn.
Art. 3:
Elk voorstel tot bestemming van de gelden kan overgemaakt worden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit voorstel bevat een korte beschrijving van het goed doel, de initiatiefnemer, het voorstel tot toe te kennen bedrag en het rekeningnummer waarop het bedrag wordt overgeschreven.
Art. 4:
Het college van burgemeester en schepenen beslist over het toekennen en de grootte van het bedrag binnen de voorziene kredieten van het budget.
Art. 5:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025.
Art. 6:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Leen Baeten Annelies Creten Sonja De Pooter An Willems Zoe Helsen Erik Fossez Raf Serneels Luc Redig Christel Engelen Hilde Goris Johan De Ryck John Oliviers Jan Dillen Roel Vermeesch Joris Van Camp Frans Marivoet Stefanie Gijsels Patrick Vandervaeren Lode Hofmans Bart Goris Guido Wittocx Erika Eeckhout Christel Meeus Fernand Bossaerts Tine Muyshondt aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
TITEL 1: Subsidiereglement voor de jeugdverenigingen
Art. 1: algemeen
§1. Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de betoelaging van de erkende Ranstse jeugdverenigingen op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het budget volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.
§2. De verdeling tussen de jeugdbewegingen en jeugdhuizen van het begrote subsidiebedrag zal als volgt gebeuren: het totale bedrag wordt gedeeld door het totaal aantal jeugdverenigingen. Dit quotiënt wordt vermenigvuldigd met het aantal jeugdbewegingen en het aantal jeugdhuizen om het respectievelijke subsidiebedrag te bekomen.
Art. 2: definities
In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis:
- Lid van een jeugdvereniging:
Iemand wordt als lid van een jeugdvereniging beschouwd, wanneer hij opgenomen is in de verzekeringspolis van de vereniging en in de ledenlijst van de vereniging
- Jeugdvereniging:
De overkoepelende benaming voor jeugdbewegingen en jeugdhuizen.
- Jeugdbeweging:
Alle groeperingen die een aanbod aanreiken specifiek voor kinderen en jongeren.
- Jeugdhuis:
Locatie of organisatie die een ontmoetings-, experimenteer- of ontspanningsruimte aanbiedt voor jongeren.
Art. 3: subsidiëring jeugdbewegingen
De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.
De punten worden toegekend per werkjaar (1 september tot en met 31 augustus van het volgende jaar) aan de hand van de volgende normen:
Basissubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen):
ledenaantal:
- 1 punt per lid
begeleiding:
- 2 punten per begeleider (die geen vorming volgde)
- 3 punten per gebreveteerde begeleider
- 3 punten per begeleider die een vorming volgde die niet tot een brevet leidt (vb herfstontmoeting)
- 2 punten extra per begeleider enkel voor het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een brevet (dat jaar krijgt hij dus 4 punten)
Werkingssubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdbewegingen)
op basis van het aantal actieve weken per jaar: per werkjaar worden de weken opgeteld waarin een activiteit binnen de jeugdbeweging wordt georganiseerd.
- Aantal punten per actieve week: 5 punten
- voor het aantrekken van deskundige buitenstaanders, (bv. sportmonitor): per deskundige en per activiteit waarbij hij betrokken is: 3 punten
Een deskundige buitenstaander ondersteunt een niet-commerciële activiteit van de jeugdbeweging.
- voor uitgave van een (digitaal) ledenblad (inclusief kampboekje): 10 punten. Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.
- de kampsubsidie is enkel geldig voor zomerkampen met een minimum duurtijd van 4 dagen en met een maximum van 15 aaneensluitende dagen (voor- en nawacht op kamp wordt meegerekend).
- Per deelnemend lid per kampdag: 1 punt
- Het ontplooien van acties om de drempel voor kansengroepen te verlagen: 2 punten per actie.
Art. 4: subsidiëring jeugdhuizen
De toelagen worden verdeeld volgens een puntensysteem.
Subsidie voor begeleiding ( =1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):
- 2 punten per lid van de raad van bestuur (geen brevet - max. 15 personen)
- 3 punten per gebrevetteerd lid van de raad van bestuur
- 2 punten extra per lid van de Raad van Bestuur of een werk / tapgroep enkel voor het jaar dat hij een vorming volgt die leidt tot een brevet (dat jaar krijgt hij dus 4 punten)
- 1 punt per lid van een werk/ tapgroep en Raad van Bestuur die een vorming volgt die niet tot een brevet leidt, enkel voor jaar dat vorming gevolgd werd (dat jaar krijgt hij dus 3 punten)
Werkingssubsidie (=1/2 van het subsidiebedrag voor jeugdhuizen):
- activiteiten van sociaal – culturele aard : 10 punten
- open café – avonden (rustige muziek): 7 punten
- fuiven (luide muziek): 5 punten
- deskundige buitenstaander: 3 punten
- (digitaal) ledenblad: 10 punten per exemplaar
Een exemplaar van al deze ledenbladen moeten aan het einde van het werkjaar aan de jeugddienst ter controle bezorgd worden. Hierna worden zij door de jeugddienst overgemaakt aan het gemeentelijke documentatiecentrum.
- Het ontplooien van acties om de drempel voor kansengroepen te verlagen: 2 punten per actie.
TITEL 2: Subsidiereglement voor de vorming van de jeugd
Art. 5: definitie
§1. Vormingssubsidie wordt verleend aan jongeren die een vorming jeugdwerk volgen.
Deze subsidie kan wordt toegekend aan wie een vorming volgt die zich richt op het begeleiden van kinderen en jongeren en als dusdanig erkend is door de Vlaamse Gemeenschap als kadervorming. Vorming die georganiseerd wordt door een provinciebestuur is eveneens subsidieerbaar.
§2. Jongeren van 15 tot en met 25 jaar kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie indien zij als begeleider betrokken zijn bij een Ranstse erkende jeugdvereniging of bij een jeugdwerking ingericht door het gemeentebestuur.
Art. 6: vormingssubsidie
De vormingssubsidie bedraagt maximum 75% van het betaalde vormingsgeld.
De minimumkost voor een vorming om in aanmerking te komen voor een vormingssubsidie is € 25 met een plafond van € 125.
Wanneer de beschikbare kredieten ontoereikend zijn wordt het percentage (75%) verminderd voor alle begunstigden van het betrokken jaar, zodat ze evenredig verdeeld worden.
Art. 7: aanvraagprocedure
§1. De aanvragen tot het bekomen van de subsidie dienen ten laatste op 1 maart van het jaar volgend op het jaar dat de vorming is gevolgd, overgemaakt te worden aan de jeugddienst door middel van een kopie van het attest of van een bewijs van de inrichters van de gevolgde vorming. Hierop is eveneens het bedrag van het betaalde vormingsgeld vermeld, evenals de plaats en data, waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het onderwerp van de vorming.
§2. Alle gevolgde vormingen van één jaar worden verzameld en na 1 maart van het jaar volgend op het vormingsjaar uitbetaald.
TITEL 3: Klimaatsubsidie voor jeugdverenigingen
Art. 8: definitie
De klimaatsubsidie is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende Ranstse jeugdverenigingen voor de door hen genomen klimaatmaatregelen.
Art. 9: klimaatsubsidie
§1. De subsidie wordt bepaald door het totale begrote bedrag te delen door het totaal aantal erkende jeugdverenigingen die in het voorgaande jaar het ondertekende klimaatcharter zoals overeengekomen uitgevoerd hebben.
Dit klimaatcharter bevat innoverende klimaatacties en wordt jaarlijks geëvalueerd door de jeugdverenigingen in overleg met de gemeentelijke milieu- en jeugddiensten.
§2. Als overgangsmaatregel worden de klimaatsubsidies in 2020 gelijkmatig verdeeld over de jeugdverenigingen die in 2020 het charter ondertekenden.
Art. 10:
Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de uitbetaling van de klimaatsubsidies aan de Ranstse erkende jeugdverenigingen. Dit binnen de perken van het budget.
TITEL 4: Kampvervoer
Art. 11: definities
Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:
- de vereniging: elke vereniging van Ranst die erkend is conform de bepalingen van het reglement ter erkenningen van verenigingen met een jeugdwerking, inclusief jeugdverenigingen
- vervoerssubsidie: een gemeentelijke subsidie om onkosten van vervoer van materiaal, die verband houden met de organisatie van het kamp, te vergoeden;
Art. 12: vervoersubsidies
§1. Binnen de perken van het jaarlijks in het gemeentelijk exploitatiebudget voorziene krediet, hebben de verenigingen die een kamp organiseren, recht op vervoerssubsidies.
§2. Het jaarlijks in het gemeentelijke exploitatiebudget voorziene budget wordt pro rata over het aantal erkende aanvragen voor vervoerssubsidies verdeeld.
§3. De kampplaats moet gelegen zijn binnen een geografische cirkel met Ranst als middelpunt en met een maximum straal van 450 kilometer.
§4. Het kamp moet een minimum duurtijd van vier dagen hebben.
Art. 13: aanvraag procedure
§1. Een erkende jeugdvereniging of vereniging met jeugdwerking kan slechts één aanvraag indienen per kamp met een maximum van 2 per kalenderjaar.
§2. De aanvraag moet uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan het kamp van het lopende kalenderjaar worden ingediend bij de jeugddienst.
§3. Bij de aanvraag van een subsidie voor kampvervoer dienen de volgende gegevens gevoegd te worden:
- tijdstip van het kamp
- plaats van het kamp
- duur van het kamp
- offerte van het vervoer
§4. Minimaal één maand voorafgaand aan het kamp beslist het college van burgemeester en schepenen over de toekenning van de subsidie aan de hand van de offerte voor een rechtsgeldige aanvraag.
§5. Op expliciete vraag kan het college van burgemeester en schepenen na de goedkeuring van de aanvraag 50% van de subsidie uitkeren als voorschot.
§6. Het saldo wordt uitbetaald na voorlegging van de facturen van het vervoer. De uitgekeerde tussenkomst kan nooit groter zijn dan de werkelijk betaalde vervoerskosten.
Art. 14:
Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen om controle uit te oefenen op de aanvragen voor vervoersubsidie, waarvoor een subsidie toegekend is.
Het verstrekken van onvolledige of onjuiste gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering door het gemeentebestuur van het geheel of een deel van de toegekende subsidie, of door uitsluiting van verdere subsidiëring.
TITEL 5: Slotbepalingen
Art. 15:
§1. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.
§2. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor de vorming van de jeugd wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.
§3. Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2013 over de goedkeuring van het subsidieregelement voor de energiekosten voor de Ranstse jeugdverenigingen wordt vanaf 1 januari 2020 ingetrokken.
§4. Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025.
Art. 16:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit reglement is opgeheven en vervangen door het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2021 met de subsidiereglement voor de jeugdverenigingen.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Luc Redig Lode Hofmans Erik Fossez Stefanie Gijsels Frans Marivoet Leen Baeten Sonja De Pooter Zoe Helsen Tine Muyshondt An Willems Roel Vermeesch Johan De Ryck Raf Serneels Fernand Bossaerts Christel Meeus Hilde Goris Jan Dillen Bart Goris Guido Wittocx John Oliviers Annelies Creten Erika Eeckhout Joris Van Camp Patrick Vandervaeren Christel Engelen aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1: algemene bepalingen.
§1. Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op het budget, worden subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld
- aan in de gemeente Ranst gevestigde natuurlijke personen of verenigingen
- aan plaatselijke afdelingen van nationale initiatieven of organisaties met een duidelijk omschreven structuur en werking binnen de gemeente Ranst.
- aan het door de Gros voorgedragen internationaal project om gedurende 3 jaar op te volgen.
§2. Overeenkomstig de bepalingen van dit reglement gaat het college van burgemeester en schepenen over tot toekenning van de subsidies
§3. De personen of groepen moeten zich onderwerpen aan eventuele controlemaatregelen van de het college van Burgemeester en schepenen of van een afvaardiging van de Gros.
§4.Subsidies worden verleend aan:
- Initiatieven / groepen die sensibilisering en vorming nastreven
- Projectsteun voor Ranstse personen, organisaties en projecten die actief zijn in Derde Wereldlanden.
- Projectsteun voor 1 internationaal project.
§5. De subsidies kunnen volgende vormen aannemen:
- Sensibilisering
- Steun aan plaatselijke projecten
- Ondersteuning internationale projecten
- Eenmalige projecten
- Noodhulp / wederopbouw
§6. Het krediet ingeschreven in het budget van het dienstjaar wordt verdeeld volgens volgende verdeelsleutel (met als basis het referentiebedrag van € 65.000)
Instelling | bedrag |
Gros-leden | € 50.000 |
Niet-Gros |
|
- Noodhulp-wederopbouw: | € 4.000 |
- Eenmalige projecten | € 2.100 |
- nationaal erkende ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking | € 5.000 |
- Sensibilisering | € 700 |
- Gros-project | € 3.200 |
- Totaal: | € 15.000 |
Totaal | € 65.000 |
De bedragen worden naar beneden afgerond tot op de “eenheid “
Alle bedragen worden pro rata vermeerderd of verminderd indien het voorziene budget verhoogd of verlaagd wordt ten opzichte van het referentiebedrag van € 65.000.
Art. 2: Subsidiëring GROS-leden
§1. Voor de als plaatselijke erkende projecten van leden van de Gros wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 50.000.
§2.Aanvraagformulier/ informatieve tekst:
Bij elke aanvraag tot subsidiëring dient naast het ingevulde aanvraagformulier een informatieve tekst gevoegd te worden, rekening houdend met onderstaande criteria - Criteria voor erkenning project – en/of sensibiliseringssteun -:
1) Binding van de aanvrager met de gemeente Ranst.
2) Werking in de gemeente Ranst.
3) Inhoud en/of doel van het project of van de projecten.
4) Sensibiliseringsactiviteit (algemeen of in functie van het project).
5) Duurzaamheid (continuïteit) van het project.
6) Invloed van de organisatie in Ranst op de werking in het projectland.
7) Financiële controle van de organisatie in Ranst over het project.
8) Eigen inzameling van financiële middelen.
9) Betrokkenheid lokale bevolking in het projectland bij het project.
10) Toekomstvisie project.
11) Concrete realisaties. + geplande activiteiten
12) Rechtstreekse contacten met het project.
Indien de Ranstse organisatie via een partnerorganisatie werkt worden dezelfde criteria onderzocht m.b.t. de partnerorganisatie.
Elke aanvraag wordt door de Gros geëvalueerd op basis van onderstaande criteria. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke eigenschappen van het project of de activiteit, en met de wijze waarop aan het criterium wordt voldaan.
Het is dus niet noodzakelijk om aan alle criteria uit onderstaande lijst te voldoen met uitzondering van criterium 1 en 2.
§3. Opvolgingsdossier:
Het opvolgingsdossier dient elk jaar bij de subsidieaanvraag te worden gevoegd.
Het bevat de volgende gegevens:
- Een financieel verslag van inkomsten en uitgaven van de Ranstse organisatie.
- Een korte beschrijving van de evolutie van de werking van de Ranstse organisatie.
- Een korte beschrijving van de evolutie van het project
§4.Beoordelingsformulier :
De Gros zal per aanvraag een beoordelingsformulier opmaken ter kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen.
§5.Verdeling subsidies Gros – leden:
1) Bij de verdeling van de projectsteun wordt rekening gehouden met de inhoudelijke kwaliteit van het project, de relatie van de vereniging tot het project, de sensibiliseringsactiviteiten in Ranst, en de fondsen die de vereniging zelf inzamelt.
2) De toegekende subsidies worden als volgt verdeeld:
- 55 % van het totale budget voor projectsteun is voorzien voor Zuidwerking
• 40 % wordt gelijkmatig verdeeld onder de leden van de Gros
• 10 % wordt verdeeld onder de leden die een specifiek project steunen dat ze opvolgen en waarover ze geïnformeerd worden (= ‘eigen project’)
• 5 % wordt verdeeld onder de leden die een project zelf beheren (= ‘eigen beheer’)
- 45 % van het totale budget voor projectsteun is bedoeld voor Noordwerking
• 20 % wordt verdeeld onder de leden rekening houdend met de sensibiliseringsactiviteiten in Ranst
• 25 % wordt verdeeld onder de leden rekening houdend met het bedrag aan fondsen dat de Ranstse vereniging zelf inzamelt.
3) Toegepaste verdeelsleutels:
Voor elk onderdeel van het budget voor projectsteun wordt per vereniging een verdelingscode (VC) ingevoerd. De verhouding tussen deze verdelingscode en de som van alle VC’s bepaalt welk aandeel van het budget aan de vereniging wordt toegekend. Vereniging dient geïnterpreteerd te worden als aangesloten lid en kan dus ook een particulier persoon of organisatie zijn.
a) Inhoudelijk gedeelte ( 40 % van het projectbudget). Elke vereniging krijgt eenzelfde bedrag voor het inhoudelijke gedeelte.
b) Eigen project ( 10 % van het projectbudget). De VC is 1 of 0 naargelang de vereniging een eigen project heeft of niet. D.w.z. of ze een specifiek project opvolgt.
c) Eigen beheer ( 5 % van het projectbudget). De VC is 1 of 0 naargelang de vereniging het project zelf beheert of niet. Om een VC van 1 te bekomen moet er voldaan worden aan de volgende vier criteria:
i) Het project wordt door de Ranstse vereniging bestuurd.
ii) De hoofdzetel van de vereniging bevindt zich in Ranst
iii) Het initiatief voor de ondersteuning van het project gaat uit van de Ranstse vereniging.
iv) Er is een financiële controle over het project vanuit onze gemeente.
d) Sensibiliseringsacties in Ranst ( 20 % van het projectbudget). De VC toegekend aan een vereniging bedraagt 0,1,2 of 5.
i) VC = 0 : geen sensibiliseringsactiviteit te Ranst in het referentiejaar.
ii) VC = 1 : één sensibiliseringsactiviteit te Ranst in het referentiejaar.
iii) VC = 2 : twee of meer sensibiliseringsactiviteiten te Ranst in het betrokken jaar..
iv) VC = 5 : Ranstse afdeling van 11.11.11
e) Eigen fondsenwinning door Ranstse vereniging ( 25 % van het projectbudget). De toegekende VC kan variëren van 0 tot 5. Basis voor de toekenning is het bedrag dat de leden hebben overgemaakt vanuit Ranst aan het project.
i) Van 0 tot € 1.000 VC = 0
ii) Van € 1.000 tot € 5.000 VC = 1
iii) Van € 5.000 tot € 10.000 VC = 2
iv) Van € 10.000 tot € 15.000 VC = 3
v) Van € 15.000 tot € 20000 VC = 4
vi) + € 20.000 € VC = 5
Art. 3: Subsidiëring niet Gros-leden.
§1. Noodhulp. / wederopbouw: Er wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 4.000. Per weerhouden oproep voor noodhulp wordt er een bedrag van min € 1.000 en max € 1.500 voorzien.
Noodhulp kan zowel verstrekt worden voor internationaal erkende rampen via een NGO werkzaam in het getroffen gebied, als voor kleinschalige rampen die de infrastructuur of werkingsmiddelen van de projecten van de Gros – leden hebben getroffen. Niet alleen natuurrampen maar ook humanitaire rampen kunnen in aanmerking komen voor noodhulp.
Bij natuurrampen met zware materiële schade voor de bevolking heeft de Gros gekozen om noodhulp te verstrekken onder de vorm van wederopbouwsteun.
De uitbetaling van de noodhulp gebeurt na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen
§2. Eénmalige projecten: Er wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 2100 te verdelen onder de ingediende projecten met een max. van € 700.
In het kader van de eenmalige projectsteun kunnen naast de leden van de Gros ook andere Ranstse organisaties of personen wonende in Ranst, in hun project ondersteund worden. Deze actie moet aansluiten bij de thematiek van de ontwikkelingssamenwerking
Personen die van deze projectsubsidie wensen gebruik te maken, moeten voor 1 mei van het dienstjaar een aanvraag bij de Gros indienen, samen met een kostenraming.
De Gros beoordeelt deze aanvraag .
Subsidies kunnen enkel ten goede komen aan het project. Groeps – of inleefreizen komen niet in aanmerking. Na de besteding van de subsidie dient verslag uitgebracht worden aan de Gros.
§3. Voor één of meerdere nationaal erkende ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 5.000. Het college van burgemeester en schepenen verdeelt het bedrag van € 5.000 tussen de organisaties.
§4. Sensibilisering door derden: Voor activiteiten rond vorming en sensibilisering door andere verenigingen dan de Gros wordt jaarlijks een bedrag voorzien van € 700 € met een max. van € 350 per activiteit rekening houdend met de volgende voorwaarden:
- De sensibiliserings– en of vormingsinitiatieven dienen zich te richten tot de inwoners van de gemeente Ranst
- Niet Gros– leden kunnen sensibiliseringssubsidies ontvangen voor acties die aansluiten bij de thematiek van ontwikkelingssamenwerking (duurzame ontwikkelingsdoelen). Deze subsidies staan los van andere subsidiëring.
- Verenigingen die een beroep doen op deze subsidie moeten erkende Ranstse verenigingen zijn.
Verenigingen die van deze sensibiliseringsteun gebruik wensen te maken, moeten minstens 1 maand na de activiteiten een aanvraag bij de Gros indienen, samen met de reële kost.
De Gros beoordeelt de aanvraag en deelt haar advies mee aan het college van burgemeester en schepenen.
3.5: Ondersteuning eigen Gros - project :
Een door de Gros gekozen internationaal project wordt jaarlijks ondersteund met een subsidie van € 3.200.
De NGO die het uitgekozen project ondersteunt, bezorgt de Gros voldoende informatie om de Ranstse bevolking jaarlijks op de hoogte te kunnen houden van de evolutie van het desbetreffende project.
Projectcriteria:
- tegemoetkomen aan één van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s)
- met een lange termijn visie van minstens 5 jaar, zodat een evaluatie door de Gros en het college van burgemeester en schepenen mogelijk is
- betrokkenheid van de mensen ter plaatse
- samenwerking met lokale of buitenlandse NGO’s
- indienen van een jaarlijks financieel verslag
De Gros brengt advies uit aan het college van burgemeester en schepenen omtrent het weerhouden project. Na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen kan de subsidie worden uitbetaald.
Art. 4: Slotbepalingen
§1. De vaststelling en verdeling van de subsidies gebeurt uiterlijk per 1 september van het jaar met uitzondering van Noodhulp (wanneer deze zich voordoet).
§2. Elke aanvraag voor subsidies bevat het rekeningnummer waarop deze moeten gestort worden en dient ondertekend te zijn door 2 leden van de vereniging of de aanvrager.
§5 Alle verenigingen dienen een financieel verslag op te maken en verantwoordingsstukken voor te leggen. De Gros vraagt deze verslagen op samen met de aanvraag voor nieuwe subsidies. De Gros beoordeelt deze op hun correctheid en volledigheid en legt deze documenten samen met de berekening van de nieuwe subsidies voor aan het college van burgemeester en schepenen.
Art. 6:
Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2020 tot 31 december 2025 en vervangt het subsidiereglement voor de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking Ranst van 15 december 2014.
Art. 7:
Het college van burgemeester en schepenen wordt verder gelast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Sonja De Pooter Guido Wittocx Leen Baeten Frans Marivoet Annelies Creten Christel Meeus Roel Vermeesch Stefanie Gijsels Erika Eeckhout Luc Redig Erik Fossez Joris Van Camp Fernand Bossaerts John Oliviers Raf Serneels Bart Goris Tine Muyshondt Zoe Helsen Jan Dillen An Willems Christel Engelen Hilde Goris Johan De Ryck Lode Hofmans Patrick Vandervaeren aantal voorstanders: 25 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Art. 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2013 houdende toekenning van sociale voordelen wordt opgeheven en met ingang van 1 januari 2020 tot 31 december 2025 vervangen door het reglement sociaal voordeel zoals in bijlage.
Art. 2:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 3:
Dit reglement zal ter kennis gebracht worden van de inrichtende machten van de onderwijsinstellingen voor lager onderwijs van het gesubsidieerd vrij onderwijs te Ranst.
Tijdens de gemeenteraad van 18 december 2023 werd het subsdiereglement voor de toekenning de sociale delen opgeheven met ingang van 1 januari 2024.
TITEL 1: Algemeen
Art. 1: budget
Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot betoelaging van de erkende Ranstse sportverenigingen binnen de perken van het budget.
Art. 2: timing
Als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 juni tot en met 30 mei.
De secretaris van de erkende sportvereniging ontvangt jaarlijks de aanvraagdocumenten voor deze subsidie.
Erkende sportverenigingen die tijdig (vermeld in het aanvraagdocument), hun volledig aanvraagdossier ingediend hebben bij de gemeentelijke sportdienst komen in aanmerking voor de verdere behandeling van het dossier.
Verenigingen die in het voorgaande kalenderjaar in totaal meer dan € 1.239 subsidies ontvingen, moeten eveneens een officieel financieel verslag aan hun aanvraag toevoegen om in aanmerking te komen voor nieuwe subsidies.
Het gemeentebestuur behoudt zich het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren.
Indien blijkt dat:
- de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid
- de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen
- het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan € 1.239
vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.
Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.
TITEL 2: Werkingssubsidie sportverenigingen
Art. 3: verdeling subsidie
Het beschikbaar budget van de sportsubsidie wordt verdeeld onder volgende thema’s:
1) subsidie algemene vergadering: 10 %
Deze subsidie wordt gelijk verdeeld onder de sportverenigingen aanwezig op de vergadering van de verenigingenkoepel
2) bijkomende jeugdsubsidie: 40%
Deze subsidie wordt toegekend op basis van het aantal jongeren beneden de 18 jaar die lid zijn van de vereniging en woonachtig in de gemeente.
3) subsidie voor clubwerking: 50%
Het bedrag wordt verdeeld volgens het puntenaantal per vereniging voor onderstaande activiteiten en initiatieven/ Het maximale puntenaantal per sportvereniging bedraagt 25.
Activiteiten of initiatieven | indicator | Punten |
1.Aangesloten bij een federatie | Per aansluiting bij een federatie | 3 |
2.Clubblad of nieuwsbrief | Het uitgeven van een clubblad | 3 |
3.Website of facebook | Online ter beschikking stellen van informatie over de vereniging via een website | 3 |
4.Bijscholing van trainers, begeleiders en bestuursleden | Per trainer, begeleider, bestuurslid die gedurende de referteperiode een verenigingsgerelateerde cursus gevolgd heeft en nog actief is bij de vereniging | 5 |
5.Infoavond voor ouders | De organisatie van een infoavond | 3 |
6.Alle andere bijzondere sportieve initiatieven voor de jeugd | Per organisatie van een bijzonder initiatief voor de jeugd | 3 |
7.Alle bijzondere sportieve initiatieven voor de senioren 50 plussers | Per organisatie van een bijzonder initiatief voor de senioren | 3 |
8. Alle bijzondere sportieve initiatieven voor kansengroepen | Per organisatie van een bijzonder initiatief voor kansengroepen | 3 |
9.Medewerking aan activiteiten ingericht of op initiatief van de sportraad en sportdienst | Per initiatief waaraan men medewerking verleende van sportraad en sportdienst | 3 |
10.Samenwerken met andere sportclubs | Per initiatief waarbij met samenwerkt met andere sportclubs | 3 |
11.Sociale activiteiten voor de clubgeest | Per organisatie van een sociale activiteit (folder, artikel, affiche, ) | 2 |
12.Gediplomeerde lesgever | Per gediplomeerde lesgever waarvan het bewijs van deelname aan de cursus en/of afschrift van het diploma of getuigschrift wordt voorgelegd | 1 |
13.Alle initiatieven met betrekking tot duurzaamheid | per initiatief rond duurzaamheid | 3 |
TITEL 3: Subsidie voor sportclubs met een specifieke jeugdwerking
Art. 4: definities
1) Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met achttien jaar
2) Jeugdsportbegeleider: een sporttechnische begeleider voor jeugdsport actief in een erkende sportvereniging
3) Jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak. Hij/zij is de eerste contactpersoon voor ouders, jeugdtrainers, spelers, …
4) Budget: is het bedrag zoals opgenomen in het goedgekeurde budget van de gemeente.
Art. 5: Verdeling jeugdsubsidie
Het beschikbaar budget wordt verdeeld onder volgende thema’s:
1) terugbetaling van VTS-opleidingen, VTS-bijscholing of gelijkwaardig.
Dit omvat de terugbetaling van het inschrijvingsgeld van de gevolgde opleidingen door jeugdsportbegeleiders of jeugdsportcoördinatoren. Deze subsidie bedraagt maximum 25% van het totaal beschikbaar budget. De verdeling gebeurt à rato van het aantal ingediende dossiers en de effectief ingediende inschrijvingskosten. Indien nodig wordt een procentuele verdeelsleutel toegepast.
2) verdeling van het resterende bedrag
Het resterend bedrag wordt verdeeld op basis van volgend puntensysteem:
Per VTS-opleiding, VTS-bijscholing of gelijkwaardig gevolgd door Jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren:
- Aantal van 1 dag: 2 punten per deelnemer per bijscholing
- Aantal van meer dan 1 dag: 4 punten per deelnemer per bijscholing
(maximum 12 punten per persoon per jaar)
Per jeugdsportbegeleider die gedurende het seizoen actief is in de sportvereniging worden volgende punten toegekend op basis van het hoogst behaalde diploma:
Diploma | Punten |
VTS-instapniveau in de betrokken sporttak aspirant initiator | 1 |
VTS-basismodule “algemeen gedeelte” Initiator | 1 |
Studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor LO | 1 |
VTS-initiator in de betrokken sporttak | 2 |
VTS-basismodule “algemeen gedeelte” instructeur of Trainer B | 2 |
Studenten geslaagd voor 2e jaar bachelor LO | 2 |
VTS-instructeur/Trainer B in de betrokken sporttak | 4 |
Regent/Bachelor LO | 4 |
VTS-trainer A in de betrokken sporttak | 6 |
Licentiaat of Master LO | 6 |
Regent LO en trainer B | 6 |
Aan de jeugdsportcoördinator worden volgende punten toegekend op basis van het hoogst behaalde diploma:
Diploma | Punten |
Zonder diploma | 10 |
VTS-instapniveau in de betrokken sporttak aspirant initiator | 12 |
VTS-basismodule “algemeen gedeelte” Initiator | 12 |
Studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor in de lichamelijke opvoeding | 12 |
VTS-initiator in de betrokken sporttak | 14 |
VTS-basismodule “algemeen gedeelte” instructeur of Trainer B | 14 |
Studenten geslaagd voor 2e jaar bachelor in de lichamelijke opvoeding | 14 |
VTS-instructeur en Trainer B in de betrokken sporttak | 16 |
Regent, kandidaat of Bachelor in de lichamelijke opvoeding | 16 |
VTS-trainer A in de betrokken sporttak | 16 |
Licentiaat of Master in de lichamelijke opvoeding | 16 |
Regent of kandidaat of bachelor in de lichamelijke opvoeding en trainer B | 16 |
TITEL 4: Slotbepalingen
Art. 6:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt de reglementen van 14 december 2015 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.
Art. 7:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.
Art. 1: Algemene bepalingen:
Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot betoelaging van de Ranstse seniorenverenigingen na advies van de raad voor senioren Ranst op basis van de toegekende puntentotalen en binnen de voorziene kredieten in het meerjarenplan.
Alleen de erkende plaatselijke verenigingen komen in aanmerking voor een toelage.
De verenigingen dienen hiertoe de volledig ingevulde en ondertekende subsidieaanvraag te richten aan de raad voor senioren Ranst.
De verenigingen moeten zich onderwerpen aan eventuele controlemaatregelen van de subsidiërende overheid of van een afvaardiging van de raad voor senioren.
Indien blijkt dat:
- de aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid
- de aanvrager de gevraagde inlichtingen niet tijdig verschaft of weigert ze te verschaffen
- het financieel verslag van voorgaand werkingsjaar niet is toegevoegd bij een subsidie van meer dan € 1.239
vervalt voor de desbetreffende vereniging het recht op subsidiëring voor het betrokken jaar.
Indien de vereniging nog openstaande schulden heeft bij de gemeente, dan worden deze in mindering gebracht op de uit te betalen subsidie.
Het college van burgemeester en schepenen houdt toezicht op de puntentoekenning door de raad voor senioren.
Art. 2: Directe subsidies.
§1. Werkingssubsidies:
Dit is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende plaatselijke vereniging voor haar werking en activiteiten. De toelagen worden verleend volgens een puntensysteem.
De punten worden toegekend aan de hand van de volgende normen: 34% van de subsidie worden als volgt verdeeld voor leden, bestuursleden en bestuursvergaderingen:
normen | % |
Het aantal aangesloten leden dat lidgeld betaalde voor het betrokken werkjaar. | 26% |
Het aantal actieve bestuursleden | 4% |
Het aantal bestuursvergaderingen. | 4% |
De overige 66% wordt als volgt verdeeld voor de activiteiten:
Activiteiten | % |
Vergaderingen voor alle leden. | 20% |
Bijeenkomsten van werkgroepen | 14% |
Socio-culturele activiteiten | 16% |
Vormingsactiviteiten. | 16% |
- De punten worden toegekend op basis van de activiteiten van het voorbije werkjaar.
- Als bewijsstuk voor het aantal leden geldt ofwel een ledenlijst van het verbond ofwel het aantal leden dat lidgeld betaald heeft voor het betrokken werkjaar, zoals blijkt uit de boekhouding van de vereniging.
- Als bestuur wordt beschouwd: een dagelijks bestuur van 4 vaste leden (voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester). Bovendien mag per 12 leden een bijkomend bestuurslid (vrije functieverdeling) mee worden opgenomen voor de subsidieberekening.
- Eenzelfde activiteit mag slechts bij één subsidiecategorie in rekening worden gebracht.
- Voor socio-culturele activiteiten en voor vormingsactiviteiten zijn tenminste 12 deelnemers vereist.
- De verenigingen zullen een jaarplanning voorleggen.
§2. Huursubsidie lokalen voor seniorenverenigingen:
Dit is een financiële tegemoetkoming van het gemeentebestuur aan de erkende plaatselijke seniorenverenigingen voor de huur van lokalen die noodzakelijk zijn binnen de werking van de vereniging.
Verenigingen die niet beschikken over een eigen of gesubsidieerd lokaal dat voldoende groot is voor het inrichten van algemene ledenbijeenkomsten en daardoor verplicht zijn gebruik te maken van een gehuurd lokaal, kunnen deze huurbijdragen inbrengen voor subsidiëring.
De subsidie wordt toegekend op basis van :
- de huurprijs van lokalen voor algemene ledenbijeenkomsten in het voorbije werkjaar. De bewijzen worden afgeleverd samen met de bewijsstukken voor de werkingssubsidies en de subsidie wordt tegelijkertijd uitgekeerd. Voor het subsidiejaar 2020, betrekking hebbende op het werkjaar 2019, zullen deze bewijsstukken evenwel apart van de bewijsstukken voor de werkingssubsidies worden ingediend. De huurbijdragen worden bewezen door middel van facturen en een activiteitenagenda.
- Indien het begrote budget ontoereikend is voor de maximumsubsidie, zal deze procentueel verdeeld worden tussen alle rechthebbenden.
Art. 3:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 16 december 2013 dat wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.
Art. 4:
Deze verordening valt onder het onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit besluit en het reglement is aangepast door een besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2021. Het reglement zoals hier goedgekeurd is opgeheven vanaf de 5de dag na publicatie van het nieuwe gemeenteraadbesluit en reglement.
Art. 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 17 november 2014 houdende de goedkeuring van het projectsubsidiereglement wordt vanaf 31 december 2019 opgeheven en vervangen door onderstaande bepalingen.
Art. 2:
Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor vrijetijdsprojecten moet het project:
- Plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Ranst
- Beperkt zijn in de tijd
- Al dan niet tegen betaling, toegankelijk zijn voor alle belangstellenden
- Ontmoeting en betrokkenheid stimuleren
- Tijdig bekend gemaakt worden via de UiT-databank
- Plaatsvinden in de vrije tijd van een normaal werkend individu
- Vernieuwend zijn voor de gemeente Ranst
Volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidiëring via dit reglement:
- Projecten die een commercieel doel hebben
- Projecten die uitgevoerd worden voor de toekenning van de subsidie kan plaatsvinden
- Activiteiten waarbij louter vooraf opgenomen muziek wordt afgespeeld
- Infrastructuurwerken
Art. 3:
De projectsubsidie kan niet gecumuleerd worden met andere gemeentelijke subsidies voor eenzelfde project. Een gesubsidieerd project mag dus niet worden meegenomen bij de aanvraag van een werkingssubsidie. Bij samenwerking tussen twee of meerdere verenigingen aan één project, vallen alle samenwerkende verenigingen onder de hier vermelde beperking.
Elke subsidievrager kan op dit reglement per jaar maximaal 1 projectsubsidie bekomen.
Art. 4:
De dossiers worden behandeld in de volgorde dat de volledige aanvragen binnenkomen bij het gemeentebestuur en tot het hiervoor voorziene budget is opgebruikt. De aanvragen worden voorgelegd aan een jury bestaande uit 3 externe deskundigen. Op basis van het juryverslag kent het college van burgemeester en schepenen de subsidie toe.
Art. 5:
Er zal bij de beoordeling van het dossier rekening gehouden worden met volgende inhoudelijke criteria:
- De inhoudelijke kwaliteit van het project
- De reikwijdte en de uitstraling
- De haalbaarheid van het project
Art. 6:
Aanvragen voor deze subsidie dienen toe te komen bij de afdeling Vrije Tijd.
Het aanvraagdossier bestaat uit het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier.
Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de afdeling Vrije Tijd of via de website van de gemeente Ranst (www.ranst.be).
Indien een jongere van onder de 18 jaar een dossier indient, dan moet een van zijn ouders of de wettelijke voogd ondertekenen.
De gemeente kan steeds bijkomende informatie opvragen over de aanvrager, zijn werking en financiën.
Art. 7: Verdeling subsidie
aantal deelnemers projecten | subsidie |
- 250 deelnemers | € 500 |
+ 250 deelnemers | € 1.000 |
De subsidie wordt onmiddellijk na de toekenning uitbetaald aan de aanvragende organisator.
Art. 8:
De organisator aan wie een projectsubsidie werd toegekend, verbindt zich ertoe om op al het promotiemateriaal (flyers, affiches, brochures, aankondiging op de website…) ter bekendmaking van het project het logo van de gemeente Ranst en de tekst “Met steun van het gemeentebestuur Ranst” te vermelden.
Art. 9:
Indien het project niet kan plaatsvinden of indien de gegevens vermeld in het aanvraagdossier na de toekenning van de subsidie substantieel wijzigen, dan dient de aanvragende organisator deze wijzigingen zo snel mogelijk mee te delen aan de afdeling Vrije Tijd.
Art. 10:
Uiterlijk drie maanden na afloop van het project en ten laatste een jaar na de toekenning van de subsidie wordt het naar waarheid ingevulde en ondertekende evaluatieformulier bezorgd aan de afdeling Vrije Tijd. Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers, kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van uitbetaalde subsidiebedragen.
Art. 11:
Betwistingen na beslissing in het kader van dit reglement, de toepassing ervan, evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend eenmalig voor heroverweging voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier.
Art. 12:
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025 en vervangt het reglement van 17 november 2014.
Art.13:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Wim Van der Schoot Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig Tine Muyshondt Lode Hofmans Frans Marivoet Annelies Creten Guido Wittocx Jan Dillen Bart Goris Sonja De Pooter Raf Serneels John Oliviers Christel Meeus Erik Fossez Zoe Helsen Leen Baeten Johan De Ryck Stefanie Gijsels Roel Vermeesch Fernand Bossaerts Erika Eeckhout Hilde Goris Patrick Vandervaeren An Willems Christel Engelen Joris Van Camp Luc Redig John Oliviers Johan De Ryck An Willems Raf Serneels Zoe Helsen Erik Fossez Jan Dillen Stefanie Gijsels Guido Wittocx Frans Marivoet Erika Eeckhout Luc Redig Leen Baeten Joris Van Camp Annelies Creten Roel Vermeesch Bart Goris Hilde Goris Lode Hofmans Sonja De Pooter Christel Meeus Christel Engelen Patrick Vandervaeren Fernand Bossaerts Tine Muyshondt aantal voorstanders: 15 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 5 Goedgekeurd
TITEL 1: Gemeenschapscentrum den Boomgaard
Art. 1:
Met de betaling van de waarborg verklaart de gebruiker zich uitdrukkelijk akkoord met de voorschriften opgenomen in het huishoudelijk reglement en in het geldende retributiereglement en verbindt hij zich ertoe alle bepalingen ervan strikt na te leven.
Art. 2:
Het gemeenschapscentrum ‘Den Boomgaard’ omvat volgende culturele infrastructuur:
- De evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzaal en het seniorenlokaal van het gebouwencomplex ‘Den Boomgaard’, gelegen aan de Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem-Ranst.
De te verhuren lokalen en ruimten zijn:
- De evenementenhal (800 m² met een bezettingscapaciteit van 850 personen zittend en 1700
personen staand) met vast en verplaatsbaar podium, scheidingsgordijn, toog, 3 loges,
regiekamer, industriële keuken, foyer, sanitaire voorzieningen en bergruimten.
- De polyvalente zaal (222 m² met een bezettingscapaciteit van 120 personen zittend en 220
personen staand) met bijbehorende vestiaire, ingerichte keuken, sanitaire voorzieningen,
bergruimte en toog.
- De vergaderzaal (63 m², maximum 30 personen) met afwasruimte.
- Het seniorenlokaal (63 m², maximum 40 personen).
Tenzij anders bepaald zijn de lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum bestemd voor de
organisatie van culturele, sociale en economische activiteiten zoals voordrachten, voorstellingen,
tentoonstellingen, podiumactiviteiten, optredens, repetities, vergaderingen, uiteenzettingen,
samenkomsten, feestelijkheden, bals, fuiven, beurzen en commerciële activiteiten.
Art. 3:
Onverminderd de bepalingen van het administratief statuut en met inachtneming van het
beslissingsrecht van de inrichtende overheid en van de adviserende en beslissende bevoegdheden
van het beheersorgaan zoals vermeld onder artikel 6 van het organiek reglement van het
beheersorgaan van het gemeenschapscentrum, is het hoofd van het gemeenschapscentrum belast
met het dagelijks beheer van het centrum.
Art. 4:
De lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum worden enkel verhuurd aan gebruikers die optreden als:
- natuurlijk meerderjarig persoon.
- rechtspersoon: de rechtspersoon dient in de overeenkomst vertegenwoordigd te worden door hun organen, d.w.z. een natuurlijke persoon die zich, binnen de grenzen van hun functie in de rechtspersoon, met de rechtspersoon zelf identificeert.
- feitelijke vereniging: een feitelijke vereniging wordt, gezien zij juridisch niet bestaat, vertegenwoordigd door een meerderjarige afgevaardigde persoon van die vereniging, die zich hoofdelijk verbindt voor de engagementen van de vereniging en voor alle verantwoordelijkheden waarin dit reglement lastens de gebruiker voorziet.
De gebruiker van de zaal en de inrichter/organisator van de activiteit moeten één en dezelfde persoon zijn, hierna de gebruiker genoemd.
Art. 5:
De toelating om gebruik te maken van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum wordt verleend door het afdelingshoofd Vrije Tijd of diens afgevaardigde. Ongeacht de bepalingen vermeld in de volgende artikels, kan het college van burgemeester en schepenen te allen tijde de toelating tot het gebruik van de in artikel 2 opgesomde lokalen en ruimten weigeren, dit op grond van de beperking van de infrastructuur. Het college van burgemeester en schepenen kan eveneens de toelating tot het gebruik van een locatie weigeren als de goede uitbating of een deel ervan in het gedrang komt. De weigering tot gebruik wordt steeds gemotiveerd. Met het oog op de goede orde en veiligheid kan het college van burgemeester en schepenen de organisator eveneens verplichten om extra organisatorische maatregelen te treffen. De motivatie en de aard van de gevraagde maatregelen worden steeds toegelicht.
Art. 6:
Elke aanvraag om een lokaal of ruimte te gebruiken, dient via de website www.ranst.be te gebeuren door de gebruiker. De medewerkers van het gemeenschapscentrum zullen de gebruiker hierin bijstaan indien dit gevraagd wordt.
Art. 7:
De aanvragen tot reservatie worden behandeld volgens datum van indienen. De eerste aanvrager bekomt het lokaal of de ruimte.
Art. 8:
De aanvraag tot reservatie kan door een gebruiker uit gebruikerscategorie 0 of A ingediend worden ten vroegste 2 jaar voor de activiteit plaatsvindt.
Alle andere gebruikers kunnen ten vroegste 1 jaar voorafgaand aan de geplande activiteit de reservatie aanvragen.
Art. 9:
Elke gebruiker kan voor een bepaalde activiteit éénmalig een vrijblijvende optie nemen voor het gebruik van één of meerdere ruimten op een bepaalde datum. Deze optie gaat in op de dag van de aanvraag en blijft 14 dagen geldig. Als de optie tijdens deze periode niet gelicht werd door de klant vervalt ze automatisch, ook zonder dat dit wordt gemeld. Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar kan, in uitzonderlijke omstandigheden, de optie voor een bepaalde tijd worden verlengd.
Een aanvraag is voor de klant definitief van zodra de waarborg en/of de retributie gestort werd.
Art. 10:
Ten laatste 15 dagen na de aanvraag wordt aan de aanvrager meegedeeld of het gebruik van de infrastructuur definitief wordt toegestaan. De overeenkomst is pas definitief na verzending van deze bevestiging.
Art. 11:
Voor de evenementenhal en voor de polyvalente zaal kan er maar tot 30 dagen voor aanvang van de activiteit een contract worden afgesloten. Voor de vergaderzaal en voor het seniorenlokaal moet het contract ten laatste 10 dagen voor aanvang van de activiteit afgesloten zijn. Enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar kan ook na deze datum nog een contract worden opgesteld.
Art. 12:
Laattijdige aanvragen kunnen ingewilligd worden indien het desbetreffende lokaal op de aangevraagde dag(en) en uren nog vrij is en indien de toewijzing geen problemen van praktische aard met zich meebrengt voor de opruim en/of de opbouw van de vorige en/of de volgende gebruikers en voor de schoonmaak.
Het hoofd van het gemeenschapscentrum beslist op basis van bovenvermelde elementen of een laattijdige aanvraag al dan niet in aanmerking kan worden genomen. De beslissing wordt zo snel mogelijk aan de aanvrager meegedeeld.
Art. 13:
Voor bals of fuiven die publiek toegankelijk zijn, moet de gebruiker ook een evenementenformulier indienen bij de gemeente Ranst.
Art. 14:
De bevestiging van de verhuring verzekert, behoudens anders luidend beding, een gebruiker het recht op 13 uur gebruik van een zaal of ruimte binnen één etmaal. Deze 13 uren omvatten het klaarzetten van de zaal, de activiteit zelf en het opruimen van de zaal. Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag per uur worden betaald. Dit uurtarief is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum. Met uitzondering van meerdaagse activiteiten moet de zaal ten laatste om 6 uur de dag nadat de huur startte, ontruimd zijn.
Art. 15:
De toelating tot het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum kan slechts voor een beperkte periode worden verleend: het vast gebruik van een lokaal of ruimte van het gemeenschapscentrum kan slechts worden toegestaan voor een periode van maximaal 1 jaar.
Art. 16:
Het is de gebruikers verboden hun rechten op het gebruik van de lokalen en ruimten geheel of gedeeltelijk aan derden af te staan of over te dragen.
Art. 17:
De bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde heeft de volle bevoegdheid om controle uit te oefenen. Hij heeft dan ook het volledige toegangsrecht tot alle activiteiten, met uitzondering van besloten vergaderingen in het vergaderlokaal.
Art. 18:
Het college van burgemeester en schepenen kan op elk ogenblik de verhuring wijzigen of intrekken om redenen van openbaar nut, van dienstnoodzakelijkheid of in geval van overmacht, zonder dat hiervoor schadevergoeding van de gemeente kan worden gevorderd. Indien van dit recht gebruik wordt gemaakt, zal hierover zo mogelijk vooraf met de betrokkene(n) overleg worden gepleegd. De intrekking of wijziging van het contract wordt gemotiveerd. Er kan geen aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding wegens winstderving.
Art. 19:
Bij het gebruik van de evenementenhal of de polyvalente zaal moet de gebruiker ten laatste 21 dagen voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde alle nodige informatie verstrekken met betrekking tot het openen van de zaal, het verloop van de activiteit, het opruimen en het sluiten van de zaal.
Indien de gebruiker van de evenementenhal of de polyvalente zaal gebruik wil maken van:
- de loge(s) (enkel bij gebruik van de evenementenhal);
- de keuken;
- het beschikbare keukenmateriaal;
- de beschikbare borden en/of het beschikbare bestek
dan moet hij dit eveneens ten laatste 21 dagen voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde meedelen.
In geen geval kan het personeel van het gemeenschapscentrum verantwoordelijk worden gesteld voor organisatorische problemen ten gevolge van het laattijdig of foutief doorgeven van informatie of laattijdige wijzigingen vanwege de gebruiker.
Art. 20:
Geen nieuwe reservatie wordt toegestaan zolang verschuldigde betalingen niet werden vereffend.
Art. 21:
De bevoegde ambtenaar moet tijdig en schriftelijk in kennis worden gesteld van het niet-gebruik van het lokaal of de ruimte waarvoor een reservatie werd bevestigd.
Naargelang het tijdstip van de laattijdige annulering is een annuleringsvergoeding verschuldigd zoals toegelicht in het retributiereglement.
Art. 22:
Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker niet de feitelijke gebruiker en organisator/inrichter van de activiteit is of indien de werkelijke activiteit niet deze is die werd opgegeven bij de aanvraag, wordt de retributie verhoogd tot het maximumbedrag (gebruikerscategorie C) vermeerderd met een forfaitaire schadevergoeding ten belope van 100% van het maximumbedrag (gebruikerscategorie C).
Art. 23:
De verhuurde lokalen en ruimten worden geacht in goede staat aan de gebruiker ter beschikking te zijn gesteld. Elke onregelmatigheid (beschadiging, ontbreken van normaal aanwezig materiaal enz.) moet onverwijld worden gemeld aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde op het ogenblik dat de gebruiker de zaal, het lokaal of de ruimte in gebruik neemt.
In aanwezigheid van de gebruiker wordt hiervan een verslag opgemaakt door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.
Indien de voorafgaande melding correct en tijdig is gebeurd, wordt de gebruiker vrijgesteld van enige vergoeding voor de vastgestelde schade.
Art. 24:
Bij het gebruik van de evenementenhal of de polyvalente zaal stellen de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde en de gebruiker vooraf samen een inventaris op van de staat van de ruimte(n). Na afloop van de activiteit wordt door bovenvermelde personen een nieuwe inventaris opgemaakt waarbij eventuele schade aangericht tijdens de gebruiksperiode wordt opgetekend. De inventaris is niet betwistbaar.
Art. 25:
Tenzij voor de onregelmatigheden waarvan aangifte werd gedaan op de wijze zoals vermeld in artikel 23, is de gebruiker verantwoordelijk en aansprakelijk ten opzichte van het gemeentebestuur voor elke beschadiging, van welke aard ook, aan het gebouw, de inboedel en de omliggende terreinen, veroorzaakt hetzij door hemzelf, hetzij door zijn aangestelden of medewerkers, hetzij door om het even welke derde. De verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van de gebruiker reiken verder dan de betaalde waarborgsom.
Art. 26:
Iedere schade die naar aanleiding van de activiteit werd veroorzaakt, moet onmiddellijk aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde worden gesignaleerd.
Bij betwisting over de omvang van de schade, wordt een minnelijke expertise uitgevoerd waarbij beide partijen een deskundige aanstellen.
Art. 27:
Bij vandalisme kunnen de gebruiker en de feitelijke vereniging of rechtspersoon die hij vertegenwoordigt door het college van burgemeester en schepenen (tijdelijk) worden uitgesloten van het gebruik van een lokaal of ruimte van het gemeenschapscentrum. De betrokken gebruiker moet in deze zaak worden gehoord.
Art. 28:
Geen herstelling van de schade mag geschieden dan door de zorgen van de gemeente Ranst of met haar voorafgaande schriftelijke toestemming.
De kosten voor het herstel van de schade komen ten laste van de gebruiker. De bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum bepaalt de eventuele schadevergoeding a rato van de herstellings- of vervangingskosten. De kosten moeten worden betaald worden binnen de 15 dagen na kennisgeving.
Bij niet-naleving van deze termijn, wordt de gebruiker uitgesloten van elk gebruik van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum totdat het verschuldigde bedrag en de verwijlintresten zijn betaald.
Art. 29:
Het betreden van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum gebeurt op eigen risico.
De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade van lichamelijke of stoffelijke aard naar aanleiding van de toegestane activiteiten noch voor schade door het gebruik van de infrastructuur van het centrum of zijn uitrusting.
Er is evenmin aansprakelijkheid lastens de gemeente bij diefstal.
Art. 30:
Het gemeentebestuur is niet aansprakelijk voor het uitvallen of onderbreken van de elektrische verlichting, verwarming of welke nutsvoorziening dan ook waardoor de manifestatie kan worden gehinderd.
Art. 31:
Naargelang de aard van de activiteit, verbindt de aanvrager zich ertoe om te voldoen aan alle relevante wettelijke voorschriften en geldende reglementeringen, inzonderheid inzake:
- openbare orde en goede zeden;
- voorkoming van geluidshinder;
- drankgelegenheden, danspartijen, muziekuitvoeringen, variété-en toneelopvoeringen;
- rookverbod op openbare plaatsen;
- auteursrechten (SABAM);
- accijnzen;
- handelspraktijken;
- deze opsomming is niet limitatief.
Art. 32:
De gebruiker moet vanaf de aanvang van de voorbereidingen tot en met het einde van de activiteit aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is, kan noch met de voorbereidingen, noch met de activiteit worden gestart, tenzij de bevoegde ambtenaar uitdrukkelijk anders bepaalt.
Art. 33:
De gebruiker is verplicht een verzekering burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid af te sluiten voor de gebruikte ruimte(n). De verzekering dekt de schade, die hijzelf en zijn aangestelden, aan derden en aan de gebouwen veroorzaken.
Voor het afsluiten van deze polis kan de gebruiker opteren voor het ondertekenen van de abonnementspolis burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid (polis nr. 45.127.868) die het gemeentebestuur van Ranst ten gunste van de gebruiker heeft afgesloten bij ‘Ethias Verzekering’.
Indien de gebruiker niet opteert voor bovenvermelde abonnementspolis, is hij verplicht bij een andere verzekeringsmaatschappij een polis af te sluiten.
Art. 34:
De door de gemeente Ranst afgesloten brandverzekering voor het gemeenschapscentrum voorziet afstand van verhaal tegenover de gebruiker.
Art. 35:
De gemeente betaalt op jaarbasis voor alle activiteiten die plaatsvinden in het gemeenschapscentrum de billijke vergoeding. De kosten zijn verrekend in de retributie en dienen niet bijkomend te worden betaald door de gebruiker.
Art. 36:
Bij tentoonstellingen is de gebruiker volledig verantwoordelijk voor de tentoongestelde werken. Het staat hem vrij om hiervoor een verzekering af te sluiten. De gebruiker is aansprakelijk voor alle eisen, boeten of strafrechtelijke gevolgen naar aanleiding van misbruik van naam, vervalsing, eerroof en andere wetsovertredingen. De gebruiker voorziet zelf toezicht tijdens de openingsuren van de tentoonstelling.
Art. 37:
Het is ten strengste verboden om maatregelen te nemen waardoor de veiligheid van de aanwezige personen in het gedrang kan komen, zoals het volledig doven van de verlichting tijdens de activiteit, het uitschakelen van de noodverlichting, het versperren of afsluiten van deuren, nooduitgangen, brandblusapparaten of haspels… .
De gebruiker moet erover waken dat de in- en uitgangen en de nooduitgangen tijdens de activiteit steeds vrij worden gehouden en door geen enkel obstakel worden belemmerd of versperd. De nooduitgangen mogen enkel en alleen in noodgevallen worden gebruikt.
Versieringen en bijkomende verlichting mogen enkel worden aangebracht mits toestemming van de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde en op de wijze zoals afgesproken met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.
Art. 38:
Het is ten strengste verboden om:
- de veiligheid te verstoren;
- een groter aantal personen toe te laten dan door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde of door de geldende reglementeringen is toegelaten;
- op het elektriciteitsnet van het gemeenschapscentrum toestellen aan te sluiten die het vermogen van het aanwezige net overtreffen;
- om het even welke gevaarlijke of hinderlijke voorwerpen of stoffen in de lokalen en ruimten van het gemeenschapscentrum binnen te brengen;
- open vuur te maken.
Art. 39:
Zonder uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar is het ten strengste verboden om:
- wijzigingen in de zekeringskasten of andere technische installaties aan te brengen;
- een andere verlichtingsbron te gebruiken dan een elektrische;
- toestellen en dergelijke die in het gemeenschapscentrum staan geplaatst, te verplaatsen en/of voor andere dan de normale doeleinden te gebruiken.
Art. 40:
Bij het gebruik van de toog en/of de keuken informeert de gebruiker zich voor aanvang van de activiteit voldoende over de werking van de toog- en/of keukentoestellen. Daarvoor kan hij terecht bij de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.
Art. 41:
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan de verplichte stopzetting van de activiteit tot gevolg hebben, zonder dat hiervoor van de gemeente enige schadevergoeding kan worden gevorderd.
Art. 42:
De deuren van het gemeenschapscentrum worden gesloten en ontsloten door de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.
Art. 43:
Tijdens de activiteiten, maar ook tijdens de voorbereidingen en repetities, zijn de lokalen waarvoor geen contract werd afgesloten, niet toegankelijk.
Art. 44:
Het is ten strengste verboden om:
- de orde en de rust van de omgeving te verstoren;
- zich racistisch te gedragen of uitspraken te doen die daar aanleiding toe geven;
- te roken in het gemeenschapscentrum;
- nagels, spijkers of andere materialen die enig spoor van beschadiging kunnen achterlaten aan te brengen op ramen, deuren, muren, vloeren en zolderingen.
Art. 45:
Zonder uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar is het verboden om:
- eigen materialen en/of toestellen in het centrum binnen te brengen of op te bergen;
- gemotoriseerde voertuigen, fietsen of andere vervoersmiddelen binnen te brengen;
- de ruimte(n) te betreden met dieren, tenzij deze rechtstreeks te maken hebben met de aard van de georganiseerde activiteit;
- te schilderen of te schrijven op ramen, deuren, muren, vloeren en zolderingen;
- Borden, affiches of andere aanplakbiljetten aan te brengen op deuren, muren, ramen of plafonds;
- Confetti of papiersnippers te gebruiken in het gemeenschapscentrum.
Art. 46:
De aanvang van het klaarzetten van de zaal is vrij te kiezen maar moet op voorhand afgesproken worden met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde. Hetzelfde geldt voor het beëindigen van de activiteit, het opruimen en het verlaten van de zaal.
Bovendien dient dit steeds te gebeuren in overeenstemming met de geldende bepalingen aangaande openingsuur en sluitingsuur zoals vastgelegd in de gemeentelijke reglementering terzake.
De voorbereiding, de activiteit zelf en het opruimen moeten plaatsvinden binnen de voorziene 13 uren. Voor elk bijkomend uur moet door de gebruiker uit de gebruikerscategorieën A, B en C een bijkomend bedrag per uur worden betaald. Dit uurtarief is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.
Art. 47:
Op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker kan de zaal vóór aanvang van de contractueel vastgelegde gebruiksperiode worden klaargezet op voorwaarde dat:
- de zaal op dat ogenblik beschikbaar is;
- de bevoegde ambtenaar hiertoe uitdrukkelijk de toestemming verleent;
- de gebruiker een vast uurtarief betaalt.
Het te betalen uurtarief voor het voorafgaandelijk klaarzetten van de zaal is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.
Gebruikers uit categorie 0 zijn vrijgesteld van betaling.
Art. 48:
De gebruiker dient zich te schikken naar de richtlijnen van de bevoegde personen: de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum, diens gemachtigde, de politie en de brandweer.
Art. 49:
Na het einde van de activiteit moeten de gebruikte lokalen en ruimten en het gebruikte materiaal (o.a. tafels, stoelen, frigo's, huishoudgerief…) in nette en ordelijke staat worden achtergelaten.
Na afloop van de activiteit in de evenementenhal of de polyvalente zaal moeten de koelkasten worden leeggemaakt, gereinigd en uitgeschakeld.
Na gebruik moet de toog volledig worden afgeruimd en opgekuist.
Alle glazen moeten, afgewassen en afgedroogd, op de oorspronkelijke plaats worden teruggezet.
Alle tafels en stoelen moeten gereinigd worden en op hun oorspronkelijke plaats worden teruggezet.
De gebruiker moet er voor zorgen dat de gebruikte lokalen en ruimten op een eenvoudige en vlotte wijze kunnen worden gereinigd door de poetsdienst.
Art. 50:
Een lijst van het keukenmateriaal wordt aan de gebruiker ter beschikking gesteld.
De keuken wordt onmiddellijk na gebruik grondig opgekuist.
Werkbladen, aanrechten enz. worden afgewassen, afval wordt verwijderd, de vloer wordt gekeerd.
Indien er op de vloer vocht ligt wordt dit met water verwijderd om vlekken te voorkomen.
De gebruiker is ervoor verantwoordelijk dat al het materiaal proper op zijn plaats wordt teruggezet en de elektrische apparaten worden uitgeschakeld.
Art. 51:
Het verwijderen van materialen en voorwerpen die niet tot de inboedel van het gemeenschapscentrum behoren, gebeurt onmiddellijk na afloop van de activiteit, tenzij met de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde anders is overeengekomen. Hetzelfde geldt voor het opruimen van het afval dat in de gehuurde lokalen en ruimten en in de onmiddellijke omgeving van de gebruikte infrastructuur werd achtergelaten
Indien de materialen en voorwerpen niet tijdig worden verwijderd, zullen deze op kosten van de gebruiker door het personeel van het gemeenschapscentrum worden verwijderd. Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor schade aan of diefstal van achtergelaten voorwerpen.
Art. 52:
Alle afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor voorziene afvalcontainer.
Het leeggoed moet worden gesorteerd in de daartoe bestemde bakken. Deze bakken dienen opgestapeld te worden in de daartoe voorziene bergruimte.
Het leeggoed moet worden gescheiden van de nog aanwezige drankvoorraad.
De gebruiker plaatst alle verloren glasverpakkingen op de afgesproken plaats.
De niet gebruikte drankvoorraad dient, gesorteerd, op de daarvoor voorziene ruimte teruggeplaatst te worden.
Voor alle andere bepalingen richt de gebruiker zich tot de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde.
Art. 53:
Indien de gebruiker het opruimen van een lokaal of ruimte wenst over te laten aan de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens aangestelde(n), dient hij dit uiterlijk 2 weken voor aanvang van de activiteit aan de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde te melden. De concessionaris rekent de kostprijs voor het opruimen rechtstreeks aan de gebruiker aan. De kostprijs voor het opruimen is vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.
Art. 54:
Bij niet-naleving van de bepalingen vervat in de artikels 49, 50, 51 en 52 en indien geen voorafgaandelijke overeenkomst met de concessionaris werd afgesloten zoals voorzien in artikel 53, dient de nalatige gebruiker de kostprijs voor het opruimen, vermeerderd met een forfaitaire vergoeding, aan de concessionaris te betalen. De kostprijs voor het opruimen en de forfaitaire vergoeding zijn vastgelegd in het retributiereglement van het gemeenschapscentrum.
Art. 55:
Bij activiteiten in de evenementenhal waarbij 300 personen of meer aanwezig zijn, is de gebruiker uit categorie A, B en C verplicht om gedurende de activiteit toiletpersoneel te voorzien. Het toiletpersoneel staat in voor het netjes houden van de sanitaire voorzieningen en voor het toezicht aan de toiletten.
Art. 56:
Indien na afloop van een activiteit blijkt dat de normale schoonmaak niet volstaat om de zaal in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, zal uitzonderlijk een bijkomende schoonmaakbeurt plaatsvinden. De kostprijs voor deze bijkomende schoonmaakbeurt is vastgelegd in het retributiereglement en zal aan de gebruiker worden aangerekend.
Art. 57:
Bij het gebruik van de evenementenhal, de polyvalente zaal, de vergaderzalen of het seniorenlokaal gedurende 2 of meer opeenvolgende dagen staat de gebruiker uit gebruikerscategorie A, B of C zelf in voor de schoonmaak tijdens de huurperiode.
Art. 58:
De in de evenementenhal aanwezige trussstructuur en de daarbij horende installatie mogen enkel gebruikt worden door mensen die een relevante kennis over het gebruik van deze installatie kunnen aantonen. Bij gebruik moet voor de activiteit de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde ambtenaar worden bekomen. Eventuele schade die wordt vastgesteld na het gebruik en die niet toe te schrijven is aan de normale slijtage van de installatie zal volledig vergoed worden door de gebruiker.
Art. 59:
De gebruiker en zijn medewerkers maken zich als dusdanig bekend aan alle aanwezigen. De gebruiker is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde en de veiligheid voor, tijdens en na de activiteit. De gebruiker is aansprakelijk tegenover om het even welke derde voor alles wat tijdens het gebruik van de zaal en de organisatie van de activiteit gebeurt.
Art. 60:
De gebruiker, zijn medewerkers en de bezoekers horen zich welvoeglijk te gedragen, dit zowel wat betreft kleding, houding als gedrag. De gebruiker is verantwoordelijk voor elke mogelijke inbreuk hierop.
Art. 61:
Als in het gemeenschapscentrum muziek elektronisch versterkt wordt, situeert het maximaal toegelaten geluidsniveau zich op 95 dB(A) LAeq15min.
De gebruiker kan via het evenementenformulier bij het college van burgemeester en schepenen een afwijking van de geluidsnorm aanvragen tot maximum 97 dB(A) LAeq15min.
Bijkomend wordt in alle gevallen opgelegd dat 102 dB(A) LAmax,slow niet mag overschreden worden en dat de dB(C)-norm maximaal 12 dB boven de A-weging mag liggen.
Bij het spelen van elektronisch versterkte muziek luider dan 85 dB(A) LAeq15min is het meten van het geluid verplicht ter hoogte van de mengtafel of een andere representatieve meetplaats. Deze metingen moeten na de activiteit worden doorgegeven aan het gemeentebestuur. Er moeten dan ook gratis oordopjes ter beschikking van het publiek gesteld worden.
Art. 62:
De gebruiker is verplicht om alle dranken (koude dranken, warme dranken, alcoholische dranken…), koffie, thee en snoepgoed bij de concessionaris van het gemeenschapscentrum te bestellen.
Het is ten strengste verboden om eigen dranken, koffie, thee en snoepgoed in het gemeenschapscentrum binnen te brengen en te consumeren.
Art. 63:
Het binnenbrengen en het consumeren van eigen wijn(en), schuimwijn(en), Champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken valt niet onder de bepalingen vermeld in artikel 62. Het is de gebruiker toegelaten om eigen wijn(en), schuimwijn(en), champagne(s), sterke dranken en gedestilleerde dranken in het centrum binnen te brengen en te consumeren, op voorwaarde dat:
- de gebruiker dit uiterlijk 15 dagen voor aanvang van de activiteit schriftelijk aan de bevoegde ambtenaar of diens gemachtigde laat weten;
- de gebruiker een vaste vergoeding per verbruikte fles betaalt.
De vaste vergoeding per fles is vastgelegd in het retributiereglement.
Art. 64:
Het beschikbare aanbod aan dranken, koffie, thee en snoepgoed staat duidelijk vermeld op een vastgestelde assortimentslijst met bijhorende merknamen en prijzen. De gebruiker van het gemeenschapscentrum kan op eenvoudige vraag de vastgestelde assortimentslijst bekomen.
De gebruiker kan uiterlijk 15 dagen voor aanvang van de activiteit aan de hand van de vastgestelde assortimentslijst een bestelling plaatsen. De gebruiker bestelt de gewenste dranken, koffie, thee en snoepgoed rechtstreeks bij de concessionaris van het gemeenschapscentrum of diens gemachtigde.
Voor aanvang van de activiteit maken de concessionaris (of diens gemachtigde) en de gebruiker (of diens afgevaardigde) samen een begininventaris op van de ter beschikking gestelde dranken, koffie, thee en snoepgoed.
Na afloop van de activiteit stellen de concessionaris (of diens gemachtigde) en de gebruiker (of diens afgevaardigde) samen een eindinventaris op van de verbruikte hoeveelheid dranken, koffie, thee, snoepgoed. Deze eindinventaris wordt door beide partijen voor akkoord ondertekend.
Op basis van de eindinventaris factureert de concessionaris het effectieve verbruik rechtstreeks aan de gebruiker.
Art. 65:
Tenzij bij huwelijksfeesten, staat het de gebruiker van de infrastructuur van het gemeenschapscentrum vrij een beroep te doen op een cateraar naar keuze.
Art. 66:
Bij gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, moet de gebruiker voor het verzorgen van de catering verplicht een beroep doen op een cateraar die vermeld staat op een door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde lijst van cateraars, hierna ‘de lijst’ genoemd. De gebruiker beschikt over de volledige vrijheid in zijn keuze voor één van de cateraars vermeld op de lijst.
Art. 67:
Bij een aanvraag voor het gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, bezorgt de bevoegde ambtenaar de aanvrager de nodige contactgegevens van alle cateraars vermeld op de lijst. De contacten tussen aanvrager en cateraar(s) dienen rechtstreeks te gebeuren zonder tussenkomst vanwege het personeel van het gemeenschapscentrum.
Art. 68:
Bij een aanvraag voor het gebruik van het gemeenschapscentrum voor een huwelijksfeest, kan slechts een gebruikerscontract worden opgemaakt nadat de aanvrager een geldig bewijs van overeenkomst of contract met één van de cateraars vermeld op de lijst heeft voorgelegd.
Indien de gebruiker na het ondertekenen van het gebruikerscontract zijn overeenkomst of contract met één van de cateraars verbreekt, moet hij de bevoegde ambtenaar van het gemeenschapscentrum hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen. In dat geval verliest het gebruikerscontract automatisch elke rechtsgeldigheid.
TITEL 2: Domein Moervelden
Art. 69:
- De brandverzekering van het gebouw is ten laste van de gemeente.
- Het terrein en/of de loods worden geacht in goede staat aan de gebruiker ter beschikking te zijn gesteld. Indien de gebruiker toch schade vaststelt, dan moet hij deze voor de ingebruikname van de gehuurde zones schriftelijk melden aan het gemeentebestuur. Indien de voorafgaande melding correct en tijdig is gebeurd, dan wordt de gebruiker vrijgesteld van het vergoeden van de vastgestelde schade.
- De gebruiker is verantwoordelijk voor alle schade die aan het terrein of de loods wordt veroorzaakt tijdens de periode dat hij het terrein en/of de loods huurt.
- Elke veroorzaakte schade aan het terrein of de loods moet onmiddellijk en spontaan gemeld worden aan het gemeentebestuur en dient vergoed te worden door de gebruiker. Elke nieuwe aanvraag van de betrokken gebruiker kan geweigerd worden zolang het bedrag van de schadevergoeding niet volledig betaald is.
- Het gemeentebestuur van Ranst kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor om het even welke schade van lichamelijke of stoffelijke aard naar aanleiding van het gebruik van het terrein en/of de loods.
- Het gemeentebestuur van Ranst kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal van of schade aan materialen van de gebruiker.
Art. 70:
- De gebruikers mogen op het terrein of in de loods geen andere activiteiten opzetten dan waarvoor het gebruik werd toegestaan.
- Het onderverhuren van het domein is ten strengste verboden.
- De gebruiker geeft minstens één hoofdverantwoordelijke op die als aanspreekpunt dient.
- Het is verboden om commerciële activiteiten, waarbij (een deel van) de winst uitgekeerd wordt aan een persoon of een bedrijf, uit te oefenen zonder expliciete toestemming van het college van burgemeester en schepenen.
- De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor billijke vergoeding, Sabam en alle andere nodige vergunningen en toelatingen voor het organiseren van een evenement op het gemeentelijk domein Moervelden.
- De gebruiker staat zelf in voor het afdwingen van het huurrecht. Hij voorziet dus zelf mensen of middelen om de zone vrij te houden voor eigen gebruik.
- Na elke activiteit moet het gebruikte terrein en/of de loods worden achtergelaten in de toestand dat deze ontvangen werd (bezemschoon). De gebruiker brengt hiertoe zelf het nodige poetsgerief mee. Gebeurt dit niet dan zullen de kosten voor het ontruimen en proper maken van het terrein en/of de loods integraal doorgerekend worden aan de gebruiker.
- De gebruiker zal steeds vrije doorgang verschaffen aan gemeentepersoneel in werkopdracht.
- In de loods geldt een algemeen rookverbod.
- De gebruiker neemt zelf contact op met de omliggende verenigingen en gebruikers (Urania, BMX, LRV, Beachvolleyterreintje, Duivenbond, Fanfare Broechem, …) van het domein om het evenement aan te kondigen en indien nodig afspraken te maken.
- De gebruiker moet te allen tijde de vaste gebruikers van het terrein doorgang geven tot bij hun lokalen.
- Het afvoeren van het afval gebeurt onmiddellijk na de activiteit. De gebruiker staat zelf in voor het afvoeren van het afval.
- Op het gemeentelijk domein Moervelden worden enkel toiletten of toiletwagens met reservoir toegelaten.
Art. 71:
- De (nood)deuren mogen nooit slotvast of versperd zijn.
- Alle richtlijnen en adviezen van de bevoegde ambtenaar, brandweer en politie dienen strikt gevolgd te worden.
Art. 72:
Indien het gebruik van het terrein of de loods aanleiding geeft tot openbare overlast, een onveilige situatie of als de bepalingen van dit reglement niet nageleefd worden, kan dit de onmiddellijke en verplichte stopzetting van het evenement door de burgemeester tot gevolg hebben.
Art. 73:
De gebruiker wordt geacht akkoord te gaan met dit reglement en zich te houden aan de gemaakte afspraken met het gemeentebestuur van Ranst. Aan de gebruiker die de bepalingen van dit reglement niet respecteert, kan elk volgend gebruik geweigerd worden.
TITEL 3: Sportinfrastructuur
Art. 74:
De gebruiker kan voor de sportinfrastructuur een optie nemen die 14 dagen geldig blijft. Als de optie tijdens deze periode niet gelicht werd door de klant vervalt ze automatisch, ook zonder dat dit wordt gemeld.
Art. 75:
De sportzalen zijn ter beschikking van 9 tot 23 uur. En van 9 tot 22 uur in het weekend
De sporthal wordt geopend 30 minuten voor het gevraagde aanvangsuur en wordt gesloten uiterlijk 30 minuten na de laatste verhuring.
Art. 76:
De aanvragen en afzeggingen dienen minimum 2 dagen op voorhand te gebeuren.
Art. 77:
Het betreden van de sporthal gebeurt op eigen risico. Elke handeling die men stelt als sporter of toeschouwer valt volledig ten laste van de bezoeker. Het gemeentebestuur wijst elke vorm van verantwoordelijkheid af bij ongevallen, diefstallen en eventuele opgelopen schade.
Art. 78:
Dronken personen en zij die zich onbetamelijk gedragen wordt de toegang tot de sporthal ontzegd.
Art. 79:
Stortbaden en kleedkamers dienen zo spoedig mogelijk na het einde van de huurtijd door de gebruikers ontruimd te worden.
Art. 80:
Lessen en oefeningen worden gegeven door deskundigen. De leider, de leraar of het bestuurslid mag zich niet verwijderen voor de gebruikers uit de zaal en de kleedkamers zijn vertrokken.
Art. 81:
De gebruiker draagt er zorg voor dat de speelvloer na het gebruik in ordelijke staat wordt gebracht en onmiddellijk door de volgende gebruiker kan worden benut. Het opruimen en opbergen van materialen indien nodig, dient door de gebruiker te gebeuren, hierop zal toezicht gehouden worden door het aanwezige personeel.
Art. 82:
Toegang tot de toestellenruimte is enkel toegelaten, voor het afhalen en wegbergen van het nodige sportmateriaal. De materialen mogen niet worden versleept, maar moeten gedragen of verrold worden. De trainer begeleidt hierbij de jongeren.
Art. 83:
De gebruiker moet zich stipt houden aan de huurtijd, die in geen geval mag overschreden worden zodat de volgende ploeg ook stipt kan beginnen.
Art. 84:
Het binnenbrengen in de sportzaal of kleedkamer van dranken in glazen verpakkingen, warme dranken en alcoholische dranken is te allen tijde verboden.
Art. 85:
Kinderen beneden de 10 jaar worden niet toegelaten als zij niet begeleid worden door een volwassene, tenzij als deelnemers aan sportmanifestaties in club- of ploegverband.
TITEL 4: Slotbepalingen
Art. 86:
§1. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de culturele infrastructuur van het gemeenschapscentrum Den Boomgaard wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
§2. Het besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2014 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op het gebruik van de de sporthal, de polyvalente zaal en de turnzalen wordt ingetrokken vanaf 1 januari 2020.
Art. 87:
Dit huishoudelijk reglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020.
Art. 88:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1: Definitie
Met ouder bedoelen we de persoon of de personen die het ouderlijk gezag heeft/hebben over het kind.
Art. 2: Organiserend bestuur en dagelijkse leiding
De buitenschoolse kinderopvang wordt georganiseerd door het gemeentebestuur van Ranst.
Het secretariaat is gevestigd in GC Den Boomgaard, Antwerpsesteenweg 43, 2520 Broechem.
Tel.: 03/225 34 14
Mail: bko@ranst.be
Er kan op afspraak gewerkt worden.
Art. 3: Openingsuren van de buitenschoolse kinderopvang
- Woensdagnamiddag: vanaf het einde van de lessen tot 18 uur
- Herfst- en krokusvakantie: vanaf 7.30 uur tot 18 uur
- Zomervakantie en paasvakantie: 7.30 uur tot 18 uur
- Halve dag = vanaf 7.30 uur tot 12.30 uur of 13 uur tot 18 uur (tussen 12.30 uur en 13 uur kunnen de kinderen afgehaald of gebracht worden)
Art. 4: Locatie van de buitenschoolse kinderopvang
Op woensdagnamiddag vindt de opvang plaats in gemeenteschool De Knipoog (Schoolstraat Ranst). Ingeschreven kinderen van Oelegem en Broechem (ook van de vrije scholen) worden door het gemeentebestuur naar Ranst gebracht. Deze opvang staat tijdens het schooljaar open voor kinderen van 2,5 jaar tot en met 12 jaar die schoolgaan in Ranst.
De meeste opvang tijdens de vakanties gaat door in de gemeenteschool van Ranst. Occasioneel kan het voorvallen dat de gemeente een andere locatie ter beschikking stelt. Ouders worden tijdig geïnformeerd indien de opvang elders zou plaatsvinden.
Art. 5: Samenwerking en formaliteiten
De opvang gebeurt door een team van begeleiders.
De aanwezigheid van het kind wordt dagelijks bijgehouden.
Het is zeer belangrijk dat de ouder, bij het brengen en afhalen van het kind, eerst bij de begeleider langs gaat om in of uit te schrijven. Dat is het moment om informatie uit te wisselen.
Van ouders in een echtscheidingsprocedure of ouders die niet meer onder hetzelfde dak wonen wordt indien nodig een schriftelijke overeenkomst verwacht betreffende de breng- en afhaalprocedure voor hun kind(eren).
Wanneer je kind zijn verblijf in de opvang onderbreekt (bijv. sportactiviteit, muziekschool, tekenacademie,… of om enige andere reden), moet dit schriftelijk meegedeeld worden.
Indien het kind door iemand anders dan de ouder(s) wordt afgehaald of als het op zelfstandige basis de opvang mag verlaten, dan moet dit schriftelijk gemeld worden door de ouders. Kinderen waarvan schriftelijke toelating ontbreekt, mogen de opvang niet verlaten.
Wanneer het door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om je kind(eren) zelf voor sluitingstijd af te halen, moet de opvang zo spoedig mogelijk verwittigd worden en zorg je zelf voor een oplossing. De opvang sluit om 18 uur! Bij misbruik kan de toegang tot de opvang ontzegd worden.
De ouders moeten zich voor de inschrijving eerst akkoord verklaren met het huishoudelijk reglement. Aan de ouders wordt bij de registratie van het kind informatie opgevraagd over eventuele bijzonderheden in de aanpak en de zorg van hun kind.
De ouders hebben tijdens de openingsuren van de opvang enkel toegang tot de lokalen verbonden aan de opvang.
Kinderen waarvan de formulieren of betalingen niet in orde zijn kunnen geweigerd worden.
Adreswijzigingen of wijzigingen in de bestaande situatie worden door de ouder zo snel mogelijk aangepast in hun online profiel.
Art. 6: Praktische afspraken
De opvang verstrekt geen maaltijden. Kinderen die in de opvang blijven brengen zelf een lunchpakket, tussendoortjes en drinken mee. Snoep, chips, chocolade en kauwgom horen niet thuis in de opvang. Alle tassen, boterhamdozen e.d. dienen voorzien te zijn van de naam van het kind. De eet- en drankmomenten zijn gestructureerd, ze hebben altijd plaats aan tafel. Op die manier gaat het er rustig aan toe terwijl de kinderen een boterham of een koek eten en wat drinken. Er mag binnen en buiten worden gespeeld, mits toestemming van de begeleider. Hou hiermee rekening bij de keuze van de kledij van het kind. We vragen ook om indien nodig te voorzien in (voldoende) reservekledij, pampers en vochtige doekjes.
Art. 7: Zieke kinderen en medicatie
Zieke kinderen kunnen niet in de opvang terecht. Indien een kind ziek wordt in de opvang, worden de ouders verwittigd en zijn de eventuele dokterskosten ten laste van de ouders. Van elk opgevangen kind moet(en) de ouder(s) of een persoon die hen vervangt bereikbaar zijn en moet het kind bij ziekte zo spoedig mogelijk worden afgehaald. Bij een ernstig ongeval of zorgwekkende toestand zal onmiddellijk een arts of een hulpdienst verwittigd worden. Van de ouders verwachten wij dat zij de opvang, in het belang van het kind, op de hoogte brengen indien het kind leidt aan een onopvallende ziekte (bijv. epilepsie e.a.) of als het kind speciale zorg nodig heeft (we denken aan ASS, ADHD, …). In de kinderopvang wordt geen medicatie toegediend. De ouders vragen bij voorkeur aan de behandelende arts medicatie voor te schrijven die ‘s morgens en ‘s avonds door de ouder zelf kan toegediend worden. Enkel op medisch voorschrift kan een uitzondering voorzien worden. In dit geval moeten op de verpakking vermeld staan: naam van het kind, dosering, wijze van toediening, de duur van de behandeling, naam van de dokter/apotheker en wijze van bewaring. De ouder van het kind geeft hiervoor ook schriftelijk zijn toestemming.
Art. 8:
De besluiten van de gemeenteraad van 29 juni 2015 en van 16 december 2013 worden vanaf 1 januari 2020 ingetrokken en vervangen door het huidige reglement voor een periode van 2020-2025.
Art. 9:
Dit huishoudelijk reglement geldt voor alle contracten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2020.
Art. 10:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Art. 1:
De gemeente Ranst erkent met ingang van 1 januari 2020 en volgens de modaliteiten van dit reglement verenigingen als 'erkende vereniging van Ranst'.
Art. 2: definitie
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- vereniging: een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, feitelijk of in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst- of handelsoogmerk;
- maatschappelijke zetel: het adres waarop de rechtspersoon zijn zetel heeft of waar de feitelijke vereniging het merendeel van haar activiteiten uitvoert
- specifieke subsidies: subsidies die enkel betrekking hebben op de verenigingen zoals daarvoor gemeld.
- Een vereniging kan maar in één categorie worden ingedeeld en eventueel de daarbij behorende subsidies aanvragen.
Art. 3:
Erkende verenigingen van Ranst komen in aanmerking voor:
- subsidiëring mits voldaan wordt aan de betreffende reglementen met uitzondering van politieke partijen, vakbonden en buurtverenigingen
- de huur van het gemeentelijk domein De Moervelden
- een voordeeltarief bij de huur van gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur
- de huur van de refters en speelplaatsen van de gemeentelijke scholen
- gebruik van de provinciale uitleendienst in Malle
Art. 4: voorwaarden
Om voor erkenning in aanmerking te komen dient de vereniging aan te tonen dat zij voldoet aan de volgende voorwaarden:
- de maatschappelijke zetel bevindt zich op grondgebied van Ranst
- een open vereniging zijn, m.a.w. iedereen kan lid worden van de vereniging op voorwaarde dat hij/ zij de waarden en normen, de reglementen en de doelstellingen van de vereniging eerbiedigt
- een autonoom bestuur hebben met minstens 3 verschillende functiehouders, bv. voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester, secretaris
- over minstens 10 leden beschikken
- een aparte rekening hebben op naam van de vereniging
- gedurende minstens 1 jaar een actieve werking kunnen aantonen en minstens 1 maal per jaar activiteiten organiseren.
Art. 5: categorieën
Verenigingen kunnen ingedeeld worden in een van de volgende categorieën:
- Socio-culturele vereniging: een vereniging met als primaire doelstelling kunstbeoefening of sociaal-cultureel werk, cultuurspreidende en toeristische verenigingen, themaverenigingen en hobbyclubs, erfgoedverenigingen.
- Jeugdvereniging: een vereniging met als primaire focus jongeren.
- Seniorenvereniging: een vereniging met als primaire focus medioren of senioren.
- Sportvereniging: een vereniging met als primaire doelstelling de beoefening van sport, de activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke en/of de geestelijke inspanning centraal staat.
- Buurtvereniging:
Een vereniging met als primaire doelstellingen het bevorderen van verbondenheid tussen buurtbewoners en van het algemeen welzijn en de woonkwaliteit van een buurt.
- Natuur- en milieuvereniging:
Een vereniging die de bevolking en bepaalde doelgroepen laat kennismaken met de natuur, milieu, energie of duurzame ontwikkeling, wiens activiteiten de bevolking of doelgroepen inzicht doen krijgen in complexe milieuproblemen en in de aanwezige fauna of die ijvert voor een duurzame en gezonde leefomgeving met respect voor duurzaam energiebeheer, duurzame bouwmaterialen en dergelijke
- Vereniging voor ontwikkelingssamenwerking:
Een vereniging die zich engageert om gelijke kansen in Noord en Zuid te bevorderen en zorgt voor initiatieven en ideeën om solidariteit te versterken.
- Armoedevereniging
Een vereniging die als voornaamste doelstelling heeft het sensibiliseren rond armoede, hulp bieden voor mensen in armoede of mensen in armoede aan het woord laten.
Art. 6: aanvraagprocedure
§1. De vereniging vraagt de erkenning aan bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat beschikbaar is op www.ranst.be of bij de bevoegde diensten. In voorbereiding van de erkenning kan de administratie bijkomende documenten opvragen die nuttig zijn om te oordelen of de vereniging aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.
§2. Het college van burgemeester en schepenen legt de aanvraag ter advies voor aan de bevoegde gemeentelijke raad en beslist over de erkenning. Indien aan 1 van de bovenvermelde voorwaarden niet wordt voldaan, dan kan de bevoegde gemeentelijke raad in een gemotiveerd advies voorstellen om af te wijken van de criteria. Na dit advies beslist het college van burgemeester en schepenen over het al dan niet erkennen van een vereniging.
§3. Het college van burgemeester en schepenen brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing, met een motivatie en maakt de erkende vereniging bekend via de gemeentelijke website.
Art. 7: duur van de erkenning
De erkenning als Ranstse vereniging geldt principieel zolang de vereniging voldoet aan het vigerende erkenningsreglement. De vereniging brengt het gemeentebestuur zelf op de hoogte van zodra er zich een wijziging voordoet die een impact heeft op de erkenningsvoorwaarden.
Art.10: intrekking
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de intrekking van de erkenning van de
vereniging na advies van de bevoegde gemeentelijke raad en brengt de vereniging op de hoogte van zijn beslissing met een motivatie.
Art.11: Overgangsbepalingen
Alle verenigingen die op de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit subsidies ontvangen via een gemeentelijk subsidiereglement worden automatisch beschouwd als erkende vereniging van Ranst. Zij schikken zich binnen het jaar naar de erkenningsvoorwaarden, opgenomen in dit reglement en vullen hiertoe het formulier in zoals beschikbaar op www.ranst.be.
Art. 12:
Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2020 voor onbepaalde duur.
Art. 13:
Deze verordening valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht als bepaald in artikel 326-335 van het
decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dit reglement is opgeheven en aangepast vanaf 1 januari 2021 via het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2020.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.